1960-11-14: |
Onderweg van Rotterdam naar Manchester met een lading van 350 ton stukgoed voor de sluis van het Manchester Ship Canal tegen een paal (lichtopstand) gevaren. Na zware slagzij gezonken aan een kleine pier buiten de sluis. In 04-1961 geborgen en gesleept naar Manchester gebracht en 12-04-1961 Constructive Total Loss verklaart. In 06-1962 verkocht aan I/S Lars Rej. Johansen & Knut A. Knutsen te Oslo,Noorwegen. In 08-1962 naar Haugesund gesleept door sleepboot ”THOR III”, samen met de opgekochte “FRESHFIELD”, die ook als wrak gekocht werd door I/S Lars Rej. Johansen & Knut A. Knutsen te Oslo. De “FRESHFIELD” is gebouwd bij N.V. IJsselwerf te Rotterdam en op 10-11-1961 gezonken na een aanvaring met de “THE LADY GWENDOLEN” 1953-1166 BRT. In 11-1962 hersteld door Brodrene Lothe AS Flytedokken te Haugesund.
De Telegraaf 15-11-1960: Ned. kustvaarder zonk: bemanning werd gered. Eigen nieuwsdienst. Manchester, maandagavond. De 13 leden van de bemanning en de vrouw van de eerste stuurman van de Nederlandse kuster „SERTAN”, stelden zich vanavond in de reddingboot in veiligheid, nadat hun schip op een pier van de Eastham sluizen aan de ingang van het Manchester kanaal was gevaren en zonk. De 499 ton metende kuster maakte na de aanvaring slagzij, doordat het water het ontstane gat binnenstroomde. De pompen werden in werking gezet, maar konden het niet aan en het schip begon langzaam te zinken. Het helde over en de brug, die nu nog boven water uitsteekt rust op de oever van het kanaal. Kapitein Johannes Vugt (30) zei later: „We probeerden het schip recht te houden, maar er kwam te veel water binnen en wij moesten haar snel verlaten. De eerste stuurman, de 20-jarlge Van Baaren uit Den Haag, verklaarde, dat de bemanning vrijwel alle bezittingen had verloren. De geredde vrouw vertelde: „Ik merkte pas, dat er iets niet in orde was, toen mijn man binnen kwam en zei dat ik mij aan moest kleden. Ik ging naar het kombuis en de kok vertelde mij dat het schip zinkende was. Duikers zullen vandaag naar beneden gaan om vastte stellen hoe ernstig de schade aan de „Sertan” is.
Het Vrije Volk 23-03-1961: Hoofdinspecteur Scheepvaart: Straf de kapitein van “SERTAN” niet. (Van, een onzer verslaggevers) „Kapitein J.W. V. van de “Sertan” kon moeilijk verwachten, dat het stoten, van zijn schip tegen een houten ducdalf bijde sluis van het Manchester Ship Canal voor zijn schip zulke ernstige gevolgen zou hebben. Wel had het op zijn weg gelegen althans een poging te doen om het schip, toen het veel water bleek te maken, in het kanaal ergens aan de grond te zetten en voor algehele ondergang te behoeden. Tot deze conclusie kwam gisteren de hoofdinspecteur voor de Scheepvaart de heer J.A.Metz, bij de behandeling door de Raad voor de Scheepvaart van het zinken van de coaster “Sertan” (490 brt.) op 14 december jl. De omstandigheden waaronder, zich de ramp afspeelde, waren echter zodanig, dat er niet kon worden gesproken van ernstige schuld van de kapitein aan het zinken van zijn schip. De hoofdinspecteur stelde dan ook de raad voor hem niet te straffen. De “Sertan”, die toebehoort aan de rederij VanNievelt Goudriaan te Rotterdam, was 13 december uit Rotterdam naar Liverpool vertrokken met een lading stukgoed. Toen het schip de volgende dag bij de sluizen van Manchester Ship Canal bij Eastham arriveerde, waren deze dicht. In overleg met de loods besloot de kapitein een „rondtorn” (cirkel) te maken omdat het te gevaarlijk was voorstrooms voor de nauwe sluisingang te blijven liggen. Order. Bij deze manoeuvre raakte het schip door de wind en de stroom aan stuurboord een houten ducdalf, die op een betonnen voetstuk met uitstekende kragen stond en begon terstond water te maken. In de sluis gekomen, kreeg de kapitein van de sluismeester order terstond door te varen naar Het Kanaal en daar te meren. Twee uur later was de “Sertan” gezonken, nadat alle leden van de bemanning tijdig van boord waren gegaan. Kapiten V. had niet zo gauw gezien dat zijn schip zinkende was, omdat het na de (niet hard aangekomen) schok zich snel herstelde. Eenmaal gemeerd, bleek dat de pompen het binnenstromende water niet aankonden. Van het feit, dat hij niet geprobeerd had zijn schip te redden door het tegen de kanaaloever aan de grond te zetten, kon de kapitein geen verklaring geven. De “Sertan” ligt nog altijd onder water. Wel is de lading intussen zoveel mogelijk gelost.
Het Vrije Volk 15-05-1961: Kapt. “SERTAN“ niet schuldig aan scheepsramp. (Van een onzer verslaggevers.) De Raad voor de scheepvaart heeft uitspraak gedaan in de zaak van de Rotterdamse coaster Sertan die op 14 november 1960 tegen een paal bij de ingang van het Manchester Ship Canal is gestoten en daarna gezonken. De raad is van oordeel dat de kapitein van de Sertan de heer J. W. V. uit Breda, geen schuld treft voor deze ramp. Hij kon niet weten dat de paal waartegen zijn schip aandreef, onder water op een uitstekende betonnen fundering stond. De scherpe rand van deze fundering haalde de huid van het schip open. De loods had kapitein V. niet over dit uitsteeksel van de paal ingelicht. |