1919-06-00: |
NRC 12.06.1919: De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren behandeld de zaak van de ramp, overkomen op 9 maart j.l. aan het motorzeilschip HOLLANDSCH DIEP. Dit schip is door een mijn getroffen en gezonken, waardoor 9 leden der bemanning het leven hebben verloren. Uit het getuigenverhoor bleek, dat het ongeval op de hoogte van Doggersbank is gebeurd. De motor bracht het schip vooruit, omdat er te weinig wind was om te zeilen. Een matroos was de eenige van de 10 opvarenden, die er het leven afbracht; deze werd als getuige door de Raad gehoord. De HOLLANDSCH DIEP liep met het voorschip op een mijn, waardoor ze bakboordzijde getroffen werd en het schip dadelijk uit elkaar geslagen is. In het voorschip was één man geweeest, wien hij niet meer had teruggezien. De beide booten die aan boord waren had men nog gestreken, doch het zinkende schip zoog hen mee, waardoor ze kantelden. Getuige was nog een half uur in de buurt gebleven doch had geen der opvarenden, die in de booten waren gegaan, teruggezien. Hij was er tot slotte in geslaagd, de stuurboordsboot te kantelen (een kunststukje heeft deze man in open zee alleen volbracht, door beide boten te keren, doch de bakboordboot bleek onbruikbaar). In de stuurmansboot had hij tenslotte de Deensche kust bereikt. |