1939-02-27: |
Soerabaijasch Handelsblad 27-02-1939: Palmolievrachtschip „ATJEH” der K.P.M. Geslaagde proefvaart in Straat Madoera.
Het voor rekening van de K. P. M. bij de Droogdok Mij. gebouwde palmolievrachtschip „Atjeh" heeft Zaterdagochtend een geslaagden proeftocht in Straat Madoera gemaakt, gedurende welken het schip officieel aan de opdrachtgeefster is overgedragen. Omstreeks 9 uur verzamelden zich talrijke genoodigden op de terreinen van de Droogdok Mij., waar het nieuwe schip, glanzend en blinkend, klaar lag om zee te kiezen. Opgemerkt werden o.a. de heeren H. L. de Vries, agent der K.P.M. alhier, als vertegenwoordiger der Directie dezer Maatschappij, J. C. Falthe Wesenhage, sub-agent der K.P.M. alhier, Walhain, Roman en Veer van den Techn. Dienst der K.P.M., de heer Verhagen, chef equipage en kapitein Vos der K. P. M., de directeur der haven Ir. Steinmetzen, Havenmeester K. Boeve, Ir. J. W. Hanrath, agent van „Werkspoor", Lloyd's surveyor J. F. Vrouwes en surveyor G. J. Cornelis van Bureau Veritas (door welk bureau het schip geclassificeerd is), P. Runia en G. Leid, technische experts van de Scheepvaart-inspectie en Ir. J. W. R Thomson, wn. administrateur der Droogdok Mij. met de ass. bedrijfsleiders H. 't Hart en A. J. Cameron.
Overdracht aan de K.P.M. Inmiddels was de „Atjeh" ter hoogte van Grissee aangekomen en werden de machines gestopt. De gasten verzamelden zich op het dek bij den mast, waar Ir. Thomson het woord nam. Spr. vertelde, dat de proeven beëindigd zijn en gebleken is, dat het schip aan de gestelde verwachtingen heeft voldaan. De „Atjeh" is grooter dan vroegere voor de KP.M. gebouwde schepen. Het ontwerp van het schip vervaardigde Ir. Schepers van de K.P.M., terwijl de machineinstallatie en die voor het laden en lossen der palmolie van Ir. Kuipers, chef van den Technischen Dienst der K.P.M. zijn. Spr. uitte woorden van dan voor het in de Droogdok Mij. gestelde vertrouwen en voor de prettige samenwerking met en medewerking van de technici van opdrachtgeefster. Op dit kleine schip (het meet 48,40 x 9,20 4.00 meters) zijn alle pijpleidingen aanwezig, die men op ieder groot motorschip aantreft, daarenboven een stoomketel met de noodige stoom-, ketelvoedings- en brandstofolieleidingen, vervolgens voor de palmolie stoomverwarmlng, afspuit- en lading-leidingen en om dit alles in klein bestek goed onder te brengen, moesten er heel wat puzzles opgelost worden. Spr. memoreerde, dat het geheele ontwerp in Ned. Indië is uitgevoerd en dat de opdracht in concurrentie met Europa werd verkregen, zoodat de „Atjeh" een getuigenis is geworden van het kunnen der Ned. Indische industrie, welk getuigenis de belofte inhoudt, dat de technische en economische grenzen van het kunnen dier industrie nog niet bereikt zijn. Spr. gewaagde van de talrijke orders, welke de Droogdok Mij. van het Gouvernement, de K.P.M. en de olieconcerns mocht ontvangen en sprak de hoop uit, dat nieuwe opdrachten de Ned. Indische scheepsbouw-industrle tot bloei mogen brengen. Spr. noodigde vervolgens den heer de Vries uit ten teeken van het aanvaarden van de „Atjeh' namens de Directie der K.P.M. de vlag der Droogdok Mij. te strijken en die der K.P.M. te hijschen, hetgeen de heer de Vries onder net applaus der aanwezigen deed. Fier en breeduit wapperde de bekende vlag met den kroon in den Westerbries. De agent der K.P.M. te Soerabaja herhaalde de woorden van den vorigen spreker, n.l. dat het hljschen van de K.P.M.-vlag het symbool vormt van de overdracht. Het was spr. een behoefte den heer Thomson en zijn staf dank te zeggen voor de aangename samenwerking. Spr. vertelde, dat het schip reeds een dag later met een lading rijst naar Priok zou gaan en vandaar, gevuld met kunstmest naar Telok Soesoh op Sumatra's Westkust, waar het dan in de buurt van de palmolieterrelnen zal blijven varen. Spr. eindigde met de verwachting uit te spreken, dat de „Atjeh" een succes voor beide maatschappijen moge worden. Nadat er een dronk champagne gewijd was aan deze heuglijke gebeurtenls, werd de steven weer naar de haven gewend, welke tocht in ean uiterst genoeglijke stemming volbracht werd.
Uit de Indische Courant van 27 februari 1939 (alleen de technische gegevens)Midscheeps treft men de pompkamer, voorzien van een stoomlenspomp en een palmoliepomp, met een capaciteit van 50 ton per uur. Het aantal ingebouwde tanks bedraagt acht. Dan zijn daar nog de z.g. verwarmingsserpentijnen voor de verwarming van palmolie, die in kouden staat niet verpompt kan worden, en een aantal schoonspuitleidingen. Voor en achter de tanks is laadruimte aanwezig. Boven elke laadruimte staan twee tweetons laadboomen, gedreven door electrische winches. Lengte tusschen de loodlijnen: 48.40 meter. Lengte over alles: 51.90 meter. Breedte: 9.20 meter. Holte: 4 meter. Diepgang: 3.60 meter. Draagvermogen: 570 ton. Inhoud tanks: 320 ton. Ruiminhoud 17.000 kub. feet. Snelheid tijdens proeftocht: 10.4 knoop. Vermogen: 350 As P.K. Bunker-capaciteit: 30 ton dieselolie. Alle hutten en verblijven zijn muskietvrij. De hoofdmachine is een zescylinder, 4-tact diesel „Werkspoor"-motor, type T. M. S. 306, met een vermogen van 350 As P.K. Door den hoofdmotor worden direct aangedreven een koelwaterpomp, een smeeroliepomp, een lenspomp en een luchtcompressor. De motor zelf weegt 19.000 kilogram. De schroef is vervaardigd van mangaanbrons en voorzien van 2 dieseldynamo-agregaten. Alle motoren worden met zoetwater gekoeld. Het stoombedrijf bestaat uit een verticale Cochron-ketel, gestookt met dieselolie, onder een stoomdruk van 125 pond per vierkante inch. De ankerspil heeft een vermogen van 12 P.K. |