1970-01-23: |
Onderweg van Antwerpen naar La Pallice motorproblemen en liep te Calais binnen. Werd vervolgens door de Franse douane in beslag genomen vanwege een smokkelvoorraad van 18 ton boter. Na lange tijd van procedures werd ze uiteindelijk verkocht aan de sloperfirma Somafer te Calais die op 6 maart 1971 met het slopen zou beginnen. Niet gesloopt maar in 1972 omgebouwd tot tot zandzuiger.
Het Vrije Volk 07-02-1970: Fransen brengen Nederlandse vrachtboot op. Calais (AFP) De Franse Justitie heeft gisteren de Nederlandse vrachtboot HOLCHART van de rederij M. Knevel in Amsterdam opgebracht en met twee sleepboten naar een hoek van de haven van Calais geleid. Douane-personeel van deze Franse havenstad hadden in de nacht, van 25 op 26 januari bij verrassing ontdekt dat clandestien dertien ton boter door de Nederlandse boot was aangevoerd. Ze slaagden er toen niet meer in de boot aan de ketting te leggen.
De Telegraaf 12-08-1970: Smokkelende zeelieden in hongerstaking. Boulogne, dinsdag. Twee Nederlandse zeelieden, die in de gevangenis van Boulogne hun straf uitzitten voor een smokkelaffaire, zijn een hongerstaking begonnen, omdat zij vinden, dat hun straf nu lang genoeg geduurd heeft. De zeelieden, kapitein Andre Sibtsen (34) en bootsman Ferdinand Zelle (24), werden in januari gearresteerd. Zij zouden met hun schip, de HOLCHART, 18 ton Russische boter Frankrijk hebben willen binnensmokkelen. Zij werden in juni veroordeeld tot zes maanden en een boete van ƒ 2 miljoen (viermaal de waarde van hun schip en de smokkelwaar). Noodkreet van Rotterdamse huisvrouw aan de president van Frankrijk: „Beste meneer Pompidou, laat u mijn man vrij?" door Martin Mensing. Rotterdam, woensdag. Beste, meneer Pompidou. Ik zit hier in Rotterdam met mijn drie kinderen en ik kan mijn man niet langer missen. De tweehonderd duizend gulden die hij moet betalen, komen er natuurlijk nooit, en ik zou u willen vragen hem zo spoedig mogelijk vrij te laten." Een brief van deze strekking is dezer dagen afgeleverd bij het secretariaat van de Franse president en de afzender was de 31-jarige Rotterdamse huisvrouw en moeder van drie zoons Mary Sibtsen. Begin van dit jaar werd haar man Adri, kapitein van de kustvaarder Holchart uit Amsterdam, in Calais gearresteerd en wegens smokkel van 18 ton boter veroordeeld tot een half jaar gevangenisstraf en een boete van tweehonderdduizend gulden. Die gevangenisstraf was wel af te werken, de boete niet en de Franse justitie heeft Adri's verblijf in de gevangenis daarom voorlopig met een half jaar verlengd. Een behoorlijke tegenvaller voor de Rotterdamse familie, die gedacht had eind juli weer bij elkaar te zijn. Stuk oudroest. Treurigste van alles: „Mijn man zit onschuldig vast. Begin van dit jaar maakte hij voor het eerst een aflosreis op de Holchart van de heer Knevel uit Bussum. Toen hij in Antwerpen aankwam was men bezig het schip — of zeg maar liever dat stuk oudroest — vol te stoppen met boter. De papieren klopten op het eerste gezicht en enkele dagen later vertrok de Holchart met bestemming Frankrijk. Onderweg echter kreeg het schip motorstoring en liep de haven van Calais binnen. Daar heb ik mijn man bezocht en op een avond toen we lagen te slapen hoorden we gestommel aan dek. Matroos Fred Zeil (24) die op wacht had moeten staan was in slaap gevallen. Toen Adri aan dek kwam waren vreemde mannen de lading aan het overpakken in een vrachtwagen, die wegreed maar later door de douane met pistoolschoten tot stoppen is gedwongen. Van de inzittenden is nooit een spoor gevonden. De andere dag is het schip met het restant boter in beslag genomen en werden mijn man en matroos Zeil opgesloten. Later volgde een veroordeling tot een half jaar met de geldboete. Enkele keren heeft Mary haar man in Frankrijk bezocht en alles was erop voorbereid hem eind juli feestelijk in Rotterdam in te halen. Dat ging echter niet door omdat de geldboete niet was betaald. „Knevel kwam ook niet over de brug. Die zei dat hij falliet was en dat er op hem maar niet meer gerekend moest worden. Zelf krijgen we dat geld natuurlijk ook nooit bij elkaar. We leven nu zo'n beetje van Sociale Zaken, maar dat Adri nog een half jaar moet zitten vind ik het ergste." Als laatste redmiddel heeft Mary Sibtsen nu een brief geschreven naar president Pompidou om te vragen wat hij er van denkt. Ook heeft ze er nog eens op gewezen dat Adri onschuldig is en dat hij het slachtoffer is geworden van een sluw spelletje, waarvan hij de regels nog steeds niet kent. Ook matroos Zelle zit nog steeds en met een derde opvarende van de Holchart (die niet is vastgehouden) moet hij zo'n kleine ƒ 75.000 op tafel brengen, wat ook voor hem al geen haalbare kaart lijkt. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Mary tot haar verdriet laten weten dat de gevangenisstraf straks nog wel eens met een half jaar kan worden verlengd, wat haar gisteren de verzuchting deed slaken: „Als Adri vrijkomt moest-ie toch maar een baantje aan de wal zoeken.".
Leeuwarder Courant 12-08-1970: Coasterkapitein al zeven maanden in Franse cel wegens botersmokkel; Rotterdamse schrijft Pompidou om haar man vrij te laten.
Een brief aan president Georges Pompidou van Frankrijk schrijf je niet elke dag. Dan moet er toch echt wel iets aan de hand zijn. In het geval van mevrouw M. A. Sibtsen-Bas (31) in Rotterdam is het dat dan ook. Haar man en een collega zitten nu al zon zeven maanden in een Franse gevangenis en moeten ook nog eens een bedrag van dik 200.000 gulden op tafel leggen. Zij zijn veroordeeld, omdat ze met hun schip — de 30 jaar oude kustvaarder Holchart (384 ton) — een partij Russische boter (achttien ton) Frankrijk zouden hebben willen binnensmokkelen. Op onwettige invoer zijn de Fransen uiterst gespitst. Die brief aan Pompidou ("een oom van me heeft hem geschreven en ik heb hem 29 juli aangetekend verzonden") was het laatste wat mevrouw Sibtsen nu nog wist te bedenken. Iedereen en alles waarvan ze dacht dat die iets zouden kunnen doen, heeft ze benaderd. Maar op een gegeven moment is het over. „Ja," zegt ze, „dan weet je het ook niet meer." Het merkwaardige van de affaire is dat de aanhouding van kapitein Andre Sibtsen (33) en eerste stuurman F. Zelle (24) in feite een gevolg is van moterpech met de Holchart. Haar verhaal: „Mijn man maakte een reis met het schip, omdat de echte kapitein ziek was. Hij zit vanaf zijn veertiende jaar op zee, maar de laatste tijd werkte hij ook wel aan de wal. Met de Holchart was hij op weg van Antwerpen naar een haven in Frankrijk, waarvan ik de naam vergeten ben. Ze kregen toen die pech, maar konden toch nog Calais binnenlopen, de dichtstbijzijnde haven. Hij belde me 's ochtends op en diezelfde dag ben ik er met de trein heengegaan. Dat was op een vrijdag of zaterdag, ben ik ook vergeten."„In de nacht van zondag op maandag maakte ik mijn man wakker omdat ik herrie aan dek hoorde. Er werd ook geschoten. Wij naar boven. Op de kade stond een vrachtwagen. Van douanemensen hoorden we dat de boter die in de auto zat door onbekenden uit het ruim was gehaald. Die lui waren ontsnapt en wij moesten de volgende dag maar komen uitleggen waar dat spul vandaan kwam. We hadden al gauw door dat er iets met de papieren niet klopte. Mijn man en de stuurman moesten blijven, terwijl de Nederlandse consul in Calais mij vertelde dat ik maar beter naar huis kon gaan " Ze deed dat en hoorde daarna anderhalve maand niets van haar man. Haar brieven werden in de gevangenis tegengehouden en zijn post kwam ook niet verder. Via een telefoontje met buitenlandse zaken in Den Haag hoorde mevrouw Sibtsen dat haar man in Boulogne zat, in een cel. „Kort daarop kreeg ik wel brieven en hij ook van mij. Inmiddels ben ik er twee keer geweest. De eerste maal na drie maanden en nu half juli weer, na hun veroordeling. Ik mocht alleen met hem praten op twee en een halve meter afstand, achter gaas en met een bewaker er bij. Net een dierentuin. Hij was erg nerveus en al 25 kilo afgevallen. Toch zei hij me dat ie goed werd behandeld." „Ik heb dat geld voor de boete niet, dat is niet zo moeilijk. Buitenlandse zaken vertelde me dat ze hen nog eens een jaar kunnen vasthouden als dat bedrag niet betaald wordt. Anderen zeggen weer een half jaar. Ik weet het niet." Op financiële hulp van de kant van de reder hoeft mevrouw Sibtsen ook niet te rekenen. Dat is een zekere Knevel uit Bussurn. letwat wrevelig zegt ze: „Na hun arrestatie heeft hij me een keer gebeld. Daarna is hij failliet gegaan. Na hun veroordeling kreeg ik hem ook nog een keer aan de lijn, maar sindsdien zwijgt hij. Hij is verhuisd en ik kan hem niet meer te pakken krijgen." Half juli telefoneerde mevrouw Sibtsen opnieuw met de consul in Calais. Zij vroeg hem toen of het zin zou hebben om Pompidou te schrijven. De Nederlandse vertegenwoordiger vond het geen gek idee en daarom ging eind juli een brief naar de Franse president. Ze schreef erin of hij ervoor kan zorgen dat haar man en zijn collega vrijkomen en ook of er iets aan de boete valt te doen, omdat die twee in de cel toch ook niet aan dat geld kunnen komen. Tot nu toe is er geen antwoord gekomen. Ook de twee zeelieden hebben nu het enige gedaan wat ze nog konden doen: in hogerstaking gaan. De kapiteinsvrouw hoorde dat vorige week van het consulaat en gisteren via de nieuwsberichten op de radio. Ondersteboven is ze er niet van, want ze is intussen wel wat gewend.
Het Vrije Volk 13-08-1970: Fransen laten twee botersmokkelende zeelui vrij. Rotterdam — Kapitein André Sibtsen (34) en matroos Ferdinand Zelle (24) van het Nederlandse kustvaartuig Holchart zijn gistermiddag uit de gevangenis van Boulogne-sur-Mer ontslagen. Zij hebben daar sinds eind januari van dit jaar gevangen gezeten wegens smokkel van achttien ton-Russische boter. Aanvankelijk zouden beide zeelieden op 27 juli in vrijheid worden gesteld. Het niet in staat zijn de opgelegde douaneboete van rond twee miljoen, gulden te betalen was voor de Franse justitie echter aanleiding de gevangenisstraf van de twee mannen te verlengen tot één jaar. Hierop gingen zij in hongerstaking en de echtgenote van kapitein Sibtsen schreef een smeekbrief aan president Georgés Pompidou.,.. .De Franse autoriteiten hebben thans ingestemd met een voorstel van de Nederlandse consul in Calais, de heer G.R. Dumont, de boete af te kopen. Hierbij werd een bedrag overeengekomen van in totaal ƒ 6.500, hetwelk inmiddels is betaald.. Beide mannen werden op 27 januari gearresteerd tijdens hun opgingen de boter uit het schip in twee vrachtauto's te laden. Hun veroordeling volgde op 17 juni. Het vonnis luidde een half jaar gevangenisstraf, een douaneboete van twee miljoen gulden en een persoonlijke boete van bijna ƒ200.000 voor kapitein Sibtsen.
De Telegraaf 13-08-1970: Nederlandse kapitein nu in vrijheid. Fransen verlaagden boete tot ƒ 6000.Van onze correspondent: Parijs, donderdag. De Nederlandse kapitein Adri Sibtsen en matroos Zelle van de kustvaarder Holchart, die ruim een halljaar in de grauwe gevangenis van Boulogne-sur-Mer doorbrachten wegens smokkel van rond 18 ton boter, zijn gistermiddag tegen zes uur vrijgelaten. Belgische „vrienden" van het tweetal hadden in de loop van de dag een bedrag van NF 10.000 d.w.z. omstreeks ƒ 6.000 aan de Nederlandse consul te Calais, de heer Dumont, overhandigd. Na lang en heen en weer praten had de Franse douane er namelijk in toegestemd dat de oorspronkelijke boete die het tweetal was opgelegd: viermaal de waarde van de Holchart en zijn lading, tw. ƒ 2 miljoen, tot dit betrekkelijk redelijke bedrag werd verlaagd. Met het ontvangstbewijs van de douane begaf de heer Dumont zich naar de „procureur van de republiek", die onmiddellijk een order uitgaf om de twee Nederlanders in vrijheid te stellen. De moeilijkheden van kapitein Sibtsen begonnen volgens de Franse douane, toen hij in de nacht van 24 op 25 januari j.l. averij kreeg in de machinekamer. Sibtsen had, nog steeds volgens de douane, achttien ton boter bij zich die hij een „Westeuropees land" wilde binnensmokkelen. Gedwongen door de averij liep de Holchart Caiais binnen. Ontsnapt:
Daar het schip geen koelinstallatie aan boord had besloot Sibtsen volgens de Fransen de boter in het geheim te lossen en per vrachtwagen verder te vervoeren. Een eerste auto wist aan de aandacht van de Franse douane te ontsnappen maar een tweede wagen werd dankzij het lekschieten van de banden tot stilstand gebracht. De bestuurder van de wagen kon ontkomen. Matroos Zelle die aan de luiken van de Holchart het lossen van de boter leidde was minder gelukkig. Hij werd op heterdaad betrapt en onmiddellijk gearresteerd. Kapitein Sibtsen sliep op dat moment aan boord van zijn schip de slaap der rechtvaardigen en toonde zich hevig verbaasd toen de douane hem eveneens in de kraag greep en van smokkel beschuldigde. De kapitein heeft sindsdien zijn onschuld volgehouden maar werd desondanks in mei j.l. samen met matroos Zell tot een half jaar gevangenisstraf met aftrek veroordeeld en een boete van ƒ 120.000 wegens het verkeerd invullen van zijn scheepsmanifest. Daarbij kwam dan ook nog eens de douaneboete van ƒ 2 miljoen gebaseerd op het rekensommetje van vier maal de waarde van het schip en de lading. Schip en lading werden overigens in Frankrijk ten bate van de Franse schatkist voor omstreeks vijf ton verkocht. Bij een dergelijke hoge boete ontstaat in Frankrijk altijd een soort koehandel tussen douane en vrienden of' opdrachtgevers van de veroordeelde. Deze koehandel leidde ditmaal tot spectaculaire verlaging van de boete van ƒ 2 miljoen tot ƒ 6.000. De douanebeambten hier hebben de berichten volgens welke kapitein Sibtsen en matroos Zell onschuldig in de cel zouden zitten alsmede het beroep op president Pompidou om hen los te laten — gisteren schreven wij daarover — met een brede glimlach afgedaan. Men is hier bijzonder heilig overtuigd van de schuld van de twee Nederlanders en vindt dat ze er met een boete van ƒ 6.000 bijzonder genadig afkomen.
Leeuwarder Courant 13-08-1970: Coasterkapitein en matroos in Calais vrijgelaten. De twee Nederlandse zeelieden de coasterkapitein André Sibtsen (34) uit Rotterdam en de matroos Ferdinant Zelle, (24) die eind februari in Frankrijk op verdenking van botersmokkel werden gearresteerd en tot zes maanden, gevangenisstraf en 200.000 gulden boete werden veroordeeld, zijn woensdag vrijgelaten, aldus heeft een woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken meegedeeld. De Franse autoriteiten hebben ingestemd met een voorstel van de Nederlandse consul in Calais, de boete af te kopen. De gevangenisstraf was verstreken, doch de mannen werden in gijzeling gehouden omdat zij de 200.000 gulden niet konden betalen. Zoals wij gisteren meldden, heeft mevrouw Sibtsen een brief geschreven waarin ze om vrijlating vroeg. De beide zeelieden werden op 26 januari in Boulogne sur Mer gearresteerd, verdacht van een poging achttien ton Russische boter het land binnen te smokkelen. Zij werden 17 juni veroordeeld, en hun schip de „Holchart", twee vrachtauto's en de boter (die bij elkaar ongeveer 50.000 gulden waard waren) werden in beslag genomen. Kapitein Sibtsen was door de rechter tot een boete van 270.000 francs (ca 175.500 gulden) veroordeeld. Voorts was hem, de matroos en twee niet- Nederlanders die bij de affaire waren betrokken door de douane, een boete van 3,1 miljoen francs (ruim 2 miljoen gulden) opgelegd, zijnde vier maal de waarde van het in beslag genomen schip, de achttien ton boter en de twee vrachtauto's. Voor dit bedrag konden zij ten hoogste een jaar worden gegijzeld. De Franse autoriteiten hebben tenslotte een regeling aanvaard; waarbij de gijzeling een einde zou nemen als een bedrag van 10.000 francs (6500 gulden) ter tafel kwam. Dit is woensdag gebeurd, waarop beide mannen om vier uur 's middags de gevangenisdeuren voor zich open zagen gaan.
|