AH 100125
Scheepsbouw. Voor rekening van de Halcyon Lijn te Rotterdam is 6 dezer te Flensburg met goed gevolg te water gelaten het stoomschip STAD VLAARDINGEN.
RN 300425
Het nieuwe stoomschip STAD VLAARDINGEN van de de Halcyon Lijn alhier, ligt thans te Hamburg in lading voor Zuid-Amerika. De STAD VLAARDINGEN is op de werf van de Flensburger Schiffsbau-Gesellschaft A.G. gebouwd, heeft een draagvermogen van 9.700 ton en een triple-expansie machine van 3.600 ipk, welke het schip een gemiddelde snelheid geven van 12 zeemijlen. Het schip zal vermoedelijk 2 mei de eerste reis naar Zuid-Amerika aanvaarden.
NRC 080525
Vlaardingen, 8 mei. Gisteren heeft de directie van de Halcyon-Lijn het gemeentebestuur van Vlaardingen en de heren Van Beek, gemeentesecretaris, Van Belkum, havenmeester, Van den Hout, commissaris van politie, Sneep; directeur van de gemeentelijke licht- en waterbedrijven, en de inspecteur van de directe belastingen, per sleepboot Vlaardingen van het Westelijk hoofd afgehaald, ter bezichtiging van het nieuwe stoomschip STAD VLAARDINGEN. Bij deze gelegenheid werd door het gemeentebestuur de standaardvlag, in de Vlaardingse kleuren, met een toespraak van wethouder De Haan, locoburgemeester, aangeboden, waarbij de beste wensen voor Maatschappij en schip werden geuit. Te voren hadden de genodigden het gehele schip bezichtigd, daarbij voorgelicht door de oudste gezagvoerder van de Maatschappij, de heer Wyrdeman. De STAD VLAARDINGEN heeft een laadvermogen van ruim 9.500 ton en ligt thans in lading. Morgen zal zij onder commando van kapitein Goemans de reis naar Buenos Aires ondernemen.
NRC 201129
Vier Nederlandse zeelieden in een storm omgekomen.
Bij de directie van de Halcyon Lijn is bericht binnengekomen, dat van het stoomschip Stad Vlaardingen bij een hevige storm in de omgeving van Sidney (Brits-Canada), vier leden van de bemanning zijn overboord geslagen en verdronken.
De slachtoffers zijn: J. Hofman, bootsman te Maassluis, J. van der Haven, matroos te Rotterdam, A. Notmeyer, matroos te Vlaardingen. en A. Karsten. matroos zonder gage te Rotterdam.
AH 241129
Zeelieden verdronken. Op de Atlantische Oceaan.
Omtrent het verdrinken van vier opvarenden van het schip Stad Vlaardingen van de Halcyon-Lijn, waarvan wij reeds enige dagen geleden melding maakten, bericht Reuter de volgende bijzonderheden: Bij aankomst te Sydney (Br. N. Amerika) heeft de gezagvoerder van de Stad Vlaardingen, de heer Wyrdeman in zijn scheepsverklaring meegedeeld, dat de bootsman en drie matrozen door een geweldige vloedgolf op de Atlantische Oceaan overboord zijn geslagen en verdronken in de namiddag van 17 nov. jl. Een vierde die gewond werd, is naar het ziekenhuis te Sydney overgebracht. De Stad Vlaardingen, die in Nederland zee had gekozen, kwam in een orkaan terecht, die een enorme golfslag veroorzaakte, waardoor de ploeg van de bemanning, die opdracht had gekregen, schade te herstellen, die het schip bij een vorige stortzee had opgelopen, over boord sloeg. De officieren op de brug van het schip dachten niet anders, of de Stad Vlaardingen zou een prooi worden van de woedende golven; het schip kwam echter geleidelijk weer boven water en kon zijn tocht voortzetten. De gekwetste zeeman werd bedolven onder een deel van de tuigage, dat door de storm werd afgeslagen, hetgeen hem ervoor behoedde, eveneens van boord te worden gespoeld. Daar het ongeval op 17 november plaats vond, houdt het noodweer, dat Stad Vlaardingen teisterde, hoogstwaarschijnlijk geen verband met de laatstleden opgetreden aard- en zeebeving.
AH 111229
Een noodlottige reis. Vier mensen verdronken.
Vanmiddag omstreeks 12 uur is in de Vulkaanhaven te Vlaardingen het stoomschip Stad Vlaardingen van de Halycon Lijn aangekomen. Onmiddellijk na aankomst heeft kapt. J.R. Wyrdeman over zijn noodlottige reis het volgende meegedeeld:
Op 5 november zijn we met ijzererts van Narvik naar Sydney (C.B.) gegaan. We hadden steeds slecht weer gedurende de uitreis; slechts enkele dagen was het goed. Zaterdag 16 november kregen wij vliegend stormweer. Van vier luiken van ruim III sloeg de presenning op naar bakboordzij. We hebben de presenning daarna vastgespijkerd, en in de nacht van 16 op 17 november in de buurt van Belle Isle werd het weer zó slecht, dat wij zijn bijgedraaid met de kop op zee. De machine maakte zoveel slagen, dat het schip bestuurbaar werd, maar we hadden geen vaart. Zondagmiddag te omstreeks vijf uur sloeg een overkomende zee de planken weg. Ik zat juist beneden en de stuurman liet mij roepen. Zodra ik bovenkwam, zag ik, dat de stuurman met vijf man aan het werk was. Op de brug staande, zag ik een zee opkomen en dwars van luik III overkrullen. Ik riep nog: „Kijk uit, jongens", maar op hetzelfde ogenblik sloeg de golf over dek. Hij trof de weglopende mannen in de rug; één van hen wist tussen de winches weg te komen en hij werd gered. Ik zag, hoe de vier anderen tegen de railing werden geslagen, en daarna heb ik ze niet weer teruggezien. Ik heb onmiddellijk de machine laten stoppen, de reddinggordel over boord gezet, een Holmes-licht over boord gezet. We hebben aan dek en in de ruimen gezocht, maar we konden ze niet terugvinden. Het uitzetten van een boot zou moordenaarswerk zijn geweest. We hebben aan alle schepen in de buurt geseind maar het heeft geen resultaat opgeleverd. Ik geloof, dat de mannen tegen de railing bewusteloos zijn geslagen; en bovendien was het water beneden nul, zodat ze ook daar wel spoedig bezweken zullen zijn.
Ik heb in mijn dertigjarige ervaring nog nooit zo'n zee meegemaakt en ook op de terugweg hebben we weer met stormen te kampen gehad. Tweemaal moesten we bijdraaien, omdat we de zee twee streken achterlijker dan dwars hadden. Alles ging voor de wind. Voortdurend hoorden we S.O.S.-seinen, zodat van eigen telegrammen verzenden niets kon komen. Iets bijzonders is er op de thuisreis niet gebeurd.
(opm: De omgekomen zeelieden zijn: De 32-jarige bootsman J. Hofman, getrouwd, 1 kind, uit Maassluis; de 25-jarige matroos J. v. d. Haven, getrouwd, 1 kind, uit Rotterdam; de 19-jarige A. Votmeijer en de 16-jarige H. Karstens, beiden matroos uit Vlaardingen.)