1926-03-10: |
Final Fate: NRC 11.03.1926: Hamburg, 10 maart:
De Nederlandse tjalk “ALFA” is 2 mijl N.N.O van het lichtschip Elbe I gezonken. Een poging van de sleepboot “Wotan” om het schip te slepen mislukte. De uit 4 koppen bestaande bemanning is gered.
NRC 12.03.1926: Londen, 11 maart.
Het op de Elbe gezonken Nederlandse tjalkschip “ALFA” was met ruwijzer van Rotterdam naar Norrköping bestemd. De bemanning is te Cuxhaven geland.
NRC 07.05.1926: Raad voor de Scheepvaart: Het zinken van de “ALFA”:
De Raad voor de Scheepvaart heeft gistermiddag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van het ongeval, op 10 maart j.l. overkomen aan het zeilschip “Alfa”, dat tijdens hevig stormweer in de mond van de Elbe zonk. De schipper, J. Buining, deelde mede, dat zijn schip, een zeiltjalk zonder motor, van netto 85 ton, met een lading piekijzer, bestemd voor een Zweedse staalfabriek in Norrköping, Rotterdam verlaten had. De volgende dag was het weer slechter en op 10 maart tegen drie uur in de namiddag werd het noodweer. De “Alfa” was toen ten N.O. van Helgoland. Een zware breker kwam over het schip. De schippper sloeg van boord, doch kon een stang grijpen, en kwam door de volgende zee weer op het schip. Het vaartuig was in tussen geheel ontredderd en lag plat op zij. De bemanning, totaal vier koppen, kon aan boord blijven. Noodseinen hadden aanvankelijk geen succes, doch tegen half zeven in de avond naderde een bergingsvaartuig, dat de “Alfa” op sleeptouw nam. Bij de mond van de Elbe begon de tjalk echter snel te zinken en de bemanning moest op het bergingsvaartuig overgaan. De Raad zal later uitspraak doen.
|