2014-10-00: |
Onderstaand informatie uit de Schepenlijst Hunzeboten, opsteller R.K. Mast.
1887 Bouwjaar casco vlgs opgave GRSM.
12/10/1892 AH / Storm. (Harlingen, 10 oktober). De stoomboten HUNZE nos I, II en III en LEEUWARDEN I, met bestemming naar Amsterdam, konden heden de haven niet verlaten.
13/10/1892 PGC / Harlingen, 10 oktober. De van hier naar Amsterdam bestemde stoomboten LEEUWARDEN I, HUNZE I, II, en IV bleven allen hier liggen, wordende opgehouden door het stormachtige weder der laatste dagen.
11/02/1893 PGC / Harlingen, 9 februari. Terwijl men, zo ver het oog reikt, in zee geen ijs ziet drijven, is onze haven van de sluisdeuren tot de havenmond zo vol gestuwd met zwaar ijs, dat er geen water te zien is. Zeilschepen kunnen onmogelijk de haven in of uit komen en de Zuiderzee-stomers hebben zeer veel moeite om zich er door te werken. Gisteren kwamen drie dezer boten met veel moeite binnen en een dezer bodems, de HUNZE I, kreeg een gat in de boeg. Heden morgen verlieten zes Zuiderzee-stomers de haven, doch na oponthoud van een uur, besteed aan het bewerken van het ijs in de havenmond. Woensdagmorgen hebben de beide Lemmer-stoomboten de reis van Amsterdam naar de Lemmer aanvaard, doch waren des avonds te Amsterdam terug. Zij konden niet verder komen dan in het gezicht van Urk. De stoomboten HUNZE VI en HUNZE VII zijn gisteren namiddag om half vier van Harlingen via Enkhuizen te Amsterdam aangekomen, na des morgen om 8 uur van Harlingen te zijn vertrokken.
16/05/1893 LC / Het tjalkschip NOOITGEDACHT, groot 58 ton, eigen aan en gevoerd door P. Borgman, van Groningen, met een lading van 30 last haver op reis van Groningen naar Harlingen, is zondagmiddag nabij Kingmatille aangevaren door de stoomboot HUNZE I, kapitein A. Zwart. De tjalk zonk onmiddellijk, terwijl de schipper zich naar Franeker spoedde om aangifte te doen. De HUNZE I moest daarop voor de Ooster-draaibrug blijven liggen, zolang er een conferentie op het stadhuis plaats had tussen schipper en kapitein tegenover de bevoegde macht. Schip en lading waren niet verzekerd.
08/01/1894 HNvdD / In de Zuiderzee, ten Zuiden van Enkhuizen, is de stoomboot HUNZE I, kapitein P. Zwart, op haar reis van Amsterdam naar Groningen, aan de grond en tussen het ijs bekneld geraakt. Een zestal mannen zijn van Enkhuizen met een vlet naar het vaartuig geweest, om de opvarenden van proviand te voorzien. Bij de tegenwoordige lage waterstand is het niet mogelijk, de stoomboot vlot te krijgen, zodat haar toestand, met het oog op te verwachten ijsgang, zeer gevaarlijk is.
09/01/1894 AH / De stoomboot HUNZE I, die op de ‘Vlakte’ ten zuiden van Enkhuizen aan de grond en tussen het ijs bekneld was geraakt, kwam gistermorgen, bij het wassen van het getij, vlot. Door ongeveer 50 mannen werd met bijlen en zagen een slop in het ijs gemaakt, waardoor de boot tegen de avond in de Spoorhaven binnenkwam.
22/01/1894 AH / Allerlei. Men schrijft ons uit Enkhuizen van 22 dezer: De stoomboot HUNZE I, die heden van hier vertrok, om te trachten de Friese kust te bereiken, was door het ijs genoodzaakt de terugtocht te aanvaarden.
20/06/1894 Leeuwarden, 19 juni. De opvarenden gered. In ons vorig nummer is onder de particuliere correspondentie melding gemaakt van het zinken van het schip VROUW BAUKJE. Wij ontvingen de volgende nadere mededeling: Eergisteren morgen omstreek half zeven ontmoette de kapitein Zwart van de stoomboot HUNZE I, tussen Harlingen en Enkhuizen, een in zinkende toestand verkerend schip, geladen met zand en bestemd voor Leeuwarden. ’t Was nog juist op tijd de schipper Zeeman en zijn knecht van een wisse dood te redden en hen te Enkhuizen aan wal te brengen. Zonder dit flink optreden van genoemde kapitein waren de opvarenden een prooi der golven geworden.
14/09/1895 De Tijd / Te Groningen heeft woensdag een heuse strooplikker voor zijn snoeplust gevoelig geboet. Op de kade van het loopende Diep, tegenover de ligplaats der HUNZE-boten, stond een ledig stroopfust.; er was echter nog wel zoveel zoetigheid in, dat de tienjarige Jan Westerveld, wonende in de Langesteeg, daaraan zijn snoeplust kon botvieren. Hij ging aan het likken, en naar het schijnt met zoveel hartstocht, dat hij al likkende in het water viel. De bemanning van de HUNZE I ging er onmiddellijk met een boot op af en bracht de jongen op het droge, waarna hij, dank zij vooral de goede zorgen van de heer C.A.M. van Riet, spoedig bijkwam.
29/12/1895 AH / De van Amsterdam naar Friesland bestemde stoomboten LEEUWARDEN III, HUNZE I en HUNZE VII hebben gistermorgen de haven van Nieuwediep verlaten, om te trachten de bestemming te bereiken, doch waren wegens het vele ijs in het vaarwater genoodzaakt terug te keren.
04/01/1896 LC / Scheepvaart heropend. De stoomboten LEEUWARDEN III, HUNZE I en HUNZE VII zijn gisteren van Nieuwe Diep naar Harlingen vertrokken en daar aangekomen, zonder door het ijs veel oponthoud te hebben ondervonden. Hieruit blijkt, dat de vaart tussen Noord-Holland en Friesland heropend is.
24/02/1897 LC / Harlingen, 22 febr. De stoomboten LEEUWARDEN II en IV en de HUNZE I en II, welke circa 6 weken hier zijn ingevroren geweest, vertrokken deze morgen naar Leeuwarden en Groningen, en dus kan verwacht worden, dat bij doorgaande dooi het binnenvaarwater met een paar dagen weer voor het verkeer zal heropend zijn. Morgen varen de stoombootjes op Sneek en Leeuwarden ook weer. In de Zuiderzee is van hier geen ijs meer te zien.
19/08/1901 Kadaster Gron AR 28 RSV 5793: Verklaring waarin wordt vermeld: Schroefstoomschip HUNZE I, gebouwd bij Boon, Molema en De Cock te Hoogezand in 1887, lang 30,45 m, wijd buitenwerks over de berghouten 5,32 m, holte 1,96 m, BRT 87,21, NRT 44,72 (beide van 2,83 m3), voor rekening van de GRSM gebouwd. Gedateerd Hoogezand 17 aug 1901.
27/08/1901 NvhN / De stoomboot HUNZE I van Groningen naar Hamburg is hier lek aangekomen en wel zodanig dat van de reis moest worden afgezien. Deze beurt was nodig tengevolge van het repareren van de HUNZE IX. Daar het vaartuig pas van de werf is gekomen, is de lekkage vermoedelijk te wijten aan niet goed sluitende klinkbouten. De HUNZE IX had tot heden een vaste vaart tussen Groningen, Hamburg en Bremen.; in ’t vervolg zal deze alleen varen op Hamburg, terwijl de HUNZE I dan een vaste beurt krijgt op Bremen. Met de HUNZE VIII op Emden hebben wij dus in ’t vervolg drie stoomschepen van Groningen op Duitse havens in de vaart, alles behorende tot de GRSM.
10/03/1903 PGC / Delfzijl, 7 maart. De stoomboot HUNZE I, kapitein J. Kuiper, zaterdag de 28e februari van hier over de Wadden naar Hamburg vertrokken, ligt nog steeds te Norderney, waar het door slecht weer werd opgehouden, om de reis over zee te vervolgen.
26/06/1904 NvhN / Delfzijl, 25 juni. Het ss HUNZE IX, komende van Hamburg, wordt hier hedennamiddag verwacht. Wegens reparatie aan de grote sluis kan de boot niet naar Groningen. De ss HUNZE I en de lichter HUNZE XIV zullen de goederen hier overnemen en naar Groningen vervoeren. Deze kleine soort schepen worden door Fivelingosluis geschut en varen langs het Damsterdiep en de Groeve weer in het Eemskanaal.
11/10/1907 NvhN / De stoomboot, die gisteren in het Noordzeekanaal tegen de steiger is gelopen, was de HUNZE I, van Rotterdam naar Groningen.
04/02/1908 LC / Bericht over de IJstoestand. Daarin o.a. de tekst:…. Zaterdagnacht arriveerden te Amsterdam aan de De Ruyterkade, komende over de Zuiderzee van Stavoren, de vrachtboten LEMMER en GRONINGEN IV, terwijl van Harlingen aankwamen de vrachtboten HUNZE I en HUNZE II, ieder met stukgoederen beladen lichters, en de HUNZE XII en HUNZE XIV op sleeptouw hebbende. Tijdens een hevige bui uit uit het NW was vrijdagavond op de Zuiderzee nabij Pampus de mast van de HUNZE II gebroken en op de deklast terecht gekomen, waardoor de laadbomen ook zodanig werden beschadigd dat zij geheel onbruikbaar werden. De HUNZE I is, na te Amsterdam een deel der lading gelost te hebben, naar Rotterdam vertrokken…..
02/07/1908 NvhN / Delfzijl, 1 juli. Naar men ons meedeelt moet het de laatste dagen op zee nogal onstuimig geweest zijn, waardoor het stoomschip HUNZE I met de lichter HUNZE XV van Hamburg, bestemd naar Groningen, en meer andere schepen opgehouden worden en bij Wangerooge ten anker liggen.
24/02/1909 LC / Uit Harlingen wordt ons d.d. 23 februari gemeld: Kapt. Bakker van de gisteren alhier aangekomen stoomboot STANFRIES 2, rapporteert op Pampus een grote massa ijs te hebben aangetroffen, dat veel hinder veroorzaakt. De reis naar hier nam dan ook 16 uur in beslag. In verband hiermede vertrokken hedenmorgen de stoomboten HUNZE VI, HUNZE I, de lichter HUNZE XIII en de stoomboot MAASTRICHT-GRONINGEN via Nieuwediep.
30/06/1909 Nieuwsblad van Friesland / De stuurman van de nachtboot HUNZE I, nog pas drie weken gehuwd, is bij de Kralingsche veer overboord gevallen en verdronken.
06/07/1909 LC / Zaterdagmorgen werd bij Rotterdam het lijk opgehaald van de 33-jarige Postma, uit Groningen, stuurman van de HUNZE I. Woensdag was hij over boord gevallen.
31/03/1910 LC / Stavoren, 29 maart. Gisteravond werd door de stoomboten HUNZE I en HUNZE II binnengebracht het ijzeren tjalkschip HENDRIKJE, schipper Bos, van Meppel, komende met een lading kapspaanders van Zwolle naar Harlingen. De schipper had een zwaard stukgezeild en was alzo aangewezen op assistentie, welke kon worden verleend door de in de nabijheid varende genoemde stoomboten.
09/08/1910 LC / Men meldt ons uit Harlingen: Hedenmorgen liep de HUNZE I, kapitein Kuiper, komende van Rotterdam met bestemming Groningen, bij het uitwijken voor een paar uitgaande zeilschepen op het Zuiderhoofd, waardoor het een groot gat bekwam onder het berghout, even boven de waterlijn. Ook het Zuiderhoofd bekwam enige schade.
1911 In de zeevaart (bron: Van Raad)
01/06/1912 NvhN / Advertentie: Geregelde dienst Groningen – Bremen v.v. met het ss HUNZE I.
08/12/1914 NvhN / De ss HUNZE I van de veerdienst Groningen-Amsterdam, geladen met stukgoederen, is gisternacht bij hoog water vastgelopen op de steenglooiing van de West-Friese zeedijk, even ten Oosten van Oosterleek. De boot zit muurvast. Sleepboothulp was gisteravond ter plaatse, maar kon niets uitrichten.
10/12/1914 NvhN / Dinsdagnamiddag is de HUNZE I die bij Oosterleek op de steenglooiing van de West-Friese dijk was vastgeraakt, met sleepboothulp uit Delfzijl losgekomen en de Enkhuizer haven binnengebracht. Vooraf was een deel der lading door visserlieden overgebracht op de tjalk HELENA van Hoorn.
03/04/1915 LC / Schip gezonken. Gisterenavond, ongeveer 9 uur, is het met stukgoederen geladen aakschip JET DIENA in de Poelen te Dronrijp, terwijl het gesleept werd door de HUNZE I, vermoedelijk door het stoten op een hard voorwerp, lek geraakt en gezonken. De scheepvaart ondervindt geen belemmering.
10/03/1917 LC / IJs in zee. Van Nieuwediep te Harlingen binnengekomen kapiteins rapporteren, dat de zee van Nieuwediep tot Vlieland één ijsveld is. Sommige stoomboten liepen tot 5 maal toe vast, zodat men elkander telkens assistentie moest verlenen. Ook voor de haven van Harlingen is alles vol ijs, zodat de zeilschepen zonder adsistentie in noch uit kunnen varen. Toch zijn hier vele stoomboten aangekomen, als: HUNZE I, STANFRIES III, IV en X, STAD FRANEKER III, DOKKUM I, HOLLAND-FRIESLAND IV, ms HOLLAND-FRIESLAND IV, LEEUWARDEN II, tjalkschip CORNELIS, ms STAD SNEEK, HANDEL EN NIJVERHEID IV, benevens een Lemsterboot.
20/02/1919 LC / Birdaard, 19 febr. Hedenavond passeerden hier de stoomboten HUNZE I en HUNZE II met de lichterschepen HUNZE XV en HUNZE XX. Genoemde boten waren heden door de zeesleepboot EVERHARDUS FRATER tot Dokkum gebracht, welke sleepboot door de Regering was aangewezen om het ijs van Groningen af langs het Reitdiep over Zoutkamp-Dokkumer Nieuwezijlen te breken. Tussen Dokkum en Leeuwarden was in de Ee het ijs gisteren gebroken door de sleepboot HERRY FRATER, die hedennamiddag te Birdaard acht aakschepen op sleeptouw had voor Holland. De passagiersboten der ‘Dokkumer Stoombootmaatschappij’ alsmede de ‘Noord-Fries’ hebben de dienst ook weer hervat.
1920 Schip nog in de vaart (bron: Bottema 11595)
24/2/1923 motorboot 60 pk vlgs Scheepsmetingsdienst
27/02/1935 NvhN / De scheepvaart een tijdlang gestagneerd. Gisteravond, enige minuten voor 18.00 u, is het ms HUNZE I, kapit. M. Kuipers, uit Groningen, op weg naar Amsterdam, met grote kracht tegen de draaibrug over de Harlingertrekvaart in de spoorlijn Leeuwarden-Stiens-Harlingen opgevaren. De brug werd zodanig beschadigd, dat tevens het seinstelsel buiten werking kwam, waardoor de signalen voor de juist naderende trein no. 3827 (16.48 u uit Leeuwarden) niet meer konden worden bediend. Op het moment van de aanvaring bevond de trein zich nog slechts op plm 1 km van de brug en het is aan het snel ingrijpen van de brugwachter en wegwerker Kooy te danken dat de trein nog bijtijds bij de stopplaats Midlum tot stilstand kon worden gebracht. Als de aanvaring enige minuten later had plaats gevonden zou de trein onherroepelijk op de brug gederailleerd zijn. Door het tegemoet lopen van de trein, met een lantaarn en een rode vlag heeft men de aandacht van de machinist weten te trekken, zodat verder onheil voorkomen werd. De oorzaak van de aanvaring. Naar de verklaringen van de HUNZE-kapitein moet de oorzaak van de aanvaring geweten worden aan het weigeren van de keerkoppeling van de motor, waardoor achteruitslaan niet meer mogelijk was. Tegen de voorschriften in bevond de HUNZE I zich echter binnen het zgn. stopbord. Aangezien het brugsignaal voor de scheepvaart op onveilig stond, had dit niet mogen gebeuren......…Als bijzonderheid kan nog vermeld worden, dat dezelfde brug 20 jaar geleden ook door een HUNZE-boot op dezelfde wijze is aangevaren. De lijn, waarop het ongeluk gebeurde, wordt met ingang van 1 mei a.s. opgeheven.
07/11/1935 NvhN / Locomobiel uit laadboom neergestort. Te ongeveer 17.30 u is gisteravond aan de De Ruyterkade te Amsterdam een zware locomobiel, welke van de vrachtboot HUNZE I van de HUNZE-maatschappij aldaar moest worden overgeladen in de motorboot DELFT-ZAANDAM VII van de firma Boelhouwer te Delft, door het breken van de laadboom waarin het gevaarte hing, met een zware slag, die tot ver in de omtrek hoorbaar was, in het ruim van de motorboot neergestort. De locomobiel sloeg gedeeltelijk door de bodem, zodat de boot begon te zinken. Met behulp van een boot van de fa. Rutten en van een der boten van de havenpolitie kon worden voorkomen, dat de DELFT-ZAANDAM VII geheel zonk. Het gehavende schip is naar de Amsterdamsche Droogdok Mij. gesleept en in een der dokken opgenomen. De locomobiel zal met behulp van een bok worden gelicht. Als door een wonder hebben zich bij dit ongeval geen persoonlijke ongevallen voorgedaan.
1940 Waarde: NLG 8.300.
1940-1945 Bijzonderheden onbekend. Schip lijdt bezettingsschade ten bedrage van NLG 21.323. Waarde na reparatie NLG 15.500.
1947 Tekst op de Kadasterkaart 2233 B Gron 1947: …. Motorschip met 1 mast, 2 laadbomen, 1 ankerlier, 1 Spidomotorlaadlier type A1, 1 voorkajuit, 1 achterkajuit, 1 laadruim, een motorkamer met een 60 PK Berkelmotor [omgedieseld].
oktober 1953 Schip gaat over naar Groninger Beurtvaart, Groningen.
17/10/1953 Domicilie: Oosterhamrikkade 4, Groningen.
24/4/1961 Domicilie: Onder de Boompjes 4, Gouda.
24/4/1961 Domicilie: Hoogstraat 50, Haastrecht. Schip herdoopt in MAJA.
27/6/1961 Op het vaartuig is beslag gelegd.
2/9/1961 Gebruiker van het schip: L.J. Anink, kapt. Binnenvaart, te 's Gravenhage.
15/9/1980 Doorhaling der te boekstelling.
|