Inloggen
MINNA - ID 4319


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1935
Nat. Official Number: 5660 Z ROTT 1935
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: Two masts
Rig: 2 derricks, 2 winches
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 192
Date Laid Down: 1935-04-11
Launch Date: 1935-07-30
Delivery Date: 1935-08-20
Technical Data

Engine Manufacturer: Motoren Werke 'Mannheim' A.G. (MWM), Mannheim, Germany
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 6
Power: 440
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: MWM-Diesel Type (310x450) 310 rpm.
Speed in knots: 9
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 396.76 Gross tonnage
Net Tonnage: 249.75 Net tonnage
Deadweight: 497.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 26000 Cubic Feet
Bale: 25000 Cubic Feet
 
Length 1: 46.33 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 42.37 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 7.65 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.35 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1935-08-12 MINNA
Manager: Simons' Scheepsslooperij N.V., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Scheepvaart & Handelmaatschappij (Shipping & Trading Cy.) N.V. (N.V. Simons' Metaalhandel), Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PFZU

Ship Events Data

1935-08-00: Zusterschepen: Nottingham & Birmingham. Het basis ontwerp was van de motorkustvaarders Prima & Secunda (charters S.S.M.) gebouwd door Vooruit" te Spaarndam/Enkhuizen. Echter de 3 schepen van de R.D.M. werden voorzien met krachtiger motoren en sneller onderwaterschip om ten minste 10 mijl snelheid te halen. Dit alles op verzoek van de S.S.M. i.v.m. het aanleveren van fruit op tijd in de Engelse havens. Doordat het staal dat werd gebruikt enkele mm dikker was (staal was eigenlijk bestemd voor een GHV schip dat werd afbesteld) en mede daardoor hadden de schepen een geringe stabiliteit.
1935-08-01: NvhN 01-08-1935: Scheepsbouw. Het m.s. „MINNA", in aanbouw bij de Rotterdamsche Droogdok Mij., voor rekening van de Scheepvaart en Handel Mij. te Rotterdam, is met goed gevolg te water gelaten. Het schip, met een laadvermogen van 500 ton, zal worden voorzien van een Dieselmotor, met een capaciteit van 440 A.P.K.
1935-08-15: Op 15-08-1935 als MINNA, zijnde een motorschip, metende 1123.96 m3,liggende te Pernis, door H. ter Haar, asp. scheepsmeter te Rotterdam, ten verzoeke van Scheepvaart en Handel Maatschappij (Shipping and Trading Cy.) N.V., gevestigd te Rotterdam, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 5660 Z ROTT 1935 op het achterschip aan S.B. zijde achter op de zijkant v/h dekhuis op kampanje.
1935-08-21: De Telegraaf 21-08-1935: Motorschip op proefvaart. (Van onzen correspondent). Rotterdam 21 Aug. — Gisteren heeft met goed gevolg de proeftocht plaats gehad van het door de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij voor rekening van de Scheepvaart en Handel Maatschappij N.V. (Shipping and Trading Company Ltd.) te Rotterdam gebouwde motorschip „MINNA". De hoofdafmetingen zijn: lengte tusschen de loodlijnen 46.325 meter, breedte over de buitenkantspanten 7.65 meter, hoogte tot het opperdek 3.35 meter. Laadvermogen 500 ton. De voortstuwing van het schip geschiedt door middel van een zes cylinder 4-takt Dieselmotor met een vermogen van 408 P.K. bij 310 omwentelingen per minuut.
1935-09-22: Final Fate:
De nieuwe coaster "Minna" van de Scheepvaart- en Handel Mij., te water gelaten op 30 juni 1935 bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, op weg van Briton Ferry (Kanaal van Bristol, 20 september vertrokken) naar Rotterdam, vergaat tijdens haar eerste geladen reis nabij het lichtschip West-Hinder nadat de lading antraciet is gaan schuiven en het schip daarbij zinkt. (Volgens onbekende bron was het schip al op haar 5e rondreis.) De 7 bemanningsleden werden gered door het Russische schip "Lensovet" (1923 - brt 4718) Positie wrak: ± 51° 19' NB en 02° 00' OL.
1935-09-23: Het Vaderland 23-09-1935: Schipbreuk op de Noordzee. Een motorboot omgeslagen. De bemanning door een Russisch schip gered. Blijkens ontvangen telegrafische berichten van het Russische stoomschip "Lensovet" is Zondag op de Noordzee op 51' 19" NB. en 2' OL tijdens een hevigen storm het Hollandsche motorschip „MINNA" gekapseisd en vergaan. De bemanning van zeven koppen, onder commando van kapitein de Ruyter, ls door het Russische stoomschip gered. Het motorsohlp „Minna", dat kort geleden voor rekening van de Scheepvaart- en Handel Maatschappij, directeur de heer S. Simons jr. bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij was gebouwd, is een kustvaarder van het Groningsohe type en meet 500 ton. Voor do voortstuwing is een 300 pk. Benz ruwollemotor ingebouwd. Het schip, dat comfortabele verblijven voor de bemanning heeft en geheel electrisch uitgerust is, maakte reizen naar Engeland, waarheen het een lading oud ijzer vervoerde, om dan met steenkolen naar het punt van uitgang terug te keeren. Ditmaal, de vijfde tocht was de "Minna" Vrijdagmiddag omstreeks 12 uur uit Brighton Ferry nabij Swansea in Wales vertrokken met een lading Wales anthraciet bestemd voor de Rott. Kolen Centrale te Rotterdam. Op zijn tocht naar Rotterdam ontmoette kapitein de Ruyter hevige stormen. De geredden te Rotterdam. Om drie uur vannacht kwam het Russische schip met de bemanning van de Minna in de Maashaven te Rotterdam aan. De zeven geredden werden door de boot van de Rivierpolitie van boord gehaald, waarna zij in de gelegenheid werden gesteld op het bureau van de Rivierpolitie den dag af te wachten. Wij hebben op dit bureau met den kapitein een onderhoud gehad, waarin hij op een eenvoudige wijze het relaas van het avontuur, dat tenslotte nog zoo goed verliep deed. Kapitein G. de Ruyter vertelde, dat de Minna Vrijdagmiddag de haven van Brighton Ferry verliet met 471 ton anthraciet bestemd voor Rotterdam. De reis verliep heel normaal, Zondagmorgen echter kwam er een sterke W.Z bries opzetten. Om half een werd het vuurschip Sandettie gepasseerd. Alles aan boord was toen nog goed. De wacht werd overgegeven en Ineens om vijf minuten over een bemerkte men, dat het schip slagzij ging maken, over bakboord. De W.Z.-bries was intusschen nog steeds in kracht toegenomen. De oorzaak van het slagzij maken is geweest, dat de lading kolen in de ruimen Is gaan werken. De kapitein gaf last de machine te stoppen. In de hoop. dat het schip zich weer zou oprichten, maar dit gebeurde niet. Een hooge zee kwam over bakboord over het schip, waardoor de slagzij nog vermeerderde. De toestand was van dien aard. dat men aanvankelijk geen kans zag om de reddlngboot te strijken. Het schip moest eerst over bakboord omgedraaid worden, waardoor men den lagen kant aan lij kreeg en toen kon men de boot neerlaten. In de roeiboot. In wel zeer korten tijd speelde alles zich af. Tlen minuten nadat voor het eerst de slagzij was geconstateerd, was de bemanning in de kleine roeiboot overgegaan. En nauwelijks was men tien minuten in deze boot of de Minna zonk weg. Het schip, was nadat het door de bemanning was verlaten, steeds meer gaan overhellen, de masten raakten het water, even kwam het daarna voor drie minuten met de kiel bovendrijven om daarna te zinken. Het Russische schip, dat van Odessa op weg was naar Rotterdam, had reeds gemerkt dat er iets met de Minna aan de hand was. Kapteln de Ruyter had een noodsein laten hljschen en daarom koerste de Rus naar het Hollandsche scheepje. Spoedig waren de zeven opvarenden van de Minna aan boord van het Russische schip overgenomen. Hoewel de zee allesbehalve kalm was ging dit toch vrij gemakkelijk. Ook de roeiboot van de Minna werd aan boord van de Rus genomen. Persoonlijke eigendommen hebben de geredden niet meer kunnen meenemen. Ook de scheepspapieren heeft de kapitein niet meer kunnen redden. Daarvoor ontbrak in de spannende oogenbllkken de tijd. De geredden zijn kapitein G. de Ruyter wonende te Scheveningen. lste stuurman G. Pols wonende te Rotterdam, machinist F. Grol. wonende te Vlaardlngen. 2e machinist C. Dorsen wonende te Amsterdam, kok D. Verhagen wonende te Rotterdam en de matrozen N. den Heler van Schevenlngen en M. Plugge, eveneens van Schevenlngen. De bemanning verklaarde zich uiterst dankbaar voor de hartelijke wijze waarop men aan boord van het Russische schip was ontvangen. Bij het onderhoud met den kapitein waren ook de andere geredden aanwezig. Toen de heer de Ruyter zijn relaas geëindigd had. nam een van hen spontaan het woord, om met een enkel woord te verklaren, dat hij en zijn makkers den goeden afloop van het angstige avontuur dankten aan het kalme en zekere optreden van hun gezagvoerder. De kapitein deelde mee dat deze laatste reis van de Minna, de vijfde van het schip was, waarvan de laatste drie telkens met kolen van Engeland naar Rotterdam. Anthraciet is een moeilijke lading, zoo zei hij nog. daar deze koolsoort bij slingeren van het schip spoedig gaat werken, wat dan ook ln dit geval de oorzaak van het vergaan van de Minna is geweest


1935-10-02: Bataviaasch Nieuwsblad 02-10-1935: De ondergang van de “MINNA”. Lading kolen was gaan werken, waardoor het schip kapseide.
Blijkens ontvangen telegrafisch bericht van het Russische stoomschip “Lensovet” is Zondag 22 Sept. op de Noordzee op 51 gr.19”N.B. En 2 gr.O.L. Tijdens 'n hevigen storm het Nederlandsche motorschip “Minna” gekapseisd en gezonken. De uit zeven koppen bestaande bemanning onder commando van kapitein de Ruyter is door het Russische stoomschip gered. De “Minna”, die kortgeleden gebouwd is en haar 5en tocht maakte was uit Briton Ferry nabij Swansea in Wales vertrokken met een lading Wales-anthraciet bestemd voor de Rotterdamsche kolencentrale te Rotterdam. Op den tocht naar Rotterdam ontmoette het vaartuig hevige stormen. Hoe het ongeluk is geschied, is nog niet komen vast te staan. Uit de radioberichten van het Russische stoomschip is gebleken dat het scheepje, dat geen radio aan boord had, omgeslagen is en gezonken. De “Minna” , die kort geleden voor rekening van de Scheepvaart-en Handelsmaatschappij bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij is gebouwd is een kustvaarder van het Groningsche type. Het schip meette 250 ton netto en 397 bruto en maakte regelmatig reizen naar Engeland waarheen het oud ijzer vervoerde om met een lading anthraciet terug te keren. Een onderhoud met de geredden. In den nacht op 23 September is het s.s.”Lensovet” met de bemanning van de “Minna” in de Maashaven te Rotterdam gearriveerd. De zeven geredden zijn met een boot van de rivierpolitie van boord gehaald en naar het bureau aan de Parkhaven gebracht om den dag af te wachten. De kapitein, de heer G. de Ruyter heeft daar aan de Msb. op eenvoudige, ronde zeemanswijze het een en ander over het angstig avontuur verteld. Vrijdagmiddag 20 Sept. had de “Minna” de haven van Brighton Ferry verlaten met 471 ton anthraciet aan boord. Het doel van de reis was Rotterdam. Aanvankelijk ging alles goed maar Zondagmorgen d.a.v. kwam er een stijve Zuid-Westerbries opzetten die gaandeweg in kracht toenam. Toen te half een het vuurschip Sandettie werd gepasseerd was alles nog wel aan boord. De wacht werd toen overgegeven en niets duidde nog op het naderend onheil. Even na één uur bemerkte men echter dat het schip slagzij begon te maken over bakboord. De lading kolen in het ruim bleek aan het werken te zijn geraakt en dit veroorzaakte het overhellen van het schip. Gekapseisd. Ik gaf last, aldus de kapitein de Ruyter de machine te stoppen in de verwachting dat het schip zich weer zou richten. Dit gebeurde echter niet. De wind was inmiddels steeds meer gaan opsteken en er kwam op een gegeven oogenblik een hooge zee over bakboord waardoor de slagzij nog vermeerderde. De toestand werd gevaarlijk en wij besloten de reddingboot te strijken. Dit kregen wij eerst gedaan, nadat het schip over bakboord was omgedraaid en wij den lagen kant aan lij kregen. Nauwelijks waren wij in de reddingboot dat was ongeveer tien minuten nadat voor het eerst de slagzij was geconstateerd of de “Minna” zonk weg. Het schip was steeds meer gaan overhellen tot de masten op het water lagen. Even kwam het nog met den kiel boven om daarna in de diepte te verdwijnen. De “Lensovet”, die van Odessa op weg naar Rotterdam was, had door het noodsein dat kapitein de Ruyter had laten hijschen, gemerkt dat er iets met de “Minna” aan de hand was en de Rus was onmiddellijk op assistentie uitgevaren. Zij het dan met eenige moeite wisten de schipbreukelingen spoedig aan boord te klimmen. Ook de roeiboot werd meegenomen. Dat is alles wat er van de “Minna” is overgebleven. Alles hebben de geredden in den steek moeten laten en ook de scheepspapieren heeft de kapitein niet meer mee kunnen nemen. Daartoe ontbrak de tijd. Moeilijke lading. Kapitein de Ruyter vertelde nog dat deze laatste reis van de “Minna” de vijfde van het schip was. De laatste drie reizen zijn steeds met kolen van Engeland naar Rotterdam gemaakt. Anthraciet, zoo verklaarde de heer De Ruyter, is een lastige lading. Deze kleine koolsoort gaat, als het schip slingert. Spoedig werken. Dit is dan ook de oorzaak van het vergaan van de “Minna” geworden. De bemanning van de “Minna” was zeer dankbaar voor de hulp die de “Lensovet” haar verleend heeft. Ook de ontvangst aan boord van het Russische schip was allerhartelijkst geweest. Vol respect waren de geredden voor het moedige gedrag van hun kapitein en toen deze zijn verhaal had beëindigd nam een van hen het woord om daarvan te doen blijken. Hij verklaarde dat hij en zijn makkers den goeden afloop van het avontuur dankten aan het kalme en zekere optreden van hun gezagvoerder.

Afbeeldingen


Omschrijving: Minna 1935
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown