Inloggen
PINGUIN - ID 5166


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1934
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Nat. Official Number: 1655 Z GRON 1934
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. van Diepen, Waterhuizen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 808
Launch Date: 1934-05-25
Delivery Date: 1934-07-10
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, Appingedam, Groningen, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 4
Power: 160
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Brons Nr. 1669 Type C/D (240x360)
Speed in knots: 8.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 199.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 111.00 Net tonnage
Deadweight: 260.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 12926 Cubic Feet
Bale: 12300 Cubic Feet
 
Length 1: 37.79 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 34.68 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.64 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.05 Meters Depth, moulded
Draught: 2.42 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1934-07-10 PINGUIN
Manager: Freight Express Ltd, London, Great Britain
Eigenaar: Mees Cremer Jr., Hoogezand, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Hoogezand / Netherlands
Callsign: PGTB

Date/Name Ship 1939-00-00 PINGUIN
Manager: Carebeka N.V., Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Mees Cremer Jr., Hoogezand, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Hoogezand / Netherlands
Callsign: PGTB

Ship Events Data

1934-07-06: Als PINGUIN, zijnde een motorvrachtschip, groot 558.82 M3, liggende te Waterhuizen ten verzoeke van Mees Cremer, schipper te Hoogezand, door A. Kielema , scheepsmeter te Groningen van brandmerk 1655 Z GRON 1934 voorzien door het inbeitelen in achterkant machineschacht S.B. zijde op het achterschip.
1934-07-10: NvhN 11-07-1934: Gisteren heeft met goed gevolg op de Eems proefgestoomd het nieuwe motorschip PINGUIN. Dit schip is gebouwd op de werf van Gebr. van Diepen te Waterhuizen en voor rekening van kapt. M. Cremer te Hoogezand. Het schip heeft de volgende afmetingen: lengte 34,68 M., breedte 6,64 M. holte 2.70 M en het is vermeten op D.W. 280 ton, bruto 198, b Reg. ton en netto 94,27 Reg. ton. Voor de voortstuwing is in de motorkamer opgesteld een twee-tact Brons motor, van 160 pk. Verder bevindt zich hier nog een 14 pk. Deutz Diesel motor die door as overbrenging bestemd is voor de dek- en ankerlieren. De verlichting die geheel electrisch geschied is geleverd door Jac. H. Fellinger te Hoogezand; de centrale verwarming is geleverd en geplaatst door de heeren Buinig en Kerkdijk te Hoogezand. Het schip dat op de proeftocht een snelheid van 8 3/4 mijl behaalde, werd met volle tevredenheid door den kapitein overgenomen. Na de proeftocht vertrok het schip naar Groningen, om aldaar carton te laden met bestemming Goole. Op dezelfde werf is in aanbouw het motorschip Rian, groot plm. 170 ton, voor rekening van kapt D. Buining te Groningen en zal worden voorzien van een 150 pk. Deutz-Diesel motor. Op de vrij gekomen plaats is de kiel gelegd voor een motorschip voor rekening van kapt. J. F. de Groot te Kampen, welk schip zal worden voorzien van een 200 PK Bronsmotor.
1934-11-26: Onderweg met 250 ton suiker van Londen naar Antwerpen gezonken bij Silvertown op de Thames na een aanvaring met het Duitse m.s. 'Vadder Gerrit'. 27 November vlotgebracht en na tijdelijke reparaties door coaster 'Eems' naar Scheepswerf Vuyk te Capelle a/d IJssel gesleept voor definitieve reparaties. 6 Februari 1935 voltooid.
De Eemsbode 27.11.1934: Omtrent de aanvaring op de Theems tussen de motorschepen 'Pinguin' en 'Vadder Gerrit' vernemen wij nog het volgende: Eerstgenoemd motorschip van kapitein Mees Cremer Jr. en thuisbehoorende te Hoogezand, was slechts enkele maanden in de vaart. Het schip was gebouwd bij de firma van Diepen te Waterhuizen en voorzien van een Brons motor. De 'Pinquin' kon 250 ton laden en was verhuurd aan een Engelse firma. Het schip was des morgens om vier uur met een lading suiker geladen en wilde van de fabriek afvaren, toen het te Westrhauderfehn (Oost-Friesland) thuisbehoorende m.s. 'Vadder Gerrit', kapitein Schmidt, de Theems opkwam. Een aanvaring was onvermijdelijk en laatstgenoemde schip raakte de 'Pinguin' met volle vaart midscheeps, waardoor dit schip binnen enkele minuten zonk. De bemanning, waaronder kapiein Mees Cremer zijn zuster, welke reeds te bed lag, gelukte het over boord te springen en werd gered door een paar inmiddels aangekomen schepen. Het mag een wonder heten, dat geen persoonlijke ongelukken zijn voorgekomen. De 'Vadder Gerrit' werd, om zinken te voorkomen, aan de grond gezet. De 'Pinguin' moet eerst gerepareerd worden om in ballast naar Nederland gesleept te worden. Voor de jonge kapitein is deze aanvaring een grote schadepost, terwijl ook de kapitein van de 'Vadder Gerrit' gedupeerd is, daar deze zijn eerste reis maakte, nadat zijn schip juist van een nieuwe sterke motor was voorzien en tevens verlengd was.
De Eemsbode 08.02.1935: In hoger beroep is thans uitgewezen, dat de aanvaringsschade, onstaan door het zinken van de motorschepen 'Pinguin' en 'Vadder Gerrit', enige maanden geleden op de Thames, geheel voor rekening van eerstgenoemd schip komt. Weliswaaar wordt door de verzekering plm. Fl. 40.000,-- betaald, doch het aandeel van de kapitein van de 'Pinguin', zomede het grote tijdsverlies, is voor de jonge kapitein een enorme schadepost.
1940-05-16: Overgenomen door de Netherlands Shipping & Trading Committee, Londen. 31 Mei 1940 in timecharter bij Ministry of Shipping. Heeft deelgenomen aan de evacuatie van de Kanaal Eilanden. Op 1 juni 1945 terug aan M. Cremer.
1949-09-20: NvhN 20-09-1949: M.s. PINGUIN in haven van Kiel gezonken. Matroos uit Ezinge omgekomen. Het Nederlandse motorschip Pinguin is in de haven van Kiel gezonken. Zes personen, o.w. een vrouw, zijn door de bemanning van het Noorse schip „Henrik Ibsen" gered. De matroos Hilbrand Cordes uit Ezinge kwam bij de ramp om.
1949-09-23: NvnH 23-09-1949: Zal m.s. „PINGUIN” weer worden gelicht? Somber relaas van scheepsramp in Kieler Bocht. De eerste keer is reeds geruime tijd geleden. Nog geen twee jaar oud werd de Pinguin 's nachts op de Theems aangevaren door het toenmalige Duitse kustvaartuig Vadder Gerrit, dat na de oorlog werd toegewezen aan de heer M. Vlap en thans vaart onder de naam In Spé. De tweede keer geschiedde als gemeld Zaterdagmorgen j.l. De Pinguin was van Antwerpen met een lading piekijzer onderweg naar Stockholm, toen het in de Kieler Bocht, enkele uren varens van Labo, op een wrak liep en binnen een kwartier zonk. De bemanning kon met uitzondering van de twintig-jarige lichtmatroos H. Cordes uit Ezinge, die jammerlijk verdronk, door een reddingboot van het Noorse s.s. Henrik Ibsen worden opgepikt. Later werd zij door het Noorse schip in Holtenau aan wal gezet. De reder vertelt: De eigenaar van de Pinguin, de heer M. Cremer Jr. te Groningen, die met een expert aanstonds per auto naar Holtenau vertrok en gisteravond terugkeerde, heeft ons het een en ander over deze ramp meegedeeld. Het wrak, waarop de Pinguin is gelopen, is waarschijnlijk een lichtschip of een marinevaartuig. Uiteraard was dit wrak met tonnen aangegeven, doch de heer Cremer achtte het in dit stadium voorbarig om nu reeds iets over de vermoedelijke oorzaak van de ramp te zeggen. Direct toen de bemanning merkte, dat het schip lek was gestoten, zette men de pompen aan, maar de Pinguin maakte al spoedig zware slagzij aan stuurboordzijde. Het gat zit dus waarschijnlijk ook aan deze kant en zal wel vrij groot zijn, omdat het schip in zo korte tijd is gezonken. Toen men bespeurde, dat de situatie hopeloos dreigde te worden, is direct getracht de reddingboot in gereedheid te brengen. Bij deze werkzaamheden is de matroos Cordes over boord geslagen. Men gooide hem onmiddellijk een paar boeien toe, maar de jongeman kon niet zwemmen en verdween in de golven. De tweede boot bleek zodanig door het openbarsten van de luiken beschadigd, dat die niet meer te gebruiken.

(Speciale berichtgeving.) Voor de tweede maal sinds het schip in 1934 bij Van Diepens Scheepswerven te Waterhuizen van stapel liep, ligt het 197 bruto register ton metende motorkustvaartuig Pinguin op de bodem der zee. De bemanning is na de ramp in de reddingboot nog een uur aan het zoeken geweest op de plaats, waar de boeien dreven, echter tevergeefs. Het Noorse s.s. Henrik Ibsen nam de schipbreukelingen gastvrij op en bracht hen naar Holtenau. Hier ontfermde een scheepsmakelaar zich over hen. Hij bracht ze naar een hotel en zorgde voor nieuwe kleren, want al hun bezittingen hadden de opvarenden verloren. De heer Cremer zocht hen in het hotel te Holtenau op en hoorde daar dit sombere relaas. Bemanning op terugweg De bemanning is thans met verschillende schepen weer van Holtenau op weg naar het vaderland. Gezagvoerder J. Onstwedder vertrok met het Ned. m.s. Tromp naar Rotterdam, zijn woonplaats. De stuurman J. A. Vinke met zijn vrouw, uit Overschie, zijn met het s.s. „Stad Arnhem" naar de Maasstad vertrokken. De kok-lichtmatroos A. Scholte uit Loosduinen komt dezer dagen met het m.s. Ponto te Zaandam aan, terwijl de machinist Jelle van der Veen uit Leeuwarden en de matroos D. Klein uit Groningen beiden met het m.s. Nanny naar Dordrecht zijn afgereisd. Lichten niet onmogelijk De Pinguin, die verzekerd is bij de Onderlinge Verzekeringsmij voor Zeeschepen Zeevaart te Groningen, zal waarschijnlijk wel gelicht kunnen worden, hoewel dit geheel van de situatie onder water afhangt. Reeds heeft een duiker een onderzoek ingesteld en zijn bevindingen waren vrij gunstig. De Pinguin ligt 20 gr. over stuurboordzijde. De top van de mast bevindt zich 1 1/2 meter onder water. Ter plaatse is het 15 meter diep. Zal men er in slagen de Pinguin voor de tweede maal van de zeebodem te lichten en in de vaart te brengen?
1949-10-09: Geborgen door Harmstorf en bij de Howaltwerke te Kiel gerepareerd.
1949-11-28: Nederlandse Staatscourant 28-11-1949: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van het stoten op een, met twee wraklichtboeien gedekt, wrak bijna een uur na het passeren van het Kieler vuurschip tijdens reis van Antwerpen naar Stockholm beladen met 230 ton piekijzer. De Pinguin was op 14 september vertrokken vanuit Antwerpen en op 17 september om 04.25 verliet het schip zonder loods de sluis van Holtenau en na bij Laboe te hebben uitgeklaard werd de reis vervolgd. Om 05.40 gaf de kapitein (wiens naam niet in het verslag voorkomt. KG) de wacht over aan bestman J.A. Vinke. Aan het roer stond lichtmatroos Hilbrand Cordes. Het schip stuurde goed. Te 06.17 werd boei no. 2 dichtbij aan bakboord voorbij gevaren en werd koers gewijzigd. Om 06.35 moest de bestman naar de w.c. en wees de roerganger er op dat hij twee wrakboeien, die toen op ongeveer 1 ½ mijl afstand op twee streken aan bakboord waren, aan bakboord moest houden. Cordes heeft deze order niet geantwoord. Bestman Vinke verliet nu de brug en kwam ongeveer negen minuten later daar terug. Nu zag hij ter hoogte van de voorsteven aan stuurboord en aan bakboord een groene lichtboei. Hij greep direct het stuurrad en draaide dit naar stuurboord, maar dan stootte het schip. De kapitein, wakker geworden door de stoot, liep naar de brug en zag ongeveer 40 meter achter het schip aan elke zijde een wrakboei. Het schip kreeg reeds slagzij over stuurboord, de presennings bolden op en kapitein liet terstond pompen op het ruim, liet de bemanning porren en gaf order de achter het hek hangende reddingboot klaar te maken. Hij besloot om de Zuid te varen naar de wal, die 5 á 6 mijl verwijderd was. Dan werd geroepen dat lichtmatroos Cordes over boord gevallen was en direct werden twee boeien naar hem gegooid maar mede omdat Cordes niet kon zwemmen zonk hij terstond weg. De overige opvarenden gingen allen in de boot en toen deze 20 meter verwijderd was van de Pinguin viel het schip plat over stuurboord en zonk om ongeveer 07.00 uur. De bemanning werd opgepikt door het Noorse s.s. Hendrik Ibsen en te Holtenau aan wal gebracht. Oordeel van de Raad is dat het stoten van de Pinguin is veroorzaakt door grove plichtsverzaking van de bestman J.A. Vinke te Rotterdam. Deze had in dit nauwe vaarwater de brug niet mogen verlaten. De Raad keurt niet af dat de kapitein de wacht overliet aan de bestman. De Raad is van mening, dat de dood van Hilbrand Cordes het gevolg is van schuld van de bestman en dat hier een strafbaar feit is gepleegd en dat de officier van justitie in Rotterdam daarvan in kennis moet worden gesteld. Omdat bestman J.A. Vinke ongediplomeerd is heeft de Raad geen mogelijkheid hem een zware straf op te leggen en onthoudt zich van het toepassen van enige maatregel.
1951-11-18: Final Fate:
Met een lading van 250 ton mudcoal (slurry) onderweg van Bo'ness naar Hamburg in ruw weer lek gesprongen, zware slagzij, op sleep genomen door het Zweeds stoomschip 'Stellar', echter op 20 november bij Helgoland gezonken. Een bemanningslid verloor hierbij het leven. De anderen werden door de "Stellar" gered.
1951-11-21: Leeuwarder Courant 21-11-1951: De „PINGUIN" gezonken. Het Zweedse stoomschip „Stellar" heeft geseind, dat het Nederlandse motorschip „Pinguin" gisternacht is gezonken. De „Stellar" heeft de gehele bemanning van de „Pinguin" aan boord genomen. De „Pinguin' is gezonken ten Oost-Zuidoosten' van de Doggersbank.
1951-11-23: Het Vrije Volk 23-11-1951: Derde ramp was „PINGUIN" te machtig. (Van een onzer verslaggevers) Terwijl de Zuidwester nog steeds de golven op de Noordzee hoog opjaagt en nieuwe schipbreuken de herinnering aan de ondergang van de „Pinguin" al weer op de achtergrond dringen, is Donderdagavond omstreeks tien uur de uit zes koppen bestaande bemanning van deze Groningse coaster, die Dinsdagochtend in de buurt van de Doggersbank is gezonken, in Groningen gearriveerd. Vermoeid maar dankbaar lieten zij zich hun kopje koffie ten huize van de reder, de heer Mees Cremer Jr., goed smaken. Het is de derde maal dat de „Pinguin", die in 1934 bij van Diepen te Waterhuizen werd gebouwd, zonk. De eerste maal gebeurde dat in 1935 met een lading suiker na een aanvaring op de Theems, de tweede maal in 1949 met een lading gietijzer in de Kieler Bocht. Beide keren kon het schip worden gelicht.

Afbeeldingen


Omschrijving: PINGUIN tijdens de proefvaart
Collectie: Bolhuis, R.J. van (Riemer)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: PINGUIN
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: De schade na aanvaring met het Duitse schip Vadder Gerrit - foto River Theems 26 nov. 1934.
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Schade

Omschrijving: PINGUIN, Marktkanaal in Amsterdam achter de Centrale Markthallen.
Collectie: Plokker, Hugo
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: PINGUIN
Collectie: Plokker, Hugo
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname
Overige afbeeldingen


Omschrijving: De PINGUIN gezonken op de Thames, 26 nov. 1934.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: gezonken op de Thames 26-11-1934.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Artikel Schuttevaer van 04-12-1982 deel 1.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Artikel Schuttevaer van 04-12-1982 deel 2.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Krantenartikel omtrent het vergaan van de PINGUIN nabij Helgoland op 18 nov. 1951.
Vervaardiger: Unknown