AH 140412
Scheepsbouw. Van de scheepsbouwwerf No. 2 van de firma A. Vuyk & Zonen, te Capelle a/d. IJssel werd gisteren (opm.: 12 april) te water gelaten het voor de N.V. Houtvaart te Rotterdam gebouwde schroefstoomschip WAAL. De afmetingen van het schip zijn: 235' x 35' 6". Machine en ketel worden geleverd door de heer George T. Grey te South Shields. Het geheel werd gebouwd naar Lloyds voorschrift haar klasse 100 A 1 en het toezicht op de bouw voor de rederij werd waargenomen door de heer A. Schippers te Rotterdam. De kielen zullen nu worden gelegd voor de bouw van een tweetal zeelichters welke bestemd zijn voor de Deutsche Dampfschifffahrts Gesellschaft “Hansa" te Bremen. Voorts is sedert korte tijd in constructie genomen het schroefstoomschip WELCOME, bestemd voor de rederij Pedro N. Caranza te Cayenne in Frans Guyana.
AH 210812
Raad voor de Scheepvaart. Gistermiddag hield de Raad zitting onder voorzitterschap van de heer Kirsbergen, ter behandeling van een klacht tegen J.L. Schuit, gezagvoerder van het stoomschip WAAL, rederij N.V. Houtvaart te Rotterdam.
De gedaagde werd ten laste gelegd dat hij van Ramsö gevaren was, geladen met hout en met een deklast van meer dan 5% van het draagvermogen, zonder dat hij voorzien was van een certificaat voor de houtvaart. De heer Schuit erkende de feiten. De WAAL, die de 22e mei te Newcastle proef had gestoomd en een draagvermogen heeft van 2.007 ton, was vertrokken zonder het certificaat voor de houtvaart. Dit kon aan de rederij niet afgegeven worden, omdat de merken van de scheepvaart, welke op het schip moeten voorkomen, door de inspectie niet gecontroleerd konden worden. Overigens was het certificaat reeds de 17e april aangevraagd.
De heer Wolkammer, ambtenaar van de Scheepvaartinspectie te Rotterdam bevestigde dit relaas en deelde mede, dat, toen getuige de 21e juni de WAAL inspecteerde alles in orde was en de merken op het schip in overeenstemming waren met het certificaat. Overigens bevestigde getuige dat het stoomschip geheel voor de houtvaart was ingericht.
De heer Schuit deelde nog mede, dat hij in de veronderstelling verkeerde dat het certificaat hem opgezonden zou worden.
De Raad zal op een nader te bepalen dag uitspraak doen.
AH 020912
Raad voor de Scheepvaart. Heden deed de Raad voor de Scheepvaart uitspraak inzake de klacht tegen J.L. Schuit, gezagvoerder van het stoomschip WAAL, rederij N.V. Houtvaart te Rotterdam. Aan deze gezagvoerder was ten laste gelegd, dat hij zonder in het bezit te zijn van een speciaal certificaat voor de houtvaart met het stoomschip WAAL, behorende aan de N.V. Houtvaart te Rotterdam, een lading hout had vervoerd van Rafsö naar Rotterdam, waarvan de deklading meer bedroeg dan 5% van het draagvermogen van het schip.
De Raad verklaarde hetgeen de schipper ten laste was gelegd voor bewezen feit en constateerde derhalve, dat hij de wet overtreden had. Toch was de Raad van oordeel, dat hij niet bevoegd was een maatregel van tucht op de schipper toe te passen, omdat de Raad was gebleken, dat het schip voldeed aan de wettelijke eisen voor het vervoer van een deklading, als waarmee het schip van Rafsö naar Rotterdam was gevaren, zodat de schipper niet kon geacht worden zich te hebben schuldig gemaakt aan een misdraging tegenover de opvarenden. In zijn vonnis sprak de Raad nog zijn verwondering uit, dat de rederij niet gezorgd had, dat het certificaat voor de houtvaart was uitgereikt.
NRC 190213. Londen, 18 februari 1913. Vrachten. Het stoomschip WAAL is bevracht met 1.900 ton van Swansea naar Rouaan tot Sh. 6/1½. (opm: ongetwijfeld steenkolen)