Inloggen
TEGRI - ID 6431


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1938
Classification Register: British Corporation Register of Shipping and Aircraft (BC)
Nat. Official Number: 1872 Z GRON 1938
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: Two masts
Rig: 2 derricks.
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Scheepswerf J.J. Pattje & Zonen, Waterhuizen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 174
Launch Date: 1938-09-22
Delivery Date: 1938-11-03
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, Appingedam, Groningen, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 3
Power: 195
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Brons Type T nr. 5719 (230x350)
Speed in knots: 8.5
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 279.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 127.00 Net tonnage
Deadweight: 340.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 18000 Cubic Feet
Bale: 17000 Cubic Feet
 
Length 1: 39.60 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 37.95 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 7.04 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.13 Meters Depth, moulded
Draught: 2.53 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1938-11-03 TEGRI
Manager: Teunis Eeftingh Kzn., Gasselternijveen, Drenthe, Netherlands
Eigenaar: Teunis Eeftingh Kzn., Gasselternijveen, Drenthe, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Gasselternijveen / Netherlands
Callsign: PHWW

Ship Events Data

1938-09-24: Utrechts Volksblad 24-09-1938: Scheepsbouwnieuws. Het op de Scheepswerf Waterhuizen van J. Pattje te Waterhuizen, voor kapitein T. Eeftingh te Gasselternijveen gebouwde m.s. „TEGRI" is met goed gevolg te water gelaten. Het schip meet 340 ton d.w. en wordt voorzien van een Bronsmotor, met een capaciteit van 195 P.K.
1938-11-02: Op 02-11-1938 als TEGRI, zijnde een motorvrachtschip, groot 791.05 m3 bruto inhoud volgens meetbrief 's Gravenhage d.d. 28-10-1938 no. 5818, liggende te Waterhuizen, door J. Frik, scheepsmeter te Groningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1872 Z GRON 1938 op het achterschip aan SB zijde in achterkant dekhuis.
1938-11-04: NvhN 04-11-1938: Delfzijl, Onder groote belangstelling vond op de Eems de goed geslaagde proefvaarf plaats van het nieuwe m.s. TEGRI. Dit schip werd gebouwd op de scheepswerf "Waterhuizen" van den heer J. Pattje te Waterhuizen voor rekening van kapt. T. Eeftingh te Gasselternijveen onder klasse British Corporation en Scheepvaart-Inspectie, voor de groote kustvaart. Het schip is van het gladdek type met twee stalen masten en met twee stalen laadboomen voor lasten van twee ton. Bij elke mast is een motorlier geplaatst, die aangedreven wordt door een Lister motor van 8 p.k. Het complete hijschgerel werd geleverd met een certificaat van de Inspectie van Havenarbeid. De afmetingen van het schip zijn als volgt lengte over de loodliinen 38.80 M., breedte op het spant 7.M. en holte in de zijde 2.90 M Het heeft een d.w. van 340 ton en het meet bruto 279 en netto 127 Reg. ton. In de motorkamer is voor de voortstuwing een tweetact Brons motor van 195 p.k. geplaatst, waarmede het schip in ballast toestand een snelheid van ruim 9 mijl behaalde. Verder staat hier een Lister motor van 8 p.k. als hulpmotor opgesteld voor het aandrijven van de pompen en de dynamo. De verlichting is geheel electrisch. Het schip is verder gerieflijk en naar de eischen des tijds ingericht en het voldeed ruim aan alle gestelde eischen, zoodat na de proefvaart de overdracht plaats vond.
1938-11-24: Tijdens een reis van Danzig naar Toppila met een lading kunstmest aan de grond gelopen. Nadat er 25 ton van de lading overboord was gezet kwam het schip op eigen kracht weer vrij. Later met sleepboothulp naar Toppila gebracht. Het bleek een roerdefect te zijn. De Eemsbode: 11.1938: Het m.s. 'TEGRI', kapitein Eefting, dat bij Uleaborg op het eiland Karlo tijdens slecht weer op de stenen geraakte, kon op eigen kracht vlot komen en is in Uleaborg binnengelopen.
1938-11-24: Algemeen Handelsblad 25-11-1938: TEGRI. (Londen, 24 Nov.) Volgens een telegram uit Oulu, is het Nederlandsche motorschip „TEGRI" ter hoogte van het eiland Karlo gestrand. Omtrent schade is niets bekend. Wegens het zeer stormachtige weer is het onmogelijk assistentie te verleenen.
(Het motorschip „Tegri" weet 330 ton d.w. en werd gebouwd door de Scheepswerf Pattje te Waterhuizen voor rekening van den kapitein/eigenaar T. Eeftingh te Gesselternyveen. — Red.)
(Londen, 25 Nov.) Na een deel van de lading te hebben geworpen, is het motorschip „Tegri" vlotgekomen. Het schip heeft roerschade en wordt naar zyn bestemming gesleept.
Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart in zake de stranding van het motorschip " TEGRI " in het vaarwater naar Uleaborg. Op 24 November 1938 is het motorschip Tegri in het vaarwater naar Uleaborg aan de grond gelopen. In overeenstemmimg met het voorstel van den inspecteurgeneraal voor de Scheepvaart besliste een commissie uit den Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij artikel 29 den Schepenwet, dat de Raad een onderzoek naar de oorzaak van deze stranding zou instellen. Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 10 Februari 1939 in tegenwoordigheid van den inspecteur generaal voor de Scheepvaart. De Raad nam kennis van de stukken van het voorlopig onderzoek der scheepvaartinspectie en hoorde als getuige Teunis Eeftingh, kapitein op de TEGRI ten tijde van het ongeval. Uit de verklaringen en bescheiden is den Raad het volgende gebleken: De TEGRI is een Nederlandsch motorschip metende 279,24 bruto 127.09 netto registerton, roepnaam PHWW eigendom van den kapitein Teunis Eeftingh te Gasselternijveen. Het schip was op reis van Danzig naar Toppila bij Uleaborg met een lading kunstmest, diepgang voor 8 voet 6 duim, achter 8 voet 8 duim. De bemanning bestond uit zes personen. Vier en twintig November 1938 bevond het schip zich in de nabijheid van het eiland Karlö, waar men het van 2.30 tot 4.30 uur ’s morgens gaande hield, vergeefs met de Morse-lamp om een loods seinende. Het was stormweer, wind zuidwest kracht 8-10 heldere lucht hooge zee. Daarop is verder naar binnen gevaren. Daar zag de kapitein een vaartuig liggen, dat hij voor de loodsboot hield. Met de Morse-seinen kreeg men omstreeks te 5.15 uur ’s morgens verbinding. Het vaartuig stoomde de Tegri op een afstand 500 a 700 m, gelijk de kapitein schatte, voor terwijl het met den schijnwerper aanwijzingen gaf-onderscheidenlijk 1 en 2 korte schitteringen, wanneer de Tegri s.b en wanneer zij b.b roer moest geven. Op een gegeven moment, toen men zich reeds gedurende ongeveer vijf minuten in de lichtenlijn van Santonen bevond, werd aldus geseind om bakboord uit te gaan. De Tegri volgde de aanwijzing op. Het vaartuig dat men volgde kwam aan stuurboord, de Tegri liep te 6.15 uur met een schok O.t. Z voorliggende aan de grond en bleef zitten in peiling Santoeenkari ¾ Z p,k ompas. Men riep de vermeende loodsboot aan; deze bleef liggen; doch geraakte door regen en sneeuw uit het gezicht. Toen het omstreeks te 8 uur opklaarde, was het vaartuig verdwenen. Omstreeks te 5 uur 'smiddags kwamen eenige sleepboten in de nabijheid, die een loods meebrachten. Ongeveer te 6 uur kwam de Tegri evenwel op eigen kracht vlot, nadat circa 25 ton was geworpen onder aanwijzing van den loods werd de reis voortgezet. Het roerr was echter defect, zodat ten slotte toch sleepboothulp moest worden aangenomen. Te Toppila zijn voorlopige herstellingen uitgevoerd. De kapitein verklaarde nog, dat hij van de autoriteten van het loodswezen te Toppila had vernomen dat het vaartuig, dat hij voor de loodsboot had aangenomen, dit onmogelijk kan zijn geweest, daar de loodsboot dien morgen tot 9 uur ten reede had gelegen, en voorts dat het de tweede reis was dat hij als kapitein maakte; dat de eerste reis naar Koningsbergen was geweest; dat hij daarvoor vier jaren als stuurman en daarvoor vier jaren als matroos had gevaren; dat hij thans 23 jaar oud is. De Inspecteur generaal voor de scheepvaart heeft aangevoerd; dat de onderhavige stranding gemakkelijk is te verklaren; dat de kapitein met slecht weer zonder loods naar binnen is gegaan, meende, dat het schip dat hem voorstoomde een loodsboot was: dat het echter geen loodsboot, doch een particulier vaartuig moet zijn geweest. Dat de afstand tussen de Tegri en het voorstomende vaartuig veel te groot was en de kapitein zich niet heeft gerealiseerd, dat in een vaarwater als het onderhevige op zulk een afstand geen duidelijke aanwijzigingen kunnen worden gegeven, terwijl hij zich ook op de kaart er van had kunnen overtuigen, dat hij niet bakboord uit mocht gaan, toen hij zulks op aanwijzing van den voorstomer deed; dat overigens goed vertrouwen van dezen kapitein wel aannemelijk is, al had hij wel kunnen bedenken, dat een loodsboot in het onderhavige vaarwater nimmer op zulk een afstand zal voorstoomen. De Raad is van oordeel, dat deze stranding aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden is te wijten, waarbij echter ook moet worden aangenomen, dat de jeudige onervarenheid van den 28 jarige kapitein hem parten heeft gespeeld. De Raad kan zich volkomen indenken in den toestand van dezen jeudigen kapitein en acht het begrijpelijk en aannemelijk, dat, hij meenende met een loodsboot te doen te hebben aanvangkelijk de aanwijzingen van het voorstoomend vaartuig heeft opgevolgd. Aanvangkelijk, immers bij eenig nadenken hadden ook punten van twijfel bij hem moeten opkomen. Vooreerst had hij uit het feit, dat bedoeld schip in dit vaarwater op zulk een grooten afstand voortoomde tot de conclusie moeten komen,dat het schip geen loodsboot kon zijn.Ook de lichten welke het vaartuig voerde,hadden hem op zijn minst moeten doen twijfelen. Daarbij komt dat hij orders ontving om bakboord uit te gaan op een oogenblik dat dit volgens de kaart in het geheel niet moest gebeuren.Toen de kapitein daarop werd gewezen, antwoordde hij uit het sein van de zoo genaamde loodsboot om bakboord uit te gaan, opmaakte dat er in het vaarwater het een of andere obstakel was. De Raad spreekt de verwachting uit, dat de kapitein uit het voorgevallene het noodige zal hebben geleerd.
1938-12-16: 1938-16-dec Passeerde Brunsbuttel op reis van Hernosand naar Groningen. 1938-17-dec Aangekomen te Delfzijl. 1939-18-feb Op weg naar Odense. 1939-03-mrt Liggende te Antwerpen. 1939-10-mrt Vertrokken uit Antwerpen naar Gothenburg. 1939-19-apr Onderweg naar Hamburg. 1939-20-apr Aangekomen te Hamburg. 1939-27-apr Te Danzig. 1939-13-mei Vertrokken uit IJmuiden naar Antwerpen. 1939-17-mei Vertrokken Antwerpen via Vlissingen naar Visby. 1939-22-mei Aangekomen te Visby. 1939-05-jun Passeerde Kiel-Holtenau. 1939-20-jun Vertrokken uit Koningsbergen naar Trangsund. 1939-28-jun Vertrokken van Trangsund naar Groningen. 1939-07-jul Vertrokken uit Groningen naar Emden. 1939-27-jul Passeerde Brunsbuttel. 1939-28-jul Aangekomen te Delfzijl vanaf Pitea en doorvaart naar Groningen. 1939-28-jul Aangekomen te Groningen. 1939-08-aug Passeerde Kiel Holtenau. 1939-10-aug Passeerde Pillau. 1939-12-aug Van Koningsberg naar Gdynia. 1939-20-aug Te Hernosand. 1939-22-aug Vertrokken van Hernosand naar Sandvik.
1939-09-25: Final Fate:
Van Gotenburg vertrokken naar Groningen met een lading van 40 ton ontplofbare stoffen en 170 ton gewone lading en daarna vermist. De zeven bemanningsleden kwamen om. Vermoedelijk op een mijn gelopen. Een kist van de lading is aangespoeld bij Esbjerg.
Het Vaderland 10.10.1939: In IJmuiden heerst enige ongerustheid over het Nederlandse motorschip 'TEGRI'. Het schip was op 23 september van Otterbäcken naar Buitenhuizen vertrokken, waar het het ongeveer zes dagen later verwacht werd, doch tot nu toe is nog niets vernomen. Men heeft de hoop, dat het schip door de oorlogvoerenden is opgebracht. Het schip behoort aan de eigenaar/kapitein T. Eeftingh te Gasselternijveen; het meet bruto 279 en netto 127 ton; gebouwd in 1938 bij de Scheepswerf J.J. Pattje te Waterhuizen. Aan boord waren: Kapitein Teunis Eeftingh (24) uit Gasselternijveen, Stuurman Jacob Hulshof (24) uit Gasselternijveen, Machinist I. Sevinga (24) uit Groningen, Kok J.H. Goos (44) uit Rotterdam, Matroos Th.J.J. Henskens (22) uit 's Hertogenbosch, Lichtmatroos I. Bos (25) uit Zwolle en Lichtmatroos C.H. Brouwer (22) uit Den Haag.
1939-10-10: Eemsbode 10-10-1939: Waar is de TEGRI. Het schip reeds twaalf dagen over tijd. Men verkeerd op het ogenblik in ernstige ongerustheid over het lot van het ms “Tegri “, kapitein eigenaar T. Eetingh, welk schip sinds 25 September onderweg is met een lading ontplofbare stoffen van Otterbäcken bestemd voor Amsterdam en waarvan men nog niets weer heeft gehoord. De reisduur is normaal plm. die dagen zoodat de “Tegri “momenteel ruim twaalf dagen over tijd is. Het schip werd in 1938 gebouwd bij de scheepswerf Pattje te Waterhuizen, onder klasse Brit. Corp., en is voorzien van een 195 PK Werkspoor motor. Aan boord bevonden zich behalve kapitein Eeftingh van Gasselternijveen zes personen.
1939-10-13: Het Vaderland 13-10-1939: Motorschip TEGRI nog steeds vermist. Nog steeds is niets vernomen omtrent de positie van het Nederlandsche motorschip Tegri, eigenaar kapitein T. Eeftingh, te Gasselternijeveen. Het betrekkelijk nog nieuwe schip moest tegen 28 September met een lading ontplofbare stoffen van Gothenburg in de Kruithaven bij Buitenhuizen aan het Noordzeekanaal arriveren. De kans, dat het naar een vreemde haven werd opgebracht voor onderzoek of in een baai beschutting heeft gezocht wordt steeds geringer geacht omdat tot dusver nog geen enkel bericht hieromtrent is ontvangen.
1939-10-17: De Telegraaf 17-11-1939: „TEGRI” bij Fanö vergaan. Amsterdam, 17 Nov. — Uit Esbjerg wordt gemeld, dat op het eiland Fanö een groote kist met springstoffen is aangespoeld, welke zoodanig waren verpakt, dat ze tot de lading van een schip moeten hebben behoord. Men acht het niet uitgesloten, dat deze kist afkomstig is van de sedert eind September van dit jaar vermiste Nederlandsche motorboot „Tegri" uit Gasselternijveen.
1939-10-26: De Indische Courant 27-10-1939: Ongerustheid over het lot van 2 vrachtschepen. De „TEGRI" als verloren beschouwd. Delfzijl, 26 Oct. (Aneta A.N.P.). Het 25 September uit Gothenburg naar Amsterdam vertrokken schip “Tegri", waarvan tot nu toe niets meer werd gehoord, wordt thans als verloren beschouwd. De „Tegri" was afkomstig van het Gasselternijeveen, en was o.a. geladen met ammunitie. De bemanning bestond uit 7 koppen. Voorts heerscht ongerustheid over het m.s. „Safe", dat 14 dagen geleden uit Riga is vertrokken, op weg naar Antwerpen. Tot dusver werd van dit schip nog geen bericht ontvangen.
1939-11-11: Het Volksdagblad 11-11-1939: De eerste 14 Nederlandse slachtoffers van de oorlog. Twee schepen verdwenen! Behandeling voor de Raad van Scheepvaart „Man- en muiszaken”. Amsterdam, 10 Nov. —Voor de eerste maal sedert het uitbreken van de oorlog heeft de voorzitter van de Raad voor de Scheepvaart bij de aanvang van de hedenmorgen gehouden zitting, die gewijd was aan 't verdwijnen van de motorschepen „Tegri" en „Safe", in September en October j.l. enige woorden over de eerste slachtoffers in Nederland van de imperialistische oorlog gesproken. Het betreft hier de eerste schepen — zo zeide prof. mr. B. M. Taverne — die in deze oorlog met man en muis zijn vergaan, zoals de zeemansuitdrukking luidt.
De „Tegri” had 40 ton ontplofbare stoffen aan boord; de „Safe" heeft nimmer een Deense haven aangedaan. Tijdens de vorige oorlog heeft de Raad herhaaldelijk zogenaamde „man-en-muis"-zaken behandeld, die toen vooral vaak vissersschepen betroffen. Omdat het de eerste keer is, wil spreker hier een herdenkingswoord aan de slachtoffers wijden, wat hij uiteraard bij volgende gelegenheden niet telkens zal herhalen. Spreker brengt hulde aan de mannen, die slachtoffer werden van hun plicht en spreekt deernis uit met de nagelaten betrekkingen. Het zijn de bemanning van de ,Tegri": schipper Teunis Eeftingh, stuurman J. Hulshof, machinist J. Seringa, de kok J H. Goos, matroos Th. J. J. Henskens en de' lichtmatrozen I. Bos en C. H. Brouwer en de bemanning van de „Safe": schipper Jacob Salomons, stuurman L. Wybrands, eerste machinist G. E. Heynsdijk, tweede machinist L. F. Jetzes, matroos F. J. A. Brinkmans, lichtmatroos J. Lareida en kok H. Merkus. Gehoord werd in de eerste plaats de Groningse scheepsmakelaar J. Sanders, makelaar van de „Tegri" welk schip op 18 September in ballast van Delfzijl naar Gothenburg was vertrokken, waar het op 21 September aankwam. Op 25 September vertrok het schip naar Amsterdam, met 40 ton ontplofbare stoffen met Nederlandse bestemming en 130 ton andere goederen. Niets meer vernomen van de „Tegri". Na het vertrek uit Gothenburg heeft men niets meer van het schip vernomen. De makelaar heeft zich in verbinding gesteld met Buitenlandse Zaken en zelfs met de gezantschappen te Londen en Berlijn maar alles zonder resultaat. Op gelijke wijze is het Groningse m.s. „Safe" verdwenen zonder dat ooit een spoor er van is teruggevonden. Dit schip verliet op 7 October Antwerpen met een lading stukgoederen voor Riga. De cargadoor, J. J. Onnes, die vanmorgen gehoord werd, deelde mede, dat hij, toer hij op 18 October nog niets van het schip vernomen had. zich telegrafisch in verbinding had gesteld met verschillende zijner Scandinavische agenten, doch de „Safe" had nooit een Deense haven, noch het Deense spergebied bereikt. Het schip was zo goed als nieuw, doch had reeds vier reizen gemaakt, zodat omtrent de zeewaardigheid geen twijfel kon bestaan, terwijl getuige de schipper reeds jaren kende als een bekwaam en voorzichtig zeeman. Het verdwijnen van de beide schepen moet dan ook vrijwel zeker als gevolg van de huidige oorlogstoestand en de daaraan verbonden gevaren voor de scheepvaart worden beschouwd. De Raad zal later uitspraak doen.
1939-11-13: De Graafschapbode 13-11-1939: Droeve gevolgen van den oorlogstoestand. Twee Nederlandsche motorschepen verdwenen. Voor de eerste maal sedert het uitbreken van den oorlog heeft de Voorzitter van den Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam woorden gewijd aan het verdwijnen van de motorschepen „Tegri" en „Safe", in September en October j.l. Spreker bracht hulde aan de mannen, die slachtoffer werden van hun plicht en sprak deernis uit met de nagelaten betrekkingen. Het zijn de bemanning van de „Tegri": schipper Teunis Eeftingh, stuurman J. Hulshof, machinist J. Seringa. de kok J. H. Goos, matroos Th. J. J. Henskens en de lichtmatrozen I. Bos en C. H. Brouwer, en de bemanning van de „Safe": schipper Jacob Salamons, stuurman L. Wybrandsen, eerste machinist G. E. Heynsdyk, tweede machinist L. F. Jetzes, matroos F. J. A. Brinkmans, lichtmatroos J. Lareida en kok H. Merkus. Op 25 September vertrok de „Tegri" uit Gothenburg naar Amsterdam, met 40 ton ontplofbare stoffen met Nederlandsche bestemming en 130 ton andere stukgoederen. Na het vertrek uit Gothenburg heeft men niets meer van het schip vernomen. Op gelijke wijze is het Groningsche motorschip „Safe" verdwenen zonder dat ooit een spoor er van is teruggevonden. Dit schip verliet op 7 October Antwerpen met een lading stukgoederen voor Riga.Het verdwenen van de beide schepen moet dan ook vrijwel zeker als gevolg van den huidigen oorlogstoestand en de daaraan verbonden gevaren voor de scheepvaart worden beschouwd.
1939-12-02: De Banier 02-12-1939. Het verloren gaan van de „TEGRI” en de „Safe”. De raad voor de scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake het vermoedelijk verloren gaan van de Groninger kustvaartuigen „Tegri" en de „Safe". De „Tegri" wordt, zooals men weet gedurende de reis van Gotenborg naar Nederland na 25 September j.l. vermist en de „Safe" na het vertrek op 8 October van Vlissingen naar Riga.
De „Tegri”. De raad is van oordeel, dat het gehouden onderzoek helaas tot geen andere conclusie kan voeren dan dat het in 1938 gebouwde motorschip „Tegri" met man en muis is vergaan. Het is niet gebleken, dat eenig gebrek aan het schip kleefde wat inrichting, uitrusting of belading betreft, noch ook, dat iets is nagelaten om den kapitein op de hoogte te doen zijn van hetgeen hij noodig had te weten. Van schip, opvarenden of lading is tot nog toe geen spoor gevonden. Wel zijn in de dagbladen berichten verschenen omtrent het aanspoelen van een kist, welke van de lading van het motorschip „Tegri" afkomstig zou zijn, doch een ingesteld onderzoek heeft aan het licht gebracht, dat bedoelde kist niet tot de lading van genoemd motorschip heeft behoord.
De „Safe”. Aangaande de „Safe" is de raad van oordeel, dat het gehouden onderzoek helaas geen andere conclusie kan voeren dan dat het dit jaar gebouwde motorschip met man en muis is vergaan. Het is niet gebleken, dat eenig gebrek aan het schip kleefde wat inrichting, uitrusting of belading betreft, noch ook, dat iets is nagelaten om den kapitein op de hoogte te doen zijn van hetgeen hij noodig had te weten. Van schip, opvarenden of lading is tot nog toe geen spoor gevonden.

Afbeeldingen


Omschrijving: Proefvaart en oplevering 'Tegri' op 21 sept. 1938.
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Foto Schepel, Delfzijl
Onderwerp: Proefvaart

Omschrijving: De Tegri op het Eemskanaal in Groningen - foto omstreeks 1938-1939
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Tegri 1938
Collectie: Grootenboer, Ton
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Tegri 1938
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

 

NNO 011239
Het verloren gaan van de TEGRI en de SAFE - Uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam heeft heden uitspraak gedaan inzake het vermoedelijk verloren gaan van de kustvaartuigen TEGRI en SAFE, beiden uit Gasselternijveen. De TEGRI wordt, zoals men weet, gedurende de reis van Gotenburg naar Nederland na 25 september jl. vermist en de SAFE na het vertrek op 8 oktober van Vlissingen naar Riga. De Raad is van oordeel, dat het gehouden onderzoek helaas tot geen andere conclusie kan voeren dan dat het in 1938 gebouwde m.s. TEGRI en het dit jaar gebouwde m.s. SAFE met man en muis zijn vergaan. Het Is niet gebleken, dat enig gebrek aan de schepen kleefde wat inrichting, uitrusting of belading betreft, noch ook, dat iets Is nagelaten om de kapiteins op de hoogte te doen zijn van hetgeen zij nodig hadden te weten. Van de schepen, opvarenden of ladingen Is tot nog toe geen spoor gevonden.