Inloggen
VERTROUWEN - ID 6995


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1926
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Nat. Official Number: 11598 GRON 1926
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Aux. Sailing Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Scheepswerf 'Gideon' J. Koster Hzn., Groningen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 100
Delivery Date: 1926-07-15
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Kromhout Motoren Fabriek D. Goedkoop Jr., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 2
Power: 80
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Kromhout (gloeikop) (300x320)
Speed in knots: 6.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 147.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 87.00 Net tonnage
Deadweight: 172.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 12400 Cubic Feet
Bale: 11700 Cubic Feet
 
Length 2: 29.80 Meters Registered
Beam: 6.40 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.14 Meters Depth, moulded
Configuration Changes

Datum 00-00-1947
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Nieuwe hoofdmotor: 2tew 2 cil 120 Pk Kromhout diesel, 9 13/16-13 3/4, 7 Kn.

Datum 00-00-1948
Type: Lengthened
Omschrijving: Verbouwd tot kustvaarder (zonder zeilen) en verlengd met 7,15 m.: Brt 187 Nrt 126 Dwat 250. L 35,94, B 5,38 H 2,60

Datum 00-00-1962
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Nieuwe hoofdmotor: 4tew 4 cil 125 Pk Deutz Type (220x280) 8 Kn.

Ship History Data

Date/Name Ship 1926-07-15 VERTROUWEN
Manager: Solke Karssies, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Solke Karssies, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PWFQ
Additional info: Calls sign 1934: PIFP

Date/Name Ship 1942-05-00 VERTROUWEN
Manager: Java-Sumatra Handelmaatschappij N.V., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Java-Sumatra Handelmaatschappij N.V., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PWFQ

Date/Name Ship 1947-05-00 LIMFJORD
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Auko Doornbos, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PFOW

Date/Name Ship 1947-12-15 LIMFJORD
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Auko Doornbos en Sikko Roelf Eissens, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PFOW

Date/Name Ship 1962-09-00 LIMFJORD
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Auko Doornbos, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PFOW

Ship Events Data

1926-06-16: NRC 18-06-1926: Scheepsbouw. Groningen 16 Juni. Van de Scheepswerf Gideon alhier werd heden met goed gevolg te water gelaten het casco van een motorvrachtboot groot 210 ton voor rekening van den heer S. Karssies te Groningen. Dit schip is gebouwd onder Scheepv. Inspectie en Bureau Veritas klasse Kleine Kustvaart. Als voortstuwingsvermogen wordt er een 80 P.K. twew cylinder Kromhout motor ingeplaatst. Direct na den stapelloop werd de kiel gelegd voor een molorvrachtboot groot 270 ton voor Nederlandsche rekening. Dit schip wordt eveneens onder Scheepvaart Inspectie en Bureau Veritas gebouwd voor de Groote Kustvaart. Hierin wordt een 160 P.K. vier cylinder Kromhout motor geplaatst.
1926-07-07: Dagregister deel 25 nummer 313 den zevenden Juli 1900 zes en twintig. Bijlbrief. De ondergeteekende J. Koster Hzn., scheepsbouwer te Gideon nabij Groningen, verklaart hiermede dat op zijne Scheepswerf te Gideon voornoemd is gebouwd en nieuw te water gelaten voor rekening van de heer Solke Karssies te Groningen, de staalijzeren motorvrachtboot genaamd “Vertrouwen” welk vaartuig toebehoort aan den heer Solke Karssies te Groningen. Groningen 5 Juli 1926. J. Koster Hzn. (In de kantlijn staat bijgeschreven 11598 en Blijkens verklaring van den Scheepsmeter te Groningen d.d.7 Juli 1926 nr. 619 is nevensvermeld vaartuig gebrand met het merk 11598 GRON 1926 en opnieuw geboekt deel 3 nr. 790)
1926-07-15: NvhN 19-07-1926: GRONINGEN, 19 Juli. Donderdag j.l. werd proefgevaren met het motorschip „Vertrouwen", van kapitein-eigenaar S. Karssies alhier, gebouwd aan de werf „Gideon" van den heer J. Koster Hzn., alhier. Het schip heeft op de proefvaart uitstekend voldaan en liep circa 13 K.M. snelheid. Het schip is gebouwd voor de Kleine Kustvaart en meet 180 ton D.M. overzee. Ingebouwd is een 2 cylinder 80 P.K. Kromhout motor.
1926-07-22: NvhN 23-07-1926: Delfzijl, 22 Jul. Heden vertrok van hier naar Bremen het nieuwe motor-zeilschip „VERTROUWEN", kapt. Karssies. Dit schip is gebouwd op de werf van de fa. J. Koster te Gideon en is netto 213 kub. M. Het schip is voorzien van een Kromhout motor van 80 P.K.
1928-07-16: Op 16-07-1928 als VERTROUWEN, zijnde een motorvrachtschip, groot 414.99 m3, liggende te Groningen, door D. Loorbach, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Solke Karsies, schipper te Groningen voorzien van een nieuw brandmerk door het inbeitelen van 790 Z GRON 1928 op 't achterschip in achterkant achtererf aan bakboordzijde. (Opm.: Brandmerk 11598 GRON 1926 is verwijderd.)
1935-02-18: Leeuwarder Nieuwsblad 18-02-1935; In een sloep op het Wad “Veilig geland.” Ternaard. 16 Febr. Zoo ongeveer halfacht vervoegde zich Zaterdag bij den chef veldwachter Sikkes, alhier, een tweetal personen, n.l. de 17-jarige H.K. en de 25-jarige A. de R., die mededeelden afkomstig te zijn van het motorschip “VERTROUWEN”; een kustvaarder groot 200 ton, gedomicileerd te Groningen, welke 's middags voor anker was gaan liggen op het Wad, iets Oostelijk van Holwerd. Zij vertelden, dat, terwijl de schipper zijn dutje deed en de vrouw met drie dochters zich in de kajuit bevonden, zij op het dek werkzaam waren. Plotseling woei een kleed in zee dat ze weer zouden opvisschen met behulp van een sloep. Toen ze de sloep losmaakten, werd al te weinig rekening gehouden met het stormachtige weer, wat hen noordlottig werd, want met de beste stuurmanskunst was het hun niet mogelijk het schip weer te bereiken. Zoo hebben deze beide menschen tot ongeveer 6 uur 's avonds op zee rondgedreven, om dan eindelijk onder Ternaard de vaste wal te bereiken. De 17-jarige zoon van den schipper en diens knecht hebben zich toen in Ternaard gemeld en kwamen daar nat en verkleumd aan. Door bemiddeling van den heer J.L. Oosterhoff, burgemeester van Westdongeradeel, zijn zij in Ternaard op de politiekamer van voedsel en drank voorzien, waardoor ze spoedig wat opknapten. Vervolgens zijn ze naar het café Colmer te Holwerd gebracht om aldaar te overnachten. De veerboot Ameland zou trachten hen Zondagmorgen naar het schip te brengen, doch door de hooge zee was een en ander niet uitvoerbaar. Wel beloofde de kapitein de schipper in kennis te stellen met de behouden aankomst van de beide mannen, daar men zich kan indenken dat men aan boord danig ongerust over hen was.
1940-00-00: In de oorlog door de Duitsers gevorderd en in dienst voor de Transportflotte Speer voor de bevoorrading van de Waddeneilanden.
1948-03-31: Op 31-03-1948 als LIMFJORD, zijnde een stalen motorschip, groot 414.99 m3 bruto inhoud volgens meetbrief Groningen d.d. 03-07-1928 no. 2534, liggende te Delfzijl, door A. Jonkers, scheepsmeter te Groningen, opnieuw voorzien van brandmerk 790 Z GRON 1928 door het inbeitelen op het achterschip aan S.B. zijde in het achterschot van de roef, 1.00 m. uit hekplaat, 0.70 m. uit lengteas en 0.84 m. boven dek. (Opm.: Bij onderzoek zijn geen andere merken van de teboekstelling ten hypotheekkantore of sporen daarvan gevonden.)
1949-12-31: 31 december 1949, des avonds even voor 12 uur, kwam het m.s. LIMFJORD van S.R. Eissens bij Trelleborg in aanvaring met een onbekend gebleven Russisch vaartuig. De LIMFJORD kreeg belangrijke schade. Het schip werd te Faxe Ladeplatz binnengebracht door een Duitse logger en daarna te Kopenhagen gerepareerd. (bron: 'Vereniging Oranje 1905-1965')
NvhN 03-01-1950: Een Russisch schip ramde Delfzijlster coaster twee maal. Angstige Nieuwjaarsnacht voor opvarenden van LIMFJORD. Zeven minuten voor het begin van het nieuwe jaar is de kustvaarder Limfjord uit Delfzijl tot twee maal toe aangevaren door een Russisch schip, waarvan — volgens de Nederlandse gezagvoerder — de brug verlaten was. De Limfjord, die 250 ton meet, was met stukgoederen op weg van Gdynia naar Denemarken. In de Oostzee, tussen Bornholm en Kaap Arcona (op Rügen) kwam het schip in aanvaring met een Russisch schip, waarvan de naam niet kon worden vastgesteld. Deze eerste aanvaring leverde geen noemenswaardige schade op, doch toen het Nederlandse schip, teneinde de aandacht te trekken, seinen gaf en zijn zoeklichten in werking stelde, reageerde het Russische schip door onverwacht de verkeerde kant uit te varen, waardoor de Limfjord ten tweede male werd geramd. De zijwand van de coaster werd ingedrukt en het roer beschadigd. Vervolgens stoomde het Russische vaartuig volle kracht vooruit en verdween in de duisternis. De Limfjord heeft zes uur stuurloos rond gedreven en kreeg water binnen, maar werd tenslotte door een Duits schip een Deense haven binnengesleept. Niemand van de vijf leden der bemanning liep enig letsel op.
1951-12-17: Bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van Dinsdag 3 Juni 1952, no. 105. Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart: No. 59. Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart in zake de aanvaring van het motorschip „Bernina" met het motorschip „Limfjord" tijdens mist op de Elbe nabij Cuxhaven. Betrokkenen: P. Spuij, kapitein van de „Bernina", en A. Doornbos, kapitein motorschip „Limfjord". Op 17 December 1951 is het motorschip „Bernina", dat op de reis van Malmö naar Parijs onder loodsaanwijzing de Elbe afvoer, tijdens slecht zicht nabij Cuxhaven in aanvaring gekomen met het motorschip „Limfjord", dat op de reis van Vlaardingen naar Aalborg zonder loods de Elbe opvoer. In overeenstemming met het voorstel van de inspecteurgeneraal voor de scheepvaart besliste een commissie uit de Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld in artikel 29 der Schepenwet, dat de Raad een onderzoek zou instellen naar de oorzaak van deze aanvaring en dat het onderzoek tevens zou lopen over de vraag of niet het ongeval mede te wijten is aan de schuld van de kapitein van de „Bernina", P. Spuij, wonende te Vlissingen, en de kapitein van de „Limfjord", A. Doornbos, wonende te Delfzijl. Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 14 Maart en 1 Mei 1952, in tegenwoordigheid van de inspecteur v oor de scheepvaart J. Metz. De Raad nam kennis van de stukken van het voorlopig onderzoek, der Scheepvaartinspectie, waarbij processen-verbaal van de verhoren van de kapitein en de stuurman van de Bernina" en van de kapitein en de bestman van de „Limfjord", het scheepsdagboek van de „Limfjord" en het scheeps en machinekamerdagboek van de „Bernina", benevens de door beide schepen afgelegde scheepsverklaringen, zomede van de Engelse zeekaart no. 3261 Elbe River—Outer Light vessel to Brunsbuttelkoog en een verklaring van de loods van de „Bernina", en hoorde ter zitting van 14 Maart de kapitein van de „Limfjord", A. Doornbos, en ter zitting van 1 Mei kapitein P. Spuij van de „Bernina". De voorzitter zette de betrokkenen, aan wie voormelde beslissing was medegedeeld, doel en strekking van het onderzoek uiteen en gaf hun gelegenheid tot hun verdediging aan te voeren hetgeen zij daartoe dienstig achtten, hun daarbij het laatste woord latende. Betrokkene P. Spuij had zijn verdediging opgedragen aan mr. A. Blussé van Oud Alblas, advocaat te Rotterdam, die zich bereid verklaarde deze taak te aanvaarden. Uit de verklaringen en bescheiden is de Raad het volgende gebleken: Het motorschip „Bernina" is een Nederlands schip, toebehorende aan Schellen's Scheepvaart en Bevrachtingskantoor, te Rotterdam. Het meet 329 bruto-registerton en wordt voortbewogen door een 325 pk motor. Het motorschip „Limfjord" is eveneens een Nederlands schip en behoort toe aan J. R. Eissens, te Delfzijl. Het meet 178 bruto-registerton en wordt voortbewogen door een 120 pk motor. De „Bernina" vertrok op 15 December 1951, beladen met stukgoed, van Malmö met bestemming Parijs. De diepgang was vóór 8'8", achter 9'6". De bemanning bestond, inclusief de kapitein, uit 9 personen. Nadat men wegens mist te Brunsbuttel had gewacht, vertrok de „Bernina" op 17 December te 10.45 uur uit de sluis en voer onder loodsaanwijzing de Elbe af. Het zicht was toen ongeveer 2 mijl, zodat volle kracht gevaren kon worden. Toen men te 12.30 uur dwars van Cuxhaven was, werd het zicht slechter. De vaart werd geminderd en er werden mistseinen gegeven. Men voer tegen stroom. Te 12.35 uur werd zeer nabij aan stuurboord de zwarte ton no. 14 aan de Oostkant van het vaarwater gepasseerd. Op de brug bevonden zich de kapitein, de loods, de stuurman en een roerganger, vóórop stond een matroos als uitkijk. Even na boei no. 14 praaide de uitkijk, dat hij vóóruit een mistsein hoorde. De motor werd direct gestopt. Even later kwam aan s.b.-boeg op ongeveer 100 m afstand een tegenligger in zicht, welke later bleek het motorschip „Limfjord" te zijn. Beide schepen lagen zo, dat zij zonder koersverandering elkaar groen op groen zouden zijn gepasseerd. De ,,Limfjord" gaf echter 1 korte stoot en begon naar stuurboord te draaien. De „Bernina" gaf hierop direct volle kracht achteruit en 3 korte stoten. Toen de „Bernina' gestopt lag, bevond de „Limfjord' zich dicht vóór de boeg en gaf toen twee korte stoten en draaide met hard b.b.-roer volle kracht vóóruit. Het b.b.-achterschip kwam echter in aanraking met de steven van de „Bernina". Van de zijde van de „Limfjord" is verklaard, dat dit schip, beladen met 220 ton fosfaat, op 15 December 1951 van Vlaardingen was vertrokken met bestemming Aalborg. De diepgang was vóór en achter 23 dm. Inclusief de kapitein bestond de bemanning uit 5 personen. Nadat de „Limfjord” enige tijd bij „Elbe I" ten anker had gelegen wegens mist, werd de reis op 17 December te 9.00 uur voortgezet. Daar dit schip niet loodsplichtig is en de kapitein ter plaatse goed bekend, nam hij geen loods. Bij „Elbe II" werd het weer dik van mist en werd vaart geminderd en werden mistseinen gegeven. Men voer vóór stroom. De kapitein wilde Cuxhaven binnenlopen, indien het mistig bleef. De kapitein stond met een uitkijk en de roerganger op de brug, de bestman stond als uitkijk vóórop. Te 12.04 uur werd de rode gasboei M op 10 m afstand aan stuurboord gepasseerd. Hoewel hierna de koers 158° (m) is, werd 153° (m) gestuurd, omdat de kapitein met het oog op ondiepten aan stuurboord meer middenvaarwaters wilde houden, ook omdat aan b.b.- zijde van het vaarwater meer ruimte was. Te 12.20 uur hoorde men op ongeveer een streek aan stuurboord het mistsein van Cuxhaven. Te 12.35 uur werd aan bakboord een tegenligger gepasseerd. Te 12.38 uur hoorde men even aan bakboord vóóruit het mistsein van een varend schip. Direct hierop gaf de kapitein 5° stuurboord om de koers van het vaarwater te sturen en stopte de motor. Op het moment, dat het schip 158° (m) vóórlag, zag men op 200 a 300 m afstand vrijwel recht vóóruit een tegenligger, welke later bleek het motorschip „Bernina'' te zijn. Daarop gaf de kapitein 20° s.b.-roer en 1 korte stoot, de motor was nog gestopt. Men hoorde geen antwoord van de “Bernina" en meende op te merken, dat dit schip naar bakboord draaide. Daar de schepen elkaar dicht naderden, gaf de ,,Limfjord" volle kracht achteruit met 3 korte stoten. De vaart van de „Bernina" werd door haar boeggolf op wel 5 mijl geschat. De „Bernina" gaf toen ook 3 korte stoten en sloeg volle kracht achteruit. Terwijl de „Limfjord' 225° voorlag en geen vaart maakte door het water, werd zij te 12.40 uur in b.b.-zijde midscheeps aangevaren door de boeg van de „Bernina". De kapitein van de „Limfjord" wilde langs de „Bernina" vastmaken, maar dit werd door de loods verboden. Besloten werd de reis te vervolgen. De „Limfjord", welke een zware deuk had, liep Cuxhaven binnen. De kapitein van de „Limfjord' verklaart nog, dat beide schepen tot 10 minuten na de aanvaring hebben gemanoeuvreerd om bij elkaar te komen en door de stroom de rivier opdreven. De loods van de „Bernina" wees hem toen boei zwart 14 aan, waar de „Limfjord dichtbij was. De kapitein en de bestman van de „Limfjord" zeggen, dat de fluit van de „Bernina" slecht werkte. Ter zitting van 14 Maart verklaarde kapitein Doornbos, dat te 12.04 uur van 17 December gasboei M werd gepasseerd en dat toen zeer langzaam werd gevaren. Het lid van de Raad de heer Vlietstra toont hem aan, dat de ,,Limfjord de 13 a 14 mijl van „Elbe II" tot de plaats van aanvaring in 1 uur 50 minuten heeft afgelegd en de drie mijl na boei M in ongeveer 30 minuten, zulks terwijl de stroom kenterde van eb tot vloed. Na boei M werd 153° (m) gestuurd om meer middenvaar- waters te komen. Toen het mistsein te 12.38 uur werd gehoord, werd veranderd tot 158° en gestopt en toen de „Bernina" recht vóóruit in zicht kwam, werd 20° naar stuurboord veranderd en 1 korte stoot gegeven. Omdat het leek alsof de „Bernina" bakboorduit ging en snel naderde, werd volle kracht achteruitgeslagen en werden 3 korte stoten gegeven. Pas op 50 m afstand hoorde men 3 korte stoten van de „Bernina . Het bleek, dat de luchtfluit van dit schip een zeer onvoldoende geluid gaf. Betrokkene ontkent, dat de schepen elkaar vrij zouden hebben gevaren, indien zij elk koers en vaart hadden gehouden. Betrokkene geeft nog te kennen, dat hij door de mist niet kon controleren waar hij zich bevond; hij is echter van mening, dat, ook al bevond hij zich in de b.b.-helft van het vaarwater, de schuld van de aanvaring ligt bij de „Bernina", daar deze te snel voer en geen goede fluit had. Betrokkene heeft na de aanvaring boei no. 14 gezien. Ter zitting van 1 Mei verklaarde kapitein P. Spuij, dat het zicht bij het verlaten van Brunsbuttel 2 mijl was, maar ter hoogte van Cuxhaven veel minder werd. De „Bernina” minderde vaart tot langzaam 3 a 3½ mijl en gaf geregeld mistseinen. Even vóór het passeren van boei no. 14 is de motor enige tijd gestopt geweest om langs een ten anker liggend schip te varen. Toen te 12.35 uur boei no. 14 werd gepasseerd, praaide de uitkijk een mistsein vóóruit. De motor werd gestopt. Even later zag men aan s.b.-boeg op 150 m afstand de „Limfjord" naderen. De „Limfjord" gaf 1 korte stoot en week naar stuurboord uit. De „Bernina" gaf 3 korte stoten en sloeg volle kracht achteruit. De „Bernina" lag vrijwel gestopt in het water, toen de steven in aanraking kwam met b.b.-zij van de „Limfjord". De „Limfjord" heeft op het laatst nog volle kracht vóóruit gegeven met hard b.b.-roer. De “Bernina" voer tegen stroom. Betrokkene verklaarde nog, dat de „Bernina" zeker geen te grote vaart liep en dat de luchtfluit een voldoende krachtig geluid gaf. Er was weinig wind. De inspecteur voor de scheepvaart voerde aan, dat het op 17 December 1951 slecht zicht was, toen de „Bernina" en de „Limfjord" elkaar in zicht kregen; het zicht was 100 a 200 m. Het was beter geweest bij zulk slecht zicht ten anker te gaan. In de praktijk zetten vele schepen echter de reis voort. Beide betrokken schepen namen de vereiste maatregelen, zij liepen met matige vaart, gaven mistseinen en hadden een extra-uitkijk. Beide schepen verklaren, dat ze op het moment van aanvaring stillagen. De „Limfjord" is na het passeren van boei M 5° te veel naar bakboord gaan sturen en kwam zo in de verkeerde helft van het vaarwater. Vooral in geval van mist was dit een geheel verkeerde beslissing van de kapitein, daar afkomende schepen hun s.b.-zij zouden houden. Beter was het geweest, als de vóór stroom varende “Limfjord" ten anker was gegaan. Toen de schepen elkaar zagen, meende de „Limfjord", dat de ander recht vóóruit was, en gaf s.b.-roer. De „Bernina” meende, dat de „Limfjord" aan stuurboord was en de schepen zonder roermanoeuvre vrij van elkaar zouden lopen. Beide kapiteins manoeuvreerden overeenkomstig hun waarnemingen. Beide schepen moeten op het moment van aanvaring nog enige vaart hebben gehad. De manoeuvre van de „Bernina" door volle kracht achteruit te slaan was goed; de aanvaring was niet geheel te vermijden, maar dit schip heeft geen schuld. De kapitein van de „Limfjord" heeft de verkeerde kant van het vaarwater opgezocht en is daarom schuldig aan de aanvaring. De inspecteur voor de scheepvaart stelt voor de kapitein van de „Bernina" niet te straffen en de kapitein van de ..Limfjord" te straffen door het uitspreken van een berisping. De raadsman merkte, hierna het woord krijgende, op, dat hij accoord gaat met de conclusie van de inspecteur voor de scheepvaart, maar dat hij hieraan nog wilde toevoegen, dat de „Limfjord" met volle stroom mee naar binnen liep en, vooral waar zij niet zeker was boei M of boei N te hebben gepasseerd, dat het onbegrijpelijk is, dat dit schip niet ten anker is gegaan. Het zou verder voor de slechts 23 dm diep liggende „Limfjord" helemaal niet bezwaarlijk zijn geweest s.b.- wal te houden. Nu ging zij naar b.b.-zij en wist niet meer waar zij was. De loods van de „Bernina" moest haar attent maken op boei 14. De „Limfjord blijkt flink vaart te hebben gelopen; de „Bernina" had voor boei 14 gestopt gelegen en kan niet veel vaart hebben gehad. Het was ook verkeerd van de ,,Limfjord" om op het horen van een mistsein vóóruit 5° koers te veranderen naar stuurboord. Het oordeel van de Raad luidt als volgt: De aanvaring tussen de „Bernina" en de „Limfjord" bij Cuxhaven op 17 December 1951 moet allereerst worden geweten aan de heersende mist. Beide schepen hadden de door de wet voor mist geëiste maatregelen genomen. De grote fout van de kapitein van de „Limfjord" is geweest zijn besluit om na het passeren van boei M de b.b.- zijde van het vaarwater te gaan opzoeken. Hiervoor bestond voor hem geen enkele aannemelijke reden. Hij had moeten begrijpen, dat hij op deze wijze in de weg zou komen van tegenkomers, en dat nog wel bij mist. Indien hij het varen aan s.b.-zij niet vertrouwde, had hij ten anker moeten gaan. Toen de 'schepen elkaar hoorden en spoedig daarna zagen, hebben zij de manoeuvres uitgevoerd, die zij onder de omstandigheden het best oordeelden. De Raad wil daar geen aanmerking op maken. Ondanks deze manoeuvres kwamen beide schepen met elkaar in aanvaring. De Raad is van oordeel, dat de „Bernina" hierin geen schuld treft, maar dat de „Limfjord" schuld daaraan heeft door de verkeerde wijze van varen in de voor haar b.b.-zijde van het vaarwater. Op grond hiervan spreekt de Raad de kapitein van de ..Bernina", Piet Spuij, geboren 15 November 1906, wonende te Vlissingen, vrij van schuld en straft de kapitein van de „Limfjord", Auko Doornbos, geboren 13 November 1918, wonende te Delfzijl, door hem de bevoegdheid om als kapitein te varen op zeeschepen te ontnemen voor de tijd van twee weken. Aldus gedaan door de heren mr. A. Dirkzwager, tweede plv. voorzitter, C. H. Brouwer en C. B. Nachenius, leden, in tegenwoordigheid van 's Raads secretaris, mr. A. Boosman, en uitqesproken ter openbare zittinq van de Raad van 1 Mei 1952. (Get.) A. Dirkzwager; A. Boosman.
1954-10-24: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van de stranding van het m.s. Limfjord op Aspo bij Dalarö. Het schip was op reis van Alphen a/d Rijn naar Umea op Aspo nabij Dalarö en beladen met dakpannen. Op 23 oktober om 23.30 uur werd Bla Jungfru op een halve mijl aan bakboord gepasseerd. De kapitein besloot door de Stockholmer Scheren te gaan omdat hij daar goed bekend is en hij gaat er bij goed zicht altijd door. De wind was z.z.w. 5, het zicht 2,5 mijl en men had motregen. Op 24 oktober om 18.00 uur liet de kapitein door een matroos de ankers klaarmaken, daar hij in verband met de donkere nacht en het slechte zicht, achter het eiland Genbote te anker wilde gaan. Men stuurde niet meer op het kompas, doch enkel op de sectoren. De kapitein ging even in de kaart kijken in het stuurhuis op de brug en zei tegen de roerganger “als je de rode 2-blinker aan bakboord wit ziet worden, moet je het mij zeggen”. De roerganger antwoordde, dat het vuur al wit was. Zonder zich van de waarheid van deze melding te overtuigen, gaf de kapitein order recht op dit licht aan te houden. Toen hij naar dit vuur keek kwam hij er achter dat dit een ander licht was, n.l. het schitterlicht op de zuidpunt van Aspo. Hij zette de motor direct volle kracht achteruit maar te 18.19 uur stootte het schip. Het gelukte niet op eigen kracht vlot te komen. De voorpiek bleek water te maken. Om 11.00 uur trok een te hulp geroepen marine sleepboot de Limfjord vlot. Oordeel van de Raad is dat de kapitein aan de roerganger nauwkeuriger aanwijzingen over de vuren en hun karakter moeten geven en bovendien de kompaskoers in het oog moeten houden. Indien de kapitein het niet nodig achtte een loods te nemen bij deze reis door de Stockholmer Scheren, moest hij uitermate goed op de hoogte zijn van de verschillende vuren, want men vergist zich daar gemakkelijk. De Raad bestraft kapitein Auke Doornbos, wonende te Delfzijl, door het uitspreken van een berisping. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 24 april 1956
1962-02-12: Op 12-02-1962 is het m.s. LIMFJORD, op reis van Hamburg naar Kastrup, aan de grond gelopen in de Sont. Met eigen middelen weer vlotgekomen.
1963-01-11: Friese koerier 11-01-1963: Kustvaarders op weg naar Terschelling Dringend behoefte aan brandstof en veevoeder. Leeuwarden — De passagiersdiensten vanuit Harlingen naar Terschelling en Vlieland konden donderdag vanwege de mist niet worden uitgevoerd. De mist was zo dicht dat de sleepboot „Stortemelk" en de passagiersboot „Vlieland" na aankomst in Harlingen niet meer zijn uitgevaren. In de afgelopen twee dagen is de hoeveelheid ijs ten zuidwesten van de beide eilanden zeer sterk toegenomen. Vooral in het Schuitegat ligt thans een zeer dikke laag ijs, waardoor de „Stortemelk" gisteren met de grootst mogelijke moeite doorheen kon komen. Op Terschelling bestaat grote behoefte aan brandstof en veevoeder. Daartoe worden momenteel de kustvaarders „Limfjord" in Delfzijl en de „Democraat" in Amsterdam in gereedheid gebracht. De „Limfjord" zal proberen 130 ton veevoer en 20 ton zout naar Terschelling te brengen, de „Democraat" hoopt het eiland te bereiken met 200 ton brandstof. Beide schepen worden er vanavond of morgen verwacht. Schiermonnikoog kan voorlopig weer vooruit. Er zijn weer kolen, er is weer olie en er zijn weer flessen met gas, waaraan de 800 eilandbewoners de laatste dagen zo dringend behoefte hadden. Dat de voorraden weer een beetje op peil zün gebracht was ook wel noodzakelijk temeer omdat de eerstkomende dagen de sleepboot „Arsimie" en de „Ameland" en „Brakzand" niet zullen afmeren bij de Hoge Wal, de meest westelijke punt van het eiland. Het tij is momenteel laat, zodat men genoodzaakt zou zyn bij donker te varen. Dat wordt onder de huidige omstandigheden niet verantwoord geacht. De laatste dagen is het over de luchtbrug Leeuwarden-Ameland niet zo druk. Donderdag gingen er zes personen per vliegtuig heen en terug. Gisteren kon vanwege de mist pas om twee uur met het vliegen worden begonnen. Ameland zit nu, zowel aan de noord- als aan de zuidkust, geheel in de greep van het ijs en is voor de verbinding met de vaste wal geheel op de toestellen van de Kon. Luchtmacht aangewezen. Op Ameland is alleen maar gebrek aan verse groenten. De vrachtschepen „Flevoland" en de „Gaasterland" zullen vandaag proberen Harlingen te bereiken. De „Flevoland" is op terugreis van Goole, de „Gaasterland" ligt al vanaf maandag j.l. in het Stortemelk. Het schip kan op eigen kracht niet door het ijs komen. Men hoopt nu dat het met twee schepen tegelijk wel zal gaan.
1967-12-02: Final Fate:
In ballast van Wemeldinge vertrokken met bestemming Esbjerg. Op 5 december in zware storm nog contact met het schip t.h.v. het eiland Sylt. Daarna gezonken. Alle drie de opvarenden kwamen om het leven. ( In de zomer van 1994 door duikteam Ecuador van Terschelling gelocaliseerd liggende boven Terschelling ter hoogte van paal 8. Aan de hand van het motor nummer kon men het schip identificeren. Opm.: De zoon van de eigenaar Auke Doornbos, Klaas Doornbos, heeft later van Ecuador de bevestiging gekregen dat het hier toch NIET om de "Limfjord" gaat.)

06-12-1967 Reddingboot kon niets vinden: Coaster “LIMFJORD” met 3 man vermist. Delfzijl: De Nederlandse kustvaarder “LIMFJORD”, varende voor het bevrachtingskantoor E. Wagenborg uit Delfzijl, wordt sedert gisteren vermist op de Noordzee. De bemanning van de coaster bestaat uit de 49 jarige kapitein-eigeneer A. Doornbos uit Groningen en twee Duitsers, de stuurman Dieter Koch en een ongeveer 24 jarige matroos, van wie de naam nog niet bekend is (Opm.: Hugo Skarupke) . De heer Doornbos is gehuwd en heeft twee kinderen. In de buurt van de plaats, waar het schip het laatst is gesignaleerd is, zijn twee reddingsbootjes aangespoeld; één op het eiland Sylt en één op het eiland Horne. Bovendien is gisteravond een ongebruikte dingy (ook een reddingboot) gevonden. Het stond gisteravond nog niet vast, of deze dingy van de “LIMFJORD” afkomstig is. Vanuit Denemarken en West-Duitsland zijn marinevliegtuigen opgestegen om te zoeken naar het schip, dat leeg op weg was van Wemeldinge naar Esbjerg (in Denemarken), waar levende mosselen geladen zouden worden. Het schip heeft geen radio aan boord. Wel heeft men de beschikking over een pistool, waarmee lichtsignalen kunnen worden afgeschoten. Dinsdagavond heeft het schip noodsignalen uitgezonden waarna een Duitse reddingsboot naar het schip is uitgevaren. Toen de reddingsboot aankwam op de plaats, vanwaar de noodsignalen waren afgevuurd, was het schip, spoorloos verdwenen. De reddingsboot is onverrichterzake teruggekeerd. De “LIMFJORD” had eergistermorgen in Esbjerg moeten aankomen. Scheveningen-radio heeft de scheepvaart op de Noordzee verzocht uit te zien naar de kustvaarder. De heer J. Wagenborg van de firma Wagenborg zei, voortdurend in contact te staan met scheepvaart instanties in Denemarken. We kunnen nog hopen dat het schip vanwege de storm, die in die streken gewoed heeft, zich heeft teruggetrokken in een haven. Er zijn in die buurt talrijke plaatsen waar een schip tijdelijk kan verblijven bij slecht weer, aldus de heer Wagenborg. 07-12-1967 Hoop opgegeven. Niemand gelooft sinds gisteren meer in de behouden terugkeer van de kleine Groninger kustvaarder “LIMFJORD” (187 brt), die sinds enkele dagen in het zeegebied ten westen van Denemarken wordt vermist. Alle reddingmiddelen waarover het scheepje beschikte, zijn intussen aangespoeld op de kust van Jutland. Duitse en Deense vliegtuigen en helicopters hebben ook gisteren geen spoor van de “LIMFJORD” gevonden. Gebleken is dat de kustvaarder niet drie, maar vier man aan boord had. De bemanning werd gevormd door kapitein Auke Doornbos (49) uit Groningen en drie Duitsers: stuurman Dieter Koch (29) uit Kiel, zijn 25 jarige broer Hans die als matroos op de Limfjord voer en matroos Hugo Skarupke (25), een vluchteling uit Oost-Duitsland. Pas gisteren is bekend geworden dat dinsdagmorgen vroeg ten westen van het eiland Fanö –dichtij Esbjerg—een rode lichtkogel is gezien. Aangenomen wordt dat dit sein van de “LIMFJORD” afkomstig is geweest. De “LIMFJORD” is vergaan vrijwel binnen het handbereik van de redders en nagenoeg in het zicht van de plaats van bestemming. 20-05-1968 Bericht: Stoffelijk overschot aangspoeld van kapitein “LIMFJORD”. Delfzijl; Op de Deense kust bij Esbjerg is het stoffelijk overschot gevonden van de heer A. Doornbos uit Groningen, kapitein-eigenaar van de coaster “LIMFJORD”, die op 5 december vorig jaar bij slecht weer voor de Deense kust met man en muis is vergaan. Het schip was toen op weg van Holland naar Denemarken om mosselen te laden. De bemanning bestond verder uit 3 Duitsers (waaronder 2 broers) die eveneens zijn verdronken. Het stoffelijk overschot van de kapitein-eigenaar van de “LIMFJORD” is naar Groningen gebracht.

Afbeeldingen


Omschrijving: Vertrouwen 1926.
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: VERTROUWEN
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: LIMFJORD - foto Lugnvik 3-9-1947
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Boman, J. Robert

Omschrijving: De LIMFJORD afgemeerd bij de Elevator Mij. aan het Eemskanaal te Groningen (foto 60er jaren)
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: LIMFJORD - foto Kielerkanaal
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: De LIMFJORD liggende in het Eemskanaal te Groningen, eind 60er jaren.
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Limfjord 1926 ex Vertrouwen - Hollandsche IJssel in 1966.
Collectie: Goudriaan, J. (Koos)
Vervaardiger: Goudriaan, J. (Koos)

Omschrijving: Limfjord 1926 ex Vertrouwen te IJlst.
Collectie: Boersema, J. (Jaap)
Vervaardiger: Onbekend
Algemene informatie

 

NvhN 030150
Een Russisch schip ramde Delfzijlster coaster twee maal. Angstige Nieuwjaarsnacht voor opvarenden van LIMFJORD.
Zeven minuten voor het begin van het nieuwe jaar is de kustvaarder LIMFJORD uit Delfzijl tot twee maal toe aangevaren door een Russisch schip, waarvan — volgens de Nederlandse gezagvoerder — de brug verlaten was. De LIMFJORD, die 250 ton meet, was met stukgoederen op weg van Gdynia naar Denemarken. In de Oostzee, tussen Bornholm en Kaap Arcona (op Rügen) kwam het schip in aanvaring met een Russisch schip, waarvan de naam niet kon worden vastgesteld. Deze eerste aanvaring leverde geen noemenswaardige schade op, doch toen net Nederlandse schip, teneinde de aandacht te trekken, seinen gaf en zijn zoeklichten in werking stelde, reageerde het Russische schip door onverwacht de verkeerde kant uit te varen, waardoor de LIMFJORD ten tweede male werd geramd. De zijwand van de coaster werd ingedrukt en het roer beschadigd. Vervolgens stoomde het Russische vaartuig volle kracht vooruit en verdween in de duisternis. De LIMFJORD heeft zes uur stuurloos rond gedreven en kreeg water binnen, maar werd tenslotte door een Duits schip een Deense haven binnengesleept. Niemand van de vijf leden der bemanning liep enig letsel op.