Inloggen
WILDA - ID 7286


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1940
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
IMO nummer: 5233614
Nat. Official Number: 1174 Z LEIDEN 1940
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Scheepsbouwwerf 'De Vooruitgang' v/h Firma D. Boot, Gouwsluis, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 1127
Launch Date: 1939-12-01
Delivery Date: 1940-03-07
Technical Data

Engine Manufacturer: D. & Joh. Boot N.V., Motorenfabriek 'De Industrie', Alphen aan den Rijn, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 3
Power: 195
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Industrie nr. 3168 Type 3VD (305x450)
Speed in knots: 8
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 257.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 119.00 Net tonnage
Deadweight: 320.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 14127 Cubic Feet
Bale: 13420 Cubic Feet
 
Length 1: 42.66 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 36.71 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 7.13 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.42 Meters Depth, moulded
Draught: 2.60 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-02-1952
Type: Lengthened
Omschrijving: Verlengd bij Vuyk, Capelle aan den IJssel: Brt 294, Nrt 137, Dwat 365. Grain 16600 Bale 15500.

Ship History Data

Date/Name Ship 1940-03-07 WILDA
Manager: N.V. Scheepvaartbedrijf 'Gruno', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Hendricus Franciscus Gerardus Langenhoff, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PIPL
Additional info: 17-01-1949 Erven Langenhoff.

Date/Name Ship 1949-01-27 WILDA
Manager: N.V. Scheepvaartbedrijf 'Gruno', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Rederij m.s. Wilda, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder: Johannis Bernardus Christianius Langenhoff e.a.
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PIPL

Date/Name Ship 1951-02-14 METROPOLE
Manager: Firma J.J. Onnes, Cargadoors-, Scheepvaart- en Bevrachtingsbedrijf, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Geesje de Vries-Jonkers, 1961: Geesje Mulder-Jonkers, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PFZB

Date/Name Ship 1961-06-17 METROPOLE
Manager: Firma J.J. Onnes, Cargadoors-, Scheepvaart- en Bevrachtingsbedrijf, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Hendrik Klinkenberg & Hendrikus Johan Bernard Teuben, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PFZB

Date/Name Ship 1964-06-17 METROPOLE
Manager: N.V. Scheepvaartbedrijf Gruno, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Frans Kuipers, Meppel, Drenthe, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Meppel / Netherlands
Callsign: PFZB

Ship Events Data

1940-03-09: Als WILDA, zijnde een motorschip, metende 708.04 m3 bruto inhoud, volgens zeemeetbrief afgegeven te 's Gravenhage no. 6160 d.d. 20-12-1939, liggende te Amsterdam, door D. Loorbach, scheepsmeter te Amsterdam, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1174 Z LEID 1940 op het achterschip B.B. achterkant luchtkap motorkamer, 6.25 m. van de hekplaat, 0.40 m. uit lengteas en 1.45 m. boven het dek.
1940-05-00: Was tijdens het uitbreken van de 2e Wereldoorlog in Engeland. 16.05.1940 overgenomen door de Netherlands Shipping & Trading Committee, Londen. 01.06.1945 terug aan de eigenaar.
1946-01-10: De waarheid 10-01-1946: Millioenenlading terug. Behalve twintigduizend handdoeken, tienduizend borden en rollen zeildoek heeft het schip „WILDA" uit Cuxhaven ook de kortegolf-installatie van Kootwyk in Delfzijl binnengebracht. Men hoopt, dat de zendlampen onbeschadigd zijn. De goederen, die de „Wilda" meevoerde, zijn gevonden in het door de Amerikanen bezette Blumenthal bij Bremen. De waarde van de teruggevonden goederen wordt op enkele millioenen geschat. In de loop van deze week worden nog twee schepen met machines en plaatijzer voor fabrieken en werven in Nederland verwacht.
1947-00-00: In het eerste kwartaal 1947 in charter van de Nederlandse Regering en ingezet in Nederlands Oost-Indië om het te kort aan scheepsruimte aan te vullen samen met de HENK, BALTIC, ERNA, UNITAS en de BETA.
1947-03-08: Het Vrije Volk 08-03-1947: Zes kiendoppen van schepen voeren uit naar Indonesië . „Ze huppelen overal overheen", zeggen de opvarenden.
Als u er soms nog aan twijfelde of wij Hollanders nog wel even goede en enthousiaste zeevaarders zijn als in vroeger eeuwen, dan had u vanmorgen maar eens een kijkje moeten nemen in de Rotterdamse Schiehaven. Zes pietepeuterige gepavoiseerde scheepjes lagen daar en met zijn allen, waren ze nog niets vergeleken bij die knaap van een Sloterdijk, die daar ook gemeerd lag.....Zes kustvaardertjes van heel bescheiden maat, scheepjes waarmee je als landrot heus niet graag naar Engeland'of de Baltische staten vaart omdat ze op zulke trips al slingeren en stampen als een hobbelmolen op het Lunapark. En dat stel Lilliputters, de kleinste — de WILDA uit Amsterdam is 320 ton, de grootste, de Beta uit Groningen, even 400 ton –vertrokken voor de geweldige reis naar Indonesïë. De Nederlandse regering heeft ze gehuurd en in konvooi varend, zullen ze de hindernissen van de Golf van Biscaje de Middellandse Zee en de Indische Oceaan overwinnen om in de Archipel het werk over te nemen, dat vroeger door de prauwen werd verricht: copra ophalen uit kleine havens en vervoeren naar de grotere, opdat die daar in kloeke zeeschepen kan worden overgeslagen. Een jaar lang zullen ze dat werk verrichten. Voordat ze thuisvaren zijn we echter weer een anderhalf jaar verder, want over een reis naar en van Indonesië doen ze bijna drie maanden. Een gevaarlijke onderneming! Och; zoiets moet-je niet aan zeelui vragen. Die zijn niet zo gauw bang. Die zeggen: Risico is er overal en altijd meneer. Het zijn donderstenen van schuitjes hoor. Ze huppelen overal overheen. Die deining in de Indische Oceaan betekent niet veel. Het enige is, dat je één motor hebt en als die je in de steek laat, zit je. Daarom varen we ook in konvooi. Het enige vreemde voor de meeste mensen is, dat ze een beetje langer van huis blijven dan ze gewend zijn. Slechts één schip van dit zestal (Bèta, Wilda, Erna, Henk, Baltic en Unitas) is uitgerust met een volledige radioinstallatie, ontvanger en zender. Dat is de Beta, de konvooileider. , Een vrij snel schip is die Beta, maar zijn snelheid. moet hij natuurlijk regelen naar de langzaamste ,en die loopt niet meer dan een mijl of zeven per uur. Daardoor en ook, omdat ze tal van havens moeten aandoen om te bunkeren — op zulke grote reizen zijn ze niet berekend —- zal die overtocht wel een dag of tachtig duren. Voor het vertrek werd de verzamelde bemanning, in totaal niet meer dan 45 koppen, toegesproken door een vertegenwoordiger van het directoraat-generaal voor de Scheepvaart, die hun namens de regering een goede reis en een behouden thuiskomst toewenste.
1947-03-10: NvhN 10-03-1947: Convooi naar Indië uitgevaren. Zes scheepjes van 300 a 400 ton zullen de reis in 80 dagen maken. Een typisch convooi heeft Zaterdag de haven van Rotterdam verlaten, met een lange reis voor den boeg, een convooi, dat herinneringen oproept aan de dagen van de Oost-Indische Compagnie, toen scheepjes, die naar tegenwoordige maatstaven gerekend notedopjes waren zich op de Oceanen waagden en om de Kaap de Goede Hoop hun weg naar Indië zochten. Ook thans waren het slechts notedopjes, nauwelijks 300 en ten hoogste 400 ton groot, die door een sleepboot naar open zee gesleept zijn, n.l. de coasters „Beta", welks kapitein de leiding van het convooi heeft, „Baltic", „Erna", „Unitas", „Wilda" en „Henk". Deze schepen kunnen onder normale omstandigheden op eigen kracht zee kiezen, maar nu wilde men geen risico loopen in verband met den ijsgang in de rivier en den Nieuwen Waterweg, waar zoo gemakkelijk een schroef op de schotsen stuk kan slaan. In Hoek van Holland namen de kapiteins zelf het heft in handen. Tachtig dagen denken de scheepjes over de reis naar Indië te doen. Natuurlijk wordt het lange traject niet in één ruk afgelegd, het ligt in de bedoeling Port Said aan te doen en daar nog eenige lading In te nemen, mogelijk cement. Te Rotterdam heeft men reeds cokes aan boord genomen bij wijze van ballast. Voorloopig gaat de reis naar Batavia. Het convooi zal op zee in zigzagvorm varen op een onderlingen afstand van ongeveer 300 M. Aan boord van den convooileider „Beta" bevindt zich een complete radio-installatie. Zoo zal er contact met de buitenwereld zijn, maar ook contact onderling, al beschikken de andere coasters dan ook slechts over een ontvangtoestel. leder schip heeft zeven koppen aan boord, maar in Indië, waar deze kustvaarders de verdwenen prauwen gaan vervangen en in het binnenland copra gaan verzamelen, om die dan naar een centraal punt vermoedelijk Makassar, te brengen, waar de voor de margarine-fabricage onontbeerlijke grondstof in groote zeeschepen wordt overgeladen, zullen in lederen kustvaarder 24 koelies een plaatsje in het voorschip krijgen. Zij doen indien noodig dienst als bootwerker. Teneinde gemakkelijk in de binnenlanden te kunnen opereeren, bevinden zich aan boord kleinere bootjes, waarmee men overal gemakkelijk den wal kan bereiken. De nu uitgevaren schepen, die inclusief de uit- en thuisreis anderhalf jaar weg blijven komen in Indië onder beheer van de K.P.M.
1947-03-13: NvhN 13-03-1947: Convooi coasters uit elkaar geslagen. Te Brest opnieuw verzamelen. Het convooi kustvaartuigen, dat Zaterdag j.l. van Rotterdam naar Batavia is vertrokken, heeft in Het Kanaal eenigen tegenslag ondervonden. Door de mist is het convooi n.l. uit elkaar geslagen, met het gevolg dat de kapitein van de „Beta", die de leiding heeft, aan zijn collega's van de „Unitas" en de „Erna", die zich nog in zijn nabijheid bevonden, opdracht gegeven heeft de haven van Brest binnen te loopen. Dit is Woensdag geschied. Aan de kapiteins van de „Baltic" en de „WILDA". welke schepen uit den gezichtskring verdwenen waren, is radiotelegrafisch geseind eveneens naar Brest te komen. Zoodra de „Henk", welk schip zooals men weet voor de pieren van Hoek van Holland moest terugkeeren om een kleine reparatie te ondergaan, het geheele convooi weer compleet maakt, wordt de reis voortgezet.
1947-05-14: Aankomst te Tandjoeng Priok van de coasters 'Erna' onder kapitein A. Oudman en de 'Henk' onder kapitein J. Jonk. Beide schepen behoren tot een door de Nederlandse regering gecharterd konvooi voor de interinsulaire copravaart, bestaande uit in totaal zes coasters, dat op 8 maart 1947 vanuit Rotterdam was vertrokken. De andere vier tot dit konvooi behorende coasters zullen later in Tandjong Priok arriveren als gevolg van zware stormen, machineschades en lekkages. Eerste kwartaal van 1947 ingezet in het toenmalige West-Indië,om copra te verschepen vanuit de vele eilanden in de Indische archipel naar de grotere havens zoals Tandjong Priok om vandaaruit verscheept te worden naar Nederland. De “Erna” en nog vijf andere schepen t.w.”Henk”-“WILDA” –“Baltic”-“Beta” en de “Unitas” werden door de Nederlandsche Regering gecharterd. (KPM had in de oorlog veel schepen verloren en daardoor te weinig scheepscapiciteit voorhanden)
1948-04-13: Eemsbode 13.04.1948. De Coasters komen uit Indiё terug. Naar het A.N.P. verneemt, hebben de coasters, die indertijd naar Indiё vertrokken, thans vanuit Batavia de terugreis naar Nederland aanvaard en wel de “Helvetia” op 6 april, de “Erna“ op 9 april, en de “Henk“, de “Unitas“, de “Baltic“, de “WILDA“ en de “Beta“ op 10 april.
1948-06-21: Het Vrije Volk 21-06-1948: Kustvaarder Henk na 15 maanden en 30.000 mijl weer thuis. Alleen de brug en ook een heel klein stukje van de bak (het verhoogde voordek) staken boven de kade van de Schiehaven uit, want zo klein is een kustvaarder als de Henk. Maar dat neemt niet weg, dat deze Henk met zijn slechts 305 ton draagvermogen toch maar van Indonesië naar Rotterdam was komen varen, evenals nog zes zulke dwergen, die dezer dagen in Nederland worden terugverwacht. Goede reis, maar..... Kapitein J. Jong, natuurlijk een Groninger — aan de Groningers behoren de kustvaarders — gaf een interview in telegramstijl: Goeie reis gehad. Zijn de eerste van een stel van zeven stuks. Op 10 April zijn we vertrokken uit Priok. Twee maanden en elf dagen heeft het dus geduurd. Nou, méér val er niet over te vertellen. Kapitein Jong vindt het blijkbaar al gewoon met een kustvaardertje over de Indische Oceaan te varen, een reis te maken van Priok naar Rotterdam van 9400 zeemijlen! De Henk en ook de Erna, De Beta, De Wilda, Unitas en Baltic zijn op 8 Maart 1947 uitgevaren. In Mei arriveerden ze in Indonesie en daar zouden ze voor de regering copra vervoeren tussen de verschillende kleine havens van de Archipel. Met de copravaart liep het echter mis. De Henk heeft maar een vijftig ton copra gezien. Ze hebben toen hoofdzakelijk hout en kolen vervoerd. Niettemin verrichten ze ook daarmee goede diensten, was er een tekort aan dit slag schepen. Na elf maanden hebben ze op 10 April j.l. de thuisreis aanvaard. Een goede reis, zei de kapitein, maar de eerste machinist, Houben, vertelde toch, dat ze bijna voortdurend veel wind hadden gehad en.... uit de verkeerde richting, namelijk „op de kop". En dan kan een scheepje als De Henk zijn negen mijl per uur niet maken dat wordt soms hooguit vier mijl! Ze hebben natuurlijk weer behoorlijk geslingerd, maar toch hield De Henk zich ook in de Indische Oceaan uitstekend. Hij danste lekker mee op de lange golven. Vier dagen hebben ze daar nog de Helvetia, een kustvaarder van de Marine, die tegelijk met hen terugkeerde, op sleeptouw gehad. De Helvetia had een mankement aan de machine. De Baltic nam hem aan de sleeplijn en daarvoor werd, omdat het al te langzaam ging de Henk ingespannen. Na Port Said heeft. De Henk het konvooi verlaten en stevende in zijn eentje op Marseille aan met een lading vezels, Met de Baltic en de Helvetia verlieten zé op 13 Juni Gibraltar. Ze bleven echter niet bijeen, omdat hét weer niet zo best was. Wel waren ze nu met elf koppen bemand '(tijdens de heenreis slechts zeven), zes blanken en vijf Indonesiërs, maar het is steeds hard werken geweest: de ene dag tien, de andere dag veertien uur. De kustvaarders gaan nu doen wat des kustvaarders is, korte reizen maken naar Engeland en Scandinavië; de opvarenden zullen wel wat verlof opnemen. Dat mag ook wel na vijftien maanden en ruim dertig duizend mijl varen!
1949-01-17: De erven Langenhoff zijn: Johannis Bernardus Christianius Langenhoff, reder te Amsterdam 38/49, Arnoldus Cornelis Langenhoff, koopman te Amsterdam 11/98 en Jacoba Antonia Dorothea Langenhoff, verpleegster te Hilversum, buiten gem. van goed. gehuwd met Johannes Jacobus van der Meer, leraar te Hilversum, 11/98 deel.
1949-11-00: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart in zake het aan de grond lopen van het m.s. Wilda op 24 november 1949 tijdens een reis van Helsinki naar Abö nabij Hangö. Na vlotkomen is het door gevaren naar Abö waar de schade is hersteld. Op 11 december heeft men op reis van Abö naar Kotka, in de buurt van Hangö, trillingen in het schip waargenomen. Later bleek dat de bodem krassen en deuken had. De Inspecteur voor de Scheepvaart voert aan, dat de Wilda door veronachtzamen van de voorschriften in de zeilaanwijzingen en op de kaart op 24 november is gestrand. Kapitein M. Vellinga heeft de verkenningston niet opgezocht en niet in de koers van de geleidelichten naar binnen gestuurd. Op 10 december is de kapitein zonder nieuw certificaat van deugdelijkheid naar zee vertrokken. Het stoten op 11 december is ook een gevolg van slordige navigatie en heeft de kapitein een tekort aan zeemanschap betoond. Oordeel van de Raad is dat zowel het vastlopen op 24 november als het stoten op 11 december het gevolg zijn van slordige en ondeskundige navigatie van de kapitein. Deze heeft nagelaten acht te slaan op aanwijzingen en waarschuwingen op de kaart en in de zeilaanwijzingen. Hij heeft tot twee keer zijn schip aan groot gevaar blootgesteld door zonder goed bestek in een zeer gevaarlijk zee gebied te ver naar binnen te lopen. In april 1949 legde de Raad betrokkene een disciplinaire straf wegens het varen zonder goed zeemanschap. De Raad is van mening dat hij voor zijn zorgeloosheid moet worden gestraft. Mitsdien straft de Raad kapitein Menne Vellinga, geboren 21 november 1904, wonende te Amsterdam door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein op kustvaartuigen te varen voor de tijd van zes maanden. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 16 maart 1950.
1950-01-30: De waarheid 30-01-1950: Brand op de „WILDA” te Zaandam. Gisterochtend om half elf brak brand uit aan boord van de uit Amsterdam afkomstige coaster „Wilda". Het schip was Zaterdagavond bij het Zaans Veem aan de Poel aangekomen, waar het vandaag geladen zou worden. De brand ontstond waarschijnlijk ten gegevolge van een oververhitte verwarmingsketel, die in het achterruim is geïnstalleerd. Met behulp van schuimblusapparaten wist men het vuur, dat in het achterruim woedde, binnen een uur te bedwingen.
1962-06-28: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van het aan de grond lopen
van het motorschip Metropole nabij de haveningang van Littlehampton op reis
van Rotterdam naar Littlehampton en beladen met 360 ton kunstmest in zakken.
Het zicht was goed. Door de vloed was het schip wat naar binnen gezet en voer
vlak langs de kust. De kapitein stuurde niet uit omdat hij toch bij Littlehampton
naar binnen moest en hij achtte dat niet gevaarlijk omdat het hoog water was.
Om 22.25 uur stopte hij de motor om de loods af te wachten maar om 22.30 uur
schoof de Metropole op een schelpenbank en bleef geboeid liggen. Gedurende de
eerstvolgende tijen lukte het niet om los te komen. Voor het vierde tij werd de
hulp ingeroepen van de reeds ter plaatse zijnde sleepboot Utrecht en op 30 juni
te 22.45 uur trok de sleepboot de Metropole vlot en sleepte deze naar
Littlehampton omdat de Metropole een defect aan het roer had.
Oordeel van de Raad is dat de Metropole door verkeerde navigatie van de
kapitein na het passeren van Beachy Head veel te dicht onder de wal is gekomen
en ook heeft hij nagelaten de afstand tot de wal te controleren. De stranding
moet dan ook geweten worden aan zijn onjuiste en niet verantwoorde navigatie.
Door het goede weer vielen de gevolgen van de stranding mee. De Raad acht de
schuld van de kapitein zo ernstig dat het kapitein H.J.B.T. straft door hem de
bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen op zeeschepen voor de tijd
van drie weken. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 4 april 1963
1972-11-14: Final Fate:
Van Par naar Meppel gevaren en opgelegd. Op 20.02.1973 verkocht aan de Koophandel, Nieuw Lekkerland en gesloopt.
(voor gedetaileerde beschrijving zie Gruno-boek blz. 188.)

Afbeeldingen


Omschrijving: WILDA (Het schip ligt hier, samen met de Henk, in maart 1947 voor Loods Celebes aan de Lloydkade in de Schiehaven, Rotterdam, klaar voor vertrek naar Ned. Indië)
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: WILDA en de andere schepen van het konvooi (De schepen liggen hier in maart 1947 voor Loods Celebes aan de Lloydkade in de Schiehaven, Rotterdam, klaar voor vertrek naar Ned. Indië)
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: METROPOLE
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: METROPOLE na verlenging
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Clarkson, John

Omschrijving: METROPOLE
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: De METROPOLE zonder laadgerei
Collectie: Grootenboer, Ton
Vervaardiger: Unknown