NRC 041186. Rotterdam, 3 november. Het ijzeren Nederlandse stoomschip ROTTERDAM (ex BRITISH EMPIRE), aangekocht door de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, thans liggende in de Koningshaven te Rotterdam en bestemd om zaterdag 6 november naar New- York te vertrekken, werd gebouwd in 1878 door de heren Harland & Wolff te Belfast, de bekende bouwmeesters van de White Star Line, van welk type de ROTTERDAM in menig opzicht de sporen draagt.
Het schip heeft een lengte van 392 Engelse voeten bij 39 Engelse voeten breedte en 29 Engelse voeten holte, en is groot volgens de Nederlandse meting netto 2.361 tonnen, of bruto 3.329 tonnen.
De machines, eveneens van het White Star- type (dubbel- cilindersysteem) zijn vervaardigd door de firma Forrester & Co. te Liverpool. Het stel grote stoomketels bestaat uit drie stuks zogenaamde double index ketels. De beide hoogdruk- cilinders hebben een diameter van 28 Engelse duim, de beide laag -druk cilinders van 60 Engelse duim, de zuigerslag is 54 Engelse duim. Het indicateur- vermogen bedraagt plus minus 2000 paardenkrachten, welke onder minder gunstige omstandigheden aan het schip een snelheid geven van 11½ à 12 mijl, en onder gunstige omstandigheden van 13 à 13½ mijl.
Het stoomschip heeft vier ijzeren masten, van welke de voorste alleen razeilen voert, en zeven waterdichte schotten. De ijzeren turtleback vóór en achter (de laatste hier in Nederland nu aangebracht), zomede de stevige ijzeren dekhuizen geven het schip op het eerste gezicht terstond het karakter van de trans Atlantische stomer. Het stoomschip is ingericht tot vervoer van ongeveer 80 eerste, 80 tweede en 200 derde klasse passagiers, waarbij ook die der derde klasse allen in het spardek (eerste dek) worden gelogeerd. Bij drukker landverhuizing kunnen door gebruik der tweede dekken, ruim duizend personen worden vervoerd.
De kajuit-inrichting eerste klasse is in het midden van het schip (voor de machines en ketels). De beneden vestibule in het grote dekhuis binnentredende, heeft men aan de voorzijde het eerste-klasse bovensalon, keurig ingericht, voorzien van fraai tapijtwerk en met ingelegde teak en ebbenhouten dek, terwijl het beschotwerk van het salon wordt afgewisseld door kostbaar hout en incrustatie. Aan de voorkant van het salon is een piano, aan de mast hangt een fraaie klok en aan de achterkant zijn twee sierlijke buffetten, waarboven kostbare grote spiegels. In het midden van het salon heeft men door een ovale opening, voorzien van een sierlijk hek, gezicht op het slaapsalon der eerste klasse. De dekbalken in die opening zijn op vernuftige en sierlijke wijze gemaskeerd door fraaie kleine bloemengroepen, in kunstig beschilderde bakjes geplaatst. Aan de achterzijde bevindt zich de ruime hofmeesters- pantry, welke door schuiframen onmiddellijk gemeenschap heeft met de kombuis. Uit de vestibule leidt een trap naar het benedensalon, waarin al de hutten 1e klasse uitkomen, waaronder zich zes familiehutten, zogenaamde bridal rooms, zomede de badkamers enz. bevinden. De binnenhutten in dit brede benedensalon ontvangen op een zeer vernuftige wijze licht door een hoeksgewijs gesteld, groot dik glas, geplaatst in de ijzeren hoofden van het bovensalon, terwijl op een bijzonder doelmatige wijze in de ruimste mate voor de ventilatie gezorgd is. Iedere hut is voorzien van een gemakkelijk wastoestel, terwijl men tevens aan de achterzijde van het bovensalon aan bakboord ruime waterclosets en buitengewoon sierlijke en gemakkelijke wasgelegenheid aantreft. Een andere trap leidt naar de bovenvestibule, waarin het damessalon uitkomt, welke vestibule toegang geeft tot het promenadedek, uitsluitend voor de eerste klasse passagiers bestemd. Op dit promenadedek bevindt zich de rookkamer, zomede aan de voorzijde de kapiteinskamer met kaarten en stuurhuis. Het damessalon verdient wel een bijzondere vermelding wegens het keurige en smaakvolle ameublement. Langs de zijden zijn aangebracht, geschilderd door kunstvaardige dameshanden, twintig tableautjes imitatie Delft, gevat in tien fraaie ebbenhouten lijsten, een geschenk van een der directeuren. Voor de vensters hangen sierlijke en kostbare zijden gordijntjes, waar boven het monogram der Maatschappij ; daarbij gevoegd het achthoekige, van fraai gekleurde glazen voorziene schijnlicht, de satijnen sofa’s en het fraaie tapijt, doet dit alles een keurig geheel vormen.
De tweede klasse inrichting is gelegen achter de machinekamer. De hutten (deels voor 4, deels voor 2 personen bestemd) zijn aan de zijde, het salon in het midden ; bovendien heeft men in een dekhuis daarachter nog een afzonderlijk deksalon, zomede een afzonderlijk promenadedek voor de tweede klasse passagiers.
De derde klasse inrichting is zowel vóór als achter in het schip. Ook hier zijn de verblijven luchtig en ruim, met ijzeren ledikanten, terwijl vooral overal goede gelegenheid is voor wassen en baden.
De hutten der dekofficieren zijn allen verenigd in één dekhuis, die der machinisten rond het machinebordes en allen onmiddellijk daarop uitkomend. Het verdere dekpersoneel heeft een ruim verblijf onder de vóór-turtleback, waaronder zich tevens verschillende andere hutten en bergplaatsen bevinden. De vuurstokers en trimmers hebben een uiterst doelmatig logies rond de toegang tot de stookplaatsen en tevens gelegenheid, zich door baden te verfrissen. Eindelijk heeft men onder het achter-turtleback, zeer doelmatig ingericht, nog de hospitalen, de hutten voor de bedienden, zomede het stuurhuis, waarin zich de stoom- en handstuurinrichting, van buitengewone en zeer solide constructie, bevindt. Een bijzonderheid hierbij is, dat, door de stoomstuurinrichtingen alhier te plaatsen, de lastige stuurstangen of kettingen over dek worden vermeden. De overbrenging der beweging van de brug naar achteren toch geschiedt enkel door een stang welke op de stoomschuif der stuurmachine werkt. Tot veiligheid der opvarenden zijn er zeven kolossale reddingboten aan boord, en er is een inrichting om de machine aan dek te kunnen stoppen.
Alle verblijven (ook die der derde klasse passagiers) worden verwarmd door middel van stoomkachels, naar het systeem Körting.
Het schip wordt elektrisch verlicht, welke inrichting vervaardigd wordt door de firma Willem Smit & Co. te Slikkerveer. De voorzieningen aan ketels en machines zijn geschied door de fabriek der Nederlandsche Stoomboot Maatschappij alhier, terwijl verdere veranderingen in het schip zijn aangebracht door de firma Jan Smit Czn., alhier. Het rooksalon is vervaardigd door de firma C. H. Eckhart & Co. alhier, welke tevens het damessalon en het benedensalon heeft ingericht, en het ornament schilderwerk verrichtte. Het verdere schilderwerk is uitgevoerd door de schilder Fonkert te Katendrecht. Alle de hier ter plaatse door bovengenoemde heren uitgevoerde werkzaamheden aan het stoomschip zijn op de meest lofwaardige wijze ten uitvoer gebracht, en het vormt een geheel, waarop de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij trots kan zijn. Het stoomschip, waarop de laatste verbeteringen op het gebied der ventilatie zijn toegepast en dat in de hoogste klasse van Veritas, Lloyd en Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren is opgenomen, zal gevoerd worden door de in de Amerikaanse vaart zo gunstig bekende gezagvoerder, de heer G.J. Vis.
Dank zij de gunstige staat van de Nieuwe Waterweg komt dit kolossale stoomschip uit zee met ongebroken last binnen een paar uren voor Rotterdam.