Volgens Lloyd’s Register 1816 en 1818 mat de FANNY (hier schooner genoemd, maar schooner of [schooner]brik wordt vaker verwisseld) 182 ton, was Kendall de eigenaar en Jenkins de kapitein.
Waar en wanneer de brik FANNY is gebouwd staat niet helemaal vast.
Over het WAAR zijn L.R. en Bureau Veritas het in zoverre eens: in Amerika, maar zonder nadere aanduiding van plaats. De Verenigde Staten hebben helaas tot circa 1850 verzuimd dit soort informatie landelijk in kaart te brengen.
Ook de Belgische maritieme historicus Bert Klaes vermeldt Amerika, zonder evenwel een bron aan te geven.
Het WANNEER ligt begrensd tussen 1810 en 1813. Het eerst in 1828 opgerichte B.V. geeft in verschillende registers elk van beide jaren ‘een kans’. L.R. vermeldt echter dat het schip in januari 1813 in Gibraltar was geïnspecteerd. Dat duidt op een eerdere bouw, dus 1810 is zeer goed mogelijk.
1813
PLDA 021113
Gibraltar, geen datum. Binnengekomen de FANNY, kapt. Jenkins, van Plymouth.
1817 - 1819
Alhoewel geen koopcontract is gevonden lijkt de in januari 1817 gevoerde correspondentie er op te duiden dat de FANNY in 1816 in Londen door de Amerikanen is verkocht. Onder de naam FANNY zal de plaatselijke consul van zijn bevoegdheid gebruik hebben gemaakt om het schip een voorlopige zeebrief toe te kennen, zodat het naar Nederland, Antwerpen in dit geval, kon varen om te worden gekeurd en gemeten, waarna de definitieve eerste zeebrief kon worden afgegeven.
De FANNY zal inmiddels met die voorlopige zeebrief in Antwerpen zijn aangekomen, wanneer de heer Charles Grisar, reder te Antwerpen (maar in werkelijkheid [ook] scheepsmakelaar), op 3 januari 1817 via de Agent Solliciteur Vonk in Den Haag om vernieuwing vraagt van de zeebrief voor het schip FANNY. ‘Vernieuwing’ betekent dat er reeds een zeebrief bestond, namelijk die van de consul.
De Staatsraad stelt daarop dat de meegezonden Verklaring van Eigendom slechts een simpel document is, afgegeven door een notaris te Londen, wiens handtekening weliswaar is gelegaliseerd, maar die in Nederland niet van waarde is.
De verklaring wordt derhalve geretourneerd met het verzoek een verklaring te produceren die is opgemaakt ten overstaan van een Nederlandse notaris, teneinde zo aan de wet te voldoen.
Aan het voldoen van de formaliteit werd kennelijk geen prioriteit toegekend. Grisar was meer geïnteresseerd voor ‘zijn‘ FANNY een koper te vinden. De vereiste akte werd niet geproduceerd, maar in de handelaarr R.J.A. Cénie uit Antwerpen vond hij wel een koper; de nieuwe scheepsnaam werd RENÉ.
Op 7 maart 1817 vroeg R.J.A. Cénie te Antwerpen een zeebrief aan voor de RENÉ, met Christiaan Theunissen als kapitein.
De rederij werd daarop gevraagd de aankoopakte op te sturen alvorens kon worden beslist over afgifte van een Nederlandse zeebrief.
Op 29 maart 1817 werd door R.J. Cénie te Antwerpen opnieuw een zeebrief voor de RENÉ aangevraagd, met Christiaan Theunissen als kapitein. Deze aanvraag werd in advies gehouden, terwijl het verzoek om de gevraagde bewijzen op te sturen werd herhaald.
Pas op 8 april 1817 werden een nieuwe zeebrief en Turkse pas verstrekt voor de RENÉ, opnieuw aangevraagd door R.J.A. Cénie, Antwerpen, voor Christiaan Theunissen als kapitein. Maar wel met de opmerking ‘regularisatien verkoopakte ex-FANNY’. Met andere woorden, dit problem was nog steeds niet opgelost.
Mogelijk was de rompslomp van de papieren hieraan debet, moest de brik eerst volledig worden hersteld, of wachtte Cénie op een betere markt om zijn schip met winst te kunnen verkopen. Feit is, dat er geen enkel bewijs is gevonden dat de RENÉ onder deze naam ooit heeft gevaren.
Op 1 april 1819 werd de brik onderhands voor 8.000 gulden verkocht aan kapitein J.B.H. Oreille te Antwerpen. De nieuwe scheepsnaam werd HENRY.
Op 14 april 1819 werd aan kapitein-eigenaar J.B.H. Oreille te Antwerpen voor de HENRY een nieuwe zeebrief afgegeven. Op 22 april kwam daar nog een Turkse Pas bij voor de bestemming Rio de Janeiro. Deze pas werd na afloop van de reis conform de wet teruggezonden naar de Directeur der In-en Uitgaande Rechten te Antwerpen, die het document naar Den Haag zond waar het op 13 december werd geroyeerd.
RC 051019
Te Rio Janeiro is gearriveerd Oreille (opm: kapt. J.B.H. Oreille, brik HENRY), Volkerts en Beckmer, van Antwerpen.
OHC 091219
Amsterdam, 7 december. Te Vlissingen is gearriveerd J.B.H. Oreille (opm: brik HENRY, thuishaven Antwerpen) van Rio de Janeiro.
1820
MCO 140320
Vlissingen, 11 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Duinslager, naar Bristol, met ballast; LE COMÈTE, kapt. Bichon, naar Bordeaux, met stokvis; HENRY, kapt. J.B.H. Oreille, naar Rio de Janeiro, en de ZORGVULDIGHEID, kapt. J. de Sorgher, naar Lissabon, beide met stukgoederen.
MCO 031020
Vlissingen, 30 september. Van den 27 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: L’AMITIÉ (opm: ook VRIENDSCHAP; hoeker), kapt. J. de Boom, van Cadix, met wijn; deze moet quarantaine houden; MARTHA, kapt. J.B. Deetjen, van Sivilia, met wol; HENRY, kapt. J..B.H. Oreille, van Rio Janeiro, met koffie enz.
1821
OHC 160621
Amsterdam, 14 juni. Te Bahia is gearriveerd J.B.H. Oreille (opm: brik HENRY), van Antwerpen naar Rio de Janeiro.
MCO 060921
Vlissingen, 4 september. Voor Antwerpen bestemd, is alhier ter rede gekomen de HENRY, kapt. J.B.H. Oreille, van Rio Janeiro, met suiker en koffie.
1822
RC 040422
Rotterdam, 3 april. In een bijzondere brief van Lissabon meldt men, dat de Cortès de Raad der Financiën veroordeeld hebben tot het betalen der onkosten en schadevergoeding in de zaak van de kapitein J.B.H. Oreille, van de Nederlandse brik de HENRIJ (opm: HENRY, thuishaven Antwerpen), welke wegens enige vaten azijn aldaar sedert twee maanden opgehouden was. Ook verwachtte men dat de Cortès regt zouden doen wedervaren aan de klagten, door enige handelshuizen onlangs gedaan, over een willekeurig besluit van de Administrateur der douanen, waarbij men genoodzaakt wordt om op de kaas een regt te betalen, dat, in plaats van 30 per cent op de factuur, meer dan 50 per cent bedraagt.
RC 121022
Rotterdam, 11 oktober. Van Vlissingen meldt men den 8 dezer:
Sedert onze vorige zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen la DAME EUGENIE (opm: kof DAME EUGENIA), L. Cornelis; de WILLEM, J.S. Okkes; ROSALIA, R.R. de Haan; de MARIA, J. Andersen; de VROUW ANNEGINA, S.H. Spelde, de AREND, O.IJ. Kievijt; de JUFVROUW TITSIA (opm: JUFFER TITSIA), L.J. Besseling, de JUFVROUW MEES (opm: JUFFROUW MEES), G.L. Doornbos; ANNA KRANENBURG, H. Smit; de JONGE HILKE TROMP (opm: kof JONGE HYLKE TROMP), W. Willems; ALIDA, H.J. Benes en KLARA MARGARETHA (opm: kof CLARA MARGARETHA), P.D. Dik, van Liverpool; MARIA JOSINA, P.J. Muntendam, van Marseille, l’ESPOIR, C. Geoffroij, van de Havana; MARIA BARBARA, J.J. Koller, van Lissabon, en le HENRIJ, D. Oreille (opm: brik HENRY, thuishaven Antwerpen, kapt. J.B.H. Oreille) van Rio-Janeiro.
1823
DC 220223
Vlissingen, 18 februari. Sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild NEPTUNUS, kapt. E.J. Dik, naar Londen, met boomschors; THEODORE, kapt. S.P. Mark, naar Liverpool; THALIA, kapt. J.W. Butler, naar Charlestown, en JUPITER, kapt. H.T. Striker, naar Bordeaux, alle drie met ballast; le HENRY, kapt. J. Lovgreen, naar Rio Janeiro, met stukgoederen; ELEONORA, kapt. H. Suhr, naar Londen, met boomschors.
1824
OHC 270324
Amsterdam, 25 maart. Te Valparaiso is gearriveerd (opm: 15 oktober 1823) J.C. Lovgreen (opm: brik HENRY, thuishaven Antwerpen), van Rio di Janeiro.
1825
RC 240325
Amsterdam, 22 maart. In een brief van Antwerpen van den 17 dezer wordt gemeld, dat men aldaar bericht heeft, dat het schip (opm: brik) HENRY, kapt. J. Vandersteene, van Antwerpen naar Madeira, enz, te Portsmouth is binnengelopen; het schip was benevens de lading in goede staat en zou, zo men dacht, deszelfs reis reeds weer voortgezet hebben.
DC 170925
Vlissingen, 10 september. Van den 7 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: de JONGE JOHANNA, kapt. L. Hawegh van Londen, laatst van Ostende, met koffie en suiker; GEERDINA, kapt. L.T. Sok, van Petersburg met potasch; VENILLIA, kapt. W. van der Kolff, van Veneros met rode wijn; DE HARMONIE, kapt. C.R. Platte, van Bordeaux met wijn en stukgoederen; de JUFFROUW MEES, kapt. G.L. Doornbos, de VROUW ANNA, kapt. H.J. Korter en de JONGE KAROLUS, kapt. N. Zeplien, alle drie van Liverpool met klipzout; JOHANNA CHRISTINA, kapt. L.C. de Vries van Bordeaux; HERCULES, kapt. T. Schipman van Londen; MARGARETHA CLASINA, kapt. G.S. Rotgans van Marseille en CATHARINA, kapt. J. Ebbesen van Palermo, alle vier met stukgoederen; MATHILDA, kapt. C. de Vos, van Lissabon met zout, fruit en huiden; de HENRY, kapt. J. Vandersteene, van de Kaap-Verdische eilanden en de MARIA, kapt. J.H. Hazewinkel van Rio de Janeiro, beide met stukgoederen; DE VROUW ANNA, kapt. B.H. Schuring met klipzout, alle drie van Liverpool; l’ISIS, kapt. J. Morell, van Havre de Grace met katoen en koffie; de GOEDE VERWACHTING, kapt. B.S. Stoffels, van Riga, laatst van Veere met hout, hazenvellen en schrijfpennen; CAROLINE, kapt. J.E. Melcherts, van Buenos Ayres met huiden; LE JEUNE LOUIS, kapt. F. Demonij, van de Havannah met koffie en suiker; het laatste schip moet quarantaine houden.
DC 311225
Vlissingen, 17 december. Van Antwerpen de Schelde afgekomen en den 21 dezer van onze rede naar zee gezeild: LE HENRY, kapt. J. Vandersteene, naar Mantanzas met jenever en lijnzaad; REBECCA, kapt. J. Saul, naar Salem met ballast; L’ADÈLE, kapt. M. Micheälsen (opm: brik, kapt. M.C. Michaelsen), naar Batavia met stukgoederen; NEVA, kapt. A. Barston, naar Sevilla met ballast; LA MARIE GABRIELLE, kapt. A. Berger, naar Bordeaux met bonen en erwten; de TWEE VRIENDEN, kapt. T. Hamilton, naar de Havanna met stukgoederen.
1826
DC 180726
Vlissingen, 8 juli. Den 11 dito. Van de 9 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: DE HOOP, kapt. E. Harms, van Tremblade met zout; AGNETHA, kapt. L.S. de Haan, van Cette met brandewijn; de HEMMINA, kapt. S.F. Taay, van Noirmoutier met zout; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J.K. Potjewijd, van de Marennes met zout; WILLEM DEN EERSTEN, kapt. J. Langhetee, van Rio de Janeiro met koffie; MEDUSA, kapt. J. Lubbing, van Londen met stukgoederen; LIBRA, kapt. G.R. Engelsman, van de Marennes met zout; DE HENRY, kapt. J. Vandersteene, van Mantanzas met koffie; DE HOPENDE ZEEMAN, kapt. C. Platt, van Bayonne met stukgoederen; DE VROUW MARGARETHA, kapt. P. Muller, van Alexandria met katoen en rijst; DE JONGE ORANCIA, kapt. S. de Best, van Smyrna met stukgoederen; de twee laatstgenoemde moeten quarantaine houden.
Na lossing werd de eigenaar van de HENRY, kapt. J.B.H. Oreille, failliet verklaard.
1827
Op 23 maart 1827 werd uit het faillissement van J.B.H. Oreille de HENRY aangekocht door de Antwerpse kooplieden Ad. Reusens en Jean François Segers, elk voor 50%. Het schip als nieuwe naam ALEXANDRE en P.J. Colas werd de kapitein.
Op 8 mei 1827 ontving A. Reusens te Antwerpen als boekhouder de nieuwe zeebrief voor de ALEXANDRE onder kapt. P.J. Colas.
RC 040827
Rotterdam, 3 augustus. Het schip ALEXANDER (brik ALEXANDRE, ex-HENRY), kapt. P.J. Colas, van Antwerpen naar Buenos-Aijres, en diezelfde dag naar zee gezeild, is door tegenwind aldaar terug.
1828
OHC 040328
Amsterdam, 1 maart. Te Montevideo is gearriveerd P.J. Colas (opm: brik ALEXANDRE, thuishaven Antwerpen) van Antwerpen.
1829
MCO 200129
Vlissingen, 17 januari. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild de ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, naar Nieuw York, met stukgoederen.
OHC 300429
Amsterdam, 28 april. Te New York is gearriveerd P.J. Colas (opm: voerende de brik ALEXANDRE), van Antwerpen.
MCO 230629
Vlissingen, 20 juni. Voor Antwerpen bestemd is alhier op de rede gekomen de ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, van Nieuw York, met potasch en katoen.
MCO 010929
Vlissingen, 29 augustus. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild de ALEXANDER, kapt. P.J. Colas, naar Nieuw York, met stukgoederen.
RC 081229
Te New York is binnengekomen P.J. Colas (opm: brik ALEXANDRE), van Antwerpen.
1830
RC 250230
Amsterdam, 23 februari. Het schip ALEXANDER, kapt. P.J. Colas, van New-York naar Antwerpen, is de 15e dezer te Dartmouth binnengelopen.
MCO 260630
Vlissingen, 22 juni. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild de ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, naar Buenos Ayres, met stukgoederen.
OHC 231230
Amsterdam, 22 december. Te Buenos Ayres is gearriveerd P.J. Colas (opm: brik ALEXANDRE), van Antwerpen.
België
Gedurende 25-27 augustus 1830 waren er in Brussel onlusten uitgebroken welke de opmaat vormden tot de revolutie die resulteerde in de afscheiding door België. Op 4 oktober 1830 werd eenzijdig de onafhankelijkheid van België geproclameerd.
In reactie hierop decreteerde koning Willem I bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen, waaronder de ALEXANDRE, die in het vervolg onder Belgische vlag zou varen.
Op 20 december 1830 zou de scheiding der Nederlanden door de grote mogendheden (Groot Brittannië, Frankrijk, Pruisen, Oostenrijk en Rusland) worden erkend.
1831
MCO 100331
Vlissingen, 8 maart. Van den 6 en 7 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: la CAROLINE, kapt. L. Soupat, van Havre-de-Grace, en NEW-FREDERICK, kapt. J. Ives, van Londen, beide met stukgoederen; ALEXANDER, kapt. P.J. Colas, van Buenos Aires, met huiden,
MCO 111031
Vlissingen, 8 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert den 5 dezer van onze rede naar zee gezeild: DE DRIE GEBROEDERS, kapt. C. Popp, naar Emden, met spijkers; de LOUISA, kapt. B. Arssten (opm: brik LOUISE, kapt. Bröder Arfsten), naar de Middellandse Zee, met aardappelen; ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, naar Rio de Janeiro, met stukgoederen; CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, naar Londen, met boomschors;LEOPOLD DE EERSTE, kapt. F.H. de Vries, naar Londen, met boomschors; JULIANA, kapt. J. Bienvenu, naar Shields, met ballast; ANNA MARIA, kapt. L.A. Spelman, naar Hamburg, met stukgoederen; PEGASUS, kapt. H.H. Wagenaar, naar Villa-Nova, met ballast; LA BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, naar Leith, met boomschors; de VROUW TIETENA, kapt. H. Gerdes, naar Duinkerken, met spijkers en glas.
1832
OHC 041232
Amsterdam, 1 december. Te Oostende is gearriveerd Colas van Rio de Janeiro. (opm: Belgische brik ALEXANDRE, kapt. Pierre Jean Colas, thuishaven Antwerpen)
1833
GVB 230933
Antwerpen, 19 september. Gisteren avond, om acht uren, is bij het Paling-huys gestrand het Belgisch brikschip ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, komende van Rio Janeiro, toebehorende aan onze stadsgenoot den heer Reusens. Bij laag water zat het schip in enen zo gevaarlijke toestand, dat men heden ochtend, ten vier uren, om het omvallen te voorkomen, is verplcht geweest beide masten over boord te kappen, waardoor het zelve dadelijk gerecht is en vlotgeraakt, en vervolgens zonder buitengewone lekkage in ons dok is gehaald. Het was enen van onze loodsen die zich aan boord bevond en die met het schip van Vlissingen was opgekomen omdat aldaar alle Vlissinger loodsen bescheept (opm: bezet) waren.
MCO 260933
Vlissingen, 24 september. Alhier is ter rede gekomen voor Antwerpen bestemd de ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, van Rio Janeiro, met suiker en koffie.
1834
MCO 110234
Vlissingen, 7 februari. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild de ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, naar Buenos Ayres, met stukgoederen; ANGELINA, kapt. D. Stinze, naar Cork met boomschors.
AH 111034
Carga lijsten. Antwerpen. Rio Janeiro, P.J. Colas, ALEXANDRE: 120 kranjangs suiker, 100 z. ditto, 164 b. koffie, A. Reussens; 600 b. koffie, A. Saportas; 200 b. koffie, 833 stuks huiden, J.L. Lemmé en Comp.
1835
VCO 200135
Vlissingen, 19 januari. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild de ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, naar Havannah, met stukgoederen.
RC 270135
Uittreksel uit de Lloyd’slijst van den 23 januari. Te Douvres is gearriveerd Colas (opm: Belgische brik ALEXANDRE) van Antwerpen naar Havanna met verlies van anker en ketting en met schade aan het spil.
AH 080835
Havana, 2 juni. Binnengekomen ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, van Cowes.
VCO 180835
Vlissingen, 16 augustus. Voor Antwerpen bestemd is alhier op de rede gekomen de ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, van Havannah, met suiker.
AH 011035
Antwerpen, 28 september. Uitgezeild ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, naar Rio Janeiro.
OHC 201035
Amsterdam, 19 oktober. Den 13de oktober is te Cowes binnengelopen het schip ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, van Antwerpen naar Rio Janeiro.
1836
AH 040636
Falmouth, 28 mei. Binnengekomen ALEXANDRE, kapt. P.J. Colas, van Rio Janeiro.
1837
AB 301137
Antwerpen, 28 november. Binnengekomen ALEXANDRE (opm: brik), P.J. Colas, van Havana.
1838
GVB 130838
Antwerpen, 8 augustus. Binnengekomen de Belgische brik ALEXANDRE, kapt. Boo, van Havanna met suiker.
JDB 190938
Men schrijft van Antwerpen: De Belgische brik ALEXANDRE, toebehorend aan de firma A. Reusens dezer stad, zal worden verkocht aan de heer Felix Consalus, Oostende. Het schip behoudt zijn naam en zal onder bevel komen te staan van kapitein J. Fischer.
JDB 011138
Oostende, 31 oktober. Vertrokken de Belgische brik ALEXANDRE, kapt. J. Fischer, naar Dublin, met schors, aan Pieters.
1839
STR 220539
Elseneur. Heden passeerde kapt. J. Fischer, thuishaven Oostende (opm: brik ALEXANDRE), onderweg van Oostende naar Riga.
GVB 050839
Oostende, 4 augustus. Binnengekomen de Belgische brik ALEXANDRE, kapt. J. Fischer, van Riga, met hout en hennip, aan Pieters, 208 vat.
GVB 020939
Brugge, 2 september. Vertrokken de Belgische brik ALEXANDRE, kapt. Cornelissen, naar Engeland, met schors, voor rekening van Belroche, 204 vat.
1840
In in de winter van 1839-1840 heeft de ALEXANDRE enkele verbouwingen ondergaan waarbij de scheepsnaam werd gewijzigd in DEUX SOEURS. Vermoedelijk was deze nieuwe naam een gevolg van verandering van aandeelhouders in de brik.
GVB 010440
Brugge, 1 april. Den 19 der maand maart zijn er nieuwe zeebrieven voor het brikschip les DEUX SOEURS, te voren genaamd ALEXANDRE, afgegeven waarover den kapitein Cornellisen het bevel voert.
Dit vaartuig van de grootte van 199 tonnen heeft enige veranderingen in deszelfs bouwing ondergaan, en blijft den eigendom van den heer Consalus te Oostende.
LL 101140
Ramsgate, 9 november. Binnengekomen de DEUX SOEURS, kapt. Cornelissen, van Bahia, met verlies van verschansing en andere schade.
1841
LL 250141
Antwerpen, 22 januari. Binnengekomen de DEUX SOEURS, kapt. Cornelissen, van Londen.
LL 200741
Antwerpen, 16 juni. Binnengekomen de DEUX SOEURS, kapt. C. Vandersteene, van Liverpool.
DC 041241
Hellevoetsluis, 30 november. Op de ribben van de Hindert zit een Belgische brik, genaamd de GEBROEDERS, van Antwerpen naar St. Ubes (opm: Setubal), zijnde vol water, men heeft assistentie verleend, om zoveel mogelijk van de inventaris te bergen.
Den 2 december. De brik, gisteren gemeld op de Hindert zittende, is niet genaamd de GEBROEDERS, maar les DEUX SOEURS, kapt. C. Vandersteene, men heeft reeds een gedeelte der tuigage hier aangebracht.
De Belgische brik, bouwjaar waarschijnlijk 1810, tot 1831 onder (Zuid)-Nederlandse vlag, kapt. Corneille Vandersteene, was 28 november uit Oostende naar Setubal vertrokken maar werd door storm de Noordzee in gedreven om op 1 december te stranden op de Hindert. De wrakstukken spoelden op de kust aan en het casco werd voor 60 gulden geveild, zie ook LP 271241.
De bemanning werd gered en is op 5 december met het Nederlandse s.s. CONCORDIA in Rotterdam geland.
LP 271241
Op 29 december aanstaande, om 11 uur in de morgen, zal voor rekening van assuradeuren te Hellevoetsluis, onder toezicht van notaris M.A.G van Sitters en M.P. Wyk, scheepsmakelaar, in het openbaar worden verkocht de gehele inventaris, waaronder ankers, kettingen, zeilen, sloepen, touwwerk en een grote partij koper afkomstig van de gekoperde huid van de Belgische brik DEUX SOEURS (van Oostende), op de 1e december op de Hindertbank gezonken.