1954-12-09: |
Het Vrije Volk 09-12-1954: Storm kost weer vijf zeelieden het leven. Coaster ARIEL vergaat in kolkende zee. Dood achterhaalt vier mannen
Dr Groningse kustvaarder ARIEL is in de nacht van Dinsdag op Woensdag voor de Franse kust, ter hoogte van Les Sables d'Olonne, in een kokendezee ten onder gegaan. Vijf van de acht opvarenden verdronken. Een van hen werd door een tien meter hoge breker over boord geslagen. De overige vier werden nog door de dood achterhaald toen de reddingssloep vlak bij de kust enkele malen omsloeg. Alleen de kapitein G. K. Tuin uit Delfzijl en de eerste en tweede machinist, H. Rijks en K. Akkerman,- beiden uit Groningen, wisten de kust te bereiken. Zij werden in uitgeputte toestand in het ziekenhuis van Les Sables d'Olonne opgenomen.'. Geen van hen is echter ernstig gewond en alle drie hebben zij een voortreffelijke nacht achter de rug. Tijdens een uitvoerig telefonisch onderhoud heeft kapitein Tuil ons vanmiddag de hele toedracht van de ramp met zijn, schip, dat Zaterdag met een lading kolen van Cardiff naar Bordeaux was vertrokken, verteld. „Het was," zo zei hij, „zeer zwaar weer. We konden maar met moeite het schip houden. Toen kwam er op een kwaad ogenblik een vreselijke breker, die ik zeker tien meter hoog schatte. Een stortvloed van water brak het scheepje. Het voorluik sloeg in elkaar, de laadbomen werden weggeslagen en het water stroomde de verblijven binnen. In enkele ogenblikken liep de machinekamer vol. Ik begreep dat het nog maar een kwestie van ogenblikken kon zijn. Een der twee lichtmatrozen was met de breker over boord geslagen. Wij heben hem niet meer gezien. Als gekken werkten wij om de sloep in het water te krijgen. Binnen een paar minuten waren we weg van de ,Ariel". Het schip heeft misschien nog zes minuten gedreven. Wij hebben het zien ondergaan. Er/waren nog lichten op. Urenlange marteltocht. De kapitein praat met een doffe stem, als een gebroken man. Hij vertelt van de marteltocht, die uren zou duren, en die maar drie van de zeven nog overgebleven mannen zouden overleven. Driemaal sloeg de sloep om. Tweemaal wisten zij de sloep te rechten. Zij hoosden 't bootje met hun handen leeg. Het was hondenwerk. In de donkere nacht wisten zij soms nauwelijks de richting van de kust te bepalen. Niemand had de Ariel zien ondergaan. Zij hadden geen tijd meer gehad voor noodseinen. „Toen de sloep voor de derde maal omsloeg," vertelde Tuil verder, „raakte de kok beklemd onder de sloep. Maar ook die keer wisten we de zaak weer recht te krijgen. De kok had zeer veel water binnen gekregen. Wij brachten hem bij, maar hij stierf onder onze handen." Een voor een los .... OpnieuW sloeg de sloep om. De mannen zagen deze laatste maal geen kans meer het bootje recht te. krijgen. Zij klemden zich aan het scheepje vast. Zo, zich vastklampend aan de kiel, heeft kapitein Tuil een voor een zijn mensen zien loslaten. Zij verdronken. Hij kon er niets aan doen. 'Hij was machteloos als een kind. Gedrieën spoelden, zij met het bootje aan de kust aan. „We hadden meer kracht dan we dachten. We konden nog zon beetje lopen. We zagen een huisje waar licht op was. We zijn daar op afgegaan. Het was een arbeidershuisje. Hoe de mensen heetten weet ik niet meer. Zij waarschuwden de politie. Dat is alles." Kapitein Tuil en zijn beide machinisten worden goed verzorgd. Hij heeft zijn zaken afgedaan, maar hij moet in het dorp blijven. Tot nu toe vond men slechts het stoffelijk overschot van de lichtmatroos Bruggeman, maar heel de bevolking en alle politie en brandweermannen van het plaatsje zoeken nog steeds. De kapitein wil blijven tot het bittere eind. Hij wil zelf zijn mannen identificeren. Het schip is weg. „Het was een goed schip," zegt kapitein Tuil." Ondanks alle pech die we er mee hebben gehad." Maar het zal niet meer gelicht kunnen worden. Kapitein Tuil is een gebroken man.
Slachtoffers. Bij de schipbreuk van de Groningse coaster „Ariel" ' zijn de volgende bemanningsleden omgekomen: De 33-jarige stuurman J. Gerding, Molenkampsteeg 41, 1 Haren (Gr.); de 22-jarige kok J. C. Kremer, Zuideinde 20, Exloo,. gem. Odoorn; de 18-jarige matroos onder de gage R. Scheffer uit Bergum (Fr.); de 16 jarige lichtmatroos E. Bolt, Siddeburen en de eveneens 16-jarige lichtmatroos F. Bruggeman uit Appingedam. Er bevond zich geen vrouw aan boord, zoals men aanvankelijk veronderstelde. Tot nu toe heeft men slechts het stoffelijk overschot van één der opvarenden weten te bergen. De bevolking en de brandweer van Les Sables d'Olonne zoeken de kust af.
Het Vrije volk 09-12-1954: Derde ramp was ARIEL fataal. De voor de Franse kust vergane Groningse coaster werd Ariel gedoopt toen het schip in het najaar van 1952 weer in de vaart werd gebracht, nadat het begin December 1951 bij de Aalandseilanden aan de Zweedse kust aan de grond was gelopen. De stranding gebeurde veertien dagen na de proef vaart toen de coaster na zijn eerste reis naar Stockholm leeg op weg was van de Zweedse hoofdstad naar Hargshamm om daar hout te laden. Terwijl men bezig was het schip hulp te verlenen, kapseisde het. Pas in Mei 1952 slaagde men erin het te lichten. Ook dit jaar beleefde de Ariel een hachelijk avontuur. Op het Bornrif aan de Waddenkust kwam het schip in moeilijkheden te verkeren en slechts met de grootste moeite kon het zwaar beschadigd worden binnengehaald. De derde ramp heeft het nu niet overleefd.
NvhN 09-12-1954: Groninger kustvaart opnieuw getroffen. Zusterschip van de Westward Ho ook vergaan Ariël (ex-Uni-T) had veel ongeluk. De 389 ton metende Groninger kustvaarder Ariël (vroeger Uni-T geheten) is in de nacht van Dinsdag op Woensdag vergaan voor de Franse kust ter hoogte van Les Sables d' Olonne, een kustplaatsje 200 kilometer benoorden Bordeaux. Daarbij hebben vijf van de acht opvarenden het leven verloren. De Ariël werd in 1951 in Westerbroek gebouwd als zusterschip van de Westward Ho, waarvan thans op grond van de laatste berichten wel aangenomen moet worden, dat zij met man en muis is vergaan. Vijf man omgekomen van de verloren gegane Ariël
NvhN 13-12-1954: Ariel en Westward Ho geen zusterschepen. In de eerste berichten van het vergaan van de Ariel is vermeld, dat deze kustvaarder een zusterschip zou zijn van de een paar dagen eerder vergane Westward Ho. Deze mededeling blijkt thans op een foutieve inlichting te berusten. De Westward Ho was een zusterschip van de Triton; de Ariel behoorde met de Noordstad en de Reliable tot een serie. Al deze schepen werden gebouwd bij de Comm. Venn. G. J. v. d. Werff's Scheepsbouw te Westerbroek.
NvhN 13-12-1954: Stoffelijk overschot lichtmatroos E. Bolt geborgen. Het stoffelijk overschot van de 16-jarige lichtmatroos E. Bolt uit Siddeburen, een van de opvarenden van de voor de Franse kust gezonken Groninger kustvaarder Ariel, is door het Franse vaartuig Loulou op ongeveer twintig mijl van Les Sables d'Olonne geborgen.
NvhN 15-12-1954: Mevrouw Tuil (Kapiteinsvrouw Ariël): „De coasters zijn best!" Reder prijst kapitein Tuil. De drie overlevenden van de vorige week voor de Franse kust tijdens zware storm vergane Groninger kustvaarder Ariël (ex-Uni T) zijn gistermiddag in Groningen teruggekeerd. Toen wij ons gisteravond in Opwierde (gem. Appingedam) bij de kapitein G. K. Tuil vervoegden om uit zijn eigen mond te vernemen, hoe de scheepsramp zich had toegedragen, bleek hij niet bereid ons te woord te staan. Hij was zeer gebelgd over diverse krantenpublicaties over het vergaan van de Ariël, met name over hetgeen een Friese krant over zijn persoonlijk gedrag geschreven zou hebben. Zijn echtgenote, mevrouw Tuil-Bolt, die ons aan de deur ontving, een jonge, pittige vrouw, konden wij nog vragen naar haar mening over de geruchten hier en daar de rond doen naar aanleiding van het vergaan van verschillende coasters, in kort tijdsbestek, waartegen ook reeds de inspecteur-generaal van de scheepvaart te velde is getrokken, zoals wij dezer dagen meldden. De coasters zijn best! was haar zeer positief gegeven oordeel. „Het weer is kapot. De bemanning van de Ariël vormde een beste ploeg met goede verstandhouding." Overigens bleek ook zij niet bereid verder iets te vertellen van hetgeen zij van haar man gehoord had. Zoals gemeld, was mevrouw Tuil op deze rampzalige reis niet aan boord, hoewel zij anders steeds meevaart.
De Waarheid 18-12-1954: Opvarende van „Ariël" aangespoeld. La Rpchelle, 28 December, Maandagochtend is aan de Franse kust, ter hoogte van La Tranche in da Vendee, een lijk aangespoeld. Het werd geïdentificeerd als dat van de kok J. Kremer, een van de opvarenden van het vergane Nederlandse vrachtschip „Ariel".
De Waarheid 22-12-1954: Stuurman Ariel begraven. Heren, 22 December. Op de begraafplaats te Haren is, onder grote belangstelling, de bij de ramp met het schip de "Ariel" om het leven gekomen 33-jarige stuurman Gerding ter aarde besteld.
NvhN 28-12-1954: Stoffelijk overschot van kok Ariel gevonden. Bij La Tranche in de Vendée aan de Franse Atlantische Oceaankust is Maandagochtend het stoffelijk overschot gevonden van de kok J. Kremer, een van de opvarenden van het vergane Nederlandse vrachtschip Ariel. |