Inloggen
GERMAAN - ID 2462


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1935
Classification Register: Germanischer Lloyd (GL)
IMO nummer: 5226398
Nat. Official Number: 1687 Z GRON 1935
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks, 1 winch
Lift Capacity: 1 ton each
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Scheepswerf J.J. Pattje & Zonen, Waterhuizen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 162
Launch Date: 1935-03-21
Delivery Date: 1935-05-13
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek, Appingedam, Groningen, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 3
Power: 120
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Brons Nr. 1675 Type C/D (270x340)
Speed in knots: 8
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 177.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 103.00 Net tonnage
Deadweight: 225.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 11125 Cubic Feet
Bale: 10500 Cubic Feet
 
Length 1: 35.21 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 33.76 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.35 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.51 Meters Depth, moulded
Draught: 2.286 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-03-1961
Type: Lengthened
Omschrijving: Jan./febr. 1961 verlengd door Scheepswerf 'Welgelegen', Harlingen. Brt 200, Nrt 112, Dwt 275. Loa 40,24, Ll 38,83, B 6,33.

Datum 00-00-1968
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Nieuwe hoofdmotor: 2tew 3 cil 180 RPK Brons (nr. 14343), type 3 GB (220x380), 9 Kn.

Ship History Data

Date/Name Ship 1935-05-13 GERMAAN
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Rijkent Huizenga, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PEID

Date/Name Ship 1943-06-22 JORDSAND
Manager: Partenreederei 'Jordsand', Harburg, Germany
Eigenaar: Partenreederei 'Jordsand', Harburg, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Harburg / Germany

Date/Name Ship 1944-02-25 JORDSAND
Manager: Marinevermessungs-Abteilung Gotenhafen, Gotenhafen, Germany
Eigenaar: Marinevermessungs-Abteilung Gotenhafen, Gotenhafen, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Gotenhafen / Germany

Date/Name Ship 1945-00-00 JORDSAND
Manager: Deutsches Marine Institut, Hamburg, Germany
Eigenaar: Deutsches Marine Institut, Hamburg, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Hamburg / Germany

Date/Name Ship 1945-09-00 GERMAAN
Manager: E. Wagenborg's Scheepvaart- & Expeditiebedrijf N.V., Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Rijkent Huizenga, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PEID

Date/Name Ship 1950-01-14 ADARA
Manager: N.V. Wijnne & Barends' Cargadoors- en Agentuurkantoren, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Arend van der Veen, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PCDF

Date/Name Ship 1953-02-19 GEERT
Manager: N.V. Wijnne & Barends' Cargadoors- en Agentuurkantoren, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Hebel Wiete Albert Nienhuis, Winschoten, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Winschoten / Netherlands
Callsign: PEGJ

Date/Name Ship 1956-01-23 MARS
Manager: N.V. Wijnne & Barends' Cargadoors- en Agentuurkantoren, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Geert van der Molen, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Callsign: PFVS

Date/Name Ship 1974-07-30 MARS
Manager: Astro Marine Inc., U.S.A.
Eigenaar: Astro Marine Inc., U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / U.S.A.

Date/Name Ship 1976-00-00 MARS
Manager: Orman & Sons, Oranjestad (Aruba), Netherlands Antilles
Eigenaar: Orman & Sons, Oranjestad (Aruba), Netherlands Antilles
Shareholder:
Homeport / Flag: Oranjestad (Aruba) / Netherlands Antilles
Additional info: Geen roepletters dus waarschijnlijk geen zeeschip.

Ship Events Data

1935-05-04: Als GERMAAN, zijnde een motorvrachtschip, metende 502.44 m3, liggende te Waterhuizen, door J. Frik, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Rijkens Huizenga, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1687 Z GRON 1935 op het achterschip aan S.B. zijde in de beschermingskast van het stuurgerei.
1935-05-14: NvhN 14-05-1935: DELFZIJL, 13 Mei. Op de Eems vond heden de goed geslaagde proefvaart plaats van het nieuwe motorschip GERMAAN, gebouwd op de scheepswerf „Waterhuizen" van den heer J. Pattje te Waterhuizen voor rekening van kapt. R. Huizinga te Groningen, onder klasse Germ. Lloyd + 100 A 4 Nordsee en Scheepvaart-Inspectie. Het schip is groot netto 103 Reg. ton en bruto 177 Reg. ton, terwijl het D.W. 225 ton bedraagt. De afmetingen zijn als volgt: lengte over alles 35.25 M., breedte op het grootspant 6.35 M. en holte in de zijde 2.40 M. In de motorkamer is voor de voortstuwing een Brons motor met een vermogen van 120 P.K. opgesteld. Verder bevindt zich hier een Lister hulpmotor van 5-6 P.K. voor het aandrijven van de compressor en de lens-ballastpomp. Aan dek is een motordeklier opgesteld, die van een Lister motor van 5—6 P.K, is voorzien. Deze motor kan tevens bij het snelheffen van de ankers worden gebruikt. Het schip is voorzien van een stroomlijnroer en het behaalde in beladen toestand- een snelheid van 8 mijl. Na de proefvaart werd het schip, dat ruim aan de gestelde eischen voldeed, overgenomen.
1935-11-17: Leeuwarder Courant 19-11-1935: De „GERMAAN" gestrand en weer vlot gebracht. Het Nederlandsche motorschip „Germaan", kapitein Huizinga, geladen met rogge en op weg van Rotterdam naar Denemarken, dat Zondagnacht j.l. ter hoogte van het Lange Zand bij Vlieland is gestrand, is vanmorgen omstreeks vier uur door de sleepboot „Holland" van de reederij Doeksen op Terschelling vlot gebracht. Het schip, dat in de haven van Terschelling is binnengesleept, maakt geen water en heeft oogenschijnlijk geen schade bekomen.
1936-08-03: Leeuwarder courant 03-08-1936: Schip binnengebracht. Stavoren, 3 Augustus Gistermorgen omstreeks 11 uur geraakte tengevolge van het ruwe weer, het motor-kustvaartuig „Germaan", kapitein Huizinga, gedomicilieerd te Groningen, geladen met poreuze betonplaten, vast op het zand. Heden zeer vroeg in den morgen gelukte het een aantal visschers uit Enkhuizen en van hier het schip te lichten. Op eigen kracht is het de haven van Stavoren binnengeloopen.
1938-08-23: NvhN 13-07-1939: Een aanvaring op den IJssel tusschen twee kustvaarders Onderzoek door den Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart zette gistermiddag het onderzoek naar de oorzaak van de aanvaring op den Gelderschen IJssel op 23 Augustus j.l. tusschen 't motorschip „Germaan" en het Groninger motorschip „Afiena", beide kustvaarders, voort. Als getuige werd de gezagvoerder van de „Afiena" gehoord. Hij verklaarde 's morgens uit Kampen vertrokken te zijn. De aanvaring had om ongeveer acht uur plaats gevonden. De gezagvoerder, die met zijn zoon in de stuurhut stond, had de „Germaan" zien aankomen. Toen dit schip op korten afstand was genaderd, werd de „Afiena" aan bakboord achterzijde aangevaren door het oploopende motorschip „Energie", dat getracht had de „Afiena" te passeeren, doch waarschijnlijk door de zuiging met de „Afiena" in aanraking was gekomen. „Mijn schip" — aldus de getuige — „draaide daardoor met den neus naar bakboord en hoewel wij hard stuurboord gaven en den motor op volle kracht zetten, kon de aanvaring niet meer voorkomen worden. Wij hadden het Duitsche schip niet zien aankomen. Het gaf geen seinen en het uitzicht naar achteren is in onze stuurhut zeer gebrekkig. Het weer was handzaam. Op een vraag van den Inspecteur-Generaal, waarom niet of de kapitein of zijn zoon buiten de hut waren gaan staan, teneinde wel een goed uitzicht te hebben, antwoordde de getuige, dat het te koud was. .De Inspecteur-Generaal: „Te koud in Augustus?" De getuige, „Ja, mijnheer". De Inspecteur-Generaal zei in zijn toelichting, dat hij van meening was, dat deze aanvaring in de eerste plaats te wijten was aan het Duitsche schip, dat gehandeld heeft in strijd met het biimenaanvaringsreglement. Indien echter aan boord van de „Afiena" voldoende uitzicht naar achteren was geweest of iemand op den uitkijk had gestaan, had waarschijnlijk tijdig gestopt kunnen worden. Uitspraak volgt later.

NvhN 13-06-1939: de Raad heeft uitspraak gedaan inzake de aanvaring van het m.s. „Germaan" met het m.s. „Afiena" op den Gelderschen IJssel nabij K.M. 98 op 23 Augustus 1938. De aanvaring is, naar de meening van den Raad, hieraan toe te schrijven, dat de oploopende „Energie" in het nauwe vaarwater de „Afiena" aan de verkeerde zijde heeft willen voorbijvaren, zonder dat blijkt, dat de omstandigheden dit noodzakelijk maakten en bovendien zonder dat de „Energie" door de daartoe voorgeschreven seinen te geven, haar wensch om voorbij te varen, heeft te kennen gegeven. Dientengevolge heeft de „Afiena", die de nadering van de „Energie" niet had bemerkt, geen vaart verminderd en heeft de zuiging der beide naast elkaar varende schepen tengevolge gehad, dat de „Energie" tegen de „Afiena" is aangekomen, waardoor de „Afiena" onverwachts een scherpe zwenking naar bakboord maakte, zoodat de voorsteven van de „Afiena" dwars tegen het midden van de b.b.-zijde van de „Germaan" is aangekomen. Aan de „Germaan" valt geenerlei verwijt te maken. Ware voldoende uitkijk op de „Afiena" gehouden dan zou op het schip tijdig vaart zijn verminderd en had de aanvaring met de „Energie" en alle gevolgen van dien kunnen worden vermeden.

Bijvoegsel tot de Nederlandsche Staatscourant van Vrijdag 30 Juni en Zaterdag 1 Juli 1939, no.126. No. 83 Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart in zake de aanvaring van het motorschip Germaan met het motorschip Afiena op den Gelderschen IJssel nabij km 98. Op 23 Augustus 1938 heeft een aanvaring plaats gevonden van het motorschip Germaan met het motorschip Afiena op den Gelderschen IJssel nabij km 98. In overeenstemming met het voorstel van den inspecteurgeneraal voor de scheepvaart besliste een commissie uit den Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij art. 29 der Schepenwet, dat de Raad een onderzoek naar de oorzaak van deze aanvaring zou instellen. Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van den Raad op 22 Maart 1939 en op 12 April 1939, in tegenwoordigheid van den inspecteur-generaal voor de scheepvaart. De Raad nam kermis van de stukken van het voorloopig onderzoek der scheepvaartinspectie en hoorde als getuigen onder eede Rijkert Huizinga, kapitein van de Germaan, en Aldert Klugkist, kapitein van de Afiena, ten tijde van de aanvaring. Uit dit een en ander is den Raad het navolgende gebleken: De Germaan is een Nederlandsch motorschip, roepnaam P E I D, metende 177,36 bruto-, 102,94 netto-registerton, toebenoorende aan getuige Huizinga te Groningen. Het is uitgerust met een motor van 120 pk. De Afiena is een Nederlandsch motorschip, roepnaam P C E H, metende 167,21 bruto-, 86,63 netto-registerton, toebehoorende aan H. Groen te Amsterdam en thuisbehoorende te Groningen. Het heeft insgelijks een motor van 120 pk. Volgens verklaring van getuige Huizinga vertrok de Germaan op 22 Augustus 1938 te 4 uur des namiddags van Hengelo, beladen met zout in zakken en doozen, bestemd naar Norrköping, Stockholm en Gefle. Het schip was bemand met vier volwassenen, terwijl vrouw en kind van getuige mede aan boord waren. Nadat het schip eenige uren te Lochem had gelegen, werd op 23 Augustus 1938 de reis vervolgd, waarna het vaartuig op laatstgemelden dag 's ochtends te 8.30 uur bij Eefde op den Gelderschen IJssel kwam. Het was goed en stil weer; het zicht was goed. De Germaan voer stroomafwaarts met een vaart van 14 a 15 km per uur, vóór den stroom. Nadat verschillende te gemoet komende schepen waren voorbij - gevaren, nam getuige omstreeks te 10.30 uur des voormiddags de te gemoet varende Afiena waar, ongeveer 2 streken aan bakboord, op een afstand van plm. 1 km. De Germaan bevond zich in een flauwe naar bakboord buigende bocht. Tegelijk zag getuige, dat een beladen Duitsch vaartuig, dat later bleek het motorschip Energie , thuisbehoorende te Hamburg, te zijn, met snelle vaart de Afiena aan b.b.-zijde van laatstgemeld vaartuig trachtte voorbij te varen. De Germaan voer op een afstand van ongeveer 20 meter van de koppen der aan stuurboord liggende kribben verwijderd. Getuige stelde den motor op langzaam. Inmiddels was de Energie met haar voorsteven ter hoogte van het voorwant van de Afiena gekomen, terwijl de Energie vrijwel tegen de Afiena aan lag. De afstand van de Germaan tot de Afiena was verminderd tot omstreeks 250 m. Getuige zag toen de Afiena sterk stuurboord en bakboord uitgieren. Getuige stopte den motor van de Germaan onmiddellijk, gaf een korten stoot op de luchtfluit en iets s.b.-roer, zoodat de Germaan op een afstand van 10 m van een krib kwam. De Energie zakte iets achteruit, doch bleef hangen tegen het achterschip van de Afiena. Op laatstgemeld schip, dat steeds met dezelfde snelheid bleef doorvaren, werd het roer hard stuurboord gedraaid, doch het vaartuig kwam met groote vaart naar bakboord en ramde de Germaan vrijwel dwars in, aan de b.b.-zijde van laatstgemeld schip, even vóór het midden. Getuige heeft nog even vóór de aanvaring getracht om met volle kracht werkenden motor en hard b.b.-roer vrij te komen, doch dit gelukte niet. Toen de aanvaring plaats greep, was de motor op de Germaan reeds weer gestopt. Op dat oogenblik ging de Energie achteruit. De aanvaring vond plaats bij km 98. Getuige heeft van de beide andere vaartuigen geen seinen gehoord. Dadelijk na de aanvaring liet getuige op de Germaan het b.b.- anker vallen en draaide het schip op. De beide andere schepen bleven naast- elkaar drijven, waarna de drie schepen naast elkaar ten anker gingen. De Germaan maakte water. De scheergang, huidplaat en kimgang bleken ernstig beschadigd te zijn, de stringerplaat en het stringerhoekstaal waren in hevige mate gescheurd, het halfrond, eenige spanten, dekbalken en knieën waren verbrijzeld. Volgens verklaring van getuige Klugkist heeft de aanvaring zich toegedragen als volgt: Op 20 Augustus 1938 was de Afiena vertrokken van Wismar, beladen met tarwe. Op 23 Augustus d.a.v. vertrok het vaartuig van Kampen, waarna eenigen tijd wegens mist bij Wilsum werd geankerd. Des ochtends te 7.30 uur werd de reis langs den Gelderschen IJssel opwaarts vervolgd. Het was goed en stil weer; het zicht was helder. Getuige bevond zich met zijn zoon in de stuurhut. Getuige stond aan het roer, zijn zoon behandelde den motor. Getuige zag de te gemoet varende Germaan, die zich in een flauwe bocht van de rivier bevond, naderen op eén afstand van omstreeks 500 a 600 meter. De Afiena voer aan de s.b.-zijde van de rivier op een afstand van omstreeks 15 meter van de koppen der kribben verwijderd. Toen de afstand tusschen heide schepen tot ongeveer 250 meter was verminderd, nam getuige plotseling waar, dat het Duitsche motorschip Energie de Afiena inmiddels met snelle vaart was opgeloopen, aan b.b.-zijde naast de Afiena voer en met den voorsteven tegen de Afiena aanbotste ter hoogte van de machinekamer. Te voren was geenerlei sein van de Energie vernomen en was op de Afiena hét Duitsche vaartuig niet waargenomen. Door den schok, dien de Afiena kreeg, werd het achterschip met kracht naar stuurboord en het voorschip naar bakboord geduwd. Getuige en zijn zoon trokken het roer hard naar stuurboord over, doch dit baatte niet; de Afiena ging sterk bakboord uit en liep met haar voorsteven met een hoek van ongeveer 45 graden tegen de inmiddels dichtbij gekomen Germaan , welk laatste schip midscheeps aan bakboord werd geraakt. Getuige heeft den motor van de Afiena niet gestopt tot even vóór de aanvaring, ten einde nitet de macht over het roer te verliezen. De Afiena bleek ten gevolge van de aanvaring met de Germaan licht aan den voorsteven beschadigd te zijn. In het achterschip van de Afiena bevonden zich eenige deuken, blijkbaar veroorzaakt door het berghout en het anker van de Energie. Daarna zijn de drie schepen bij elkaar ten anker gegaan. Getuige heeft nog verklaard, dat hij, zich in de stuurhut van de Afiena bevindende, niet achterwaarts heeft uitgekeken en dat zijn zich eveneens in de stuurhut bevindende zoon dit evenmin heeft gedaan, zoodat zij door de nadering van de snel varende Energie volkomen verrast werden; dat hij en zijn zoon in de stuurhut verbleven en geen hunner daarbuiten de wacht hield uit hoofde van de destijds heerschende koude. De inspecteur-generaal voor de scheepvaart heeft ter zitting van den Raad als zijn meening te kennen gegeven, dat de aanvaring hieraan is toe te schrijven, dat de Energie getracht heeft de Afiena langs den verkeerden kant voorbij te varen, zonder van te voren eenig sein te geven; dat onverklaarbaar is te achten, dat geen van beide personen op de Afiena, dite de wacht hadden, zich buiten het stuurhuis had begeven om behoorlijk uitkijk te houden; dat anders op de Afiena maatregelen hadden kunnen zijn getroffen om de aanvaring te vermijden, doordien tijdig de vaart uit dit schip zou zijn genomen, zoodat de Energie alsdan niet, zcoals thans blijkbaar het geval is geweest, ten gevolde van de zuiging tegen de Afiena zou zijn aangevaren, waardoor weer de Afiena plotseling een scherpe zwenking naar bakboord maakte en tegen de Germaan aankwam. De Raad voor de Scheepvaart spreekt het navolgende oordeel uit: De aanvaring is hieraan toe te schrijven, dat de oploopende Energie in het nauwe vaarwater de Afiena aan de verkeerde zijde heeft willen voorbijvaren, zonder dat blijkt, dat de omstandigheden dit noodzakelijk maakten en bovendien zonder dat de Energie door de daartoe voorgeschreven seinen te geven haar wensch om voorbij te varen heeft te kennen gegeven. Dientengevolge heeft de Afiena, die de nadering van de Energie niet had bemerkt, geen vaart verminderd en heeft de zuiging der beide naast elkaar varende schepen ten gevolge gehad, dat de Energie tegen de Afiena is aangekomen, waardoor de Afiena onverwachts een scherpe zwenking naar bakboord maakte, zoodat de voorsteven van de Afiena dwars tegen het midden van de b.b.-zijde van de Germaan is aangekomen. Aan de Germaan valt geenerlei verwijt te maken. Doch op de Afiena had beter uitkijk moeten zijn gehouden. Alle aanleiding bestond, hetzii voor getuige Klugkist, hetzij voor zijn zoon, om buiten de stuurhut van de Afiena uitkijk te houden en aldus ook te letten op de manoeuvres van het druk bevaren vaarwater eventueel achter de Afiena aankomende schepen. In plaats daarvan hebben beide personen zich in de stuurhui opgehouden, zonder te letten op hetgeen achter de Afiena geschiedde. Dientengevolge is op de Afiena niets van de nadering van de snel oploopende Energie, bemerkt en hebben beide schepen onverminderd hun vaart behouden. Ware voldoende uitkijk op de Afiena gehouden, dan zou op dat schip tijdig vaart zijn verminderd en had de aanvaring met de Energie en alle gevolgen van dien kunnen worden vermeden. Aldus gedaan door de heeren mr. dr. F. C. van Geer. tweedeplnatsvervangend-voorzitter, A L. Boeser en J. N. Egmond, leden, G. Mulder, buitengewoon lid, in tegenwoordigheid van 's Raads secretaris mr. H. B. Tjeenk Willink, en uitgesproken door voornoemden voorzitter ter openbare zitting van den Raad van 12 Juni 1939. get.) F. C. van Geer, H. B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H. B. Tjeenk Willink, Secretaris.
1938-08-29: Scheepvaart 29-08-1938: Germaan. Amsterdam, 26 Aug. Het Ned. m.s. Germaan is bij Verschure & Co’s Scheepswerf en Machinefabriek, alhier in het dok opgenomen voor reparatie van de aanvaringsschade. Wanneer men met de werkzaamheden gereed zal zijn, is nog niet bekend.
1943-08-18: Overgedragen aan Partenreederei 'Jordsand' te Harburg-Hamburg. In dienst als Hilfspeilboot (hulppeilboot) op de Wadden, bewapend met twee mitrailleurs van 13 mm, in Hamburg-Neuenfelde verbouwd bij Schiffswerft J.J. Sietas GmbH & Co. KG. Voer hoofdzakelijk op Noorwegen voor de bevoorrading van de Duitse troepen. Nam op de terugreis cement mee voor de betonopstakels op de stranden van België en Frankrijk. Werd op 6 juni 1945 te Hamburg met nummer aangetroffen, dit verwijderd en op eigen kracht naar Delfzijl gevaren voor reparatie bij Niestern en weer herdoopt in 'Germaan'.
1953-08-04: Het Vrije Volk 04-08-1953: Knecht op schip been afgerukt. Aan boord van de Nederlandse kustvaarder „Geert", komende van Horsens, heeft zich Maandagmiddag, terwijl het schip gemeerd lag nabij de sluis van het Albertkanaal te Wyvegem, op tien kilometer van Antwerpen, een ernstig ongeval voorgedaan. De zestienjarige schippersknecht C. ten Durik, woonachtig te Utrecht, raakte bij de meermanoeuvres in een kabel en toen het schip zich even van de kade verwijderde, werd hem het rechterbeen letterlijk afgerukt. In zorgwekkende toestand is hij naar het Stuivenberggasthuis te Antwerpen gebracht.

Leeuwarder courant 06-08-1953: In Wijnegem is een zestienjarige schippersknecht, wiens naam wordt gegeven als Cornelis ten Pieriks uit Utrecht, door een losspringende kabel op het schip „Geert" ernstig aan een been gewond. Hij is in zorgwekkende toestand naar een ziekenhuis gebracht.
1956-01-27: NvhN 27-01-1956: Geert wordt Mars.Het motorschip Geert (ex Adara en ex Germaan) is door de heer H. W. A. Nienhuis te Winschoten verkocht aan de heer G. van der Molen te Harlingen, die het schip onder de nieuwe naam Mars in de vaart zal brengen. De Geert werd in 1935 gebouwd bij de scheepswerf „Waterhuizen". J. Pattje te Waterhuizen en behoort tot het gladdek type met een deadweight van ca 225 ton. Het schip is voorzien van een 120 pk motor.

Leeuwarder courant 30-01-1956: Weer kustvaarder aan Harlinger vloot toegevoegd.
De Harlinger vloot van kustvaarders is opnieuw uitgebreid. Door de heer G. van der Molen is van de heer H. Nienhuis te Winschoten namelijk aangekocht de 225 ton metende kustvaarder Geert. De kustvaarder, welke tot Mars zal worden omgedoopt, behoort tot het gladdektype en is in 1935 gebouwd bij de scheepswerf „Waterhuizen" van J. Pattje.
1961-02-07: Leeuwarder courant 07-02-1961: Bij de werf „Welgelegen" te Harlingen heeft men op het ogenblik een paar karweitjes, die niet elke dag voorkomen: de verlenging van een paar kleine coasters, namelijk de Mars van de heer G. van der Molen uit Groningen en de „Oldambt", eigen aan de heer R. Haan te Nieuw Scheemda. De schepen liggen achter elkaar op de helling. De Mars is intussen al met vijf meter verlengd door het schip door midden te snijden met snijbranders en er een nieuw stuk tussen in te zetten. Met de afwerking is het werfpersoneel nog bezig. De Oldambt is door midden gesneden en de beide helften vaneen getrokken. Deze kustvaarder zal 5.85 m langer worden.
1961-02-24: NvhN 24-02-1961: Harlingen thuishaven voor veertien coasters. De kustvaarder „Mars", kapiteineigenaar G. v. d. Molen uit Harlingen, wiens schip echter in Groningen, waar de eerste eigenaar woonde, geregistreerd was gebleven, is onlangs op de werf Welgelegen te Harlingen met vijf meter verlengd, waardoor 45 ton meer laadvermogen werd verkregen. Omdat er nu toch nieuwe meetbrieven e.d. moesten komen, kon tegelijk een overschrijving van thuishaven kosteloos geschieden. Speciaal op verzoek van mevr. v. d. Molen, van geboorte een Harlingse, werd tot overschrijving naar Harlingen besloten en dat had donderdagmiddag een kleine, maar feestelijke plechtigheid op de Mars tengevolge.
De kustvaarders, met als thuishaven Harlingen, zijn de volgende: Albion, rederij v. d. Gaast en Hilgenga; Avanti en Waddenzee, rederij Holwerda; Coenraad K en Hennie, rederij v. d. Meer en Gebr. De Jong; Frisia, rederij Frisia; Harlingen, Helvetia S, Tjerk Hiddes en Ramona, rederij Gebr. v. d. Schoot; Jenjo, rederij v. d. Meer en Koster; Tiro. Motorbootmij. van de n.v. Zeevaart R. D. Pollendam, rederij J. v. d. Schoot & Zn en nu als veertiende de Mars van de heer G. v. d. Molen.
1961-10-16: 1961-16-okt m.s. MARS af Harlingen, 316 B. R. T. På rejse fra Harbø til Ingelo med træ.
Grundstødt natten mellem d. 16. og 17. okt. ved Bogø’s S.-kyst. Strandingsindberetning dat, 17. okt. Natten mellem d. 16. og 17. okt. grundstødte M. under en stiv SV.-lig kuling med Ø.-gående strøm på Bredemads Hage. D. 17. okt. kl. ca. 1600 kom M. flot ved fremmed hjælp. Anm. Årsagen til grundstødningen angives at være, at ankeret rev sig løs.
1971-01-08: Leeuwarder courant 08-01-1971: Minder schepen en minder omzet in Harlingen.
De goederenomzet in de haven van Harlingen is vorig jaar kleiner geweest dan in 1969; ook het aantal zeeschepen liep terug. De daling van de vrachthoeveelheid is een gevolg van de teruggelopen uitvoer, die hoofdzakelijk is voortgevloeid uit de langdurige havenstaking in Engeland. De lijndiensten van Harlingen naar Goole en Leeds werden daardoor lamgelegd. De uitvoer daalde van 68.219 ton in 1969 tot 56.022 ton verleden jaar. De invoer daarenteten steeg van 49.411 naar 52.281 ton. Het aantal binnenkomende zeeschepen daalde van 1389 naar 1006 en de uitgaande schepen van 1379 naar 1010. De teruggang van het aantal zeeschepen komt vooral voor rekening van de kustvaarders met hout, die nu meestal niet meer via de Friese havenstad naar Grouw, Kampen, Zwolle en Doetinchem varen. Hoe langer hoe meer wordt hout in paketten vervoerd en daarvoor zijn aparte schepen gebouwd, die vooral op Delfzijl, Amsterdam en Zaandam varen. Van die havens uit wordt het hout per vrachtauto verder vervoerd. Illustratief voor deze ontwikkeling is de kuster „Mars" van kapitein-eigenaar G. van der Molen uit Harlingen, die sinds 1945 een eigen lijndienst voor hout van Zweden op Doetinchem had. Toen de paketten in de mode kwamen, had men de „Mars" niet meer nodig. Vorig jaar is het schip geen enkele keer met hout in de Harlinger haven geweest.
1974-11-02: Leeuwarder Courant 02-11-1974: Nieuw kustvaarder in Harlinger vloot. Harlingen — Rederij C. van der Molen te Harlingen en Delfzijl heeft de kustvaarder Mars, die Harlingen als thuishaven heeft, naar Aruba verkocht. Voor dit 250 ton dead weight metende en reeds in 1935 gebouwde schip komt een veel groter en nieuwer vaartuig in de vaart. De rederij heeft de Duitse kustvaarder Hansa van 1160 ton dead weight gekocht. Het schip, dat een motor van 800 paardekracht heeft, zal worden omgedoopt tot POOLSTER en krijgt Harlingen als thuishaven.
1975-11-01: Dienst doende als bevoorradingsschip, in de Golf van Suez zwaar beschadigd. Verkocht aan Orman en hersteld.
1980-12-10: Final Fate:
Tijdens een ballastreis gezonken ten westen van Aruba in pos. 12.36 N.B. - 72.06.W.L. Het schip was op weg naar een jacht dat zinkende was. Men kreeg zelf lekkage in de voorpiek en zonk binnen een half uur. De bemanning van het jacht en van de 'Mars' werden gered door een vissersvaartuig.

Afbeeldingen


Omschrijving: 'Germaan' afgemeerd in de Noorderhaven te Groningen (foto omstreeks 1939/40)
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: De 'Germaan' afgebeeld met neutraliteitskleuren.
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Adara
Collectie: Tuil, J. (Jan)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Geert
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Skyfotos Ltd.
Onderwerp: Luchtfoto

Omschrijving: GEERT
Collectie: Oostmeijer, Jan
Vervaardiger: Boonstra, P

Omschrijving: Mars
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Mars
Collectie: Bolhuis, R.J. van (Riemer)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: Mars
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: MARS
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: MARS
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: MARS
Collectie: Anderiesse, Jan H.
Vervaardiger: Anderiesse, Jan H.

Omschrijving: MARS in de Oosterhaven te Groningen.
Collectie: Bolhuis, R.J. van (Riemer)
Vervaardiger: Onbekend