1952-12-16: |
Final Fate: Onderweg met een lading van 295 ton stalen platen van Middlesbrough naar Gothenburg, in slecht weer in de Noordzee gezonken in pos. 56.12.N. - 03.46.O. De oorzaak was waarschijnlijk het schuiven van de lading. De bemanning ging in de scheepsboot en werd gered door het Zweedse s.s. 'Laponia'.
NvhN 17-12-1952: SPICA in Noordzee gezonken. Lading ging werken. Gistermiddag omstreeks vier uur is de Groninger coaster Spica, die met een lading plaatijzer op weg was van Middlesbrough naar Gothenburg in de Noordzee gezonken. De oorzaak van deze scheepsramp is het werken van de lading. De uit zes koppen bestaande bemanning van de 247 brt metende coaster kon het schip verlaten en in de reddingboot gaan. Vanmorgen om twintig voor negen werden de mannen opgepikt door het Zweedse schip Laponia, dat hen meeneemt naar Kopenhagen. De Spica, die in 1939 werd gebouwd, was het eigendom van de heer J. Hoving te Groningen. Kapitein was de heer H. Vos. De overige leden waren: stuurman H. Hoven uit Sappemeer, machinest W. Timmer uit Schoonoord, kok H. J. Olinga** uit Losdorp, matroos W. Winkel uit Kolham en matroos onder de gage A. Visscher uit Den Helder. De Spica zonk op 56.12 graden Noorderbreedte, 3.40 graden Oosterlengte. De reddingboot, die nu nog drijvende is, werd gevonden op 56.10 N.B. 3.06 O.L. (**Note: kok H. J. Olinga uit Losdorp is een volle neef van Frits Olinga.)
De Heerenveensche Koerier 20-12-1952: Het vergaan van de Spica. Zes Nederlandse zeelieden die deel hebben uitgemaakt van de bemanning van het Nederlandse motorschip Spica, dat Dinsdag plotseling is vergaan, zijn Donderdagavond met het Zweedse schip Laponia in Kopenhagen aangekomen. Enkele stalen platen van de Spica werden door de woeste zee ingedrukt en de bemanning had nauwelijks tijd om in de boten te springen. Na 15 uur te hebben rondgedobberd in de hevige storm ontdekte de Laponia de schipbreukelingen, die voortdurend vuurpijlen afschoten. Vrijdagmiddag zijn de Nederlanders met een vliegtuig naar Nederland vertrokken.
NvhN 20-12-1952: Met het vliegtuig uit Gothenburg arriveerde gisteravond op Schiphol de bemanning van de Groninger kustvaarder Spica, die, nadat het schip door werking in de lading was gezonken, vijftien uren in een open sloep in hevige storm heeft rondgedobberd en toen door het Zweedse schip Laponia werd gered.
NvhN 22-12-1952: Reddingboot van de Spica gevonden. De Franse trawler Cap Bajador heeft Zaterdag in de Noordzee, halverwege Noorwegen en Nederland, een reddingboot van de Spica gevonden. De Spica, een kustvaarder uit Groningen, is, zoals bekend, Dinsdag gezonken. De bemanning is toen door een Zweeds schip gered. In de reddingboot bleken de jas van de kok H. J. Olinga uit Losdorp en twee Nederlandse vlaggen te zijn achtergebleven.
Het Vrije Volk 29-01-1953: Platen niet zorgvuldig geladen? „Spica" zonk doordat lading ging schuiven. (Van een onzer verslaggevers) De Groningse kustvaarder „SPICA" zonk op 15 December midden op de Noordzee. Binnen twee uur zakte de coaster in de diepte en de zes leden van de bemanning konden zich ternauwernood in de reddingsloep in veiligheid brengen. De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam heeft zich vanmorgen langdurig met deze scheepsramp bezig gehouden. De inspecteur-generaal van de Scheepvaart zei in zijn conclusie, dat de „Spica" lek geslagen moet zijn doordat de lading stalen platen is gaan schuiven. De „Spica", een scheepje van 250 ton, was op weg van Engeland naar Zweden. Kapitein H. Vos was de eerste, die merkte, dat er wat bijzonders aan de hand was. Uit de W.C. stroomde namelijk op 'n gegeven ogenblik water. Toen men ging onderzoeken waar dat water vandaan kwam, merkte men dat het ruim gedeeltelijk blank stond. Er werd uit alle macht gepompt, maar het hielp niets. Steeds dieper zakte de „Spica" weg en ten slotte zat er niets anders op dan van boord te gaan. Vijftien uur in sloep. Vijftien uur dobberde de sloep rond, voordat het Zweedse schip „Laponia" de mannen van de „Spica" oppikte. De coaster was toen allang onder water verdwenen. De inspecteur-generaal van de Scheepvaart, de heer J. Metz, was van mening, dat er wellicht bij het laden van de stalen platen wat meer zorgvuldigheid in acht genomen had kunnen worden. Binnenkort zal de raad schriftelijk uitspraak doen.
NvhN 29-01-1953: Het vergaan van de Spica voor de Raad voor de Scheepvaart behandeld. Wat precies de oorzaak van deze ramp is geweest, zal wel altijd een vraag blijven, aldus zei de heer J. Metz, de inspecteur-generaal voor de scheepvaart, vanmorgen tijdens het onderzoek door de Raad voor de Scheepvaart naar de oorzaak van het vergaan van het m.s. Spica. Deze Groninger kustvaarder is op 16 December van het vorige jaar midden op de Noordzee gezonken. De zes leden van de bemanning zwierven 15 uur in een sloep rond, alvorens zij door het Zweedse schip Laponia werden opgepikt. Als getuigen werden gehoord de kapitein, de stuurman (Bestman) en de machinist. Naar de mening van de kapitein is de lading, die uit stalen platen bestond, gaan schuiven en is een van deze platen met de scherpe hoek door de scheepswand gedrongen. De kapitein merkte des nachts — hij was in zijn hut — dat er water uit het toilet zijn slaapkamer binnen stroomde. Toen daarna de ruimen werden gecontroleerd, bleek, dat het binnen stromende water al ver boven de lading stond. De kapitein vertelde voorts, dat er die nacht een vrij hoge deining stond, waardoor het schip slingerde. De heer Metz zei, dat naar zijn mening helemaal niet vast staat, dat de ramp door het schuiven van de lading is veroorzaakt. Misschien zijn door de woeste bewegingen van het schip spanningen ontstaan, waardoor een der huidnaden is opengesprongen, aldus de Inspecteur- Generaal. De Raad zal schriftelijk uitspraak doen.
NvhN 10-03-1953: Het vergaan van de Spica. De Raad voor de Scheepvaart heeft de ramp met het kustvaartuig Spica, dat op 16 December 1952 op de Noordzee verging, behandeld. Hij kwam tot de conclusie, dat niet met zekerheid kan worden gezegd of een lek is ontstaan, doordat de lading stalen platen een gat in de scheepsromp heeft gestoten, dan wel of de lading door het sterke slingeren van het schip is gaan schuiven. De lading had in ieder geval beter gesjord of gestempeld kunnen zijn. De Raad sluit zich aan bij de aanbeveling van de Inspecteur voor de Scheepvaart wat betreft de zorg, die bij dergelijke ladingen in acht moet worden genomen. |