1928-12-14: |
Indische Courant 14-12-1928: Hekwielerdienst K.P.M. Door de Koninklijke Paketvaart Maatschappij is een volledige rivierdienst georganiseerd op de Beroemoen, Oostkust van Sumatra, met als basis Laboean Bilik. Een speciale hekwieler werd o.m. derwaarts gesleept door de Singapore. Deze hekwieler, de BEROEMOEN gedoopt, is op officieele wijze in gebruik genomen. Van te voren was er nog slechts één proefvaart naar Kota Pinang, het eindpunt, gemaakt. Het schip is een platboomd vaartuig van slechts 60 c.M. diepgang. In het middengedeelte liggen de ruimen, die 100 ton lading kunnen bergen. Aan de voorzijde beneden, zijn de verblijven voor de bemanning, de kombuis enz., terwijl daarboven het verblijf is ingericht voor de salonpassagiers. Er zijn vier hutten van twee bedden, zoodat in totaal acht passagiers in deze klasse kunnen worden geherbergd. Er kunnen er wel meer mee, maar dan zullen ze op de banken moeten slapen. De hutten zijn keurig ingericht met spiegel, opklapbare waschtafel enz. Ze moesten echter uit den aard der zaak klein blijven. Voorts zijn er aan boord op dit gedeelte een W.C. en een kleine mandikamer. De salon zelf is ruim en comfortabel ingericht en het aantrekkelijke er van is, dat men naar alle zijden groote, openslaande ramen heeft, zoodat men er zit als in een sightseeingcar, of op het voorbalcon van een reusachtige electrische tram. Achter op het schip bevindt zich beneden de machine-,, kamer"—vanwege den geringen diepgang zijn de motoren geheel zichtbaar—met twee Sulzer-motoren van 150 P. K. samen. Daarboven is een zeer ruim dek, dat 150 á 160 passagiers kan herbergen. Heelemaal achteraan zijn de twee wielen met schoepen ingebouwd, die voor de voortbeweging zorg dragen. Ze gooien het water met groote kracht naar achteren en doen de boot als het ware met twee pooten zwemmen, hetgeen den hekwieler bij de Inlanders den teekenachtigen naam van kapal bèbèk bezorgd heeft. Op den dag der opening waren o.m. de assistent-resident van Tandjong Balei, de controleur, de tengkoe Soetan van Paneh, de heer Herfst, agent van de K.P.M, te Laboean Bilik, vertegenwoordigers van importhuizen en het maximum-aantal dames van de plaats, te weten vier in totaal. Het woord werd gevoerd door den heer G. van Nieuwkerk, agent der K. P. M. te Medan. Spr., wees er op, dat de aanleiding tot het in leven roepen van dezen rivierdienst is geweest de geweldige ontwikkeling van het z.g. donkere Zuiden gedurende de laatste jaren, wat reeds sterk tot uiting komt in den reeds verdriedubbelden dienst van de K.P.M, van Belawan naar Paneh vice versa. Dit zou voorloopig genoeg zijn, doch verwacht werd, dat de dienst binnen enkele jaren wederom zou moeten worden uitgebreid. Door den grooten vooruitgang van deze afdeeling en speciaal van de ondernemingen, gelegen aan de Beroemoen-rivier, werd het vraagstuk van riviertransport van en naar Kota-Pinang zeer actueel en alhoewel de meeste ondernemingen zich op dit vervoer uitstekend hebben ingericht, ligt het toch meer op den weg van de K. P. M. om, indien mogelijk, ook dit transport op zich te nemen, vervolgde spr. Hij zette uiteen, hoe men verder tot dezen nieuwen dienst was gekomen, waarbij hij vooral gewaagde van den krachtiger steun van het gouvernement en hulde bracht aan den afgetreden gouverneur C. J. van Kempen, den vroegeren assistent-resident van Asahan, den heer P. Scheffer en het personeel van locale werken. Assistent-resident H. J. E. Moll gaf hierna het officiëele sein tot vertrek. |