1981-11-18: |
Op 18.11.1981 onderweg van Europoort naar Kopenhagen met een lading van 465 ton tarwe en liggende aan het zuidelijke remming voor de brug bij Uitwellingerga in het Prinses Margriet Kanaal, om te overnachten, brand aan boord uitgebroken door een defect aan de oliekachel van de CV-installatie. Matroos Jurrie Blom sliep in het voorschip en kapitein Willem Stal sliep in de woning achterop. De kapitein werd s´nachts wakker van het geblaf van zijn 2 scheepshondjes hondjes, Tobi en Kees. Toen brandde het al in de woning. Ook het stuurhuis met navigatieapparatuur en de inboedel in de woning ging verloren. De brand werd geblust door de brandweer van Sneek, met behulp van de Provinciale Waterstaat van Friesland.
Leeuwarder Courant 18-11-1981: Uitwellingerga - Een korte, maar felle brand heeft vannacht ernstige schade toegebracht aan een vijfhonderd ton metende vrachtvaarder, die in het Prinses Margrietkanaal lag afgemeerd aan het zuidelijke remmingwerk van de brug bij Uitwellingerga. Het met tarwe geladen en onder Panamese vlag varende kustvaartuig („Sacha") telde twee opvarenden, maar beiden bleven ongedeerd. De brand moet volgens de schipper, de Dordrechtenaar Willem Stal, tegen half vijf zijn uitgebroken. Het vuur is ontstaan in de machinekamer, waar de oliekachel, die voor de verwarming in de stuurhut en het woongedeelte zorgde, oververhit is geraakt. Dat is althans de voorlopige visie van de Sneker brandweer, die om twintig voor vijf werd gealarmeerd. De brand werd gemeld door een schipper van een passerend Duits schip. Via de marifoon stelde deze zich in verbinding met de brugwachter van de Prinses Margrietsluis te Lemmer welke op zijn beurt de Leeuwarder meldkamer (0011) op de hoogte stelde. Vanuit dat punt werd vervolgend de Sneker brandweer gealarmeerd. Brandweercommandant Wouter Slob toonde zich vanmorgen vol lof over het telefoontje dat de Lemster brugwachter had gepleegd met rijkswaterstaat in Uitwellingerga, met het verzoek een betonningsvaartuig voor de overzet van brandweermateriaal "-vaarklaar" te maken. Hierdoor waren de brandweerlieden bijzonder snel ter plaatse. De brandweer kon de brand, die gepaard ging met een sterke rookontwikkeling, snel localiseren en onder controle krijgen. Niet voorkomen kon worden dat zowel de machinekamer als het bruggedeelte zo goed als uitbrandde. Van de omvang van de schade was vanmorgen nog niets te zeggen. De lading heeft in ieder geval geen schade opgelopen. Het schip was op weg van Europoort naar Kopenhagen. De technische recherche zal vandaag een nader onderzoek instellen. Het bluskarwei was niet geheel zonder risico, zo bleek. Net op het moment dat de brandweer de schipper en de voor in het schip slapende matroos van boord had gehaald, ontplofte een gasfles, waarvan de stukken her en der in het water vielen. De ontploffing ging met zon daverende knal gepaard, dat de tweehonderd meter verderop wonende Twellegeaster Germ Atsma het "in grut wünder" vond dat de ramen van zijn woning de trilling scherfloos doorstonden.
Leeuwarder Courant 1-11-1981: Schipper Stal na uitbreken felle brand door scheepshondjes gewekt „Dit is zeker m'n ongeluksstekkie". Uitwellingerga - „Als ik die twee hondjes niet had gehad, dan was ik er nu niet meer. Dat staat voor mij als een paal boven water". Enigszins bekomen van de schrik doet schipper Willem Stal staande op het dek van de ernstig beschadigde vrachtvaarder Sacha. verslag van zijn brandavontuur in de vroege ochtenduren woensdag. Een oververhitte oliekachel in de machinekamer was de boosdoener. Tevreden kijkt de Dordrechtenaar naar de fel keffende keeshonden. En niet zonder reden, want het tweetal zorgde er gistermorgen in Uitwellingerga voor, dat hun baas net op tijd uit een diepe slaap ontwaakte. „Eigenlijk verbaast het mij dat ze me wakker hebben gekregen, want normaal gesproken ben ik nog met geen kanon uit mijn slaap te halen". De scheepshondjes, die sinds jaar en dag een slaapplaats hebben onder de kooi van de schipper, zijn ongetwijfeld gewekt door de vanuit de machinekamer binnendringende rook, die al een verstikkende norm had bereikt, toen de twee er eindelijk in slaagden hun baas de ogen te doen openen. Stal: „Ze blaften als gekken en waren bovenop me gesprongen". Naar zijn zeggen duurde het toen geen uren meer om het slaapvertrek te verlaten en bovendeks te komen. Daar aangekomen ontdekte de schipper dat het achterdek van zijn vijf-honderd ton metende en tarwe vervoerende schip in lichter laaie stond. ..Ik schrok me wezenloos. Wat er dan zoal niet door je heen gaat. Aan koffie-zetten heb ik niet gedacht, wel dat het hele schip naar de knoppen zou gaan". Maar dat is niet gebeurd. De brandweer van Sneek arriveerde verwonderlijk snel en wist vrij rap de vuurzee onder controle te krijgen. „Ja. dat was een geluk bij een ongeluk", stelt Stal een beetje gekscherend vast. Hij lijkt al weer wat hersteld van de "flinke inzinking", die hij een paar uren na het definitief doven van de vlammen kreeg. „Ach, ik hou me maar voor, dat zo'n schip te vervangen is en je eigen body het belangrijkste is.". Met die vervanging zou het wel eens kunnen meevallen, want na een eerste inspectie is zo goed als zeker komen vast te staan, dat de Sacha na een grondige herstelbeurt wel weer in de vaart kan. Dat zal dan wel een flinke duit gaan kosten, zij het dat Stal deze kan verhalen op zijn verzekering. „Maar beter zal je er zeker niet van worden", voorspelt de getrouwde schipper, die al zijn persoonlijke bescheiden, kleren en geld is kwijtgeraakt. „Ik heb geloof ik nog zon honderd mark", zegt hij. Het gekke is, dat Stal en zijn twintigjarige matroos Jurrie Brom (die bij de brand geen gevaar liep, omdat hij in de voorpunt lag te slapen) al eens eerder op dezelfde plaats in het Prinses Margrietkanaal „een geintje" hadden meegemaakt. Dat was in januari 1978, toen het onder Panamese vlag varende vrachtschip bij het afmeren langs de remmingswerken aan de grond liep. Het kostte toen de collega's van Stal nogal wat moeite om het spul weer vlot te trekken. „Ik begrijp er gewoon niets van, dit is zeker mijn ongeluksstekkie. . ."
|