1936-08-20: |
De Tijd 20-08-1936: Utrecht als zeehaven. Geen Utopie of droombeeld. Voor de eerste maal sinds menschenheugenis doet een zeeschip Utrecht aan. Zeevaarder aan den wal. Al mag het zoo op het eerste gezicht wat vreemd aandoen: Utrecht, 'n zeehavenplaats, plannen in die richting bestonden reeds lang en zijn eigenlijk al lang: weer vergeten geraakt, totdat het feit er toch plotseling is. Woensdag n.l. is Utrecht tot een heusche zeehavenplaats geworden, dank zij het feit, dat een schip regelrecht uit Finland naar de Domstad kwam, om daar zonder meer de lading ter bestemder plaatse aan wal te brengen. Met het binnenvallen van dit schip, hetwelk den naam draagt van „JANTJE EPPIENA"', is dus feitelijk de zeehavenstad Utrecht als zoodanig toegevoegd aan de vele andere steden van dien aard, ook al geschiedde dit feit ronder eenig officieel vertoon. Niet dat het maar een toevalligheid is, dat de Jantje Eppiena Utrecht aandoet, want in onze stad was een groepje mannen, dat gedurende drie weken het moment van deze landing met spanning verbeidde. En na een voorspoedige reis van drie weken uit en thuis, ligt genoemd schip langs óe kade aan den Zeedijk gemeerd en werd dit feit in meer engeren kring gevierd, hoewel het van verder strekkende beteekenis kan blijken in de naaste toekomst. Want het ligt in het voornemen, dat meerdere tochten ondernomen zullen worden; tochten met een commercieele strekking, die voor Utrecht van belang zullen zijn. Maar laat ons eerst de aanleiding van deze vaart verhalen, alsmede de strekking daarvan. Bij de directie van den Triplexhandel Ret aan den Zeedijk te Utrecht, onderafd. van den Houthandel Jongeneel, was al verschillende malen de vraag gerezen: zou het niet mogelijk zijn, de groote vrachten triplex, welke uit Finland voornamelijk gehaald worden direct naar Utrecht te vervoeren en door een Nederlandsch schip? Een schip dus, dat op de eerste plaats voldoende bergruimte bevat onder den en dat zeewaardig is en dan een schip, dat van Finland tot in Utrecht kan komen. En aan deze eischen voldoet de Jantje Eppiena van den heer Pilon, tevens gezagvoerder, zoodat hem opdracht kon worden gegeven een groote vracht triplex uit Finland te halen. Nu drie weken geleden voer het schip uit en zooals gezegd, na een voorspoedige reis werd de kapitein in de directiekamer ontvangen, waar de directeur van den N.V. Houthandel voorheen P. M. S. J. Jongeneel, de heer F. Vos hem hartelijk welkom heette. Dan werd het woord verleend aan den heer N. J. ten Bosch, chef van de afdeeling Triplex, algemeen bekend onder den naam Ret. De heer ten Bosch wees er op, dat er voor Ret alle aanleiding is den dag van vandaag belangrijk te vinden, omdat voor de eerste maal Finsch triplex vanaf een Finsche haven zonder overlading tot voor de magazijnen van Ret in Utrecht wordt vervoerd. In den houthandel kent men dit type vervoer reeds lang. De Groningsche Kustvaarders zijn bekende verschijningen op de Oostzee, waar zij met dikwijls heel hooge deklaster, den heelen zomer door overtochten van Finland naar Nederland volbrengen. De reden, dat dit vervoer voor triplex nop niet of nauwelijks is toegepast, is daarin gelegen, dat triplex een teer artikel is, dat beslist onder dek moet worden vervoerd en dat een Groninger kustboot in het algemeen toch nog wel zooveel triplex kan laden, dat men pas bij Ret over dit vervoer kon gaan denken, toen de zaken den omvang hadden gekregen van tegenwoordig. Deze wijze van vervoer moet elke Nederlander in de hoogste mate sympathiek zijn. Vrachtsommen van beteekenis, die anders aan buitenlandsche Reederijen ten deel vielen, blijven nu in Nederland, maar buitendien en bovenal vormen de Groninger Kustvaarders wel Nederlanders van het beste type. De bemanning leeft te zamen als één groote familie en ieder doet blijmoedig zijn plicht met de wetenschap, dat alleen op die wijze een tocht volbracht kan worden, die uiteindelijk toe het voordeel van alle deelhebbers pleegt te strekken. Deze voor Ret eerste experimenieele tocht heeft ons getoond, dat, mits wij bepaalde feiten in het oog houden, met name dat wij geen pakken meer moeten aanvoeren van 150x305 cM., het zeker wenschelijk is deze wijze van vervoer nauwkeurig te bestudeeren on wij hopen binnen enkele dagen aan Kapitein Pilon ts kunnen zeggen, of wij nu direct al weer de .Jantje Eppiena" voor 'n volgenden tocht kunnen charteren, aldus de heer ten Bosch. Op den duur zal het van groot belang zijn dat er ook voldoende uitgaande vracht naar Finland in Holland wordt aangeboden, omdat dan door de retourvracht van Finland naar hier de kosten nog wat zouden kunnen worden verlaagd. Dit is zeer zeker geen utopie, omdat in Finland voor onzen handel en industrie nog genoeg terrein braak ligt. Hierover beslaan een paar interessante brochures van de hand van den heer Moorman. Ik wil thans de hoop uitspreken, aldus de heer ten Bosch, dat de Vossevlag, die op het oogenblik van de Jantje Eppiena waait, nog menigmaal in top van een der Kustvaarders zal gaan en dat al die booten een zoo behouden vaart zullen hebben als kapitein Pilon met Gods hulp ditmaal heeft gehad.
|