Inloggen
LOUISE - ID 16709


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1938
Categorie: *** Onbekend ***
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: *** Onbekend ***
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Droogdok Maatschappij 'Soerabaja', Surabaya, Netherlands East Indies
Launch Date: 1938-08-25
Delivery Date: 1938-00-00
Technical Data

 
 
Ship Events Data

2021-00-00: Final Fate:
Verder onbekend.

Afbeeldingen


Omschrijving: Kort na oplevering
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

ICT 260838
De tewaterlating van de LOUISE. Goed werk van de Soer. Droogdokmaatschappij. Grote belangstelling voor de plechtigheid.
Gistermorgen heeft de Droogdok Maatschappij opnieuw een succes mogen boeken, bestaande uit de vlotte tewaterlating van het motorschip LOUISE, dat in opdracht van het Nederlands-Indische gouvernement voor de Opium- en Zoutregie alhier gebouwd is.
Twee voor deze plechtigheid gebouwde tribunes waren tot de laatste plaats  bezet met genodigden. Het is ondoenlijk hen allen te noemen: volstaan wij met enkele namen. Daar waren de resident t.b. de heer Boots als vertegenwoordiger van de gouverneur van Oost-Java, de residenten van Soerabaia en Madoera, kolonel Van Temmen, de heer De Booy, hoofd van de zoutwinning op Madoera, de heer Jordaan van deze dienst, wiens echtgenote de tewaterlating verrichte, de heren Heringa en Küpper, directeur en wn. directeur van het Marine Etablissement en de hoofdcommissaris van politie, de heer Schoevers, de pl. mil. comt. overste Hageman, ir. Steinmetz, directeur van de haven, ir. G. Hulshoff, adm. van de Droogdok Maatschappij, vele vooraanstaande persoonlijkheden van de Opium- en Zoutregie, van de Dienst van de Scheepvaart, waarvan de hoofdinspecteur vertegenwoordigd was door de heer T. Veerman, afdelingshoofd en andere overheidsdiensten, uit de kringen van handel en industrie enz., de meesten vergezeld van hun dames.
Te ongeveer kwart over tien, toen de tribunes dicht bezet waren, begonnen ploegen werklui de laatste stutten weg te nemen. Om half elf trad ir. G.H. Hulshoff, administrateur van de Droogdok Maatschappij naar voren voor het uitspreken van de welkomstrede.
Ir. Hulshoff bedankte de aanwezigen voor hun belangstelling, in het bijzonder de aanwezige autoriteiten. Een bijzonder woord van dank werd gericht tot de hoofdinspecteur, hoofd van de Dienst van Scheepvaart en de inspecteurs en experts van deze dienst voor de aangename samenwerking. “De verhouding van opdrachtgever en scheepsbouwer”, aldus ging spreker verder, moet er een zijn van onderling vertrouwen en waardering en ik durf te zeggen dat deze verhouding gedurende de vele opdrachten, die wij de laatste jaren van het gouvernement hebben mogen ontvangen, geleidelijk in deze geest is opgebouwd en uitgegroeid, hetgeen wij niet genoeg kunnen waarderen.
Behalve de door mij genoemde autoriteiten hebben wij zover de beschikbare ruimte toeliet onze relaties en vrienden uitgenodigd, wier oordeel over door ons gebouwd werk wij ten zeerste op prijs stellen, Wij weten, dat een tewaterlating in onze goede haven Soerabaia door hen beschouwd wordt als een gebeurtenis, die ook hen betreft. Het is deze geest van onderlinge belangstelling thans weer tot uiting komend door het gevolg geven aan onze uitnodiging, die ons het zo aangename gevoel geeft, dat wij een deel uitmaken van een grote gemeenschap, die niettegenstaande de noodzakelijke en onmisbare onderlinge tegenstellingen, werkt voor het grote doel: de ontwikkeling van dit mooie land, die ons Nederlanders is toevertrouwd. Nu weet ik wel, dat deze woorden een weinig te gewichtig klinken bij de tewaterlating van dit toch betrekkelijk nog kleine vaartuig, doch u moet dit alles zien in het licht ener voortdurende ontwikkeling. Dit schip is voor ons wel degelijk een belangrijk object. Het is weer wat groter, dan de tot nog toe door ons gebouwde schepen.  Wij zien hierin dus een geleidelijk omhoog lopende lijn, een langzaam stijgend vertrouwen in onze capaciteiten, zowel aan ons als in ons zelf gesteld.
Op een dag als vandaag mogen wij wel even terugdenken aan een 12-15 jaar geleden toen wij voor het eerst begonnen met het samenbouwen van uit elders aangevoerd klaarbewerkt materiaal tot een eenvoudige lichter. In die korte tijd is wel veel veranderd! Het is daarom, dat wij het zo waarderen, dat u heden getuigenis wilt afleggen van uw medeleven met onze jonge scheepsbouwindustrie, waarbij u als het ware zowel in figuurlijke als in letterlijke zin wilt heenzien over dit thans voor de afloop gereedliggend schip naar een ruimer verschiet van grotere mogelijkheden waarvan de verwezenlijking van de allergrootste betekenis kan zijn voor de toekomst der scheepsbouwindustrie hier te lande.
Ik mag u wel enige cijfers noemen, die u een indruk zullen geven van de afmetingen van de nieuwste aanwinst van de vloot van de Zoutregie. Op één der beide in 1937 gebouwde scheepsbouwhellingen, waarvan op 15 februari van dit jaar het ponton van de tinbaggermolen SOENGEILIAT werd tewatergelaten, ziet u thans voor u staan het motorvrachtschip LOUISE lang 56,50 m breed 8,60 m diepgang 2,50 m hetwelk met een laadvermogen van 400 ton door een Deutz 6 cilinder 4 takt motor bij 265 omwentelingen plus/minus en 250 As P.K. een snelheid zal bezitten van 8,5 knoop. Het schip is modern ingericht met aangename verblijven voor de opvarenden, een ruime salon en 2 hutten voor passagiers. De ankerlier wordt door een Kromhout-Gardner motor aangedreven. Op het achterschip is een elektrisch gedreven kaapstand geplaatst. In de motorkamer zijn geplaatst een dieseldynamo-aggregaat van 40 P.K. en een dynamo-compressor aggregaat. Namens onze maatschappij wens ik de toekomstige eigenaars van de LOUISE veel geluk en profijt met dit vaartuig, opdat het zal mogen medewerken aan de bloei en de welvaart van de Dienst der Opium- en Zoutregie.”(Applaus)

Het hoofd van de Zoutwinning op Madoera, de heer P. de Booy uit Batavia, heeft daarna het woord gevoerd.
Spreker vergeleek het nieuwe schip met een kind, dat zijn intrede doet in het huisgezin en ook bij dit binnenkomen zal er gejuich opklinken. Ook dit kind gaat een toekomst tegemoet vol onbekende lotgevallen, waarbij het risico voor bouwers en opdrachtgevers minder zal zijn dan in het andere geval.
Spreker herinnerde aan de drukke ingespannen arbeid, welke nu ten einde is, een periode van geestelijke- en handarbeid. Spreker beaamt het woord van heer Hulshoff dat “de verhouding van opdrachtgevers en bouwers er een moet zijn van vertrouwen en waardering” en constateert, dat beide aanwezig waren, getuige een nieuwe opdracht van het gouvernement aan deze maatschappij.
Spreker twijfelt er niet aan, dat dit schip evenals de volgende, nog af te leveren lichter van 250 ton, de motorsleepboot en het vaartuig voor het vervoer te Pontianak, alle eveneens bestemd voor de Opium- en Zoutregie, alle kwaliteiten in zich zullen verenigen, welke een voortdurende aanbeveling vormen voor bestelling van verdere nieuwbouw bij de Droogdok Maatschappij. (Daverend applaus)

Vervolgens nodigde ir. Hulshoff mevrouw Jordaan, echtgenote van een der chefs van de Zoutregie, uit, het laatste beletsel te verbreken door een slag met een speciaal voor dit doel vervaardigde bijl het schip te willen dopen.
Om enkele minuten over half elf had dit plechtige ogenblik plaats: het koord vloog door de bijlslag in twee stukken, de fles champagne sloeg te pletter tegen de boeg van het schip en tegelijkertijd zette de LOUISE zich in beweging en gleed statig te water onder het lawaai van sirenes en stoomfluiten, terwijl de Marinekapel het Wilhelmus inzette.

Namens de hoofdinspecteur, hoofd van de Dienst van Scheepvaart heeft vervolgens de heer T. Veerman, inspecteur en afdelingshoofd van de dienst, het woord gevoerd.

Spreker wees er o.a. op, dat de capaciteiten van de Droogdok Maatschappij er borg voor staan, dat ook het resterende deel van het werk tot een even goed einde zal worden gebracht als het thans voltooide. De in de nabijheid liggende tinbaggermolen is bovendien voor deze capaciteiten nog eens een bewijs temeer.
Het was spreker dan ook een bijzonder genoegen namens zijn dienstchef, de hoofdinspecteur van Scheepvaart, hartelijke gelukwensen aan te bieden met de succesvolle stapelloop. Tenslotte bracht hij een driewerf hoera op H.M de Koningin uit, waarmee uit volle borst werd ingestemd.

Nadat champagne was rondgediend, nodigde ir. Hulshoff de aanwezigen uit, de tinbaggermolen SOENGEILIAT te bezichtigen, aan welke uitnodiging door velen werd gevolg gegeven.