Inloggen
SCHELDE - ID 5748


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1936
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Nat. Official Number: 1723 Z GRON 1936
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Raised quarter deck
Masten: Two masts
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Scheepswerf 'Gideon' J. Koster Hzn., Groningen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 146
Launch Date: 1936-02-08
Delivery Date: 1936-03-26
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, Appingedam, Groningen, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 4
Power: 200
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Brons Nr. 5702 (240x360)
Speed in knots: 8
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 300.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 148.00 Net tonnage
Deadweight: 365.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 1: 42.55 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 38.60 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 7.25 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.82 Meters Depth, moulded
Draught: 2.65 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1936-03-26 SCHELDE
Manager: Gerrit Joosse & Gerrit Cornelis de Waardt, Flushing, Zeeland, Netherlands
Eigenaar: Gerrit Joosse & Gerrit Cornelis de Waardt, Flushing, Zeeland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PHIZ

Ship Events Data

1936-02-00: De Eemsbode 11-02-1936: J.l. zaterdag werd met goed gevolg van de scheepswerf 'Gideon' van J. Koster Hzn. te Groningen het motorschip 'SCHELDE ' te water gelaten. Het schip wordt voorzien van een 200 Pk Brons motor en gebouwd onder hoogste klasse Bureau Veritas en Scheepvaartinspectie, grote kustvaart. Op de vrijgekomen helling werd de kiel gelegd voor een motorvrachtschip van 375 ton in aanbouw voor kapitein J. Bont te Loppersum. Dit schip zal worden voorzien van een 250 PK Bolnes Diesel motor en eveneens worden gebouwd onder hoogste klasse Bureau Veritas en scheepvaart-Inspectie , groote kustvaart
1936-03-24: Op 24-03-1936 als SCHELDE, zijnde een zeemotorvrachtschip, metende 850.33 m3, liggende te Groningen, door J.L. Kleijn, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Gerrit Joosse en Gerrit Cornelis de Waardt te Vlissingen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1723 Z GRON 1936 op het achterschip aan B.B. zijde in achterkant kombuis.
1936-03-26: NvhN 27-03-1936: Proefvaart m.s. „SCHELDE”. Gisteren vond op de Eems te Delfzijl de uitstekend geslaagde proefvaart plaats van het nieuw gebouwde motorzeevrachtschip „Schelde". Dit schip is gebouwd door de Scheepswerf „Gideon" van den heer J. Koster Hzn. te Groningen voor rekening van de heeren G. Joosse en G. C. de Waardt te Vlissingen, onder toezicht van het Bureau Veritas en Scheepvaart-Inspectie voor classificatie hoogste klasse groote kustvaart. Het heeft een D.W. van 395 ton met een ruiminhoud van 21000 cub. vt. Het is bruto 300 en netto 148 Reg. ton. Het schip, dat van het raised quarter-deck type is, is voorzien van twee Mannesmann masten met twee Mannesmann laadboomen. Het laden en lossen geschiedt met behulp van twee motorlaadlieren, ieder voorzien van een 10 PK. Deutz motor, waarmede een last van 2 ton kan worden geheven. Het laad- en losgerei is geleverd met certificaat van de Inspectie van Havenarbeid. Het schip is uitgerust met een Brons motor van 200 P.K., waarmede op de proefvaart een snelheid van 9½ mijl werd behaald. Voor de aandrijving van de hulp-compressor, de hulp-lenspomp en de dynamo ls in de motorkamer een 8 P.K. Deutz hulpmotor geplaatst. Het is voorzien van een complete electrische lichtinstallatie, welke werd geleverd door het Technisch Bureau Herman G. Eekels te Hoogezand. De inrichting van de verblijven is zeer zorgvuldig en modem uitgevoerd. Ruime en gerieflijke woonruimte is in het achterschip beschikbaar voor den kapitein en de officieren. Na de proefvaart werd het schip, dat ruimschoots aan alle eisenen voldeed, zeer ten genoegen door de eigenaren overgenomen. Het zal te Groningen zijn eerste lading innemen voor Engeland.
1936-11-22: Final Fate:
Onderweg van Skien (13 november vertrokken) naar Pontrieux (N. Frankrijk) met 356 ton cellulose in dichte mist op het Paternoster Rif (ten zuiden van Jersey) gestoten en gezonken in pos. 49.18.N. - 02.12.W. De bemanning redde zich door zwemmend de wal te bereiken. Een hotelhouder, Wilson genaamd, die in de buurt een herberg houdt, nam haar op en bezorgde haar onderdak. De gezagvoerder kreeg wegens onverantwoordelijke en zeer slordige navigatie een maand ontzegging bevoegdheid en de stuurman zes maanden.
1936-12-24: De Banier 24-12-1936: Rechtzaken Raad voor de Scheepvaart. Amsterdam, 23 Dec. De raad voor de Scheepvaart stelde hedenmiddag een onderzoek in naar de klacht van den stuurman van het m.s. „SCHELDE", een motorschip van ruim 300 ton was van Skiën (Noorwegen) op reis met een lading cellulose naar Pontrieux (Noord-Frankrijk). Op 16 November j.l. werd Delfzijl aangeloopen. Om beter weer af te wachten en eenige herstellingen te verrichten. Daar werd ook een ander stuurkompas geleverd. Later werden belangrijke afwijkingen volgens afgelegde verklaringen geconstateerd. In den nacht van 21 op 22 November werd Kaap la Hague gerond. Om half twee nam de stuurman de wacht over van den kapitein. Deze laatste verklaart den stuurman uitvoerige instructies te hebben gegeven alvorens de brug te verlaten, hetgeen door den stuurman wordt ontkend. Deze laatste verklaarde dat het schip slecht stuurde en gierde. Daardoor kon hij aanvankelijk geen kruispeiling nemen. Eindelijk gelukte het om half twee uur een slechte kruispeiling ln de kaart zetten, die niet klopte met die door den kapitein genomen. De stuurman is in koers blijven doorloopen, om Z.Z.W. ¾ te vier uur een streek westelijker te gaan sturen. Om half vijf liep het schip aan den grond. De gezagvoerder is van meening, dat, indien de stuurman hem tijdig had gewaarschuwd er niets zou zijn gebeurd. Hij heeft dat niet gedaan voor het schip stootte. Het schip is later wrak geslagen. De hoofdinspecteur van de scheepvaart, de heer P. S. van 't Haaff zegt niet overtuigd te zijn dat het kompas niet in orde is geweest en verklaart voorts dat er slordig is genavigeerd. Het onderzoek wordt gesloten en later zal in beide zaken uitspraak volgen.
1937-02-18: De Tribune 18-02-1937: Amsterdam. Kapitein en Stuurman geschorst. Het m.s. „SCHELDE” liep op de Paternoster-rotsen. Raad voor de Scheepvaart constateert grove nalatigheid. Voorts deed de Raad uitspraak inzake het stoten van het motorschip „Schelde" op de Paternoster rotsen (Kanaal eilanden.) De Raad is van oordeel, dat kapitein en stuurman beiden schuld hebben aan deze ramp. In het algemeen mag worden aangenomen, dat een kapitein onder de omstandigheden, welke zich hier voordeden, de wacht wel aan de stuurman kan overlaten. De Raad wil dus niet zover gaan om te zeggen, dat zulks nimmer verantwoord kan zijn. Wel kan de Baad zich moeilijk voorstellen, dat een gezagvoerder, die toch steeds de verantwoording houdt, niet wacht met naar beneden gaan tot zich minder gevaren voordoen. Vooral nu, omdat, zoals bij het verhoor van kapitein en stuurman bleek, dat tussen hen groot verschil van mening bestond omtrent de situatie, toen de kapitein naar beneden ging. De kapitein verklaarde, dat op dit ogenblik het licht van Sark in zicht was, hetgeen de stuurman ten stelligste tegenspreekt. De Raad komt tot de conclusie dat onder de gegeven omstandigheden de kapitein op de brug had moeten blijven, totdat, na het passeren van Sark het schip een veilige koers had gekregen. In elk geval had hij veel betere instructies moeten geven aan den stuurman. Door deze verzuimen heeft de kapitein zeer zeker schuld aan deze ramp. Wat de stuurman betreft, diens schuld is veel groter Een ramp als de onderhavige, kan onder de gegeven omstandigheden niet anders zijn dan een gevolg van hoogst onbekwame en zorgeloze navigatie. Immers, toen de kapitein van de brug was, ging, zo verklaarde de roerganger, de stuurman naar achteren, volgens verklaring van den stuurman om peilingen te nemen. Hoe lang hij wegbleef, daarop heeft de roerganger niet gelet. Of hij nu inderdaad bezig is geweest met het nemen van peilingen, doet weinig ter zake. Waar het op aankomt is, dat het schip na het passeren van het licht van Sark een veilige koers zoude krijgen. En nu beweert hij, dat te 2.55 Sark in zicht kwam en te drie uur weder verdween, terwijl dit licht, niet alleen volgens de verklaring van den matroos, reeds in het zicht was, toen de kapitein van de brug ging. Het verdwijnen van het vuur scheen hem niet te verontrusten. Hij dacht er zelfs niet over den kapitein te waarschuwen, noch ook om eens te loden. Te vier uur is hij op goed geluk af een streek Westelijker gaan sturen en gaat dan de motor smeren. Toen hij terugkwam liep het schip meteen op de Paternoster rotsen. De Raad acht deze wijze van navigeren zo beneden het peil, waarop een navigatie behoort te staan, dat hier zeker in zeer ernstige mate schuld aanwezig is. Een mooi nieuw schip is hier verloren gegaan door onverantwoordelijke en zeer slordige navigatie. Voor beiden, kapitein en stuurman, acht de Raad een straf van schorsing geboden en wel door den kapitein de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen voor de tijd van een maand, en den stuurman door hem de bevoegdheid te ontnemen om als stuurman of kapitein te varen voor de tijd van zes maanden.



Afbeeldingen


Omschrijving: Schelde 1936
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Schelde 1936
Collectie: Tuil, J. (Jan)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Schelde 1936 (Artikel in de Telegraaf 25-11-1936)
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown