1940-09-15: |
Maasboden 07-11-1940. Raad voor de Scheepvaart. Stranding M.S. REGEJA. De Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam heeft gisteren een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de stranding van het motorschip Regeja van Groningen, op 15 September 1940 op Skallöerna. De Regeja, zoo verklaarde de schipper, die zich ook op de schuldvraag te verantwoorden had, mat 325.20 br. reg. ton. en is in 1936 gebouwd. Op 12 Sept. was hij met een lading hout van Hudiksvall naar Delfzijl vertrokken. De diepgang was vóór 2.40. achter 2.60 m. Er was een deklast van 2.75 m. De tanks 2, 3 en 4 waren gevuld. Bij Oeland besloot de kapuein door de Kalmersund te gaan wegens wind en zee. Deze route had hij nog nooit gevolgd; er was geen loods aan boord. Na bij Dämman geankerd gelegen te hebben is hij op 15 Sept. te 5.30 bij goed zicht doorgevaren, met een vaart van ongeveer 8 mijl. Het baken van Masknaggen is op korten afstand Oostelijk gepasseerd; het volgende baken met bezem is op ongeveer 1½ mijl afstand op b.b. boeg gehouden en aan bakboord gepasseerd. Daarna verklaart de kapitein naar het baken aan den Oostkant van Arongrund gezocht te hebben en daar de boeien ten Westen daarvan. Hij zag een baken met twee bollen, hetwelk hij gehouden heeft voor het baken Oost van Arongsund. Aan den roerganger gaf hij order om dit baken aan bakboord te houden, maar voordat het dwars was, voelde hij dat het schip weinig water onder de kiel had. waarom hij volle kracht achteruit gaf. Het schip schoof echter over den grond en bleef zitten: na het uitpompen van het ballastwater is het vlotgekomen. Van visscherslieden heeft de kapitein later gehoord dat het schip op Skallöarna gezeten heeft. Als oorzaak van de stranding gaf de kapitein op dat hij een baken voor het verkeerde aangezien heeft. De Raad zal later uitspraak doen.
Het Volk 27-01-1941: Uitspraak inzake de stranding van het motorschip „Regeja” in de Kalmarsund op 15 September 1940. Deze stranding is toe te schrijven aan het feit, dat de betrokkene zich in twee bakens heeft vergist en dat deze fout ten volle voor zijn rekening komt, nu hij in dit voor hem zeer zeker moeilijke vaarwater geen loods heeft genomen, aldus de raad. Het heeft de raad zeer teleurgesteld, dat iemand, die, hoewel in de Kalmarsund onbekend, het niet nodig heeft geoordeeld een loods te nemen, toch zo weinig nauwkeurig heeft genavigeerd. Hij wist thans niet precies te zeggen, welke bakens hij met elkaar had verwisseld. Op zichzelf komt dit de Raad wel begrijpelijk voor, maar de oorzaak ligt hierin, dat de kapitein veel te veel „op het handje” heeft gevaren en alle mogelijke contrôle achterwege heeft gelaten. Het ls een grote fout van hem geweest, om, op de wijze als hij heeft gedaan, de Kalmarsund door te gaan. De Raad heeft zich afgevraagd, waarom de betrokkene dit vaarwater heeft genomen in plaats van buiten Oland om te gaan. Ruw weer heeft hem daartoe geenszins genoodzaakt, al besloot hij dan ook „met het oog op de wind en zee” door de Kalmarsund te gaan. Hij koos naar zijn mening het meer veilige, vaarwater, doch hij heeft zich de moeilijkheden niet voldoende voor ogen gesteld. Een ernstige correctie is hier naar’s Raads oordeel, op haar plaats. Hij strafte den betrokkene dan ook, door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen op een schip, als bedoeld bij artikel 2 der Schepenwet, voor de tijd van een maand. |