1833
AH 050633
Advertentie. Schepen in lading: Lissabon. Het Nederlands kofschip MERCURIUS, kapt. J.C. Fonck. Adres bij Jan Daniels en Zonen en Arbman, Coopman en De Wit en Lenaertz en H, Verweyde Czn. Vertrekt 20 juni. (opm: eerste reis van deze in Zwolle gebouwde schoenerkof)
RC 011033
Rotterdam, 30 september. Volgens brief van kapt. J.C.R. Fonck, voerende het schip MERCURIUS, de 2e dezer van Lissabon naar Amsterdam vertrokken, in dato Lissabon de 7e, was nu, na 30 mijlen bewesten Lissabon een hevige storm doorgestaan te hebben, die dag aldaar lek en met andere schade teruggekomen.
AH 181033
Binnengekomen: Texel, 16 oktober. MERCURIUS, kapt. J.C. Fonk, van Lissabon; FREDERIKA, kapt. J. Barends, van Bordeaux.
AH 221033
Carga-lijsten. Amsterdam: MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, van Lissabon met zout, hoorns en kurk.
1834
RC 070134
Rotterdam, 6 januari. Van het Nieuwe Diep wordt de 1e dezer gemeld, dat de vorige namiddag en die nacht aldaar een hevig orkaan uit het Westen had gewoed, waarbij de volgende in het Nieuwe Diep liggende schepen door het losraken en breken der meerpalen schade hebben bekomen, als:
het schip MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, van Amsterdam naar Port à Port, is driftig geworden, uit het Nieuwediep gedreven en achter het nieuwe werk gestrand, doch met behulp van een boot, op goede mannen zeggen (opm: bij mondelinge afspraak / overeenkomst) aangenomen, zwaar geramponeerd weer afgebracht en werd naar de werf gehaald om te repareren.
AH 140534
Advertentie. Schepen in lading, naar Port á Port. Het Nederlands kofschip MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk. Adres bij H. Verweyde Czn.
AH 050934
Binnengekomen: Porto, 21 augustus. MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, van Amsterdam, in 9 dagen.
AH 280434
Carga-lijsten Amsterdam: GRONINGER WELVAART, kapt. E.K. Lugies, van Fernambuck met suiker; MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, van Port á Port met wijn, amandelen, kastanjes, koffie, koopmanschappen, kastanjes, zee-uien, huiden, vijgen en kurk;
1835
AH 280235
Binnengekomen: Texel, 25 februari. VAN SPEYK, kapt. E. Visser, van Rio-Janeiro; 26 februari. FAAM, kapt. J. Andresen, van Suriname; MERCURIUS, kapt. R.C. Fonk, van Port á Port.
AH 110335
Carga-lijsten Amsterdam: MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, van Porto met suiker, katoen, sinaasappelen en citroenen, wijn, kokosnoten en kastanjes.
AH 090435
Advertentie. Schepen in lading naar: Port à Port. Het Nederlandse kofschip MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk. Adres bij Hakenson, Jansen en Comp.
AH 270435
Texel, 24 april. Uitgezeild JONKVROUW MARIA, kapt. J.K. de Wyk, naar Suriname; WELLINGTON, kapt. M.J. Zeeman, naar Odessa; MERCURIUS, kapt. J.R.C. Fonk, Port á Port.
AH 120835
Carga-lijsten Amsterdam: MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, van Porto met suiker, koffie, wijn, kokosnoten, citroenen en oranjeschillen.
1836
AH 110336
In lading naar: Lissabon. De Nederlandse kof MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk. Adres bij Jan Daniels en Zonen en Arbman en Coopman en De Witt en Lenaertz.
AH 070536
Texel, 5 mei. Uitgezeild MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, naar Lissabon;
AH 210636
Binnengekomen:
Texel, 19 juni. MERCURIUS, kapt. J.C.B. Fonk, van Lissabon;
AH 120836
Advertentie. Schepen in lading naar: Port á Port. Het Nederlands kofschip MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk. Adres bij H. Verweyde Czn.
AH 221136
Uitgezeild: Texel, 20 november. MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, naar Port ִá Port.
1837
RC 050137
Rotterdam, 4 januari. De schepen MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, van Amsterdam naar Port á Port, MARGARETHA, kapt. H.G. Henrichs, van Rotterdam naar Lissabon en Montevideo, L’AVENTURE, kapt. S. Lams, van Rotterdam naar Havanna, te Ramsgate binnen, hebben den 23 december 1836 hunne reizen voortgezet.
RC 180737
Rotterdam, 17 juli. Den 16 dezer arriveerden MERCURIUS, J.C.R. Fonk, VRIENDSCHAP, R.R. Sap, en COMMERCE, J.E. Kwakenburg, allen van Marennes.
AH 201037
Schepen in lading te Amsterdam:Port á Port. Het Nederlandse kofschip MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk.
Adres bij H. Verweyde Czn.
1838
RC 160138
Rotterdam, 15 januari. De schepen MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonk, van Amsterdam naar Portá Port, en de TWEE GEBROEDERS, kapt. L. den Breems, van Rotterdam naar Smyrna (opm: Izmir), beide te Dartmouth binnen, hebben den 6 dezer hunnen reizen vervolgd.
AH 100238
Volgens brief van Porto in dato 23 januari, was aldaar sedert enige dagen voor de baai kruisende de MERCURIUS, kapt. Fonk, van Amsterdam. Dezelve kon wegens tegenwind en stroom niet binnenkomen.
ZP 090338
Volgens brief in dato Oporto 15 februari van kapt. J.C.R. Fonk q.q., voerende het schip MERCURIUS, van Amsterdam, was hij de 5 dito aldaar binnengekomen, na gedurende 22 dagen met de loodsen van de baar aan boord, reeds voor de baar gekruist te hebben. Hij had alle dagen storm en slecht weder gehad en enige schade aan tuigage en zeilen bekomen.
1839
ZP 051239 – 565
Het schip (opm: kof) MERCURIUS, kapt. J. Mateling, van Amsterdam naar Bayonne, te Ramsgate lek binnengelopen – zie nommer 561 – zou volgens brief van daar van de 28e november, binnen veertien dagen gereed zijn om de reis weder voort te zetten. De lading was onbeschadigd gebleven.
1840
ZP 030140
Het schip MERCURIUS, kapt. Mateling, van Amsterdam naar Bayonne, met schade te Ramsgate binnen, heeft de 28ste december de reis weder voortgezet. (zie ZP 051239).
1841
AH 210141
In het Nieuwe Diep liggen zeilklaar de schepen: MARCO BOZZARA, kapt. Olie en JAPAN, kapt. Van der Zee, beide naar Batavia; OVERYSSEL, kapt. Blom, naar Portsmouth en Batavia en MERCURIUS, kapt. Mateling, naar Bilbao.
1842
GRC 300842
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn: Den 20 augustus. MERCURIUS (Amsterdam), kapt. Mateling, van Danzig naar Bergen;
GRC 111042
Lijst van de Nederlandse schepen, welke de Sont gepasseerd zijn: Den 3 oktober. EENSGEZINDHEID (Veendam), kapt. Van Duinen, van Drontheim naar de Oostzee; MARIANE mkapt. Brons, van Emden naar de Oostzee; MERCURIUS (Amsterdam), kapt. Mateling, van Bergen naar Riga;
AH 191042
Kopenhagen, 8 oktober. Het schip MERCURIUS, kapt. Mateling, van Bergen naar Riga, is de 5e dezer alhier lek binnengelopen; het moet lossen om te repareren.
1843
AH 140143
Bolderaa, 27 december 1842. Binnengekomen MERCURIUS, Mateling van Bergen en Kopenhagen.
RC 040243
Te Riga overwinterde het Nederlands schip MERCURIUS, J. Mateling.
1845
NRC 300445
Texel, 29 april. Vertrokken MERCURIUS, J. van Hall naar Kaap de Goede Hoop.
AH 170545
Bij Wight, 8 mei, MERCURIUS, van Hall van Amsterdam naar Afrika. (andere berichten spreken van via Rio de Janeiro naar Afrika).
1846
NRC 200546
Amsterdam, 19 mei. Volgens brief van kapitein J. van Hall in dato Mozambique 18/26 december 1845, wordt bericht, dat hij, ten gevolge van zee-evenementen, genoodzaakt was geworden op zijne reis van Mosambique naar Zanzibar, in dato 10 november 1845, in de Rio FernaôVeloz, tot behoud van schip en lading, aldaar het anker te laten vallen; dat er, op deze rivier rustig voor anker liggende, onverwachts een scherp schot op het onder zijn bestuur staande Hollandse schoenerschip (opm: schoenerkof), genaamd MERCURIUS, werd gelost, hetwelk van een Portugees oorlogskotter afkwam, wiens commandant, zonder redenen te geven, het schip in beslag nam, de Hollandse vlag naar beneden liet halen en het schip MERCURIUS naar Mosambique opbracht. Men verneemt, dat de vereiste stappen zullen gedaan worden om voor deze wederrechtelijke behandeling de nodige vergoeding te erlangen. (opm: zie ook NRC 260747)
1847
AH 280647
Ferrol, 14 juni. Het schip (opm: schoenerkof) MERCURIUS, kapt. Van Hall, van de Kaap de Goede Hoop naar Amsterdam, is alhier wegens tegenwind en met gebrek aan proviand binnengelopen. Aan boord was alles wel en de kapitein dacht de reis spoedig voort te zetten.
NRC 260747
Nopens de rampspoedige reis van het schip MERCURIUS, kapt. Van Hall (opm: schoenerkof, kapt. J. van Hall), welk schip dezer dagen van een reis naar de Oostkust van Afrika, te Amsterdam is teruggekeerd, vermeldt de Amsterdamsche Courant de volgende bijzonderheden:
Het is thans reeds in het derde jaar, dat de belading van genoemd schip een aanvang heeft genomen; doch de strenge en langdurige winter van 1844 op 1845 veroorzaakte, dat hetzelve niet dan eerst de 28e april van het jaar 1845 in zee kon steken. In de nazomer van het genoemde jaar arriveerde het schip te Mozambique, doch het was alleen ten gevolge ener aanschrijving van het Portugese Gouvernement in Europa aan het Koloniale op de Oostkust van Afrika, welke de handel door Nederlandse schepen op de onderscheidene Portugese havens verbood, dat men het schip afwees. – Deze aanschrijving intussen was eerst ontvangen, lange tijd nadat de MERCURIUS van hier vertrokken was, en alzo kon men toen ter tijd alhier daarvan geen kennis dragen. Na deze afwijzing wendde men de steven noordwaarts, en niet naar het eiland Madagascar, koers stellende naar het eiland Zanzibar, en had toen werkelijk een travade het schip belopen, dan waren hoogstwaarschijnlijk alle volgende ongelukken voorgekomen geweest, maar ongelukkiglijk nam men waar, dat, gekomen op de hoogte van het eiland Ibo, juist door de doodse stilte en hevige zuidelijke stromen, het schip teruggezet werd, hetwelk drie achtereenvolgende etmalen aanhield, zodat men, op de hoogte van de rivier Fernando Velozo zijnde, bespeurde, dat men reeds 33 mijlen om de Zuid afgedreven was; nu besloot men, na gehouden scheepsraad, ter voorkoming ener stranding, het anker in die rivier te laten vallen. Op dat tijdstip lag aldaar geen schip, noch gewapend, noch ongewapend. Kapt. Van Hall benuttigde de tijd, die hij verplicht was aldaar te vertoeven, tot het verkrijgen van brandhout en bevond zich te dien einde met een gedeelte der equipage aan land, latende alleen de stuurman en één der matrozen aan boord, toen onverwachts de Portugese kanonneerboot ANDORINHA verscheen, en zonder haar vlag te hijsen, een scherp schot op de MERCURIUS loste, het schip in beslag nam, de Nederlandse vlag op een hoogst beledigende wijze naar beneden deed halen, en zich volmaakt als een zeeschuimer gedroeg; immers het voorgeven van slavenhandel te hebben willen drijven en dat op een geheel onbewoonde kust met een vaartuigje van 38 gemeten lasten en een bemanning van slechts acht koppen – hieronder nog wel de super-carga mede gerekend – is waanzin en te bespottelijk om daarbij een ogenblik stil te staan. (opm: zie ook NRC 200546 voor deze gebeurtenis) Alstoen werd het schip naar Mozambique teruggebracht en na een oponthoud van meer dan een jaar werd het proces, zo als zeer natuurlijk was, ten voordele van kapt. Van Hall uitgewezen. Het is waar, in die tussentijd stierf een veelbelovend jongeling, die de reis als stuurman medemaakte, doch met weemoed moeten zij ook herdacht worden, die ten gevolge van klimaat, ontberingen, vermoeienissen en vernederingen, aldaar het leven lieten. Van de acht aan boord geweest zijnde personen zijn slechts de kapitein, super-carga en kok teruggekomen, terwijl de gezondheid der twee eerstgenoemden zodanig ondermijnd is, dat zij nog tot op dit ogenblik al de invloed van het doorgestane leed gevoelen.
Het schip naar Mozambique teruggebracht, geraakte te Lomboe ten gevolge van een hevige storm op strand, doch werd zonder enige schade van aanbelang, weder afgebracht, terwijl van een averij-rekening op de kust tot nu toe niets is bekend. Wel is het waar, dat natuurlijk alle andere uitgaven door zo vele rampen hoogst aanzienlijk zijn geworden. Na de vrijgeving van het schip veroorloofde men de kapitein – vreemd genoeg en in strijd met de genoemde aanschrijving – zijn lading te mogen afzetten, waarvoor hij in retour ivoor, was, huiden, enz. inruilde. Op de 21e januari 1846 arriveerde de MERCURIUS in de Tafelbaai, en completeerde aldaar de nog overgebleven scheepsruimte met vrachtgoederen, vertrok van daar de 25e februari en kwam eindelijk, na een afwezigheid van ca. 27 maanden, behouden in Texel terug.
AH 200847
Advertentie. G.J. Roland Holst, A.W. Abrahamsz en P. Blom, makelaars, zullen op maandag de 6e september 1847, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, verkopen een extra ordinair welbezeildgezinkt schoener-kofschip, genaamd MERCURIUS, gevoerd door kapt. J. van Hall, varende onder Nederlandse vlag, volgens Nederlandse meetbrief lang 20 ellen; wijd 4 ellen; hol 2 ellen, 2 duimen; en alzo gemeten op 72 tonnen of 38 lasten.
Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars.
(opm: de veiling werd uitgesteld, zie AH 020947; het schip werd op 31 juli 1848 alsnog geveild, zie NRC 020848).
AH 020947
Advertentie. Het schoener-kofschip MERCURIUS, gevoerd door kapt. J. van Hall, in publieke veiling tegen de 6e september 1847 aangeslagen, zal tot nadere annonce geen plaats hebben.
1848
AH 260748
Advertentie. G.J. Roland Holst, A.W. Abrahamsz en P. Blom, makelaars, zullen op maandag de 31e juli 1848, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan ’t IJ, verkopen een extra ordinair welbezeildgezinkt schoener-kofschip, genaamd MERCURIUS, gevoerd geweest door de kapt. J. van Hall, varende onder Nederlandse vlag, volgens Nederlandse meetbrief lang 20 ellen, wijd 4 ellen, hol 2 ellen 2 duimen, en alzo gemeten op 72 tonnen of 38 lasten; benevens afzonderlijk enige scheepsgereedschappen. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars.
NRC 020848
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam op maandag 31 juli 1848:
NRC 020848
Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam op maandag 31 juli 1848:
- Het gezinkt schoener-kofschip MERCURIUS, kapt. J. van Hall: NLG 1.700, in slag NLG 600, koper P. Blom (opm: een makelaar namens commissionair G.G. Ohrig, Amsterdam; het schip werd reeds op 23 september voor NLG 2.600 doorverkocht aan J. van Muyskens& Co, Amsterdam en kreeg de naam KAAPSTAD; kapitein bleef Johannes van Hall)
1849
NRC 010149
Plymouth, 27 december 1848. Het schip (opm: kof) KAAPSTAD, kapt. J. van Hall, van Amsterdam naar Kaap de Goede Hoop, is alhier met verlies van stengen, watervaten, boten, zeilen, enz. binnengelopen.
NRC 150149
Plymouth, 9 januari. Het schip KAAPSTAD, kapt. van Hall, van Amsterdam naar Kaap de Goede Hoop, alhier met schade binnengelopen (zie NRC 010149), heeft de lading gelost.
NRC 010349
Plymouth, 25 februari. Het schip KAAPSTAD, kapt. van Hall, van Amsterdam naar Kaap de Goede Hoop, alhier binnengelopen, is, bij het verhalen van Sutton Pool naar Catwater, op de Oostbank gestrand, heeft daardoor zware schade bekomen en moet lichten.
(opm: zie NRC 020349 en 050349)
NRC 020349
Plymouth, 26 februari. Het schip KAAPSTAD, kapt. Van Hall, van Amsterdam naar Kaap de Goede Hoop, is hier bij het verhalen van Sutton Pool naar Catwater op strand geraakt, doch ogenschijnlijk zonder veel schade er weder afgebracht.
NRC 050349
Amsterdam, 3 maart. Het schip KAAPSTAD, kapt. Van Hall, van hier naar Kaap de Goede Hoop, te Plymouth in een windvlaag en door het breken van een tros met de loods aan boord aan de grond vastgeraakt, doch weder afgebracht, is volgens brief van daar van de 27e februari nagezien, heeft geen schade bekomen en is dicht gebleven.
1850
NRC 050750
Advertentie. A.W. Abrahamsz, makelaar, zal op maandag de 8e juli 1850, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, verkopen het extra ordinair welbezeild, in 1849 vertimmerd en geheel nieuw gezinkt schoener-kofschip genaamd KAAPSTAD (opm: gevoerd geweest door kapt. J. van Hall), met deszelfs masten, want, roer en spil, varende onder Nederlandse vlag, lang 20 ellen, wijd 4 ellen, hol 2 el 2 duim, en alzo gemeten op 72 tonnen of 38 lasten. Voorts een chronometer, compleet nachthuis, boot,sloep en jol, ankers en kettingen, zeilen, touwen en verdere scheepsgereedschappen en goederen. Breder volgens notitie en bericht bij gemelde makelaar of bij de cargadoors d’Arnaud&Co.
AH 100750
Verkoping van schepen op maandag de 8e juli in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ: het schoenerkofschip KAAPSTAD: NLG 2.450, scheepsgereedschappen NLG 2.724, te zamen NLG 5.174, in slag NLG 200. Opgehouden.
AH 130750
Advertentie. Het snelzeilend, in 1849 geheel vertimmerd en gezinkt schoener-kofschip KAAPSTAD, benevens deszelfs inventaris, de 8e dezer alhier geveild en opgehouden, blijft uit de hand te koop. Te bevragen bij de makelaar A.W. Abrahamsz en de cargadoors d’Arnaud&Co. alhier.
(opm: op 13 september werd het schip onderhands voor NLG 1.750 verkocht aan Gebr. Nieuwenkamp, Amsterdam; de nieuwe scheepsnaam werd ONDERNEMING en de kapitein K. Zwanenburg)
1851
NRC 090251
Dover, 5 februari 1851. Het Nederlandse schip (opm: schoenerkof) ONDERNEMING, kapt. K. Zwanenburg, van Dantzig komende, is hier heden met verlies van boten en verschansing binnengelopen.
1852
NRC 091052
Ramsgate, 5 oktober 1852. Het Nederlandse schip ONDERNEMING, kapt. Zwanenburg, van Amsterdam naar Gibraltar, is alhier met verlies van grote boom, twee ankers met kettingen en meer andere averij binnengelopen.
NRC 201052
Ramsgate, 15 oktober. Het schip ONDERNEMING, kapt. Zwanenburg, van Amsterdam naar Gibraltar, hetwelk alhier met averij is binnengelopen – zie ons nommer van de 9e dezer –
heeft heden na geëindigde reparatie de reis voortgezet.
1853
AH 280753
Advertentie. G.J. Roland Holst en A. Roland Holst, makelaars, zullen op maandag de 15e augustus 1853, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, verkopen een extra ordinair welbezeild schoener-kofschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd de ONDERNEMING, gevoerd door kapt. K. Zwanenburg; volgens meetbrief lang 20 ellen, wijd 4 ellen, hol 2 ellen, 2 duimen, en alzo gemeten op 72 tonnen of 38 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaars.
(opm: zie AH 150853; voor NLG 1.500 werd de firma Petrus Scheffer & Zoon, Amsterdam, de koper; kapt. G.T. de Jong)
AH 150853
Advertentie. De veiling van het schoener-kofschip de ONDERNEMING, aangekondigd tegen 15 augustus, zal geen plaats vinden, zijnde hetzelve uit de hand verkocht.
1854
AH 201254
Advertentie. C.A. Schröder en G.J. Boelen, makelaars, zullen op maadag, de 8e januari 1855, des avonds om 6 uur, te Amsterdam, in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ verkopen: Een extra ordinair wel bezeild schoener-kofschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd ONDERNEMING, gevoerd door kapt. G.T. de Jong, volgens Nederlandse meetbrief lang 20 ellen; wijd 4 ellen; hol 2 ellen, 2 duimen, en alzo gemeten op 72 tonnen of 38 lasten. Liggende in het Oosterdok aan den Dijk. Breder volgens inventaris, en bericht bij bovengemelde makelaars( opm: zie AH 090155).
1855
AH 090155
Verkoping van schepen te Amsterdam in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ op 8 januari 1855: het schoenerkofschip ONDERNEMING, kapt. G.T. de Jong: NLG 3000, in slag NLG 500, koper C.S. Oolgaardt (opm: makelaar, namens de Firma D. van der Hans & Co, Amsterdam, kapt. W.J. de Groot; de naam van het schip, bouwjaar 1833, werd niet gewijzigd)
AH 061155
Verkoping van schepen, gehouden op 5 november 1855 te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ:
- Het gezinkt kofschip ONDERNEMING, kapt. W.J. de Groot: NLG 2475, in slag NLG 75. Opgehouden. (opm: het schip, bouwjaar 1833, werd gesloopt)