1999-08-24: |
Bij Skelleftea in pos.64.39. N - 21.19.5. E aan de grond gelopen waarbij een bodemtank zwaar werd beschadigd. Op 25.08.1999 met eigen middelen vlotgebracht nadat eerst ca. 1000 ton van de lading zinkconcentraat was gelost en naar Skellefthamn gebracht voor inspectie. Geen lekkage geconstateerd. Lading overgeladen in een ander vaartuig. Op 29.08.1999 naar Tallin gesleept voor herstel bodemschade. Op 24.09.1999 was de reparatie voltooid.
Schuttevaer: Kapitein vaart “Ice Star” in z'n eentje op rots bij Ronnskar. Druk van "wal" ontslaat kapitein niet van goede reisvoorbereiding.
De werkdruk in de koopvaardij stond vorige week centraal in de laatste zitting van dit jaar van de Raad voor de Scheepvaart in Amsterdam. Ondanks die werkdruk verklaarde de raad kapitein C. van Tilborg uit Nootdorp schuldig aan de gronding van het vrachtschip “Ice Star” in de Botnische Golf en ontnam hem twee weken de vaarbevoegdheid. ”Nooit meer, ook al staat een ander in m'n nek te hijgen”. De “Ice Star” (5390 ton)van rederij Marin had naast de kapitein twee stuurlieden, een machinist, een kok en twee matrozen aan boord. De ramp gebeurde 24 augustus 1999 om 9.22 uur. De kapitein was onder druk van de wal eerder vertrokken dan hij normaal gesproken zou doen. Het schip was nog niet volledig zeeklaar. Al navigerend in zijn eentje, zat hij met de “Ice Star” ineens op “een steen”, een rots. Dat gebeurde zo'n twintig minuten na vertrek uit Ronnskar, waar kolen waren gelost en zinkconcentraat geladen. Het waren twee partijen zinkconcentraat, waarvoor schotten moesten worden geplaatst. Er was een probleem met die schotten, waardoor men volgens de kapitein veertig minuten uitliep. ”En dat was te lang, volgens de wal. Diverse malen heb ik gehoord dat we te laat waren. De wal kwam zelfs al na een half uur kijken. Dat had ik nog nooit meegemaakt”. Het nachtelijk laden na al die toestanden gebeurde tijdens de wacht van de tweede stuurman, marof W. Lodewijks uit Boxtel. Deze werd gehoord als getuige op de zitting, die werd voorgezeten door mr. D. Roemers. Lodewijks kreeg op de dag van de ramp vanaf ongeveer 4.30 uur bij het laden weer assistentie van de Poolse eerste stuurman, die ook al de wacht had gehad tot middernacht. De kapitein kwam af en toe kijken en was ook bij het plaatsen van de schotten. Om 6 uur ging de tweede stuurman slapen en maakte de eerste het werk af. Ook de tweede stuurman noemde de wal in Ronnskar lastig. 'Er is daar altijd wat”. Spanning: Om ongeveer 06.45 uur stond de kapitein weer op. Omstreeks 08.40 uur was het laden klaar en om 09.00 uur vertrok hij, ”gepushed om maar van de wal af te gaan', zoals de kapitein zei. Hij stond in zijn eentje op de brug en had de eerste stuurman bijna meteen na vertrek naar de douche en naar bed gestuurd, omdat deze hem moe leek en hij er bovendien 'niet uitzag door het rommel van het laden' .De kapitein nam geen loods. Bij het binnenvaren van Ronnskar is dat wel een must, bij vertrek niet. De kapitein kent het gebied heel goed en bovendien was het mooi weer met goed zicht. Normaal houdt hij altijd wel een stuurman op de brug tijdens de vaart in nauwe wateren. Maar nu dus niet en daarover kan hij zich achteraf nog steeds voor zijn hoofd slaan. Want de kapitein was kwaad door de toestand met de wal, al gaf hij voor de raad toe dat je zeker vandaag de dag als kapitein die spanningvan je af moet kunnen zetten. Zijn reisvoorbereiding lag op de brug, een van de radars stond bij. Dit was de radar bij de kaartentafel, achter hem,o mdat deze het beste beeld gaf. Daarin had hij niet iets speciaal vastgezet. Ook geen koersen in de kaart, al had hij wel bepaald waar hij de bocht zou omgaan. Hij voer op de boeien,z oals hij zei. En de lichtenlijn. Maar door de laagstaande zon zag hij onder andere de groen boei ten zuidoosten van de ondiepte van Stensgrundet niet. Ook interpreteerde hij de lichtenlijn van Olsgrundet verkeerd en zo zat ineens die rots in de weg. Het schip bleek over een lengte van tien meter in de midscheeps geboeid te zitten met flinke bodemschade. Om weer vlot te komen, moest ter plekke 1000 ton van de lading worden gelost. En toen was de “Ice Star” met haar lading weer terug in Ronnskar. Later is het schip in Tallin gerepareerd . Vreemd: De raad en de inspecteur vonden het vreemd dat de kapitein niet had overwogen alsnog een loods te nemen, of iemand van beneden te halen om als roerganger dienst te doen, als hij vond dat beide stuurlieden met rust moesten worden gelaten. In elk geval één matroos had kunnen sturen. Ook was de vraag waarom de kapitein geen algemeen alarm had gegeven na de gronding. De kapitein zei “de machinist en de kok kwamen meteen naar boven en de rest was aan dek. Ik was bang dat bij alarm iedereen naar beneden zou gaan voor zijn overlevingspak.”.Is dat zo gek, was een vraag uit de raad. ”Nee, zei de kapitein, 'maar niet op zo'n moment'. Hij had wel ogenblikkelijk assistentie gevraagd van een loods, die er in twee minuten was. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. De inspecteur vond dat de kapitein geen goed zeemanschap had getoond:hij had geen alarm gegeven na de gronding, er was geen goede uitkijk gehouden, de voorbereiding was te summier, de navigatie onvoldoende en hij vertrouwde op zijn routine, allemaal punten waardoor schip en milieu in gevaar waren gebracht. Hij vroeg twee weken ontzegging. De raad deed na een half uur uitspraak conform de eis,op grondvan: varen van boei tot boei, onvoldoende gebruik van hulpmiddelen als radar, onvoldoende uitkijk en 'er had zeker een stuurman boven moeten zijn, vooral omdat u alleen de radar achter gebruikte. En ook al was u geagiteerd, dat moet een kapitein van zich af kunnen zetten', vond mr. Roemers. Les geleerd: De 53jarige kapitein zei na de zitting dat de raad volkomen gelijk had. Hoewel hij lid is van de vakbond FWZ en bijstand had kunnen vragen van een FWZ-raadsman, deed hij dit niet. Van Tilborg: Ik heb nu eenmaal die boot op die steen gezet en daar moet ik voor boeten. Maar vreselijk vind ik het wel. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt .Altijd lees ik de uitspraken van de Raad voor de Scheepvaart. Dan neem je jezelf voor: 'die en die fout moet ik dus niet maken'. En nu dit. Maar ik heb er wel van geleerd, De wal kan nog zoveel druk op me uitoefenen,ik vertrek pas als ik volledig zeeklaar ben. Ook al staat er een andere boot in mijn nek te hijgen. Hij vaart nu overigens voor een andere Nederlandse rederij, waar hij tot zijn genoegen een grotere bemanning heeft op een schip dat kleiner is dan de “Ice Star”. Marof Lodewijks zit ook bij een andere rederij, nu als machinist. Dat vindt hij leuker. En, zegt hij, het vergroot je kansen op een goede baan aan de wal.
|