Inloggen
OOSTMEEP - ID 4907


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1967
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
IMO nummer: 6728056
Nat. Official Number: 4179 Z GRON 1967
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Shelterdeck closed
Masten: Two masts
Rig: 3 derricks, 3 winches
Material Hull: Steel
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Scheepswerf- en Reparatiebedrijf 'Harlingen', Harlingen, Friesland, Netherlands
Werfnummer: 34
Launch Date: 1967-09-12
Delivery Date: 1967-12-16
Technical Data

Engine Manufacturer: Motoren Werke 'Mannheim' A.G. (MWM), Mannheim, German Federal Republic
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 6
Power: 950
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: MWM nr. 15155/029 Type TD484-6 (x) 375 rpm
Speed in knots: 11.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 1134.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 795.00 Net tonnage
Deadweight: 11870.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 90000 Cubic Feet
Bale: 87000 Cubic Feet
 
Length 1: 72.26 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 66.13 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 10.38 Meters Breadth, moulded
Depth: 5.32 Meters Depth, moulded
Draught: 5.00 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1967-12-16 OOSTMEEP
Manager: N.V. Scheepvaartbedrijf 'Gruno', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Rederij 'Oostmeep', Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder: Dirk van der Schoot, Marten de Jong en Hessel Albert van Voorden
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Callsign: PGND

Ship Events Data

1967-09-12: Als "OOSTMEEP", bouw no. 34 van Scheepswerf Harlingen te Harlingen, zijnde een motorschip in aanbouw, nog niet gemeten, liggende te Harlingen, door T. van 't |Hof, ambtenaar bij de Scheepsmetingsdienst te Groningen, van brandmerk 4179 Z GRON 1967 voorzien door het inbeitelen op het achterschip aan S.B. zijde in het achterschot van het brughuis op het bovendek, 9.00 m. uit hekplaat, 3.05 m. uit de lengteas en 1.37 m. uit dek.
1967-09-13: NvhN 13-09-1967: Kustvaarder te water in Harlingen. Gistermiddag vond de tewaterlating plaats van de kustvaarder OOSTMEEP van scheepswerf Harlingen aan het Verbindingskanaal te Harlingen. De OOSTMEEP is een zusterschip van de WESTMEEP en werd gebouwd in opdracht van rederij De Jong en v. d. Schoot. Het schip meet 1250 ton, is plm. 70 meter lang en 10.40 meter breed. Men hoopt de vrachtvaarder begin november op te leveren waarna het zal worden ingezet op de wilde vaart en chartervaart.
1967-12-20: Leeuwarder courant 20-12-1967: Scheepswerf Harlingen vroeg werkverkorting aan. Nadat de Oostmeep vorige week scheepswerf en reparatiebedrijf „Harlingen" in de gelijknamige stad heeft verlaten en voor de eerste reis is vertrokken, is er weinig werk meer in portefeuille voor de werf. Vijf werknemers, die tijdelijk waren aangenomen, zijn ontslagen, terwijl voor de vaste kern werkverkortlng — een halve week — is aangevraagd voor de tijd van zes weken. De directie heeft inmiddels contacten gelegd die veelbelovend worden genoemd en de mogelijkheid is groot dat binnenkort weer op volle toeren kan worden gewerkt.
1968-10-29: Final Fate:
Onderweg van Brussel naar Pescara en Monfalcone met 1.750 ton ijzeren staven en oude rails passeerde het schip Gibraltar. Nog rapportage van passage Kaap Bougaroni door ms. 'Phidias' ontvangen. Daarna verdwenen, vermoedelijk gezonken tussen Cap Bougaroni en Noord-Sicilië. Alle negen opvarenden vermist. Een Italiaanse veerboot vond op 31 oktober een sloep van de 'OOSTMEEP' op ca. 13 mijl ten zuiden van Ustica.
1968-11-12: Leeuwarder Courant 12 november 1968:
Harlinger coaster ,,OOSTMEEP’’ in Middellandse Zee vermist. Familie van de bemanning gisteren ingelicht. Negen man aan boord onder wie vier Friezen. Gisterochtend hebben de reders van de Harlinger kustvaarder ,,Oostmeep’’ de familieleden van de opvarenden er van in kennis gesteld dat deze coaster wordt vermist in de Middellandse Zee De ,,Oostmeep’’ (de naam is ontleend aan een vaargeul ten z. van Terschelling in de Waddenzee) die pas sinds december 1967 in de vaart was, had op dinsdag 22 oktober, tien uur des avonds, Brussel verlaten met een lading van 1750 ton steel billets (ijzeren staven) en was Gibraltar ’s middags twee uur gepasseerd op 29 oktober. Sindsdien heeft men niets meer van de coaster en de aan boord zijnde negen bemanningsleden, onder wie vier Friezen, vernomen. Het schip was op weg naar Monfalcone, een haven bij Venetië, waar het vorige week woensdag 6 november had moeten arriveren. De Oostmeep, die van het open-gesloten shelterdecktype is en 1850 ton dead weight meet, is dus een kleine week over tijd. De eigenaren die samenwerken in de rederij ,,Oostmeep’’, dezelfde naam als de coaster draagt dus, hebben geen enkele zekerheid wat er met het schip kan zijn gebeurd. Alles is mogelijk. De motor kan zijn uitgevallen, eventueel gepaard gaande met een electriciteits en radiostoring of het schip kan om een of andere reden ligplaats hebben gekozen bij een eilandje. Het kan ook in het ergste geval zijn vergaan. Er is sprake van dat de ,,Oostmeep’’ op 1 november nog contact zou hebben gehad met een ander schip, doch dit is nog een duistere zaak, aldus de rederij. Over het weer in de Middellandse Zee herinnerden de reders eraan dat vooral Noord-Italië te lijden heeft gehad van storm en hevige regens. Men achtte de weersomstandigheden echter niet direct van dien aard dat daardoor een ramp zou kunnen zijn ontstaan. Aangezien in Noord-Italië ook telefoon en telegraafverbindingen zijn verbroken, kan dit misschien mede een oorzaak zijn dat men geen contact heeft kunnen krijgen. Men heeft anders meestal alleen radiocontact, want sinds de overdracht van de coaster heeft deze nog maar een paar maal Nederland aangedaan. Zoals gezegd zijn er negen koppen aan boord. Kapitein P.K. van der Ploeg komt uit Delfzijl, hij is gehuwd en heeft twee kinderen. Hij is de vlaggekapitein van vijftien kustvaarders. Stuurman R.A. Dubach uit Hilversum is ongehuwd, hij is 24 jaar. Voorts de gehuwde eerste machinist T. van der Berg (36) uit Bergum, en de ongehuwde tweede machinist Y. Wiersma uit Murmerwoude die afgelopen zondag 26 jaar is geworden. De kok H.J. ter Huerne is afkomstig uit Zutphen, de volmatroos, Jan Bos (30) uit Delfzijl is ongehuwd. Verder is er een Spaanse matroos aan boord, Juan Jose Romero-Brito, dan nog de ongehuwde matroos W. Kikstra, bijna 24 jaar van Vlieland en de ongehuwde matroos onder de gage Heerke Feenstra, bijna 21 jaar uit Sexbierum. Het komt wel meer voor dat een schip over tijd is. In dergelijke gevallen worden de familieleden als regel niet direct gewaarschuwd om ze niet nodeloos ongerust te maken. In dit geval achtten de reders, de heren D. van der Schoot, H. van Voorden en M. de Jong te Harlingen (zij vormen een rederscombinatie) het niet verantwoord langer te wachten. Er wordt in het gebied van de Middellandse Zee door allerlei schepen uitgekeken naar de Harlinger kustvaarder. Hierbij zijn Scheveningen Radio en Lloyd’s Intelligence Department (een inlichtingen en opsporingsbureau van Lloyd’s in Londen) ingeschakeld. Zij geven de berichten door aan de scheepscheepvaart met het verzoek om terugmeldingen als enig spoor van de ,,Oostmeep’’ en de bemanning mocht worden gevonden. Van vele landen rond de Middellandse Zee heeft men ook allerlei medewerking gekregen, zoals van de Franse, Italiaanse en Joegoslavische autoriteiten. Lloyd’s agenten in Algiers, Tunis en Malta zijn bezig allerlei contacten te leggen met rederijen en schepen die de routes bevaren die de ,,Oostmeep’’ kan hebben gevolgd. Ook de vlagofficier van de ,,Navy’’ (de koninklijke Britse marine) op Malta heeft medewerking toegezegd. Er wordt met Britse vliegtuigen en schepen gezocht. Ook oorlogsschepen van NAVO en Russische vloot kijken uit naar Oostmeep. Er is een NAVO-oefening gaande in de Middellandse Zee en hoewel die normaal voortgang moet vinden ziet men van deze vloot ook uit naar de vermiste Harlinger. Wij hadden een gesprek met de heer W.H. de Jong, zoon van de reder M. de Jong (deze is ook directeur van de NV Suikerwerken fabriek Frisia) over de vermissing. De heer De Jong jr. legde er de nadruk op, dat de Middellandse Zee een enorme oppervlakte heeft. (de lengte, alleen al is zo’n vierduizend kilometer) De vaarroutes zijn lang niet zo druk als die wij in de Noordzee kennen waar de schepen in bepaalde routes worden samengedrongen. In de Middellandse Zee is er meer spreiding van de schepen. Het is daardoor een zware opgave in dit gebied te zoeken naar een verdwenen schip, waarmee hoe dan ook het contact verloren is. De heer De Jong was er van overtuigd dat zelfs Russische oorlogsschepen medewerking zouden verlenen bij de opsporing. Die weten uiteraard door de uitwisseling van radioberichten wat er aan de hand is en zullen stellig een schip in nood bijstand verlenen, evenals zoals opgemerkt, de NAVO-schepen. Ook de grote zeesleepboten van NV Bureau Wijsmuller uit IJmuiden, voor zover deze slepers In het gebied van de Middellandse Zee varen, kijken uit. Met hun sterke zenders geven ze berichten door aan en over de Nederlandse kustvaarders. ,,Werkelijk, we hebben al het mogelijke gedaan om klaarheid in deze verdwijning te brengen’’, zo verzekerde de heer De Jong jr. ons. De reders houden steeds minstens één telefoonlijn vrij waarop ze de ongeruste familieleden te woord kunnen staan en berichten afwachten van al diegenen die op enigerlei wijze bij het opsporingswerk zijn betrokken. Herhaalde oproepen Scheveningen Radio roept om de paar uur in het Nederlands en in het Engels om dat het schip over tijd is en geeft dan het signalement (naam, tonnage, lengte, type van bouw) door in de hoop reacties te krijgen. De rederij heeft al verscheidene malen gesprekken aangevraagd met de ,,Oostmeep’’, maar geen antwoord gekregen. Er wordt contact gezocht op de korte golfbanden. Van een woordvoerder van Scheveningen Radio, die ons dit meedeelde, vernamen we voorts nog dat het tamelijk slecht weer is. Men achtte het daar ook nog mogelijk dat de ,,Oostmeep’’ schuilgelegenheid had gezocht, en door een defect niet op de korte golf kan reageren. Radio Scheveningen had ondermeer contact gehad met Roma Radio (het Italiaanse radiostation voor schepen) dat hetzelfde oproepbericht regelmatig uitzendt en havens over de vermissing heeft geïnformeerd. Ook Radio Athene doet oproepen. Wat vooral onrust heeft gewekt is dat kapitein Van der Ploeg niets van zich heeft laten horen. ,,Hij is een zeer serieus man en zou stellig alle mogelijke moeite hebben gedaan zijn reders te waarschuwen, ook al zou hij maar één dag over tijd zijn geweest’’, zo vertelde men ons bij Scheveningen Radio. Vanmiddag had de rederij nog niets vernomen van het vermiste schip.

Leeuwarder Courant 13 november 1968:
De ,,OOSTMEEP’’ had laatste contact met coaster van KNSM voorbij Algiers. Familieleden van bemanning zijn angstig. Er wordt nog steeds in het gebied van de Middellandse Zee de Ionische Zee (onder de “laars” van Italië) en in de Adriatische Zee, aan de oostzijde van Italië, alsmede in de Golf van Venetië gezocht naar de verdwenen Harlinger kustvaarder ,,Oostmeep’’. Schepen en vliegtuigen van allerlei nationaliteit nemen aan de opsporingsactie deel. Het gebied dat wordt afgezocht kon echter worden ingekrompen aangezien gebleken is dat een ander Nederlands schip, de ,,Phidias’’ van de KNSM uit Amsterdam, de ,,Oostmeep’’ op 31 oktober nog heeft gezien en radiocontact heeft gehad. De laatste melding van de vermiste coaster had de rederij toen deze Gibraltar op dinsdag 29 oktober passeerde, zoals wij gisteren hebben gemeld. Er was toen al sprake van dat de Harlinger kustvaarder later nog was gezien. Onderzoek wees uit dat dat klopte. Donderdag 31 oktober op 37 graden, 5 minuten Noorderbreedte en 6 graden, 28 minuten Oosterlengte, hadden de ,,Phidias’’ en de Harlinger elkaar ontmoet. Dat was op dertig mijl westnoord-west van Kaap Bougaroni, ruim driehonderd kilometer ten oosten van Algiers. Kapitein P.K. van der Ploeg deelde bij het uitwisselen van gegevens toen mee dat hij door de Straat van Messina, via de Ionische Zee en de Adriatische Zee naar de haven Monfalcone aan de Golf van Venetië zou varen. De speurders naar het vermiste schip zoeken derhalve niet meer ten westen van dit laatst bekende ontmoetingspunt. Scheveningen Radio zendt nog steeds om de twee uur in het Engels en Nederlands omroepberichten uit, bestemd voor de ,,Oostmeep’’ en voor andere schepen die iets omtrent de Harlinger zouden kunnen weten. Maar tot dusver ontbreekt ieder nader spoor. Scheveningen Radio heeft een telexverbinding met Roma Radio in Italië. Dit station voor de scheepvaart heeft na melding van de laatste gegevens direct de havenautoriteiten en reders in een aantal havens op de hoogte gebracht, zoals in Palermo en Messina op Sicilië, Reggio “op de .neus van de Italiaanse laars” en havens langs de Adriatische Zee. Er zijn meldingen geweest dat de ,,Oostmeep’’ ook op 1 en op 5 november zou zijn gesignaleerd, dat is pertinent onjuist, zo deelde de heer C. van der Schoot, directeur van het Scheepvaartkantoor Van der Schoot te Harlingen ons vandaag mee. De heer C. van der Schoot is niet een van de reders van de rederij ,,Oostmeep’’. Hij heeft wel financiële belangen in andere rederijcombinaties. Zijn kantoor behartigt evenwel de zaken (het zogenaamde runnen) van eigen en andere schepen. Er zijn ook veronderstellingen geweest dat het vermiste schip in Albanese wateren motorpech heeft gekregen en nu in Albanië zou worden vastgehouden waardoor contact onmogelijk zou kunnen zijn geworden. De heer Van der Schoot vertelde ons dat dit louter een veronderstelling was van anderen. Wat moet ik er in godsnaam van zeggen, zo vroeg hij zich af. De heer Van der Schoot achtte het haast niet mogelijk dat het schip vergaan zou zijn zonder dat de bemanning de gelegenheid zou hebben gehad in de sloepen te gaan, tenzij het schip in één keer plotseling gekapseisd zou zijn. Dit kan evenwel ook in twijfel worden getrokken, (hoewel het niet uitgesloten wordt geacht). De ontwerper van het schip heeft alles nog eens nagerekend en kwam tot de conclusie dat de ,,Oostmeep’’ een bijzonder grote stabiliteit heeft, temeer daar het bossen gebundeld ijzer als lading vervoert. Men blijft nog steeds in grote ongerustheid. De familieleden van de opvarenden maken zich steeds bezorgder. ,,Zeg maar gerust dat de mensen angstig zijn’’, aldus de heer Van der Schoot. Verdwijning van ,,Oostmeep’’ raadsel
Toestand wordt penibel: reders vrezen nu ongeluk Ondanks alle speurwerk met schepen en vliegtuigen naar de verdwenen Harlinger coaster ,,Oostmeep’’ is er geen spoor van het schip gevonden. Het wordt nu wel penibel, zo zei ons vandaag de heer C. van der Schoot van het scheepvaartkantoor, dat ook de belangen van de rederij ,,Oostmeep’’ behartigt. Zou het schip zijn vergaan - en daar houdt men nu meer rekening mee - dan zou het zoeken nog moeilijker worden, want er was niet veel aan boord dat op het water zou komen drijven. Men had geen deklast, de sloepen zaten stevig vastgesjord en zo ook de reddingsboeien. Zou er wel iets aan de oppervlakte drijven, dan wordt dat door de stromingen zo snel weggevoerd dat een dag later het gebied waarin wrakstukken aanwezig zouden kunnen zijn al zo’n 80 vierkante kilometer groot zou zijn. Het zoeken naar een schip is al moeilijk, laat staan het speuren naar wrakstukken. De oorzaak van een eventueel vergaan, kan geen hoge vloedgolf zijn geweest want dan hadden andere schepen ook iets moeten merken. Een veronderstelling onzerzijds, dat het schip op een rif zou kunnen zijn gelopen, achtte de heer Van der Schoot niet uitgesloten. Langs de Noordafrikaanse kust komen inderdaad riffen voor. De zeebodem heeft talrijke plateaus. Maar in zo’n geval zou de bemanning stellig nog radioseinen hebben ben kunnen geven of vuurpijlen hebben kunnen afsteken die tot op veertig mijl zichtbaar zijn, maar er zijn geen vuurpijlen gezien. Er is wel eens een schip van de rederij Van der Schoot, eveneens te Harlingen, zoek geweest. Dat was de ,,Cornells van der Schoot’’ in de Rode zee in oktober of november 1966, doch na een week was uitgepluist waar deze coaster zat. Met de ,,Oostmeep’’ duurt het nu te lang. Deze coaster is nu al twee weken spoorloos. Zoals wij gisteren al hebben meegedeeld zijn de bemanningsleden van de kustvaarder ,,Phidias’’ van de KNSM te Amsterdam de laatsten geweest die - op donderdag 31 oktober - contact met de verdwenen Harlinger coaster ,,Oostmeep’’ hebben gehad, dertig mijl west-noord-west van Kaap Bougaroni Deze kaap ligt ruim driehonderd kilometer ten oosten van Algiers. De Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij heeft voor ons radiotelefonisch contact opgenomen met de ,,Phidias’’, een coaster van 499 bruto registerton, die onder commando van kapitein J.H. Marselis vaart, teneinde nog verdere bijzonderheden te weten te komen. Het bleek dat beide schepen een eindweegs met elkaar waren opgevaren. De ,,Oostmeep’’ passeerde zoals bekend op 29 oktober om twee uur des middags Gibraltar. De ,,Phidias’’ twee uren later. Deze kleinere kustvaarder liep langzaam op de ,,Oostmeep’’ in. De kapiteins wisselden gegevens met elkaar uit. (Kapitein P.K. van der Ploeg deelde toen mee dat hij door de Straat van Messina zou varen) en de bemanningsleden konden elkaar zien. Het laatste contact, op 31 oktober dus, was des avonds half acht. Toen was de ,,Phidias’’ de Harlinger al vooruit gelopen. De ,,Phidias’’ deed Malta, Cyprus en Israël aan en is inmiddels op de terugweg. Kapitein Marselis deelde nog mee dat de weersomstandigheden op 31 oktober gunstig waren. Vrijdag 1 november ging het meer waaien uit het zuidoosten, docht het weer was toch niet bijzonder ongunstig, en zeker niet zo dat een schip als de ,,Oostmeep’’ er veel last van zou hebben. Toen kapitein Marselis vernam dat de ,,Oostmeep’’ werd vermist, heeft hij Scheveningen Radio direct op de hoogte gebracht van de positie waar de Harlinger kustvaarder het laatst was gesignaleerd. Scheveningen Radio deelde dit de Harlinger rederij ,,Oostmeep’’ mee.

Leeuwarder Courant 15 november 1968:
Ongerustheid over spoorloze ,,OOSTMEEP’’ groeit. Bij de rederij ,,Oostmeep’’ in Harlingen wordt dagelijks vaak telefonisch geïnformeerd door familieleden van de bemanning van de verdwenen Harlinger kustvaarder. Ook des nachts vragen zij nogal eens of er een spoor is gevonden, want hun ongerustheid neemt toe. De mensen zitten bij de telefoon en de radio te wachten of er ook een melding komt. Wat de familie echter te horen krijgt is steeds negatief, nog niets ontdekt. De heer C. van der Schoot, directeur van het Scheepvaartkantoor Van der Schoot, dat ook de zaken van de reders van de vermiste coaster afhandelt, deelde ons mee dat hij niet gezegd heeft zoals in sommige kranten wel wordt gemeld, dat er niet veel hoop meer zou bestaan dat de nu al langer dan twee weken vermiste coaster nog zal worden gevonden. Het zijn woorden die hem in de mond gelegd zijn ,,Er wordt nog steeds gezocht en dan blijf je steeds hoop koesteren’’, aldus de heer Van der Schoot, die het belangrijk vond dat men vooral bij Italië nog zoekt. Dat is wel het voornaamste ,,En ook dat men dat bij Sicilië doet’’, zo deelde de directeur ons nog mee. (Het is immers bekend dat kapitein P.K. van der Ploeg op 31 oktober nog aan de kustvaarder ,,Phidias’’ van de KNSM heeft meegedeeld dat hij door de Straat van Messina zou varen, dus tussen Italië en Sicilië door) ,,Maar het begint nu wel lang te duren,’’ zo zei de heer Van der Schoot. Radiostations in Italië en Griekenland roepen nog steeds de ,,Oostmeep’’ en andere schepen op. De agenten van Lloyd’s hebben daarentegen over het algemeen hun activiteiten gestaakt, Scheveningen Radio roept ook nog regelmatig om. Of er nog lang gezocht zal worden kon de heer Van der Schoot niet zeggen. Dat was afhankelijk van al diegenen die speuren en die het zoeken organiseren. Aan het zoeken nemen behalve schepen ook nog steeds vliegtuigen deel.

Leeuwarder Courant 15 november 1968:
Sloep gevonden, ,,OOSTMEEP’’ vergaan bij Sicilië? De rederij ,,Oostmeep’’ te Harlingen heeft bericht ontvangen dat er boven Sicilië een sloep is gevonden. Deze bleek, zo kon met stelligheid worden vastgesteld, van de verdwenen coaster ,,Oostmeep’’ afkomstig te zijn. De agent te Messina deelde dit mee aan de reders, die nu op nadere gegevens wachten. Men weet uiteraard niet of de bemanning getracht heeft om een sloep te strijken, teneinde zich in veiligheid te stellen of dat de sloep van boord is geslagen. Het is echter, zo zei de heer W.H. de Jong, woordvoerder van de rederij ons, zo goed als zeker dat de kustvaarder is vergaan. De familieleden van de negenkoppige bemanning zijn inmiddels op de hoogte gebracht van het vinden van de sloep waaraan men slechte conclusies verbindt.

De Telegraaf 16-11-1968: Sloep opgepikt van OOSTMEEP. Van onze correspondent Harlingen. Zaterdag Een Italiaans vrachtschip heeft gisteren op de Middellandse Zee nabij, Sicilië., ter hoogte van Palermo een onbemande sloep opgepikt van de reeds ruim twee weken vermiste Harlinger kustvaarder „OOSTMEEP". Rederij Van der Schoot heeft nu alle hoop opgegeven, dat nog iemand van de negen opvarenden in leven zal worden teruggevonden.


1975-04-10: Leeuwarder Courant 10-04-1975: Monteur van bedrijf uit Hoogezand zou getuige zijn geweest. Hadden kapitein en reder van „Oostmeep" ruzie over stuk ijzer? Damwoude — Een onbekende elektromonteur van het elektrotechnisch bureau Eekels uit Hoogezand is de man, die volgens eerste machinist Sijde Minnema uit Damwoude mogelijk licht kan brengen in het raadselachtige vergaan van de Harlinger kustvaarder „Oostmeep" rond 1 november 1968 in de van Sicilië. Deze monteur moet eind oktober, toen de „Oostmeep" in Brussel aan het laden was, getuige zijn geweest van een ruzie tussen reder Cornelis van der Schoot en kapitein P. K. van der Ploeg. Aanleiding tot de onenigheid was een massief stuk ijzer van 30 ton, dat de heer Van der Schoot nog aan boord wilde brengen op het moment dat de „Oostmeep" volgens de kapitein al helemaal geladen was. De heer Minnema acht het aannemelijk, dat reder Van der Schoot zijn zin heeft gekregen en dat het brok ijzer in het bovenste van de twee dekken is geplaatst. De mogelijkheden om het goed vast te sjorren zijn naar zijn mening zeer beperkt geweest. Toen het later in de Middellandse Zee enigszins ruw weer werd — echt zwaar weer moet het in die periode overigens niet zijn geweest — is het stuk ijzer mogelijk „aan de haal gegaan", waardoor de „Oostmeep" kan zijn gezonken. In de berichten die ruim zes jaar geleden in de kranten stonden is nooit gesproken over het stuk ijzer, zo schrijft de heer Minnema in de brief aan de Raad voor de Scheepvaart, waarin hij vraagt om een nieuw onderzoek. De heer Minnema hoorde het verhaal van het stuk ijzer van de heer H. Kelder, marinesuperintendent van de rederij Kuhlman uit Harlingen. In november 1974 voer hij onder kapitein Kelder van Gothenburg naar Harlingen. Tijdens een gesprek kwam het onverklaarbare vergaan van de „Oostmeep" ter sprake. Eer. van de negen slachtoffers was IJke Wiersma, een achterneef van Sijde Minnema. De heer Kelder wist dat echter niet, toen hij zijn verhaal vertelde. Ruim driehonderd kilometer ten oosten van Algiers. De schepen hadden via de radio contact. Van bijzondere omstandigheden was toen geen sprake. Daags daarna werd het weer slechter, maar echt zwaar is het volgens de heer Minnema niet geweest. De „Oostmeep" had 1750 ton lang ijzer (steel billets) aan boord. Een schip met een dergelijke lading slingert altijd wat. zegt de heer Minnema. Door de aanwezigheid van een zwaar brok ijzer op het bovenste van de twee dekken en doordat de tanks met water en gasolie na negen dagen varen flink lichter moeten zijn geworden, lijkt het hem aannemelijk dat de „Oostmeep" enigszins topzwaar is geworden. Bij ruw weer kan het stuk ijzer door de scheepswand zijn geschoten.
Tijdens de bouw van de coaster „Seven Seas" op de scheepswerf „Harlingen" had de heer Kelder een monteur gesproken van de firma, die het elektrische systeem aan boord van dat schip aanlegde. Dat gesprek ging onder meer over het vergaan van de „Oostmeep." De (onbekende) monteur had hem toen het verhaal verteld van de ruzie in de salon van kapitein Van der Ploeg in oktober 1968 in Brussel. De kapitein had zijn stuurman, de heer R. A. Dubach uit Hilversum, er nog bijgehaald om de reder ervan te overtuigen, dat het betreffende stuk ijzer niet meer aan boord kon, aldus het verhaal van de monteur. Voor de Damwoudster machinist Is dat ook een mogelijke verklaring voor het feit, dat de „Oostmeep" in een mum van tijd moet zijn gezonken. Had de ramp zich niet zo snel voltrokken, dan zou een ervaren zeeman als kapitein van der Ploeg zeker kans hebben gezien om een sloep te strijken, aldus de heer Minnema. Op Sicilië is later een reddingboot va,n de „Oostmeep" gevonden. Gebleken is dat die niet op normale wijze was gestreken. De „Oostmeep" werd voor het laatst waargenomen op 31 oktober 1968 door de „Phidias" van de Koninklijke Nederlandse Scheepvaart Maatschappij uit Amsterdam. Dat gebeurde op dertig mijl west-noordwest van Kaap Bouga- Sijde Minnema vaart al ruim negentien jaar. Hij zegt nooit vrede te hebben gehad met de verdwijning van de „Oostmeep". Uit talloze gesprekken met andere zeelui is hem gebleken, dat deze ramp voor iedereen een groot raadsel is. Van een aardverschuiving als oorzaak wil hij niet horen. Die doen zich niet voor in het bewuste gebied, zegt hij. De heer Kelder zegt zich desgevraagd wel te herinneren, dat hij met machinist Minnema heeft gesproken over het vergaan van de „Oostmeep". Van een verhaal over een ruzie tussen reder Van der Schoot en kapitein Van der Ploeg weet hij echter niets meer. De heer Cornelis van der Schoot ontkent zelfs, dat er in Brussel onenigheid is geweest terwijl hij aan boord was van de „Oostmeep".

Afbeeldingen


Omschrijving: Oostmeep 1967
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Oostmeep 1967 op de Waddenzee.
Collectie: Olinga, Frits J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Oostmeep 1967 - Krantenbericht van 04-04-1975.
Collectie: Tuil, J. (Jan)
Vervaardiger: Unknown