Inloggen
KEMPHAAN - ID 3419


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1936
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Nat. Official Number: 1762 Z GRON 1936
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: Two masts
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. van Diepen, Waterhuizen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 821
Launch Date: 1936-10-16
Delivery Date: 1936-11-19
Technical Data

Engine Manufacturer: Humboldt-Deutz Motoren A.G., Cologne (Köln), Germany
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 6
Power: 300
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Deutz Nr. 391290-95 Type (280x450)
Speed in knots: 9.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 344.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 156.00 Net tonnage
Deadweight: 420.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 23026 Cubic Feet
Bale: 21000 Cubic Feet
 
Length 1: 44.18 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 42.20 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 7.54 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.39 Meters Depth, moulded
Draught: 3.08 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-08-1964
Type: Shiptype/category changed
Omschrijving: Verkocht voor de sloop, echter bij Niestern in Groningen maar gedeeltelijk gesloopt en later te Oltgensplaat omgebouwd tot beunschip.

Ship History Data

Date/Name Ship 1936-11-19 KEMPHAAN
Manager: Lieuwe Jan Kas, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Lieuwe Jan Kas, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PFIR

Date/Name Ship 1940-12-18 KEMPHAAN
Manager: Pieter van Bergen, Naarden, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Pieter van Bergen, Naarden, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Naarden / Netherlands
Callsign: PFIR

Date/Name Ship 1942-11-02 S.A.T. 10
Manager: Kriegsmarine, Berlin, Germany
Eigenaar: Kriegsmarine, Berlin, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Berlin / Germany

Date/Name Ship 1946-00-00 KEMPHAAN
Manager: Pieter van Bergen, Naarden, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Pieter van Bergen, Naarden, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Naarden / Netherlands
Callsign: PFIR

Date/Name Ship 1947-11-29 KEMPHAAN
Manager: N.V. 'Vola' Transport-Maatschappij, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. 'Vola' Transport-Maatschappij, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PFIR

Date/Name Ship 1956-12-03 MARVAN
Manager: V.o.F. A. van Dijk (Tjark van Dijk en Albert van Dijk Jr.), Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Rederij 'Marvan', Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder: Etsko Roelf Mosselaar, Gerard & Kornelis Oosterbeek en Jan Cleveringa
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PFVW

Date/Name Ship 1963-11-13 MARVAN
Manager: A. van Dijk-Delfzijl N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Veenkoloniale Bank voor Hypotheek en Scheepsverband N.V., Sappemeer, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Sappemeer / Netherlands
Callsign: PFVW

Ship Events Data

1936-10-17: NvhN 17-10-1936: Tewaterlating m.s. „KEMPHAAN”. Van de werf van de firma Gebr. Van Diepen, scheepsbouwmeesters te Waterhuizen, is met goed gevolg te water gelaten het motorschip „Kemphaan", in aanbouw voor kap. L. J. Kas te Delfzijl. Het schip heeft de afmetingen 40.00 X 7.50 X 3.00 M. en wordt uitgerust met een 300 P.K. Deutz Diesel-motor.
1936-11-16: Op 16-11-1936 als KEMPHAAN, zijnde een zeemotorvrachtschip, metende 971.72 m3, liggende te Waterhuizen, door A. Kraaijema, scheepsmeter te Groningen ten verzoeke van Lieuwe Jan Kas te Delfzijl van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1762 Z GRON 1936 op het achterschip aan stuurboordzijde in achterkant kaartenkamer.
1936-11-20: NvhN 20-11-1936: Proefvaart „KEMPHAAN”. Het nieuwe motorschip „Kemphaan" maakte op de Eems een uitstekend geslaagde proefvaart. Dit schip werd gebouwd op de werf van de Gebr. van Diepen te Waterhuizen voor rekening van kapt. L. J. Kas te Delfzijl, onder klasse Bureau Veritas en Scheepvaart-Inspectie voor de Atlantische vaart. Het is gebouwd met plaatsteven en kruiserhek en het heeft twee Mannesmann masten met twee Mannesmann laadboomen voor twee ton hijschvermogen. Twee Bodewes motorlieren, aangedreven door twee Deutz motoren van 10 P.K. elk, zorgen voor de bediening hiervan. Het laad- en losgerei is vervaardigd volgens de voorschriften van de Inspectie van Havenarbeid. Om de zeewaardigheid van het schip zoo hoog mogelijk op te voeren is het over de geheele lengte, behalve onder de motorkamer, voorzien van een dubbele bodem. Hierdoor is een zeer groote ballastcapaciteit verkregen, n.l. 120 ton, zoodat het schip onder alle omstandigheden als uiterst zeewaardig te beschouwen is. Het D. W. bedraagt 430 ton met een tonnage van 343 Reg. ton bruto en 165 Reg. ton netto. In de motorkamer is voor de voortstuwing een 6 cylinder Deutz motor geplaatst. Deze motor heeft een vermogen van 300 P.K. bij 300 omwentelingen per minuut. Behalve deze hoofdmotor is hier verder nog een Deutz motor van 10 P.K. als hulpmotor opgesteld, voor het aandrijven van de hulpwerktuigen en de dynamo. De verlichting geschiedt geheel electrisch. Deze Installatie werd geleverd en ingebouwd door het Technisch Bureau Herman G. Eekels te Hoogezand. Het schip heeft een stroomlijn-balansroer en het is met een radio-peilinrichting voorzien. Op de proefvaart bleek het schip zeer gemakkelijk te besturen, terwijl eveneens zeer goed met het vaartuig kon worden gemanoeuvreerd. Het voldeed ruim aan alle gestelde eischen en het behaalde een snelheid van bijna 11 mijl. Het schip is keurig afgewerkt, terwijl de betimmering van de verblijven zeer smaakvol is uitgevoerd. Na afloop van de proefvaart werd het prachtige schip met volle tevredenheid door den kapitein overgenomen.
1939-00-00: 1939 Klacht van den inspecteur-generaal voor de scheepvaart tegen L.J.K., kapitein van het motorschip KEMPHAAN wegens het niet opvolgen der voorschriften in oorlogstijd voor het aandoen der Nederlandsche zeegaten gegeven. Het onderzoek heeft plaats gevonden buiten tegenwoordigheid van den inspecteur-generaal voor de scheepvaart. De Raad nam kennis van de overgelegde stukken en hoorde den kapitein L.J.K. als aangeklaagde, buiten eede. Een proces-verbaal van den luitenant ter ze der 1e klasse E.C.W. houdt zakelijk in: Dat verbalisant zich op 3 september 1939 te ongeveer 6.30 uur des na middags begaf aan boord van het motorschip KEMPHAAN welk schip ter Reede Nieuwediep lag en onder bewaking was gesteld wegens het, volgens rapport van het bewakings-en onderzoekingsvaartuig, binnenvaren van het Schulpengat zonder toestemming en zonder onderzoek, aldus wegens het bevaren van het verboden gebied. Aangeklaagde heeft ter zitting van den Raad verklaard als volgt: Hij is eigenaar van het 343 brt metende motorschip KEMPHAAN dat te Delfzijl thuisbehoort. Op 31 augustus 1939 is hij als kapitein van dat vaartuig daarmede gevaren van Saxkjöbing in Denemarken met bestemming naar Rotterdam. Hij deed Nyköbing in Denemarken aan om daar aanleiding van den politiek toestand bij de firma W.H. J ames & Co te Rotterdam, telefonische inlichtingen in te winnen omtrent de vaart naar Delfzijl. Naar aanleiding van die inlichtingen besloot hij aanvankelijk naar Rotterdam te varen, doch nadat hij met aan boord aanwezige radio- ontvangtoestel had vernomen, dat Engeland aan Duitschland den oorlog had verklaard, besloot hij door het Schulpengat naar Harlingen te varen, daar hij oordeelde bij oorlogsgevaar te Harlingen veiliger te liggen dan te Rotterdam. Aan boord van het vaartuig bevonden zich zeven manspersonen, benevens zijn vrouw met hun twee kinderen. Buiten de Haaksgronden werd gevaren naar het Schulpengat. Hij was zeer verwonderd geen tonnen aan te treffen, tot dat hij op 3 september 1939 omstreeks te 4 uur des namiddags verkenning kreeg van de groene wrakton voor het Schulpengat. Iets meer naar binnen werd voor het Schulpengat de mijnenlegger “Willem van der Zaan“verkend. Langs dat oorlogs schip gevaren. Hij vroeg aan iemand van de bemanning van dat vaartuig of hij langs het Schulpengat kon doorvaren. Door een officier van dat schip werd daarop geroepen en gezwaaid, dat het goed was. Aangeklaagde voer daarop het Schulpengat binnen. Hij heeft niet naar een onderzoekingsvaartuig gezocht en dit ook niet waargenomen. Het was aanvankelijk dik van regen. Zanddijk was niet te zien. Evenmin werd eenig waarschuivingsein bestaande uit drie roode ballen opgemerkt. De regen klaarde iets op, zoodat de vuurtoren van Huisduinen inzicht kwam. Daarna werd doorgevaren naar de reede. Aldaar werd hij door een officier van de marine gesommeerd te stoppe, waarna op bevel van dien officier tot nader order werd geankerd. Hij had geen kennis genomen van het aanvullingsblad van den Zeemansgids, noch van het bericht aan Zeevarenden. De Raad is van oordeel dat de klacht gegrond moet worden verklaard. De aangeklaagde had op de hoogte behooren te zijn met het desbetreffende voorschrift van den Zeemansgids voor de Nederlandsche kust. Zoals den Raad uit een verklaring van den schout bij nacht, commandant der marine te Den Helder, is gebleken, hield het bewakingsvaartuig op 3 september 1939 op en neer voor het Schulpengat en voerde dit vanaf zons-opgang tot zonsondergang drie roode ballen. Aangeklaagde heeft onverantwoordelijk gehandeld door, wetende dat er oorlogstoestand bestond geen kennis van voormeld voorschrift te nemen en het Schulpengat op eigen risico in te varen, immers door toen hij voor de mond van het Schulpengat geen onderzoekingsvaartuig aantrof toch binnen te loopen en niet buiten de territoriale wateren te verblijven totdat het onderzoekingsvaartuig door hem werd waargenomen. Aldus heeft de aangeklaagde zijn schip en de opvarenden aan groot gevaar blootgesteld. Hij kan zich niet beroepen op het feit, dat hij de drie roode ballen niet heeft opgemerkt, noch op het feit dat het oorlogsschip hem zou hebben te kennen gegeven, dat hij door kon varen, omdat hij blijkbaar niet naar bedoeld sein heeft uitgekeken en hem vanwege het oorlogsschip kennelijk niets anders is medegedeeld, dan dat het Schulpengat de weg was, waarlangs hij kon binnenvaren, het geen hem uiteraard niet kon ontheffen van het naleven der desbetreffende wettelijke voorschriften. De Raad meent, dat: gelet op den ernst der gepleegde overtreding, na te melden straf op haar plaats is. Mitsdien: Straft den aangeklaagde L.J.K. door hem de bevoegheid te ontnemen om als kapitein te varen op een schip, als bedoeld bij art 2 der Schepenwet, voor den tijd van viertien dagen. Utgesproken 2 Juli 1940.
1941-00-00: No 72 St. Ct. 15 November 1941 no. 223: Klacht van H.B. destijds matroos-kok aan boord van het motorschip KEMPHAAN, tegen G.G.D., kapitein op dat vaartuig handtastelijk optreden jegens klager. In de maand Augustus 1941 heeft H.B. destijds matroos-kok aan boord van het motorschip KEMPHAAN bij de Scheepvaartinspectie een klacht ingediend tegen G.G.D. kapitein van dat vaartuig wegens handtastelijk optreden jegens klager. Klager was gemonsterd als kok op het m.s KEMPHAAN, eigenaar P. van Bergen te Naarden en aldaar thuisbehorende, groot 343 brt en 166 nrt. Terwijl het schip op 30 juli 1941 in de haven van Kemi (Finland) lag heeft de kapitein G.G.D. klager des morgens omstreek te 06.30 uur bij de keel gegrepen onder den uitroep “Ik zal je smoren”. Ten gevolge van deze handtastelijkheden had klager blauwe striemem in den hals. Hij moest dien morgen ingevolge ordervan den kapitein te 06.30 uur de bemanning uitporren daar dien dag begonnen zou worden met het beladen van het schip. Te 6.40 uur bevond hij zich in de kombuis juist teruggekomen van het voorschip, waar hij de bemanning had gewekt. Terwijl hij daarop begonnen was de kachel aan te maken kwam de kaptin de kombuis stapte op hem toe greep hem in den hals onder het uiten van de woorden. ”Ik zal je smoren”. De kapitein duwde hem op de bank en sloeg hem verscheidene malen. Aangeklaagde gaf de ten laste gelegde handtastelijkheden toe. Hij verklaarde dat op 30 Juli 1941 des morgens te 7 uur met laden zou worden begonnen en hij daarom de kok B die altijd om 6 uur opstaat order had gegeven de overige bemanning te 06.00 uur te wekken: dat hij, wakker geworden, doordat de lichters met lading langszij kwamen, des morgens omstreeks 7 uur aan de kwam, daar alle luiken gesloten zag en nog niets laadklaar gemaakt, dat hij hierdoor driftig werd, in de kombuis den kok bij de keel heeft gegrepen, hem er op wijzende dat door zijn nalatigheid alles in de war liep. De Inspecteur-generaal voor de Scheepvaart heeft aangevoerd dat door het gehouden onderzoek de tegen kapitein D. ingediende klacht in hoofdzaak juist is gebleken: dat al in bijzondere gevallen een lichamelijke tuchtiging gerechtvaardig zijn, over het algemeen een kapitein aan boord van zijn schip de handen thuis moet houden; dat de kapitein driftig is geworden doch drift een slechte leidster is en hij de zaak normaal had moeten onderzoeken dat de klacht ten deze gegrond is en de Raad moge uitspreken dat de kapitein verkeerd heeft gehandeld. De Raad is van oordeel, dat uit het onderzoek is gebleken dat de klacht gegrond is. De kapitein is niet opgetreden zoals van een gezagvoerder mag worden verwacht en hij heeft door zijn handtastelijkheden opgetreden tegen den klager zijn gezag als kapitein ten eenenmale uit het oog verloren. De Raad meent, dat zulk een optreden van een kapitein tegenover een schepeling niet kan worden geduld. De zaak is te ernstig om met een berisping te kunnen worden afgedaan.
Mistdien: Straft aangeklaagde G.G.D. door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen op een schip, als bedoeld bij artikel 2 der Schepenwet, voor den tijd van acht dagen. Uitgesproken 5 November 1941.
1941-01-00: Eemsbode 10.01.1941: Het te Delfzijl thuisbehorende m.s. 'Kemphaan', kapitein J. Kas, in geregelde vaart op de Oostzeelanden, is in eigendom overgegaan aan een Amsterdamsche Reederij.
1942-11-28: Voer tot 1945 in Duitse dienst als 'S.A.T. 10' (Schwere Artillerie Träger), hoofdzakelijk in Zuid-Europa. 1 Januari 1944 achtergelaten in Bayonne. 1946 terug in Nederland.
1949-04-04: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van het, tijdens stormweer, aan de grond lopen op 4 april 1949 van het m.s. Kemphaan op reis van Abö naar Oslo, onder loods aanwijzing, waarbij schroef en schroefas zijn gebroken. Het schip was beladen met 95 ton vlees in kratten. Onder loods aanwijzing voer het schip door het bevuurde vaarwater naar Utö. Toen de wind toe nam tot storm uit het Z.Z.W. werd in overleg met de loods besloten op de rede van Utö te ankeren om beter weer af te wachten. De loods adviseeerde benoorden het vuur van Utö te ankeren. De geleide lichten kwamen tijdig aan bakboord in zicht en geleidelijk liet de loods het schip naar bakboord draaien. De kapitein had zelf het roer genomen. Toen de vuren bijna in lijn waren stootte het schip volle kracht varend met bakboords boeg tegen een klip. Terstond werd de motor gestopt. Even later stootte het achterschip ook en dan liep het schip stuurboord uit en liep binnen een minuut vast op een eilandje. Na enig pompen in de voorpiek kwam het schip op 5 april te 03.10 weer vlot. Het werd door de sleepboot Protector naar Pansio bij Abö gesleept om daar gerepareerd te worden. Oordeel van de Raad is dat het vast lopen van de Kemphaan het gevolg is van een vergissing van de loods. De Raad meent wel dat kapitein G. Klompien meer detail kaarten van het te bevaren gebied had moeten aanschaffen. Nu moest hij geheel vertrouwen op de loods en kon die niet controleren. Er wordt geen melding gemaakt van het toepassen van een maatregel tegen kapitein Klompien. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 29 juli 1949.
1963-10-29: NvhN 31-10-1963: Kustvaarder MARVAN verkocht. De kustvaarder Marvan, die dinsdagmiddag krachtens art. 1223 B.W. publiek ten verkoop werd aangeboden, blijkt thans verkocht te zijn aan de N.V. Veenkoloniale Bank voor Hypotheek en Scheepsverband, gevestigd te Sappemeer voor f. 50.000,-.
1964-07-00: Opgelegd, in augustus 1964 verkocht voor de sloop, echter bij Niestern in Groningen maar gedeeltelijk gesloopt en later door C.S.M. te Oltgensplaat omgebouwd tot beunschip 'Germaton'. Op 5 augustus 1965 echter in de vaart als 'Janna Maria' van Frederikus Johannes Keesen te Oltgensplaat. Op 31 augustus 1965 wordt de teboekstelling als zeeschip doorgehaald en wordt ze teboekgesteld met brandmerk: 4061 B GRON 1965. Ze krijgt als Janna Maria, zijnde een stalen motorbeunschip, metende 465.583 m3 verplaatsing volgens binnenmeetbrief afgegeven te Rotterdam no. R 29802 N d.d. 25-08-1965, liggende te Terneuzen, het brandmerk 4061 B GRON 1965 ingebeiteld door C. van Asperen, ambtenaar van de scheepsmetingsdienst te Rotterdam, op het achterschip aan S.B zijde in de achterwand van de roef, 2.80 m. uit hekplaat, 1.75 m. uit lengteas en 0.82 m. uit dek. (Opm.: De door de Bewaarder vermelde oude merken 1762 Z GRON 1936 zijn niet gevonden.) Ze wordt dan omschreven als: Motorbeunschip met een 4 tact 6 cyl 300 PK Deutz dieselmotor fabr. Nr. 391290-95 aangebracht op het motorblok aan stuurboordzijde. Op 14 juni 1977 van Cecilia Boers, weduwe van Frederikus Johannes Keesen en Gerrit Bernardus Versloot, St. Jansteen. In 1978 bij Werf 'Holland', Sluiskil verlengd met 20 meter en verbouwd tot zandzuiger en voorzien van een 16 cyl. 2 tact GM diesel van 335 Kw (=455 PK) type 16-71, bouwjaar 1973) nr. 16VA07882-71647002 aangebracht aan SB zijde motorblok. 5 April 1989 'Janna Maria' van Zandzuig- en transportbedrijf G.B. Versloot B.V. te Sint Janssteen. Op 16 juni 1992 verkocht aan Zandzuig- en transportbedrijf Versloot B.V. te Sint Janssteen en op dezelfde dag aan Janna Maria B.V. te Sint Janssteen. Vaart regelmatig met zand uit de Westerschelde naar Breskens en Gent. Ze staat in november 2010 nog zo bij het Kadaster teboek.
1964-10-05: NvhN 05-10-1964: Financiën en Economie Faillissementen. Bij vonnis der arrondissementsrecht bank te Groningen van 2 oktober 1964 zijn uitgesproken de faillissementen van Jan Cleveringa te Zuidhom, Gerard Oosterbeek te Zandeweer en Cornelis Oosterbeek, eveneens te Zandeweer, destijds reders van de thans in likwidatie getreden rederij „Marvan", gevestigd te Groningen - met aanstelling van mr. W. J. Birza te Appingedam als curator.
2013-04-00: Final Fate:
In 2013 verkocht voor sloop. Op 25-04-2013 met een duw- sleepboot onderweg naar Auto- en Scheepssloperij Treffers B.V., Haarlem

Afbeeldingen


Omschrijving: Akte 23-11-1936.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: KEMPHAAN
Collectie: Reineking, Klaas
Vervaardiger: Nautical Photo Agency, Suffolk

Omschrijving: KEMPHAAN
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Skyfotos Ltd.
Onderwerp: Luchtfoto

Omschrijving: MARVAN
Collectie: Reineking, Klaas
Vervaardiger: Nautical Photo Agency, Suffolk

Omschrijving: In 1965 in de binnenvaart en omgebouwd tot motorbeunschip en herdoopt in JANNA MARIA
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown