1948-09-17: |
De Waarheid 17-09-1948: De ramp van de „AMSTELSTROOM". Kapitein en stuurman hebben geen schuld. In de nacht van 17 op 18 Juli liep het 395 ton metende motorvrachtschip „Amstelstroom" van de Hollandse Stoomboot Maatschappij op de rotsen van het Engelse eiland Lundy. De elf leden van da bemanning moesten drie uur lang op het schip blijven, dat door de branding en stortzeeën overspoeld werd. Eerst om vijf uur in de morgen, toen het water begon te zakken, konden zij over een losgeslagen laadboom het halfvernielde schip verlaten. Hedenmorgen behandelde de Raad voor de Scheepvaart deze ramp. Als getuigen traden op de 44-jarige kapitein van de „Amstelstroom", W. Jansen en de 30-jarige stuurman Nicolaas Stolp. De gezagvoerder verklaarde, dat hij om 7 uur de wacht overgenomen had van zijn stuurman. Alles was toen volmaakt in orde. Om 1 uur 's nachts nam hij opnieuw van de stuurman over. Deze deelde hem toen mede, dat hij Pendine en Trevose Head niet gezien had en hij had daaruit geconcludeerd, dat de „Amstelstroom" te ver uit de kust was geraakt. Hij had echter de koers nadien gecorrigeerd. Even over half twee had de kapitein 10 minuten lang gelood. Het echolood wees 29 vadem. Hij nam aan, dat hij zich tussen Lundy en Hartland Point bevond, maar ofschoon hü daarover geen zekerheid had, durfde hij het lood niet uit te laten staan. Het zicht was namelijk niet te best en de kapitein vond het nodig op de brug te blijven. Om tien minuten over twee doemde plotseling een dichte mistbank op. Onmiddellijk had de gezagvoerder bevel gegeven; „Hard bakboord roer". Toen was het schip op de rotsen gelopen! Alles gebeurde in enkele ogenblikken. Onvoldoende gelood? Bij het verhoor van de stuurman oordeelde de president, dat deze zijn bevindingen niet nauwkeurig aan de kapitein had doorgegeven bij de aflossing van de wacht. Hij had de kapitein slechts medegedeeld, dat hij de koers gecorrigeerd had, maar niet, dat bij zijn laatste loding om 1 uur het lood 30 vaam wees, hetgeen betekende dat de koers van de „Amstelstroom" nog niet voldoende gecorrigeerd was. De president en enkele leden van de Raad. vroegen de kapitein of hij wel voldoende rekening gehouden had met het getij. Toen de kapitein dit kon aantonen, twijfelden zij eraan of het wel juist was om met volle kracht te blijven varen bij de bestaande onzekerheid over de koers en of het niet noodzakelijk was geweest om in deze situatie het lood uit te laten staan. Voorts was de Raad van mening, dat de kapitein geen enkel risico had behoeven te nemen, indien hij naar de wal gekoerst had, tot hij de, 29-vademlijn bereikt had. De kapitein gaf dit laatste toe. Naar zijn mening was echter de afwijking van de koers waarschijnlijk toe te schrijven aan het ondeugdelijk functioneren van het kompas, hetgeen in deze streken reeds vaker gebeurd was. De gezagvoerder wees er verder nog op, dat de Bristollijn van de H.S.M, de drukste was en dat hier zeer lange werktijden gemaakt werden. In zijn conclusie achtte de inspecteur voor de scheepvaart noch bij de kapitein noch bij de stuurman schuld of grove nalatigheid aanwezig. Hij was echter van mening, dat er beter gelood had moeten worden. De oorzaak van de ramp zou wel niet meer te achterhalen zijn.
|