Inloggen
ANNA - ID 461


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1905-03-09 / 1907-10-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1903
Nat. Official Number: 6387 GRON 1905
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Vrachtlogger
Construction Data

Scheepsbouwer: Schiffswerft u. Maschinenfabrik Cassens G.m.b.H., Emden, Germany
Delivery Date: 1903-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 133.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 116.00 Net tonnage
 
Length 1: 25.19 Meters Length overall (Loa)
Beam: 6.31 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.05 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1903-00-00 ANNA
Manager: A. Hemmes & Oscar Stadtlander, Emden, Germany
Eigenaar: A. Hemmes & Oscar Stadtlander, Emden, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Emden / Germany
Callsign: KJHV

Date/Name Ship 1905-03-09 ANNA
Manager: Gerrit Fokko de Wit, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Gerrit Fokko de Wit, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NDJK

Ship Events Data

1903-00-00: 11.02.2008 Info Bill Schell: I have found ANNA in LR 1903 (new entries in posted edition) “A 25” 134 grt, 120 tons under deck, 116 nrt, reg. dimensions 82.6 x 20.7 x 10.0, built 1903 by C. Cassens, Emden , classed GL. Original owners A. Hemmes, Sen., Emden - signal letters KJHV , G. Jelten, Master. Listed in 1905 LR “A 746” owner “Hemmes and Stadtlander” registered Groningen. Listed in 1907 LR “A 672” owner “O. Stadtlander”, registered Groningen - reference to the shipowners’ list shows Oscar Stadtlander, Emden, Master – G. F. de Witt, signal letters NDJK. ---
23.08.2005 Info Kadaster (via Ger Mulder): Gerrit Fokko de Wit uit Midwolda werd op 09.03.1905 teboekgesteld als eigenaar van de schoonerlogger ANNA, groot 120,39 reg ton. Het schip kreeg toen brandmerk 6387 Gron 1905. Op 11 maart kwam er een hypotheek op van ƒ 8.500. Volgens het kadaster werd de Anna gekocht voor 30.000 Mark. Ik denk dat je er daarom vanuit mag gaan dat het schip in eerste instantie naar Duitsland is gegaan.


1907-06-00: DS 25.06.1907: Falmouth, 22 juni. Door het s.s.”Adelheid” is op 22 juni op 45ºN 33ºW de Nederlandse schoener “Anna”, kapt. De With, gepraaid, onderweg van Antwerpen naar St. John (N.F.)
1907-10-00: Final Fate:
NRC 26.10.1907: Londen, 25 oktober.
De Nederlandse schoener “Anna”, gezagvoerder De Witt, van Labrador naar Gibraltar bestemd, werd 19 oktober op 48ºN en 38ºW met verlies van roer, met alle zeilen weggeslagen en zwaar lek verlaten. De bemanning werd door een ander schip opgepikt en te Liverpool geland. De “Anna” behoort te Groningen thuis en is 133 ton groot.
NRC 27.10.1907: Liverpool, 25 oktober.
Door de gezagvoerder van het van Portland (Me) alhier aangekomen Engelse stoomschip “Ottoman” wordt gerapporteerd, dat hij 18 oktober op 48º23’NB en 38º W de met droge vis van Labrador naar Gibraltar bestemde Nederlandse schoener “Anna” heeft aangetroffen, die noodseinen toonde. De bemanning vroeg om overgenomen te worden, doch door de hevige noord-wester storm was het niet mogelijk een boot te water te laten. Tot de volgende morgen bleef de”Ottoman” in de nabijheid en toen de zee en wind afnamen, werd er een boot gestreken, die de vijf opvarenden van de “Anna” op de “Ottoman” overbracht. De juiste datum van het verlaten was 19 oktober v.m. 8.00 uur en wel op 47º58’NB en 37º44’WL. Buiten en behalve dat het roer weg was, waren de zeilen weggeslagen, de mast gesprongen en het schip was zwaar lek. Voordat de bemanning het schip verliet, waren alle luiken opengelegd. De zee brak er hevig over heen. Men vermoedt dat het niet lang kan hebben gedreven.
Het vaartuig is in Nederland verzekerd, de lading ter waarde van GBP 3000 te Liverpool en Glasgow.
PGC 29.10.1907:
Een telegram uit Londen meldde vrijdag dat de schoener “Anna” door het Engelse s.s. “Ottoman” in het midden van de Atlantische Oceaan in zinkende toestand was aangetroffen. De bemanning, bestaande uit kapt. De Wit, stuurman Hendriks, twee matrozen en de kok, allen Groningers, waren gered. Gistermiddag zijn deze zeelieden om drie uur alhier weer behouden en wel in de kring hunner familie teruggekeerd en het is van een hunner dat we de volgende bijzonderheden vernamen.
De “Anna” was een flink gebouwde stalen schoenerlogger, groot 115 Reg. tonnen, ongeveer 4 jaar oud en behoorde aan reder Stadtlander te Emden. (opm: Stadtlander was de boekhouder; kapitein G.F. de Wit sinds maart 1905 de eigenaar) Met een lading stokvis was zij in het begin dezer maand van Turnwick op Labrador vertrokken met bestemming Gibraltar. Toen men 4 dagen op zee was stak een hevige storm op welke de zeilen en het roer beschadigde. Het weer klaarde echter weldra weer zo goed op dat de beschadigingen werden hersteld. De 15e oktober des nachts was het echter weer geheel mis. Geheel onverwacht brak er een orkaan los, het schip helde zwaar over en het zilte water der stortzeeën joeg de rustig slapende mannen in de kooien met schrik overeind. Het schip stampte, de beide masten kraakten onder de kracht van de stormwind en allen spoedden zich naar dek om door het bergen van de zeilen erger te voorkomen. De storm was hun echter al voor. Met een geweldige klap sloeg het grote fokzeil neer en de ontstelde bemanning dankte de hemel dat zij niet waren getroffen, of door de losschietende touwen naar boven waren geslingerd. Weldra knapten ook de gaffel en boom als rietjes af en regende het hout, ijzer en tuigage naar beneden, als door een wonder niemand treffende. Steeds sloegen de hooggaande zeeën over het dek en spoelden alles wat maar enigszins los zat over boord en maakten als om hun vernielingswerk te voltooien de proviand zo goed als geheel onbruikbaar. Het veiligste plaatsje vonden de schipbreukelingen nog op het achterdek waar ze met zijn vijven opeen kropen in hun doornatte kleren en de lange gure nachten doorbrachten, telkens na een stortzee elkaar bij de naam roepend om te weten of allen nog present waren. Tot overmaat van ramp sloeg in de nacht van de 17e op de 18e het roer weg en ontstond tengevolge daarvan een lek. Het thans geheel aan de ontketende elementen prijsgegeven vaartuig kwam nu eens voor de storm te liggen, dan weer tegen de storm in. De toestand werd hoe langer hoe hachelijker. Men bevond zich echter, hoewel midden op de oceaan, in het vaarwater der stoomvaartlijnen tussen de oude en de nieuwe wereld en hoop op redding was derhalve niet uitgesloten. Maar die hoop begon reeds te minderen toen achtereenvolgens twee stoomschepen opdoemden, helaas om aan de andere gezichtseinder achter de regenachtige watermassa's te verdwijnen. In de morgen van de achttiende – zij bevonden zich toen op 57º48’ N en 37º44’ W – werden eindelijk hunne noodseinen opgemerkt door het genoemde s.s. “Ottoman”. De zee was te owlig om een boot uit te zetten. De “Ottoman” bleef evenwel in de nabijheid, een ellendige dag en een nog ellendiger nacht werd nog eens doorgemaakt en de volgende morgen werd van de zijde van het stoomschip gewaagd een boot uit te zetten. De woelige zee verhinderde echter het wrak te dicht te naderen. Het als door een wonder nog geheel complete vijftal maakte daarom een lij stevig aan boord vast en de matrozen en de kok gevolgd door de stuurman en de kapitein, die eerst de luiken hadden opengezet om het wrak gauwer te laten zinken, kwam met behulp daarvan weldra in de boot en binnen enige ogenblikken aanboord van de “Ottoman”. Daar werden zij liefderijk opgenomen, van droge kleren voorzien en onder de wol gestopt. Toen zij de volgende morgen ontwaakten en zich aan dek begaven was het ongelukkige schip reeds uit het gezicht verdwenen.
De “Ottoman” voer met bestemming naar Liverpool. Donderdagavond j.l. daar aangekomen maakten zij die nacht van de hartelijke gastvrijheid van het zeemanshuis aldaar gebruik. De volgende dag werd de Nederlandse consul opgezocht en deze zorgde voor hun verdere reis naar het moederland zodat ze gistermorgen te Hull op de boot konden stappen naar Harlingen. Vandaar arriveerden ze hier allen zo fris als dolfijnen in de kring der hunnen, waarin ze, zoals te verwachten met open armen werden ontvangen. Hun gehele uitrusting hebben ze echter verloren en dat weegt zwaar genoeg bij de arme kerels. Evenwel de vreugde er het leven te hebben afgebracht doet veel vergeten. De schrik schijnt echter met hun lijden te zijn verdwenen. Tenminste de waterrot, een jonge sterke kerel die wij vroegen of hij nu zeker tot het voorjaar aan wal bleef, verzekerde ons dat de winter hem nog te lang duurde. Met de eerste de beste gelegenheid koos hij weer het ruime sop.
Het schip waarvan alleen de scheepspapieren zijn gered, en de lading zijn verzekerd. Maar de uitrusting der bemanning?
NRC 30.10.1907: Hamburg, 28 oktober.
Kapitein Schierhorst van de heden van Philadelphia hier aangekomen tankstomer “Phoebus” rapporteert, op 19 oktober des namiddags 3 uur op 48ºN 38ºW in het midden van de Atlantische Oceaan de door de bemanning verlaten Nederlandse schoener “Anna” te hebben aangetroffen, met slechts twee honden aan boord. De “Anna” had het roer gebroken. Uit het in de kajuit liggende journaal bleek, dat het schip 190 ton droge vis in het ruim had, dat het voor vier jaren in Emden gebouwd was en te Groningen thuis behoorde. De honden werden van boord gehaald en de schoener in brand gestoken omdat deze een gevaar voor de scheepvaart vormde. Wij hadden gedurende de reis zeer slecht weer en hooggaande zee.
DS 01.11.1907: Antwerpen, 27 oktober.
Het s.s. “Cuban”, van New Orleans hier heden aangekomen, rapporteert 19 oktober op 47º50’N 38º10’W een schoener te zijn gepasseerd van ongeveer 300 ton, waarvan het achterschip in brand stond. Er omheen stomende werd geen leven noch boten aan boord gezien. Het scheen een ijzeren schip te zijn en het vuur aan het uitdoven. Het schip is gevaarlijk voor de scheepvaart. (Opm: het betreft de Ned. schoener “Anna”, zie o.a. NRC 27 oktober)

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1903
Kapitein: Jelten, C.
Overige informatie: 0