| 1919-04-11: |
Op 11-04-1919: Het ongeval met de „Prinsengracht”. Daarna werd een onderzoek ingesteld naar het lek springen van het s.s. „Prinsengracht" tijdens zwaar stormweer op 11 Maart. De toestand van het schip was zoodanig, dat het verlaten moest worden. Het vaartuig behoorde de N.V. Amsterdamsche Vrachtvaart-Mij. te Amsterdam. De gezagvoerder C. Boer. te Amsterdam, verklaarde, dat het schip "333 br. reg. ton meette, zijn eerste reis deed en in Engeland geladen was met smidskolen. bestemd voor Barcelona. In de golf van Biscaye kwam een storm opzetten. waardoor het schip zwaar begon te werken, 's Avonds om 8 uur sprong het lek. Aan bakboord werd 14 duim water gepeild, aan stuurboord 2. De pompen werkten goed en haalden steeds water op, wat niet wegnam, dat “Prinsengracht" spoedig slagzij over bakboord kreeg. Getuige liet toen de bunkerkolen verwerken tot de slagzij opgeheven werd. Het stoomschip zonk steeds. dieper. Des morgens constateerde getuige een lek in het voorschip. waar het water tusschen twee platen doorspoot. Hierna werd de toestand kritiek. Tot overmaat van ramp werd de stuurboordboot stukgeslagen. De „Madioen", die in zicht kwam nam 9 man van de equipage op, het Engelse oorlogsschip „Centaur" de overblijvende 6 man.
Het onderzoek werd, nadat nog enkele getuigen gehoord waren, gesloten. |
