NvhN 261157
IDUNA aan de grond - Bemanning niet in gevaar.
De kustvaarder IDUNA van de Rederij Iduna te Delfzijl is gisteravond op de zuidkust van Noorwegen op de rotsen gelopen. De bemanning is niet in gevaar. Het was gisteravond om half acht, dat de ongeveer 570 ton dwt. metende IDUNA op 4 mijl ten oosten van Lista Point bij Farsund op de rotsen liep. Kapitein J.L. Abels riep terstond de hulp in van een bergingsboot, daar de tanks lek bleken en het ruim half vol water stond. Uit Bergen vertrok direct een bergingsvaartuig, dat vanmiddag omstreeks twee uur ter plaatse zal zijn. De bemanning heeft de nacht aan boord doorgebracht. Vanmorgen is een expert van de Vereniging Zeevaart Wederkerige Waarborg Mij. tot verzekering van Zeeschepen, per vliegtuig naar Noorwegen vertrokken om de situatie op te nemen. Men vreest echter dat het schip als verloren moet worden beschouwd. De IDUNA werd in 1951 gebouwd bij de Noord-Nederlandse Scheepswerven N.V. te Groningen. De kustvaarder was nu met een lading nieuw ijzer op weg van Workington naar Drammen. Een kleine bergingsboot, afkomstig uit Kristiansand is vanmorgen om vier uur bij de IDUNA gearriveerd. Deze boot blijft wachten op de grote bergingsboot uit Bergen, om samen pogingen tot berging te ondernemen.

NvhN 140158
M.s. IDUNA verloren - Lading gelost.
De kustvaarder IDUNA van de rederij Iduna te Delfzijl, die op 25 november op de zuidkust van Noorwegen op de rotsen is gelopen, kan niet meer geborgen worden. Het schip is nu geheel stukgeslagen en wordt waarschijnlijk voor de sloop verkocht. De lading is echter gelost. De bemanning staat klaar om naar huis te gaan. De IDUNA, die 570 ton dwt. meet, liep op 9 mijl ten oosten van Lista Point bij Marsund op de rotsen.

NvhN 140458
DE RAMP MET DE IDUNA - Acht maanden ontzegging kapiteinsbevoegdheid geëist.
De Hoofdinspecteur voor de Scheepvaart heeft vanmorgen, bij de behandeling door de Raad voor de Scheepvaart van het op de rotsen lopen en vergaan van het kustvaartuig IDUNA uit Groningen op 25 november 1957 aan de zuidkant van Noorwegen, aan de Raad voorgesteld de 26-jarige kapitein J. L. A. uit Delfzijl te straffen door hem zijn bevoegdheid te ontnemen voor de tijd van acht maanden. De IDUNA (gebouwd in 1951) was, met ijzer geladen, van Workington (Engeland) op weg naar Drammen in Noorwegen. Toen het schip de Noorse kust naderde was het regenachtig weer, vier mijl zicht en windkracht 4 tot 5, die later toenam van 6 tot 7. Toen de kapitein en de stuurman op de brug waren kreeg men met twee streken aan bakboord het vuur Lister in zicht. De kapitein ging toen naar beneden om te eten.
„Was dat wel het juiste moment daarvoor?" vroeg de voorzitter van de Raad. De kapitein had geen enkele opdracht aan de stuurman, die pas was gezakt voor zijn 3e rang, voor de navigatie gegeven. Terwijl hij zat te eten hoorde de kapitein de telegraaf rinkelen en het schip stoten. „Toen u boven kwam — aldus een der leden van de Raad — had u wel een stuurman, maar geen schip meer".
De stuurman (die later door de Raad gehoord zal worden) had nog volle kracht achteruit gegeven, maar dit mocht niet meer baten. De kapitein had terstond de bemanning aan dek geroepen en order gegeven de zwemvesten om te doen. Alle dubbele bodemtanks waren volgelopen. Het schip was als „een sardineblikje opengescheurd", zo merkte een der leden van de Raad op.
Een reddingboot was in de buurt gekomen ter assistentie en de volgende dag nog een bergingsvaartuig. Met een sloep van de IDUNA waren eerst vier man van boord gegaan en later werden de andere vier met een wippertoestel van boord gehaald. De lading is geborgen.
De gezagvoerder, die in januari van het vorig jaar kapitein was geworden, gaf toe, dat als hij op de brug was gebleven er niets gebeurd zou zijn. „U vond eten belangrijker dan de verantwoordelijkheid voor uw schip", zo merkte een der leden van de Raad op. Bij zo’n oversteek in de winter giert en slingert een schip — aldus de hoofdinspecteur, de heer J. Metz. Als men na een dergelijke oversteek de kust nadert, behoort het tot de ongeschreven tradities, dat de kapitein op de brug is en blijft totdat men zeker weet welke positie het schip heeft en verder veilig langs de kust kan varen en zich eerst dan van de brug verwijdert. De hoofdinspecteur nam het de kapitein hoogst kwalijk, dat hij niets tegen de stuurman had gezegd toen hl] naar beneden ging om te eten. „Ik kan bij deze gezagvoerder geen goede punten vinden In zijn beleid. Ik heb er geen woorden voor", zo besloot de hoofdinspecteur zijn scherpe kritiek op het beleid van de jonge kapitein, die thans niet vaart. De Raad zal later schriftelijk uitspraak doen.

NvhN 250758
Kapitein schuldig bevonden Het vergaan van het m.s. IDUNA bij Noorwegen
De Raad voor de Scheepvaart heeft kapitein J. L. A. uit Delfzijl en stuurman P. N. uit Haarlem schuldig bevonden aan de stranding en het daarna vergaan van het motorschip IDUNA op 25 november van het vorige jaar aan de zuidkust van Noorwegen en heeft de bevoegdheid van de kapitein ingetrokken voor de tijd van acht maanden. De stuurman, met dispensatie, heeft een berisping gekregen.
De Raad is van oordeel, dat de stranding en het vergaan van de IDUNA voornamelijk moet worden geweten aan het in ernstige mate falen van kapitein A.
De Raad keurt allereerst af, dat hij is blijven navigeren op de overzeiler van de Noordzee, ook toen hij verkenning had gekregen op de Noorse kust. Veel ernstiger vindt de Raad echter, dat de kapitein de brug van zijn schip heeft verlaten zonder enige aanwijzing of instructie aan zijn stuurman te hebben gegeven. De stuurman had tijdig moeten inzien — ook al is hij niet gediplomeerd — dat hij meer had moeten uitsturen.