Inloggen
MAASBORG - ID 3855


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1955
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
IMO nummer: 5216135
Nat. Official Number: 3336 Z GRON 1955
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: Two masts
Rig: 2 derricks
Lift Capacity: 3 ton each.
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Firma C. Amels Zoon, Scheepswerf & Machinefabriek 'Welgelegen', Makkum, Friesland, Netherlands
Werfnummer: 191
Date Laid Down: 1954-12-08
Launch Date: 1955-03-31
Delivery Date: 1955-05-17
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, Appingedam, Groningen, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 6
Power: 395
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Brons Nr. 10168 Type 6 ED (290x450) 350rpm.
Speed in knots: 9.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 473.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 240.00 Net tonnage
Deadweight: 601.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 30850 Cubic Feet
Bale: 28475 Cubic Feet
 
Length 1: 51.54 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 48.42 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 8.54 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.40 Meters Depth, moulded
Draught: 3.12 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1955-05-12 MAASBORG
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PFRF

Date/Name Ship 1973-01-03 MAASBORG
Manager: Scheepvaart Maatschappij 'Saba', Oranjestad (Aruba), Netherlands Antilles
Eigenaar: Scheepvaart Maatschappij 'Saba', Oranjestad (Aruba), Netherlands Antilles
Shareholder:
Homeport / Flag: Oranjestad (Aruba) / Netherlands Antilles
Callsign: PJSH

Date/Name Ship 1973-05-00 VERONICA
Manager: Scheepvaart Maatschappij 'Saba', Oranjestad (Aruba), Netherlands Antilles
Eigenaar: Scheepvaart Maatschappij 'Saba', Oranjestad (Aruba), Netherlands Antilles
Shareholder:
Homeport / Flag: Oranjestad (Aruba) / Netherlands Antilles
Callsign: PJSH

Date/Name Ship 1977-09-00 DONA PETRA
Manager: Caribbean RoRo S.A., Panama R.P.
Eigenaar: Caribbean RoRo S.A., Panama R.P.
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / Panama R.P.
Callsign: HO4915

Ship Events Data

1955-04-01: Leeuwarder courant 01-04-1955: „Maasborg" te Makkum te water gelaten. In Makkum is gisteren de zevende op de scheepswerf Amels gebouwde kustvaarder te water gelaten. Het is de „Maasborg", gebouwd voor E. Wagenborg's Scheepvaart- en Expeditiebedrijf te Delfzijl. De tewaterlating geschiedde door mevrouw Tod, de echtgenote van de directeur van het Amsterdamse filiaal van het bedrijf. Het schip meet 630 D.W.-ton, dat is een nuttig laadvermogen van ongeveer 600 ton. Het meet 50.75 m over alles, heeft een breedte van 8.50 en een holte van 3.40 m. De „Maasborg" is uitgerust met een 375 pk Bronsmotor. De kiel zal nu worden gelegd voor een 900 tons shelter-dek kustvaarder. Op de werf ligt een sleepbootje gereed, dat volgende week per schip vervoerd zal worden naar Arabië.
1955-05-16: Op 16-05-1955 als "MAASBORG", zijnde een motorschip, metende 1341.02 m3 bruto inhoud volgens zeemeetbrief afgegeven te 's Gravenhage no. 9852 d.d. 11-05-1955, liggende te Makkum, door J.D.J. Postma, ambtenaar bij de Scheepsmetingsdienst te Groningen, van brandmerk 3336 Z GRON 1955 voorzien door het inbeitelen op het achterschip aan S.B. zijde in zijkant dekhuis op de kampanje, 3.10 m. uit hekplaat, 1.75 m. uit de lengteas en 1.62 m. uit dek.
1955-05-17: Op 17-05-1955 had in de stromende regen de proefvaart plaats van de MAASBORG. Om elf uur vertrokken we uit Makkum en omstreeks vijf uur 's middags konden we daar weer afmeren. Het schip was tot volle tevredenheid van de oude heer Vuursteen overgedragen. Een uurtje later vertrok de coaster voor haar eerste reis via Harlingen naar Hull. Dit schip was het eerste uit een reeks van niet minder dan dertig schepen die volgens mijn ontwerp voor Wagenborg gebouwd zouden worden.
1956-02-28: NvhN 28-02-1956: Gewoon doorvaren, ondanks zware ijsgang op de Eems. Watergeus baande vaargeul voor Maasborg en Diannel. (Van een onzer redacteuren)
Even buitengaats — een kwartier nadat het schip de haven van Delfzijl had verlaten — lag de kustvaarder Maasborg op de Eems al met de spijker op de grond ! Doodse stilte, na het donderend lawaai van brullende motoren en bonkende ijsschotsen tegen de boeg... Mist, mist en nog eens mist. Ondoorgrondelijk. IJzige slierten trokken traag dwars over het schip. Verkilde schimmen scharrelden rond op de bak. Eerst nog wat gemorrei aan de ankerkettingen — „Laat zo maar zitten .'" klonk het van de brug — en toen niets meer... Vreemde stilte boven de geruisloos voorbij schuivende ijsschollen.... Onheilspellend haast luidde de mistbel met tussenpozen van twee minuten. Zó begon zaterdagmorgen de reis naar Noorwegen van het 630 ton d.w. metende kustvaartuig Maasborg van de N.V. E. Wagenborg's Scheepvaarten Expeditiebedrijf te Delfzijl. Zij was zojuist naar buiten gebracht door de sleepboot-ijsbreker Watergeus van dezelfde maatschappij, die haar een vaargeul door het ijs had gebroken om daarna een tweede coaster, de Diannel (kapitein-eigenaar J. Wiltens te Delfzijl), in de haven op te halen. De splinternieuwe Watergeus, belangrijke aanwinst voor de scheepvaart van Delfzijl, was veertien dagen geleden in allerijl en nog onafgeverfd in gebruik genomen voor een spoedeisend ijsbreekkarweitje op het Eemskanaal. Hij zat nog steeds in de menie ... Terwijl Nederlands sterkste ijsbrekers, als de Siberië en andere befaamde krachtpatsende watertorren van onze handelsvloot, met hun duizenden paardekrachten de slag der titanen leverden tegen de ijsbarrières in de Dordtse binnenwateren, had de veel kleinere Watergeus met zijn 395 pfc zaterdagmorgen aan het zeeijs op de Eems min of meer een „makkie". De sleper bracht zonder al te veel moeite twee kustvaartuigen van Delfzijl naar open zee tot onder Borkum en haalde een thuisvarende coaster binnen. Nog niet zeeijswaardig . . . De stap-glij-stap-landing, die wij bij het ijzige krieken van de dag via de met ijs bezette valreep op het gladde dek van de Maasborg maakten, was niet erg bevorderlijk voor ons prestige als zeeijswaardig verslaggever. De jongens aan boord ontvingen er ons niet minder vriendelijk om, maar je kon duidelijk onder de kleppen van hun dikke Finse ijsmutsen de vraag lezen, waarom we niet lekker bij de kachel waren gebleven. Zo van: „flinke kerels — alleen maar een beetje knettergek". De eerste minuten aan boord gaven een gewaarwording alsof we op de Noordpool waren overgestapt. Als een elektrische stroom trok de kou uit net ijskoude dek in onze leden, en als iemand op dat moment werkelijk net woord „knettergek" had laten vallen, zouden we het hem niet kwalijk hebben genomen. Terwijl wij met ons avontuurlijk gemoed in de koude schoenen zaten, begon onder dezelfde zolen het dek hevig te trillen, waardoor wij tot de orde geroepen werden. De Maasborg en de langszij liggende Watergeus kwamen in hun binnenste tot leven en daarmee keerde gelukkig ook het leven in uw verslaggever terug, zodat uiteindelijk deze regelen toch nog geschreven konden worden. Nijdig monster; Loeiend en brullend beet de Watergeus zich als een nijdig monster in het ijs en met een wijde boog verdween hij in de ochtendnevel. Kort nadat de Maasborg was afgemeerd en de vaargeul van de sleper had gekozen, keerde de Watergeus terug om ook voor de achtergebleven Diannel ruim baan te maken. Het viel nogal mee met het ijs. Vooral op de heenreis van de Watergeus. Het was laag water en grote partijen schollen waren zeewaarts gedreven. Bij de terugreis zou het anders worden. Als gezegd, moest de Maasborg ongeveer een kwartier na het vertrek, toen zij even buitengaats was, het anker laten vallen. Zij was volkomen ingesloten in de mist en het zicht was tot een paar meter gereduceerd. Men had nog geen contact met de Watergeus en de Diannel. Was er dan geen radar aan boord ? Kapitein Verkiel moest ons teleurstellen. Geen van de drie schepen was van een dergelijke apparatuur voorzien. Volgens de kapitein worden (of zijn) wèl de Kroonborg en de Oranjeborg van Wagenborg met radar uitgerust. Wij moesten dus wachten tot de mist zou optrekken. Het was doodstil. En als er een geluid viel, werd het in de mist gesmoord. Zelfs de waarschuwende slagen van de mistbel, die om de twee minuten geluid werd, rolden vast in de dikke nevels. Het was zó stil, dat je het ijs hoorde werken … Meegesleurd; Door de dynamische massa van de op de stroom drijvende schollen werd het schip met anker en al meegesleurd. „Het is wel eens gebeurd, dat allebei de ankerkettingen werden stuk getrokken door drijfijs", vertelde de kapitein. „Twee ankers kwijt natuurlijk" Het was ongeveer kwart voor acht toen het geronk van een motor door de mist drong. Weldra dook tussen de nevelflarden een silhouet op, dat echter telkens weer verdween. Maar tenslotte bleek, dat de Watergeus voorzichtig naderde. Het schip kwam langszij en twee heren stapten aan boord. Het waren directieleden van Kraus. Wieringa & Co's Graanhandel te Groningen en Bunge's Handel Mij. te Amsterdam, welke gezamenlijk 3000 ton haver aan de Noorse regering leveren, en voor wie Wagenborg te Delfzijl de verscheping verzorgt. Er waren gedurende de vorstperiode reeds een paar ladingen overgebracht. De Maasborg heeft ruim 500 ton van die haver aan boord, welke te Sandnes, bij Stavanger, gelost zal worden.
Teilen gloeiende thee; Temidden van de onherbergzaamheid der gestolde atermassa's, waarvan als het ware de nevels de ijzige dampen waren, zaten ergens diep in hun schip de jongens van de Maasborg bij een temperatuur van wel 25 graden boven nul aan het ontbijt. Kommen als teilen vol gloeiende thee, boterhammen met ham, pindakaas en jam en een Chesterfieldje na. Alle bemanningsleden — acht in getal — kwamen zich in de mess een half uurtje van binnen en van buiten warmen. Daar had je de le stuurman Jacob Boxma uit Delfzijl; le machinist Henk Mulder, eveneens uit Delfzijl, „meester" genaamd, lekker in de baard en niet erg dik gekleed (was ook niet nodig); 2e machinist E. de Ruiter uit Hoogezand-Sappemeer --„zeg maar Eppo", zei Mulder --; le matroos en tweemaal naamgenoot van de le machinist Henk Mulder uit Garrelsweer; 2e matroos Bartje Boerema uit Kollumerpomp; matroos O.G. Arie Visser uit Amsterdam, bijgenaamd „The Big Scot" vanwege zijn klein postuur; lichtmatroos Bennie de Graaf uit Winterswijk, die een hoogst merkwaardig mengelmoestaaltje van Gelders en Gronings spreekt, en tenslotte de kok Lambert Wever uit Hengelo, die aan het eind van zijn blote arm hoge torens warme koppen thee door de deur van de mess balanceerde. Hij was namelijk erg uitdagend gekleed: een dunne blauw-en-wit geblokte koksbroek en een bloesje met korte mouwen .... Toen de bedrijvigheid in de mess der bemanning op haar eindje liep, zette de 395 pk motor (even sterk als die van de Watergeus) het schip weer in trilling. Buiten was de kille nevelspelonk herschapen in een paradijselijk zeetafereel. De zon was door de mist gebroken en al spoedig bleek, dat het een stralende dag zou worden. Zó zelfs, dat het heerlijk was zich op het achterdek in het zonnetje te koesteren … „Gesneden koek”
De kapitein, bij gestaan door de loods, koerste om de oost, omdat in de Bocht van Waturn de boeien wegens zware ijsgang waren verwijderd. Zo voer het schip dus om de Paap en door het Oost-Friesche Gaatje naar 't Doekegat. Gaandeweg nam de dichtheid van het ijs toe. Maar toch niet zó dat er veel oponthoud uit voortkwam. De Watergeus beet knorrend voor ons uit en klaarde het best. Kapitein Jan van Wijk stond uren achtereen roerloos aan het roer, met de berenmuts op het hoofd en zijn onafscheidelijk sigarettenpijpje — omwonden met een elastiekje — tussen de tanden. De diepe beten in het mondstuk, telkens dieper gebeten wanneer de Watergeus met de kaken op elkaar een zwaar brok ijs kraakte, kregen wij niet te zien... Voor de Maasborg was het dus verder allemaal „gesneden koek". De Diannel, die het „konvooi" inmiddels had gevonden, lag achter ons. Weldra doken uit de nog grauw-mistige horizon andere schepen op. De meeste daarvan hadden ook in de mist liggen wachten. Het waren grote schepen, sommige van wel tussen de 10.000 en 15.000 ton. De eerste die ons passeerde was de Duitser Ludwig Friedrich. Daarna kwam de Zweed Rautas, vervolgens de Engelsman Hercules, en voorts een schip uit Monrovia. Geen van hen stoorde zich aan de weerstand van het ijs. Hun zware, door machtige machines aangedreven schroeven sloegen er geen halve slag minder om. Tegen half elf, toen op de brug van de Maasborg de koffie werd geserveerd, kwamen achter ons konvooi met hoge vaart twee kleine schepen aanstormen. De Duitse sleper-ijsbreker Emshörn I escorteerde de postboot Westfalen uit Emden naar Borkum. Toen het tweetal ons aan stuurboord voorbij raasde, zagen wij op het achterschip van de sleper twee grote ronde slingerschijven, die bij zwaar ijs het schip aan het rollen kunnen brengen, nodig wanneer het met de boeg boven op het ijs is vastgelopen. Duitser ging sneller;
De Diannel vond het gangetje van de Duitsers kennelijk geschikter voor haar dan dat van de Watergeus en verliet op een gegeven moment het zog van de Maasborg. Hetgeen met een tamelijk onstuimige manoeuvre geschiedde. Kapitein Verkiel vond het althans raadzaam een weinig naar bakboord uit te wijken uit vrees voor een te grote onderlinge zuiging van de twee dicht langs elkaar schuivende scheepsmassa's. Met ietwat opgeheven achterschip liet de Diannel haar eigen groep achter zich. Toen het aldus uitgedunde konvooi dicht onder Borkum gekomen was, naderde uit tegenovergestelde richting een kustvaartuig onder Nederlandse vlag. Het was de Skagerak, die in time-charter vaart bij de boardexport onder vertrouwensmakelaarschap van Wagenborg's Scheepvaartbedrijf. Het schip kwam van Goole. Dit was voor de Watergeus het sein de steven te wenden en de Maasborg alleen te laten. De sleepboot kwam langszij om ons „over te hevelen" en draaide toen scherp bakboord uit: Weldra lag de Skagerak in het zog van de ijsbreker. Meer weerstand; Maar nu bleek het ijs heel wat weerbarstiger te zijn dan enkele uren tevoren. Waarschijnlijk waren bij hoog water grote hoeveelheden zware schollen door de monding van de Eems naar binnen gedreven. De Watergeus moest alle zeilen bijzetten om bij onverwacht toenemende tegenstand dóór te kunnen bijten. Het was nu een onafzienbare ruwe vlakte met witte koppen als schuimbobbels in goor waswater. Toch bleek hier en daar het ijs in mooie gladde spiegels te liggen en zelfs vond de ijsbreker een enkele maal een plas puur, onbevroren water op zijn weg... Maar dan stootte de Watergeus plotseling weer op een schier ongenaakbare massa samengevroren ijsschotsen. Het toerental viel terug en bijna lag het schip stil. Toch brak het langzaam door en even later herkreeg het zijn snelheid. Slechts éénmaal op de terugreis bleef de ijsbreker steken. Met driftig achteruitslaande schroeven week hij terug en nam, grommend door de gaten in zijn ge-stroomlijnde „schoorsteen" een aanloop... Ditmaal groef hij door de barrière heen. De reis verliep verder voorspoedig. De Skagerak volgde dankbaar het door de Watergeus in het ijs geslagen bochtende schuimspoor en weldra tekenden zich aan de zuidwestelijke horizon de silhouetten van de kraansprieten in de haven van Delfzijl af. In de voormiddag meerden beide schepen. „Dat ziet er niet best uit voor de Skagerak", zei de loods van de Watergeus, terwijl hij door zijn binocle naar de wal tuurde, waar grote stapels board lagen opgestapeld. Inderdaad: de meeste jongens van de kustvaarder zouden niet naar de warme kachel thuis gaan. Drie kranen stonden gereed om de stapels aan boord te hijsen. Vóór het vatten van de avond was de coaster weer geladen. De volgende morgen koos de Skagerak opnieuw zee... IJs of geen ijs: navigare necesse est — varen is noodzakelijk .'
1959-01-00: In 01.1959 onderweg van Zweden naar Liverpool met een lading papier kreeg het, varende in de Oslofjord, zware machineschade. Het werd door een Noorse sleepboot naar Langesund gesleept en vervolgens door de sleepboot "Blankenburg" naar Delfzijl. Bij scheepswerf Sander bleek dat de krukas was gebroken.
2008-11-00: 11.2008 laat Lloyd's de registratie vervallen omdat het nog bestaan van het schip twijfelachtig is.

Afbeeldingen


Omschrijving: MAASBORG
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Owners photographer

Omschrijving: MAASBORG1955
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: MAASBORG 1955 in 1969 in de binnenhaven van Akzo te Delfzijl.
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: MAASBORG 1955 afgemeerd in 1971 aan de Damsterkade te Delfzijl.
Collectie: Olinga, Frits J.
Vervaardiger: Onbekend **
Onderwerp: Kade

Omschrijving: MAASBORG
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: MAASBORG op de Westerschelde
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: VERONICA
Collectie: Vereniging De Binnenvaart / collectie Lelieveld
Vervaardiger: Onbekend *