1940-05-13: |
Verliet IJmuiden om 01.30 uur naar Londen. Het was het laatste schip dat na de Duitse invasie uit Nederland kon ontsnappen.
Herdenkingsbijeenkomst voor coasterbemanningen uit 1940: Joodse vluchtelingen boekstaafden ontsnapping naar Engeland.
Vier coasterbemanningen uit 1940 worden 6 maart (19..) in het Joods Historisch Museum in Amsterdam herdacht. De bijeenkomst is een initiatief van Harry Philips en is gewijd aan de bemanningen van coasters, die in mei 1940 met gevaar voor eigen leven honderden Joodse vluchtelingen vanuit IJmuiden naar Engeland brachten. Centraal staan de coasters Friso—Java-Wega en de Fiducia. De toen zesjarige Philips maakte met zijn ouders en broer de overtocht met de Friso. In totaal had de Friso 96 vluchtelingen aan boord. Na de oorlog belandde Philips in de Verenigde Staten, maar hij kwam later naar Nederland terug en ontdekte dat er officieel nooit een blijk van waardering was geweest voor kapitein Jan Klugkist van de Friso, evenmin als voor de rest van de bemanning. Philips: 'Ik hoop die openstaande rekening enigszins te vereffenen door een herdenking te houden. Daarbij zijn de familieleden van de kapiten Klugkist, onder wie zijn dochter Irene uit Dublin, de eregasten'. Op de bijeenkomst spreekt mr. Aron de Vries, zelf van Joodse bloede, die in de Tweede Wereldoorlog voer op de schepen van de Koninklijke Marine en de kustvaart. Hij ontkwam zo aan het gruwelijke lot dat zijn familie trof. Nabestaanden gezocht. Klugkist vroeg maritiem publicist Alberd Kelder uit Hilversum voor de bijeenkomst geinteresseerden uit de scheepvaartwereld te benaderen. Kelder: 'De bijeenkomst moest plaats hebben na de restauratie van het Joods Historisch Museum, begin december vorig jaar. Maar omdat de restauratie uitliep, moesten we het uitstellen tot maart. Dat gaf ons de gelegenheid de bijeenkomst wat breder op te zetten; niet alleen voor de mannen van de Friso, maar ook voor die van de Java (kapitein J.Wensing), de Wega (kapitein E. Klugkist) en de Fiducia (kapitein A. Roos) We zoeken ook nog nabestaanden van de bemanningen van die schepen.' Chaos. De Friso had een aantal 'prominenten' aan boord. Naast de latere directeur van het Nederlands Instituut voor oorlogsdocumentatie Loe de Jomg, toen nog journalist bij De Groene Amsterdammer, maakten ook journalist Meyer Sluyser en VARA penningmeester W. Lebon de overtocht. De Jong heeft zijn ervaringen opgetekend in zijn “Koninkrijk der Nederlanden in de 'Tweede Wereldoorlog' (deel 3.pag.412 e.v.) Ook Sluyser deed dat in “Die en die is er nog...”(Bussum. 1950, pag. 418-422). Ger van der Burg beschreef de chaotische tonelen die zich in de meidagen van 1940 in IJmuiden afspeelden in zijn “Oorlogsstorm over Zee en Havens, IJmuiden 1939-1945' (Schoorl,1945,hoofdstuk 4). 'Van overheidszijde was niets geregeld voor het vertrek van al diegenen die bij een mogelijke Duitse bezetting in groote moeilijkheden zouden komen', schrijft Van der Burg.' Zelfs voor de Duits-Joodse vluchtelingen, die immers onder toezicht van de regering stonden, waren geen maatregelen getroffen. Tijdens de oorlogsdagen werd deze kwetsbare groep gewoonweg vergeten (...) Vooral dinsdag 14 mei speelden zich in Ijmuiden door de stroom vluchtelingen die daar gekomen waren in de hoop van daaruit naar Engeland te kunnen ontsnappen, chaotische taferelen af. Duizenden, die met auto's en bussen waren gekomen, zochten vertwijfeld een plaatsje op de vertrekkende schepen. Er werden grote bedragen, tot wel 1000 gulden, geboden voor een plaatsje op kleine vissersschepen, ja zelfs om mee te kunnen in een open boot. Toen plotseling het gerucht opdook, dat een aantal trawlers opdracht had ontvangen naar Engeland te vertrekken en zoveel mogelijk vluchtelingen mee te nemen, ontstond een wilde wedren op die schepen. Er werd zelfs gevochten om aan boord te komenen een aantal mensen, onder wie kinderen ,werd in het gedrang van de kade geduwd en kwam in het water terecht. Treeplank. Loe de Jong kwam 14 mei tot de conclisie 'dat mijn leven werd bedreigd'. Ook hij wilde daarom het land verlaten. Zijn bijdragen in De Groene Amsterdammer waren 'ruimschoots voldoende om mij in het concentratiekamp te doen belanden'. Bij het Engelse consulaat in Amsterdam vernam de Jong dat de consul in Velsen visa zou verstrekken. Met medeneming van zijn ouders, zusje en twee grootouders vertrok de Jong daarheen om te ontdekken dat alleen reisdocumenten aan Britse burgers werden afgegeven. In de chaos raakten de familieleden elkaar kwijt .In Velsen 'dromden duizenden wanhopigen samen', aldus De Jong.' Duitse vliegtuigen verschenen,het afweergeschut dreunde... De een ging aan de kant van de weg zitten, de ander dwaalde rond. Ouders liepen radeloos naar hun kinderen en kinderen naar hun ouders te zoeken. De kans op ontsnapping leek van kwartier tot kwartier kleiner te worden en wel geheel te verdwijen toen, tegen vijf uur, een luidsprekerauto van de politie bekend maakte dat een ieder onmiddellijk naar zijn woonplaats moest terugkeren; zij die dat niet deden, zouden gearresteerd worden. Wie een auto had stapte in; anderen bestegen weer hun fiets. Weinigen bleven, onder hen mijn vrouw en ik.' De Jong liep samen met zijn vrouw en twee kennissen richting Ijmuiden, in een poging de wachtpost bij een spoorwegovergang, die hen eerder had tegengehouden, voorbij te komen.' Juist op dat moment reed ons een auto achterop waarin zich Meyer Sluyser en VARA-penningmeester Lebon, beiden met hun gezinnen bevonden... Sluyser kende mij en Lebon remde. Mijn vrouw kon er nog net in Lebons auto bij, daarin zaten al vier volwassenen en drie kinderen. Onze vrienden en ik sprongen op de treeplanken..Voor ons, die op de treeplanken stonden,w as het moeilijk vasthouden. In een bocht lieten onze vrienden de kap van de auto los .Zij sprongen op straat. Vijf bezettingsjaren zouden voor hen volgen. We reden weg. Enkele minuten later waren wij bij de Visserijhaven; de marine controleerde onze indentiteit. We konden toen aan boord gaan van de kustvaarder Friso. Even na acht uur stak de kapitein-eigenaar van wal en nauwelijks buitengaats werden wij beschoten. Doodbedaard. Sluyser heeft zijn eigen versie van het verhaal.' Die avond bevond ik mij met wat vrienden in een Chevrolet op de grens tussen IJmuiden en Velsen. Iemand had de tip gekregen en gejaagd-sprekend doorgegeven, dat er aan de Noordersluis een groot schip zou liggen. 'Sluysers chauffeur, Lebon,wist echter de weg niet in IJmuiden. Als ze dachten dat ze de weg eindelijk gevonden hadden, waren daar weer onverbiddelijke militairen die hen terugstuurden .'Sluyser: De nerveuze spanning werd ondraaglijk. Geschut klonk vlakbij, Britse soldaten liepen langs de waterkant. Ze sjouwden met grote voetzoekers; de springladingen die de grote sluis moesten vernielen.' In plaats van bij de Noordersluis (waar inderdaad een groot schip lag:het s.s.”Bodengraven”van de KNSM), kwam het gezelschap terecht in de Ijmuidense Vissershaven. Daar lag de coaster “Friso”, ogenschijnlijk leeg. Sluyser; Daar lag een eenzaam kustvaardertje, Rustig. Op de kade liep een zenuwachtige marinier rond, revolver in de vuist. Over een loopplank kwam een vrouw de wal opstappen. Donker type. Zonverbrande huid. Heldere ogen. ”Jullie moeten zeker mee naar Engeland?” vroeg ze doodbedaard. 'kan het?' Ze draaide zich om en liep naar de schipper,d ie in de stuurhut stond.'Jan....dat er toch ook nog wel bij ,he?' 'Tuurlijk', riep de man terug.' Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Ik lig nog lang niet aan mijn merk. 'Op dat moment had de Friso al tachtig vluchtelingen in het ruim. Met de zestien mensen van het gezelschap van Sluyser en Lebon erbij kwam het totaal op 96 volwassenen en kinderen. Direct daarna vertrok de Friso, in het kielzog van de Java en gevolgd door de Wega en de Fiducia naar zee en arriveerde, na nog een luchtaanval te hebben doorstaan, 16 mei in Poole.
16 Mei 1940 overgenomen door het Netherlands Shipping & Trading Committee, Londen. 27 mei 1940 in timecharter bij het Ministry of Shipping, Londen. Nam deel aan de operatie 'Neptune' (Invasie van Normandië.)
|