1947-03-08: |
Het Vrije Volk 08-03-1947: Zes kiendoppen van schepen voeren uit naar Indonesië . „Ze huppelen overal overheen", zeggen de opvarenden.
Als u er soms nog aan twijfelde of wij Hollanders nog wel even goede en enthousiaste zeevaarders zijn als in vroeger eeuwen, dan had u vanmorgen maar eens een kijkje moeten nemen in de Rotterdamse Schiehaven. Zes pietepeuterige gepavoiseerde scheepjes lagen daar en met zijn allen, waren ze nog niets vergeleken bij die knaap van een Sloterdijk, die daar ook gemeerd lag.....Zes kustvaardertjes van heel bescheiden maat, scheepjes waarmee je als landrot heus niet graag naar Engeland'of de Baltische staten vaart omdat ze op zulke trips al slingeren en stampen als een hobbelmolen op het Lunapark. En dat stel Lilliputters, de kleinste — de WILDA uit Amsterdam is 320 ton, de grootste, de Beta uit Groningen, even 400 ton –vertrokken voor de geweldige reis naar Indonesïë. De Nederlandse regering heeft ze gehuurd en in konvooi varend, zullen ze de hindernissen van de Golf van Biscaje de Middellandse Zee en de Indische Oceaan overwinnen om in de Archipel het werk over te nemen, dat vroeger door de prauwen werd verricht: copra ophalen uit kleine havens en vervoeren naar de grotere, opdat die daar in kloeke zeeschepen kan worden overgeslagen. Een jaar lang zullen ze dat werk verrichten. Voordat ze thuisvaren zijn we echter weer een anderhalf jaar verder, want over een reis naar en van Indonesië doen ze bijna drie maanden. Een gevaarlijke onderneming! Och; zoiets moet-je niet aan zeelui vragen. Die zijn niet zo gauw bang. Die zeggen: Risico is er overal en altijd meneer. Het zijn donderstenen van schuitjes hoor. Ze huppelen overal overheen. Die deining in de Indische Oceaan betekent niet veel. Het enige is, dat je één motor hebt en als die je in de steek laat, zit je. Daarom varen we ook in konvooi. Het enige vreemde voor de meeste mensen is, dat ze een beetje langer van huis blijven dan ze gewend zijn. Slechts één schip van dit zestal (Bèta, Wilda, Erna, Henk, Baltic en Unitas) is uitgerust met een volledige radioinstallatie, ontvanger en zender. Dat is de Beta, de konvooileider. , Een vrij snel schip is die Beta, maar zijn snelheid. moet hij natuurlijk regelen naar de langzaamste ,en die loopt niet meer dan een mijl of zeven per uur. Daardoor en ook, omdat ze tal van havens moeten aandoen om te bunkeren — op zulke grote reizen zijn ze niet berekend —- zal die overtocht wel een dag of tachtig duren. Voor het vertrek werd de verzamelde bemanning, in totaal niet meer dan 45 koppen, toegesproken door een vertegenwoordiger van het directoraat-generaal voor de Scheepvaart, die hun namens de regering een goede reis en een behouden thuiskomst toewenste.
|