1969-12-18: |
NvhN 18-12-1969: Komst van 20.000-tonner reeds geannuleerd. Gezonken coaster in Eems belemmert vaart op Delfzijl. (Van een onzer verslaggevers) De scheepvaart op Delfzijl ondervindt sinds gistermiddag ernstige hinder van het 850 ton d.w. metende Zweedse kustvaartuig Atlantis, dat na een aanvaring dicht bij de havenmond dwars in de geul op de Eems zonk. Inmiddels is reeds de komst van de 20.000 ton metende melasse-tanker Efstaties, die vanmorgen uit Amsterdam naar Delfzijl zou vertrekken geannuleerd. Vraagtekens zijn er nog over de komst van de 7000 ton metende Hermes en de 27.500 tons Emilia Rosella, die beide morgen bij de Aluminiumfabriek zouden moeten aankomen. Schepen boven 1500 ton brt. mogen sedert gisteravond laat wel weer naar Delfzijl varen. Vandaag zullen deskundigen de situatie ter plaatse van de aanvaring gaan bekijken. Dan zal worden beslist of de grens van 1500 ton kan worden verlegd. Het was vanmorgen nog niet bekend wanneer geprobeerd zal worden de Atlantis te lichten. De kapitein-eigenaar van de Atlantis was gistermiddag kort na het vergaan van zijn schip weinig meedeelzaam over de toedracht van de aanvaring, die bij slecht zicht plaatsvond. Nors zat hij in een hoek van het Delfzijlster kantoor van het scheepvaartbedrijf Wagenborg en zei slechts „no, no" toen we hem vroegen of hij iets vertellen kon. Ook zijn lotgenoten zwegen. Zelfs het feit, dat er geen slachtoffers waren, was voor hen geen aanleiding iets te zeggen. Op het moment van dit miniatuurgesprek bevond het schip, dat met de Atlantis in aanvaring kwam en dat de proefvaart maakte, zich nog op de mistige Eems. Het was het 1625 ton metende nieuwe m.s. VOREDA, dat met vele officiële gasten op de Eems moest blijven omdat de Atlantis dwars in de geul was gezonken zodat de vaart naar de havenmond werd belemmerd. Het kon pas omstreeks elf uur 's avonds in de haven terugkeren. Een aantal van de opvarenden was reeds eerder door de RP 19 van de politie te water te Delfzijl overgenomen en naar Delfzijl gebracht. Dezelfde procedure werd gevolgd bij het Engels ms CAIRNVENTURE, dat op de Eems de technische proefvaart maakte en dat pas om negen uur 's avonds kon terugkeren. De aanvaring vond omstreeks half drie bij boei BW 22 plaats. De Atlantis was kort tevoren met een lading zout voor Bohus (bij Gotenburg) uit Delfzijl vertrokken. In de mist, die plotseling zeer dicht was geworden, drong de VOREDA met kracht in de Atlantis ter hoogte van de commandobrug. Het lek, dat daarbij ontstond was zo groot, dat het schip vrijwel meteen begon te zinken. De Zweden konden snel worden gered omdat vlak achter de Atlantis de Delfzijlster loodsenafhaler Stormvogel voer. Aan boord van dit schip was de enorme klap van de aanvaring gehoord. Op de Atlantis waren acht bemanningsleden, een loods en een matroos van het loodswezen. De geredden werden in eerste instantie naar het scheepvaartbedrijf Wagenborg gebracht, waar ze in het kantoor onder meer een groep opvarenden van het Japanse schip France Maru troffen, welk schip benoorden de Waddeneilanden in nood verkeert. Later gingen de Zweden naar het Zeemanshuis in Delfzijl. De VOREDA werd voor de Britse rederij Harrisons Clyde Limited in Glasgow gebouwd bij Van Diepen in Waterhuizen. Het liep geen noemenswaardige schade op. De Atlantis was voorheen een Nederlands schip. Hoewel gisteravond de vaargeul werd vrijgegeven voor schepen tot 1500 brt, gold voor de nachtvaart dat de schepen wel over een goede radar moeten beschikken.
NvhN 19-12-1969: Grote schepen kunnen Delfzijl weer bereiken. (Van een onzer verslaggevers) Delfzijl is weer bereikbaar voor schepen groter dan 1500 ton brt. Hoewel de Zweedse kustvaarder Atlantis, die woensdagmiddag dicht bij Delfzijl zonk, nog dwars in de vaargeul ligt, heeft de 7000 ton metende Hermes inmiddels de Delfzijlster haven weten te bereiken. Ook rond de komst van de 27.500 ton metende Emilia Rosello bestaan geen vraagtekens meer. De agent van dit schip in Delfzijl, Wijnne en Barends' Cargadoors- en Agenturenkantoor, vertelde ons dat de Emilia Rosello morgenochtend bij het hoog water van ongeveer negen uur naar Delfzijl zal opvaren. Het heeft 12.000 ton aluinaarde voor de Aldel, voor welk bedrijf ook de Hermes (agent Wagenborg) naar de Delfzijlster haven kwam. Van de zijde van Wijnne en Barends vernamen we dat in de plaats van de melassetanker Efstathios (20.000 ton) de volgende week een andere tanker zal komen. De komst van de Efstathios werd, zoals gemeld, gisteren geannuleerd. De vaart op Delfzijl was enige tijd alleen toegelaten voor schepen kleiner dan 1500 ton. (In de aanhef van ons bericht van gisteren stond abusievelijk dat het schepen groter dan 1500 brt. Betrof). De grote schepen moeten behoedzaam langs het wrak van de Atlantis gemanoeuvreerd worden. Bij het wrak zijn inmiddels duikers van Ulrich Harms uit Hamburg met het duikonderzoek begonnen. Vanmorgen onderhandelen verzekeraars en bergingsbedrijf nog over het bergen van de Zweed.
NvhN 20-12-1969: Kennisgeving: De hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Groningen brengt in verband met het bepaalde in artikel 3 van de Wrakkenwet ter kennis van belanghebbenden, dat op 22 december 1969 of zo spoedig nogelijk daarna zal worden overgegaan tot opruiming van het op 17 december 1969 in de vaargeul naar de haven van Delfzijl nabij de boei BW 22 gezonken schip “Atlantis". De naam van de schipper mede-eigenaar luidt Arne Gustavsson, wonende te Skarhamn (Zweden); de lading bestaat uit plm. 810 ton zout. Het verblijf op of de toegang tot het wrak zonder vergunning van of namens genoemde hoofdingenieur-directeur is verboden. Groningen, 19 dec. 1969. De hoofdingenieur-directeur voornoemd. ir. J. C. Hoornenborg.
NvhN 20-12-1969: Atlantis mogelijk maandag gelicht. De hoofdingenieur-directeur van dt Rijkswaterstaat in de directie Groningen, ir. J. C. Hoornenborg heeft verklaard, dat op 22 december 1969 of zo spoedig mogelijk daarna zal worden begonnen met het opruimen van de Atlantis, het Zweedse schip dat woensdag bij Delfzijl zonk. De schipper-mede-eigenaar van de Atlantis is Arne Gustavsson te Skarhamn (Zweden).
Op 15-01-1970 gelicht en aan de grond gezet. (kosten: 100.000,- gulden)
NvhN 28-02-1970: Zweeds motorschip Atlantis verkocht bij inschrijving. ( Van onze redactie in Noord-Groningen) Het Zweedse motorschip Atlantis van 500 brt en de zich daarop aan boord bevindende en tot het schip behorende goederen, is gistermorgen door burgemeester Mr. V I. J. van Bruggen in zijn hoedanigheid als strandvonder, in het gemeentehuis in Delfzijl bij inschrijving verkocht. De gunning is nog in beraad. Enige tijd geleden wilde het met zout geladen schip vertrekken uit de haven van Delfzijl. In dichte mist kwam de Atlantis in aanvaring met een Engelse proefvaartboot. In de voorsteven van de Atlantis werd toen een groot gat geslagen. Het schip maakte daardoor zoveel water, dat het snel zonk en dwars in de geul van de haven kwam te liggen. Het scheepvaartverkeer kon als gevolg daarvan de haven niet meer in en uit. Later is het schip voor rekening van de Staat gelicht. (schip viel onder wrakkenwet) De inschrijving is als volgt: A. Heuvelman. Werkendam voor f 36.000; Fa. J. Hikken-Broekma. Wirdum voor f 32 700; A G Elfrink, Haarlem f 28,000; Fa. Westerhuis, Zwartsluis voor f 18.755: E. H. Frouwe, Krommenie voor f 9.500.
NvhN 04-03-1970: Atlantis verkocht. (Van onze redactie in Noord-Groningen) Het Zweedse motorschip Atlantis van 500 brt en de zich daarop aan boord bevindende en tot het schip behorende goederen zijn gegund aan de heer A. Heuvelman in Werkendam. Deze was vorige week vrijdag de hoogste inschrijver met een bedrag van f. 36000.-.
Als gemeld kwam de Atlantis enige tijd geleden in dichte mist in aanvaring met een Engelse proefvaarthoot en zonk toen. Het kwam dwars in de geul van de haven van Delfzijl te liggen, die daardoor werd gebolkkeerd. Later is het schip gelicht.
|