1951-06-25: |
Het Vrije Volk 25-06-1951: Engels jacht in brand voor Belgische kust. Een Engels motorjacht is voor de Belgische kust. Zondag, in brand geraakt en vermoedelijk-gezonken. De Nederlandse kustvaarder „TYRO" pikte twee van de drie Engelse opvarenden uit het water op; de derde was door zijn makkers het laatst gezien, hangend aan de ankerketting van het jacht; hij werd niet meer gevonden en moet verdronken zijn. Het brandende schip was het jacht „Gowanbrae", dat met drie opvarenden op weg was van Hoek van Holland naar Harwlch. De twee geredden, die zich nu aan boord van de „Tyro" op weg naar Amsterdam bevinden, zijn kolonel M. Douglas Burns uit Manchester en A.W. Roberts uit Pinmill bij Ipswich. De derde man was A. S. Tibb uit Salford. De „Westerdam" van de Holland-Amerika-Lijn, die zich in de nabijheid van het brandende jacht bevond en zich gereed hield assistentie te verlenen, heeft de reis naar Rotterdam voortgezet, toen bleek, dat er voldoende schepen in de buurt waren.
Gereformeerd Gezinsblad 26-06-1951: Brandend schip bij de Belgische kust.'s-Gravenhage, 25 Juni. Het Zweedse motorschip "Gunny" heeft in de nacht van Zondag op Maandag geseind, een brandend schip by de Belgische kust te hebben waargenomen. De „Gunny" is op weg naar het brandende schip. Het brandende schip is het jacht „Gowanbrae", dat met drie Engelsen op weg was van Hoek van Holland naar Harwich. Een van de opvarenden wordt vermist. De Nederlandse kustvaarder „TYRO" zag deze derde opvarende aan de ankerketting hangen, doch even later was hij verdwenen. De „Gowanbrae" is thans waarschijnlijk gezonken, daar de „Tyro" niets meer waarnam. De „Tyro" heeft de reis voortgezet. Nader wordt gemeld, dat de „Tyro" twee van de drie opvarenden aan boord heeft genomen, namelijk kolonel M. Douglas Burns uit Manchester en A. W. Roberts uit Pinmill bij Ipswich.
De Telegraaf 26-06-191: Dramatische uren op de Noordzee. Drie engelsen op brandend jacht; Één verdronken. (Van een verslaggever) . Amsterdam 25 Juni. Hedenmiddag om 1 uur meerde aan de Ertskade het m.s. „TRO", dat vannacht twee drenkelingen van het Engelse jacht „Gowanbree" uit zee nabij de Belgische kust oppikte. Naar thans bekend wordt is het derde slachtoffer van dit scheepsongeluk verdronken. Het scheepje is brandend ten onder gegaan. Zij werden door de marechaussee naar de post aan de Handels kade vervoerd. Aan boord bevonden zich twee kolonels, de 69-jarige Tibb en de 50-jarige Burns en de 44-jarige journalist A. W. Roberts. Kolonel Tibb is slachtoffer van deze scheepsramp geworden. De drie Engelsen vertrokken Zondagmiddag om 4 uur uit Hoek van Holland. Tegen het middernachtelijk uur, vertelde de heer Roberts, (een ervaren zeeman), ging kolonel Burns in de machinekamer de machines inspecteren. Er mankeerde toen niets aan, maar nauwelijks was hij weer aan dek of de rook golfde naar buiten. „Hij wekte toen eerst de oude kolonel Tibb en vervolgens trachtten wij gezamenlijk de reddingboot naar beneden te laten. Het vuur had echter in één enkele minuut zo heftig om zich heen gegrepen, dat de touwen van de boot al waren doorgebrand en we die nauwelijks meer konden benaderen . Ook vloog een gascylinder, die we aan boord hadden, de lucht in en deed op die wijze meteen dienst als een prachtig alarmsignaal. In ieder geval zag de bemanning van de „Tyro" die ons heeft gered, die straal vuur op 10 mijl afstand en zette meteen koers naar ons. Intussen lieten wij touwen langszij zakken en lieten ons naar beneden glijden, omdat de hitte ondraaglijk werd. We hadden alle drie een reddingboei maar kolonel Tibb verloor de zijne en toen probeerde ik voorlopig de mijne met hem te delen, terwijl hij zich vasthield aan de ankerketting, die we ook nog hadden uitgelaten. Kolonel Burns peddelde het water op om te proberen enkele lege vaatjes, die er ronddobberden voor mij te bemachtigen, maar hij zag geen kans meer tegen de stroom in terug te komen en aanvankelijk dacht ik, dat hij al verdronken was. De hitte van het vuur werd steeds erger. Ik hield me vast aan het zinkende schip, terwijl kolonel Tibb in uitgeputte toestand over mijn boei hing. Op een gegeven ogenblik - gleed ook deze boei onder hem uit en wat er daarna met hem gebeurd is weet ik met meer. Ik liet het schip los omdat ik begreep, dat de boei mijn enige kans nog was" De heer Roberts kreeg de boei zij het met geluk te pakken en werd een halfuur later door de "Tyro" aan boord gehesen. Na nog een kwartier zoeken vond men tevens de van de kou verstijfde kolonel Burns die ongeveer een uur in het water had rond gedreven en daarbij zijn schoenen had uitgetrokken. Het gezonken schip was een zeer luxueus jacht, eigendom van kolonel Burns.
|