De vanuit Oost-Indië verzonden berichten worden met een vertraging van drie tot vier maanden in Patria in de kranten opgenomen. Alhoewel het de gewoonte van Marhisdata is om artikelen in chronologische datum in de Maritieme Kronieken te publiceren is hiervan bij dit schip in 1824-1825 afgeweken om verwarring te voorkomen.
Marhisdata vindt de eerste gegevens van de BAROSSA (ook wel geschreven als BAROSA resp. BARROSA, BARROSSA) in Lloyd’s Register 1814. De brik is volgens opgave in 1811 in Baltimore, V.S. gebouwd. Het schip meet circa 200 ton, en heeft een beladen diepgang van 12 voet.
De eerstbekende kapitein is D. Dorey en de eigenaar J. Tupper uit Guernsey. Dat Tupper de eerste eigenaar is, is niet waarschijnlijk. Omdat er in die jaren meestal een jaar vertraging zit in de registratie bij LR zal de combinatie Tupper / kapt. Dorey waarschijnlijk sinds 1813 hebben gewerkt. Eerst in januari 1815 vinden we de eerste zeetijding voor de BAROSSA / kapt. Dorey.
De eerste eigenaar is waarschijnlijk een Amerikaan geweest. Helaas is de Amerikaanse maritiem-historische geschiedkundige nog niet zodanig georganiseerd respectievelijk gedigitaliseerd dat Marhisdata daaruit in 2021 reeds gegevens kan betrekken.
De brik kan in de Amerikaans-Engelse oorlog (18 juni 1812 – 18 februari 1815) op de Amerikanen zijn veroverd, maar een reguliere verkoop is eveneens mogelijk. We weten het (nog) niet.
1814
Volgens LR 1816 is de BAROSA, kapt. Dorey, in 1814 door L.R. geïnspecteerd.
1815
LL 170215
Tarragona, 21 januari. Aangekomen de BAROSSA, kapt. Dorey, van Newfoundland.
SWJ 190615
Advertentie. Krenten, Rozijnen enz.
Wordt nu gelost, direct van Malta, uit de BARROSSA, kapt. D. Dorey
nieuwe krenten, in vaten en kratten, Turkse rozijnen, broodjes zwavel, en puimsteen,
te koop tegen de in Londen geldende prijzen bij W. Lintott en Zonen.
Southampton, 9 juni 1815
1816
LL 140616
Guernsey, 7 juni. Aangekomen de BARROSA, kapt. Dorey, van Rio Janeiro.
LL 180616
Helvoet, 11 juni. Aangekomen de BARROSA, kapt. Dorey, van Rio Janeiro.
1817
PLDA 280117
Napels (geen datum). Aangekomen de BARROSA, kapt. Dorey, van Newfoundland.
1818
Sun 010418
Plymouth, 30 maart. Uitgezeild de BAROSSA, kapt. Tupper, naar St. Lucia.
Volgens LR 1819 is de BAROSA in St. Lucia geïnspecteerd
1819
PLDA 151219
Te Rio Janeiro is aangekomen de BARROSA, kapt. Tripper (opm: kapt. Tupper) van Buenos Ayres.
1820
GLH 301020
De BARROSSA, van Guernsey, kapt. Tupper, van Guadaloupe op 18 augustus te Antigua binnengekomen, is op de 20ste door de douane in beslag genomen. (opm: de reden is niet gevonden)
1821
LL 090321
Antigua, 31 december (1822). Aangekomen de BAROSSA, kapt. Tupper, van Bermuda.
1822
HCR 230922
Cowes, Aangekomen op zaterdag (21 september), de brik BAROSA, kapt. Tupper, van Jamaica, met suiker en rum, voor Londen.
HCR 141022
Isle of Wight, zaterdag 12 oktober. Vertrokken op donderdag de BAROSA, kapt. Tupper, naar Londen.
PLDA 291122
Advertentie, De goede brik BAROSA, buitenslands gebouwd en onbelast (opm: met hypotheek), 201 registerton gemeten, gekoperd, met ijzeren stafsteven en een rond dekhuis voor het stuwen van stores (opm: of uitrusting zoals blokken, kuilen touw etc en/of proviand), uitstekend aangepast aan alle omstandigheden waarvoor het schip wordt ingezet, zeilt bijzonder snel en is goed voorzien van proviand. Het schip ligt thans aan de zuidzijde van het West India Export Dock. Voor inventaris en verdere gegevens vervoege men zich bij Urquhart & Hope, makelaars, 7 St. Michael’s Alley, Cornhill.
Na lossing van de lading werd de brik in Londen aangekocht door William Ogle West uit Antwerpen. Kapitein van het in BARONESSE VAN DER CAPELLEN vernoemde schip werd P. Blair.
1823
De brik werd voor Engelse rekening bevracht naar Batavia. Om een Nederlandse zeebrief te krijgen zou het schip eigenlijk eerst ter keuring naar Nederland moeten zeilen. Hiervan kon worden afgezien doordat de zeer invloedrijke Nederlandse Consul-Generaal May toestemming had gegeven onder Nederlandse vlag uit te varen naar Batavia. Een Nederlandse zeebrief kon hij niet afgeven, maar wel een document dat het schip naar Nederlands territoir, Nederlands Oost-Indië in dit geval, kon brengen.
LL 250223
Deal, 12 februari. Teruggekomen uit zee, de BAROSSA, kapt. Blair, naar de Kaap Goede Hoop.
Spoedig na het vertrek van de nieuwe aankoop in februari 1823 keerde kapt. Blair terug naar Deal. De reden is onbekend en zou ziekte van kapt. Blair kunnen zijn geweest. Kapt. Blair kreeg later in 1823 het commando over de Antwerpse driemaster BATAVIA.
Kapt. Blair werd snel vervangen door kapt. William Simpson. die de brik naar Batavia zou voeren.
Wat opvalt is, dat het schip nog BAROSSA wordt genoemd. Kennelijk was kapt. Blair op Engelse documenten vertrokken, mogelijk met de bedoeling onderweg de naam BARONESSE VAN DER CAPELLEN aan te brengen en in Oost-Indië onder de Nederlandse vlag aan te komen.
AC 201023
Den 9 juni is te Batavia van Londen gearriveerd het schip BARONESSE VAN DER CAPELLEN, kapt. W. Sampson (opm: brik, thuishaven Oostende, kapt. William Simpson).
BC 160823
Schepen liggen ter rede: brik BARONESSE VAN DER CAPELLEN.
(opm: wegens gebrek aan lading moest het schip nog tot april 1824 wachten, toen het een kort reisje naar Soerabaija maakte)
RC 050224
Ter rede van Batavia lagen den 4 oktober 1823 (o.a.) de brikken BARONESSE VAN DER CAPELLEN, CONCORDIA, HARMONIE, PHILOTAXE, WILHELMINA, KATWIJK, DE HOOP, ANNA, FANNY en JOSEPH.
1824
Op 31 maart 1824 werd in Den Haag de eerste zeebrief verstrekt voor de BARONESSE VAN DER CAPELLE, aangevraagd door William Ogle West, Antwerpen, voor William Simpson als kapitein.
De toestemming om een zeebrief te verstrekken (en daarbij de Nederlandse vlag te voeren) was gegeven bij missive van de Gouverneur Generaal van Nederlands Oost-Indië van 7 oktober 1823; het schip was in juni 1823 onder Nederlandse vlag ter rede van Batavia gearriveerd.
Rond januari 1824 werden in Batavia pogingen in het werk gesteld om de brik locaal te verkopen, vermoedelijk door de kapitein namens de rederij Ogle West. Dit had nog voeten in de aarde omdat het schip geen Nederlandse zeebrief had ondanks dat het de Nederlandse vlag voerde.
De Resident van Batavia gaf op 17 februari opdracht tot nader onderzoek wegens het wederrechtelijk voeren van de Nederlandse vlag. Toen dat onderzoek tot tevredenheid was afgerond (vergelijk de missieve van de G.G. van 7 oktober 1823) kon de verkoop doorgaan. De scheepsnaam bleef ongewijzigd.
Op 18 maart 1824 werd een Oost-Indische zeebrief verstrekt voor de BARONESSE VAN DER CAPELLEN, aangevraagd door de nieuwe eigenaars Van der Kaay, Haste & Co. en L. Christensen te Batavia, voor A. Haste als kapitein.
BC 100424
Van Batavia zijn onder meer vertrokken: den 7 april Zr.Ms. brik NAUTILUS, commandant 1e luit. F.H. de Gelder, koersstellende om de Oost, en de voor het gouvernement ingehuurde particuliere brik BARONESSE VAN DER CAPELLEN, kapt. A. Haste, naar Soerabaija.
BC 290524
Bekendmaking. Door het overlijden van den heer F.G.P. van der Kaa, zal zijn aandeel in de handel, onder de Firma van der Kaa, Haste en Co.,met den 31ste dezer, opgehouden; ondertussen continueren de overige aandeelhouders, F. Bijlberg en K.L. Haste, vooreerst, genoemde firma onveranderd.
Batavia, 20 mei 1824.
RC 150724
Batavia, 14 februari. Te Batavia lagen ter rede (o.a.) de brikken BARONESSE VAN DER CAPELLEN, MALATIE, FREDRIK, JUPITER, INGSOEN, DRIE MARIA’S, EXPERIMENT;
BC 070824
Batavia. Aangekomen: den 1 augustus de brik BARONESSE VAN DER CAPELLEN, A. Haste, van Indramaijoe den 31 juli.
RC 050824
Te Batavia liggen ter rede (o.a.) de brikken BARONESSE VAN DER CAPELLEN, FREDRIK, JUPITER, DE DRIE MARIA’S;
BC 140824
Advertentie. Vracht naar Nederland met het extra snelzeilend gekoperd brikschip BARONNESSE VAN DER CAPELLEN, gevoerd door kapitein A. Haste; adres bij Van der Kaa, Haste en Co.
(opm: op 17 september naar Antwerpen vertrokken)
RC 220225
Amsterdam, 20 februari. Uit Texel uit de Lloyd’s lijsten van den 15 en 18 februari: Van Batavia wordt den 1 november gemeld, dat de BARONESSE VAN DER CAPELLEN (opm: brik), die den 17 september (opm: 1824) van daar naar Antwerpen gezeild is, te Bencoolen (opm: Bengkulu) binnengelopen is, met verlies van roer en aanmerkelijke averij, door het slechte weer, en hebbende aan de grond gezeten. De lading is in goede orde gelost, doch men verwachtte het schip te zullen moeten verlaten (opm: abandonneren, zie BC 251224 en 010125).
BC 251224
Advertentie. In de loop van deze maand, de te bepalen dag zal tijdig worden bekend gemaakt, zal bij openbare veiling voor rekening van assuradeuren worden verkocht de snelzeilende brik BARONESSE VAN DER CAPELLEN, met haar proviand, staande en lopende want, zoals het schip op de rede ligt. Een lijst van haar proviand kan in het Venduhuis en bij de heer T. Rieketts, Grote Rivier, worden ingezien.
1825
LCO 060525
Het schip BARONESSE VAN DER CAPELLEN, kapt. A. Haste, van Batavia naar Antwerpen, te Bencoolen (opm: Bengkulu) met zware schade binnengelopen, is volgens een brief van Batavia van 7 januari, na te Bencoolen de lading gelost te hebben, te Batavia teruggekomen om te repareren, doch ten gevolge der gehouden inspectie afgekeurd, als de reparatie niet waardig zijnde.
BC 010125
Advertentie. In de loop van deze maand januari, de dag nader te bepalen, zal voor rekening van de assuradeurs publiek verkocht worden de brik BARONESSE VAN DER CAPELLEN, groot 105 lasten, met deszelfs staande en lopende takels, zo als dezelve hier te rede (opm: van Batavia) is liggende. De inventaris ligt ter visie op het vendu-kantoor, en bij de heer T. Rickette, Groote Rivier.
De datum van de veiling is onbekend, maar koper werd de firma Thomson, Whiteman & Co., Batavia; de scheepsnaam werd nu GRACE en de kapitein S. MacGeorge.
RC 080125
Amsterdam, 6 januari. Met de brik JEANNETTE, kapt. H. Rose, heeft men brieven van den 15 september, wanneer het schip SARA, kapt. P. Landberg, den 3 juni uit Helvoet gezeild, in de Straat Sunda was. Daar men voorts met gemelde brik een triplicaat-brief heeft ontvangen, waarvan de originele met het schip CORNELIA, kapt. S.H. Veen, en de duplicaat met de brik BARONNESSE VAN DER CAPELLEN verzonden is, is het waarschijnlijk, dat deze twee schepen, tussen den 2 en 15 september, van Batavia vertrokken zijn.
Op 27 januari 1825 werd in Batavia een Oost-Indische zeebrief verstrekt voor de GRACE, aangevraagd door Thomson, Whiteman & Co., Batavia, voor S. MacGeorge als kapitein.
BC 020225
Op 31 januari vertrokken de voor het gouvernement ingehuurde particuliere brik SCHEYA, kapt. H. Batten, naar Banka en Palembang, passagier: de commissaris van Palembang J.I. van Sevenhoven, en Zr.Ms. troepen; de brik GRACE (opm: ex-BARONESSE VAN DER CAPELLEN), kapt. S. MacGeorge, naar Soerabaija, passagier: de heer W.J. Burgess.
BC 160225
Soerabaija aangekomen: 4 februari. Brik GRACE, kapt. S. MacGeorge, van Batavia de 29e januari, passagier: de heer W.S. Burgess.
BC 060425
Te Soerabaija ter rede liggende schepen (o.a.) de brikken LEVINIA en GRACE
Vermoedelijk in juli of begin augustus werd de GRACE reeds verkocht aan de heren Mohamat bin Nasart en Moebara bin Begeert bin Saban, Grissee. De scheepsnaam werd gewijzigd in HAGRAAT, zie RC 310126.
Op 30 augustus 1825 werd een Oost-Indische zeebrief verstrekt voor de HAGRAAT, aangevraagd door Sech Mohamat bin Nasart en Sech Moebara bin Begeert bin Saban, Grissee, kapiteinsnaam onbekend
RC 310126
Rotterdam, 30 januari. Uittreksel uit de Lloydslijsten van den 24 en 27 januari: Het Hollands schip ELIZABETH is op de kust van Java door zeerovers genomen.
De BARONESSE VAN DER CAPELLEN (opm: brik, HAGRAAT, thuishaven Grissee), van omtrent twee honderd ton, is (opm: september-oktober 1825) op de kust van Java vergaan, en zo men verneemt, slechts drie man van de equipage gered.
(opm: de naam BARONESSE VAN DER CAPELLEN, ex-BAROSSA bouwjaar 1811 was reeds in 1825 veranderd in GRACE respectievelijk HAGRAAT, maar Lloyd’s was nog niet uptodate)