1957-11-23: |
Het schip zou op 23-11-1957 te water gelaten worden maar wilde, ondanks alle pogingen van het personeel, niet van de werf. Op 25-11-1957 lukte het met behulp van een sleepboot uiteindelijk wel.
Friese koerier 25-11-1957: Kustvaarder wilde niet vlot van stapel lopen. Onverklaarbare zaak op Lemster werf. Lemmer (Van een onzer verslaggevers) Men kent misschien de spannende sfeer, die er aan iedere tewaterlating van enige betekenis vooraf gaat. Dan staan de genodigden en vele belangstellenden langs de nieuwe romp van het schip geschaard, dan spreekt de een of andere uitverkorene de traditionele woorden „ik wens u een behouden vaart”, dan spat de fles met de champagne knallend aan scherven tegen het pasgeverfde staal van de boeg en op dat moment begint het zware schip te glijden, hoe langer hoe sneller en onder appplaus van de vele toeschouwers, het water in. Zo hoort het te zijn en zo is het meestal gegaan. Behalve in die enkele gevallen, waarbij het om veelal onverklaarbare redenen niet gebeurt. Nog niet zo lang geleden geschiedde het op een werf in het Oosten van de provincie, dat een kustvaarder spotte met alle theorieën van de experts en op het ogenblik, dat het ship in het water moest plonsen als een rots op de ingevette balken liggen bleef. En misschien herinnert men zich nog het geval met de nieuwe mijnenveger, die alle uitgebreide voorzorgen ten spijt maar niet in het water wilde en de vele autoriteiten urenlang liet wachten. Even beweging: Zo'n onverklaarbaar geval deed zich zaterdag in Lemmer voor op de mooie scheepswerf Friesland, waar een coaster van 500 ton van stape zou lopen. Mevr, J.Manak-de Jong mikte de champagnefles tegen de boeg, en kwam er beweging in het stalen gevaarte, maar toen werd het afgeremd en bleef het liggen, haast muurvast zoals het spoedig bleek. Want hoe men ook probeerde met dommekrachten, hoe een sleepboot, eerst geassisteerd door de Rijkspolitie en later ook nog door de reddingboot Hilda, ook aan het casco rukte, het schip kwam die dag niet meer het water in. Nu zal er vandaag een sterke sleepboot komen en de experts zijn er zeker van, dat dit karweitje dan spoedig zal zijn geklaard. Uiteraard was het wel even een et wel even een vervelende tegenslag voor de mannen van de Lemster werf, die alle voorzorgen hadden getroffen om een een vlotte stapelloop te waarborgen en zich nu het hoofd buigen over de vraag, wat er toch aan versperd heeft. Mooi produkt; Maar welaan, zaken als deze schijnen soms onvermijdelijk en in Lemmer mag men in elk geval trots zijn op dit jongste en sierlijke produkt, de Fokke de Jong Sr. Het is een kustvaarder van het gladdektype, 48.50 meter lang, 7.90 breed en 2.95 diep. Het schip, dat werd gebouwd in opdracht van de rederij Fokke de Jong en Zn. te Workum, zal worden voorzien van een Industrie-motor van 350 pk. Zodra de kustvaarder te water is gelaten zal op de werf de kiel worden gelegd van een vijftig meter lange en negen meter brede zogenaamde perscutter voor de Sleephelling Maatschappij Scheveningen.
NvhN 26-11-1957: Moeilijkheden bij tewaterlating m.s. Fokke de Jong Sr. Bij de Scheepswerf Friesland N.V. te Lemmer heeft gistermiddag de tewaterlating plaats gehad van het nieuwe motorkustvaartuig Fokke de Jong Sr., dat wordt gebouwd voor rekening van de heer F. de Jong te Sneek. Deze tewaterlating heeft heel wat moeilijkheden opgeleverd. Aanvankelijk zou de stapelloop reeds zaterdagmorgen plaats vinden. Het schip weigerde echter halsstarrig de bouwhelling te verlaten. Zaterdagmiddag heeft men doorgewerkt om te trachten het schip in het water te krijgen, doch tevergeefs. De Fokke de Jong Sr. bracht dientengevolge het weekend op de helling door. Maandag is opnieuw getracht het schip van de helling te krijgen. Tenslotte is dit in de namiddag met sleepboothulp gelukt. Naar ons werd medegedeeld heeft het schip geen schade opgelopen. Overigens was men zeer bevreesd voor kapseizen, maar dit is niet gebeurd. De Fokke de Jong Sr. (bouwno. 5) is van het gladdektype, meet 500 ton d.w. en heeft de volgende afmetingen: lengte o.a. 48.50 m. lengte tussen de loodlijnen 44 m. breedte 7.90 m en holte 3.20 m. De beladen diepgang bedraagt 2.95 m. De voortstuwing zal geschieden door een 350 p.k. motor, terwijl voorts in de machinekamer één hulpmotor van 30 p.k. zal worden opgesteld. Dit schip is een zusterschip van het m.s. Jacob Teekman. dat onlangs door bovengenoemde werf werd afgeleverd De bouw geschiedt onder toezicht van Klasse Bureau Veritas en Scheepvaart Inspectie voor de Grote Kustvaart Op de vrijgekomen helling zal de kiel worden gelegd voor een perscutter voor rekening van de Sleephelling Scheveningen te Den Haag. |