1909-01-00: |
Final Fate: 12.01.1909 liggende aan de East Wharf in haven van Singapore aangevaren door het Franse s.s. "Polynesien". Gezonken en verloren gegaan. Acht bemanningleden kwamen hierbij om het leven. Het wrak is gelicht en gesloopt.
NRC 12.01.1909: Londen, 12 januari.
Volgens telegram uit Singapore is het Nederlandse stoomschip “Djambi” aangevaren door het Franse mailstoomschip “Polynesien” en bijna onmiddellijk gezonken.
NRC 12.01.1909: (Geen datum)
Reuter meldt ons uit Singapore, dat de Franse mailboot “Pplunesien” alhier het Nederlandse stoomschip “Djambi”, dat gemeerd lag, heeft overvaren, waarbij zeven inlanders zijn verdronken. De “Polynesien” kon de reis voortzetten. De kade werd zwaar beschadigd. De “Djambi”, van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij, 319 ton bruto en 167 ton netto, was in 1907 te Rotterdam aan Wilton’s werf gebouwd. Bij de K.P.M. is een telegram ontvangen, meldende, dat het stoomschip “Djambi” gisterenmiddag aan de East Wharf te Singapore ten anker liggende en ladende, werd aangevaren door het stoomschip “Polynesien” van de Messageries Maritimes, en onmiddellijk is gezonken. Alle opvarenden werden gered, met uitzondering van een inlandse matroos en zeven koelies, die verdronken.
NRC 13.01.1909: Singapore 12 januari.
Volgens nadere berichten is ook de steiger, waaraan het stoomschip “Djambi” gemeerd lag, ernstig beschadigd. Het stoomschip “Teesta” van de British India Steam Navigation Co. is om een aanvaring met het stoomschip “Polynesien” te voorkomen, aan de grond gelopen, doch kwam zonder assistentie weder vlot. Een expertise is gehouden en daarbij bleek de “Teesta” onbeschadigd.
NRC 13.02.1909: Rotterdam, 13 februari.
In de Straits Times van 12 januari komt een uitvoerige beschrijving voor van de aanvaring van het stoomschip “Polynesien” en de “Djambi”, waaraan wij het volgende ontlenen: Gisteren om 5 uur verliet de “Polynesien” de Borneo-werf in de haven van Tandjong Paggan, met bestemming naar Saigon, op sleeptouw genomen door de sleepboten “Sunda” en “Varnsha”. De stroom was abnormaal sterk en de “Polynesien” was niet zodra in ruimer water, of plotseling knapten de trossen en dreef zij voort in het hoefijzervormige bassin naar de rede. Door het uit het roer lopen bleek onmogelijk om langs de pier, die met een grote bocht in zee uitloopt, te komen. De ankers werden uitgeworpen, maar door de enorme vaart van het schip, de sterke stroom en de modderige gesteldheid van de bodem, slipten de ankers en de scherpe boeg van ede “Polynesien” , die haar machines te laat stop gezet had, ging over het achterdek van de “Djambi” heen, die daar voor anker lag. De “Djambi” werd in de modder gedrukt, en de “Polynesien” liep een 25 of 30 voet verder tegen de pier op met zulk een vaart, dat de rond werd omhoog gewerkt en de stenen onderlaag nu een hoek van 30◦ met de pierlijn vormt, terwijl de ijzeren pijlers en de zware houten beschotten naar alle zijden werden weggeduwd. De kracht van de schok tegen de pier was zo groot, dat de “Polynesien” uit eigen beweging terugvloog zonder enige belangrijke schade opgelopen te hebben. Zij is zoals de ander boten van de Messageries speciaal ingericht om te kunnen rammen en bestemd om in tijden van oorlog dienst als hulpkruiser te doen.
NRC 14.03.1909: Rotterdam, 13 maart.
De Franse bladen van Cochin-China bevatten bijzonderheden afkomstig van de officieren en passagiers van de stomer “Polynesien”, van de Messageries Maritimes, over de aanvaring van de “Djambi” van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij. De “Polynesien” lag in Tandjong Pagar Dock geankerd met de voorsteven gericht naar het midden van het bassin en achter zich hebbende de stomer “Ernest Simons” van dezelfde maatschappij, op reis naar Europa. De loods achtte twee sleepboten nodig om het schip naar buiten te brengen. Tengevolge van de buitengewoon sterke stroom brak een der kabeltouwen, waarmede de stomer aan een der sleepboten verbonden was, waardoor de “Polynesien”, afdreef en dwars begon te liggen. Om het schip in de koers terug te brengen, liet de loods volle kracht stomen, waardoor de vaart 14 knopen bedroeg, die, gevoegd bij de 4 knopen sterke stroom, een snelheid van 18 knopen gaf. Daartegen was het kabeltouw van de tweede sleepboot niet bestand en ook dit brak af, als ware het een gewoon kabelgarentje geweest. De toestand van de “Polynesien”, werd zeer hachelijk. De commandant zag het gevaar ten volle in en gaf bevel de twee ankers te laten vallen. Het was echter te laat. Door de vaart voortgesleept, stoomde de “Polynesien”, vlak langs de Engelse mailboot, die zich op enige meters afstand bevond, voorbij en viel met volle kracht in de “Djambi”, die aan de kaai vastgemeerd lag. Deze stoomboot werd een ogenblik uit het water opgelicht en in tweeën gesneden. Ze zonk bijna dadelijk weg, terwijl de “Polynesien”, zijn vaart voortzettende, in de kade, die te Singapore gelukkig van hout is, een gat wrong van vier meters diep en ruim tien meters breed.
NRC 29.03.1909: Rotterdam, 29 maart.
In de Java-Bode van 3 maart komt o.m. het volgende voor: De voorbereidende werkzaamheden om het stoomschip “Djambi”, dat bij Tandjong Pagar gezonken is, te lichten, zijn nu zo ver gevorderd, dat men thans een poging kan wagen om zulks te doen. Door een gedeelte van de steiger te verwijderen is men er in geslaagd aan beide zijden van de gezonken scheepsromp lichters te plaatsen. IJzeren kabels zijn onder het schip doorgebracht en zullen beide aan de lichters worden bevestigd. Wanneer nu deze lichters door het opkomende getij langzaam rijzen, hoopt men dat ze de romp van de “Djambi” met zich mede omhoog zullen heffen. Men vreest alleen, dat een van de beide helften van het gezonken schip verloren zal gaan; immers de boot is bij de aanvaring door de Franse mailboot bijna geheel midden door gevaren.
NRC 15.05.1909: Rotterdam, 15 mei.
In de gisteren ontvangen Sumatra post komt o.m. het volgende voor: Wij vernemen, dat de pakketboot “Djambi”, die door een Messageries-boot te Singapore overvaren werd, is gelicht, doch bij het naar buiten slepen opnieuw is gezonken en nu in het vaarwater ligt. Vermoedelijk zal men het schip laten springen.
NRC 25.05.1909: Singapore, 29 april.
Het stoomschip “Djambi” werd op 27 april, liggende aan het Oosteinde van Tanjong Pagar, met de nog eventueel inhebbende lading en opgeslagen dekinventaris in veiling aangeboden. Condities waren, dat de koper het schip binnen dertig dagen van de tegenwoordige ligplaats moest verwijderen, indien gewenst naar een ligplaats nabij de kolenhulken. Er was weinig animo en het hoogste bod was Str.$ 300, tot welke prijs het schip werd opgehouden. (opm: het bod werd dus niet geaccepteerd)
NRC 16.11.1909: Londen, 13 november.
In de zaak tussen het Nederlandse stoomschip “Djambi” en het Franse stoomschip “Polynesien” werd door het Admiraliteitshof de “Polynesien” schuldig verklaard.
|