Familiegegevens en opleiding
Ruurd Fenenga werd geboren te Schiermonnikoog op 23 januari 1804 als zoon van Thomas Melles Fenenga en Ebeltje Karels Stachouwer. Hij was de broer van kapitein Willem Thomas Fenenga met vlagnummer 28.
Hij huwde op 18 mei 1834 als koopvaardijkapitein te Muiden met Femmetje Hendriks Pauw, geboren op 10 maart 1811 te Ransdorp/Durgerdam als dochter van Hendrik Pauw en Aaltje Visser. Zij overleed te Amsterdam op 06 oktober 1906 ’s middags om 2 uur op een leeftijd van 95 jaar.
Ruurd Thomas overleed op 18 april 1888 te Sloten bij Amsterdam op de Overtoom nr. 121, oud 84 jaar.
In het Stratenboekje van Alkmaar 1876 staat: R.T.Fenenga, scheepsgezagvoerder, als bewoner op de Oudegracht A627 te Alkmaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.T.Fenenga (adres Kranenborg & Zn) werd met nr.389 lid van Zeemanshoop per 19 september 1837 op voorspraak van W.F.Fenenga. Zijn schip was de "Welvaart"002.
In de Algemene Vergaderingen van 12/19 september 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Ruurd Thomas Fenenga, oud 38 jaar, voerend de kof “De Welvaart”, wonend te Muiden en met adres bij de heren Kranenborg en Zonen te Amsterdam, op voordracht van kapitein W.T.Fenenga023.
Hij was met de vlagnummers 389 en 138 in de periode 1837-1854 resp. 1854-1887 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”.
R.T.Fenenga was met vlagnummer 47 in de periode 1860 t/m 1874 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van `Zeemanshoop dd 06 augustus 1872 staat een brief van kapitein R.T.Fenenga “berigtende wegens ziekte zijn reis niet te kunnen voortzetten.” In de vergadering dd 29 augustus 1872 staat een verzoek om een uitkering “als ziek van boord gekomen”. Deze wordt hem in de vergadering van 01 november 1872 toegekend ingaande 01 november 1872 voorlopig tot 01 mei 1873. Op 24 april 1873 verlenging tot 01 mei 1874. Op 29 mei 1873 vraagt hij ontheffing van de plicht een bewijs van voortdurende ongesteldeheid over te leggen hetgeen door het Bestuur wordt afgewezen. Op 01 mei 1874 een verlenging tot 01 mei 1875 mits overleggend een bewijs van voortdurende ongesteldheid. Op 27 mei 1875 verlenging tot 01 mei 1876. Op 27 april 1876 tot 01 mei 1877. Op 26 april 1877 t0t 01 mei 1878. Op 25 april 1878 tot 01 mie 1879. Op 24 april 1879 tot 01 mei 1880. Op 29 april 1880 tot 01 mei 1881. Op 28 april 1881 tot 01 mei 1882042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 mei 1888 vraagt R.T.Fenenga geb. Pauw om de onderstand van hare man op haar te laten overgaan. Dit wordt op 05 juli 1888 toegestaan ingaande 01 mei 1888.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 22 oktober 1872 staat vermeld dat per 01 november 1872 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan kapitein R.T.Fenenga. In de vergadering dd 20 mei 1873 wordt deze gecontinueerd tot 01 mei 1874 “onder voorbehoud van het overleggen van een bewijs van voortdurende ongesteldheid.” In de vergadering dd 24 juni 1873 staat een “Brief van R.T.Fenenga dispensatie verzoekende van de overlegging van het bewijs van voortdurende ongesteldheid op welk verzoek het bestuur afwijzend is beschikt.”. Continuering tot 01 mei 1875 “onder voorbehoud van het overleggen van een bewijs van voortdurende ongesteldheid.” Per 08 juni 1875 een continuering tot 01 mei 1876 . Idem per 09 mei 1876. Idem per 29 mei 1877 “onder voorbehoud van het overleggen van een attest van voortdurende ongesteldheid.” Verlenging tot 01 mei 1879 per 07 mei 1878. Verlenging tot 01 mei 1880 op 13 mei 1879. Verlenging tot 01 mei 1881 per 18 mei 1880. Idem per 10 mei 1881.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
389 1837-1848 kof Welvaart P.Pauw te Muiden
1849 kof Welvaart D.(moet zijn P.1)Pauw te Muiden
1850 schoner Johanna Bartha idem
1851-1853 schoner Johanna Bartha P.Pauw te Muiden
138 1854-1863 schoner Johanna Bartha idem
1864 geen opgave van schip en boekhouder
1865-1871 galjoot Zeehond P.H.Kaars Sijpestein te Krommenie
1872-1887 geen opgave van schip en boekhouder
Opm.: Van Sluijs vermeldt de "Welvaart" van 1833-1868 met als boekhouder P.Pauw uit Muiden
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
R.T.Fenenga Johanna Bartha 01 januari 1860 15 augustus 1860
Johanna Bartha 15 oktober 1860 23 november 1860
Johanna Bartha 25 februari 1861 30 juni 1861
Johanna Bartha 24 juli 1861 05 november 1861
Johanna Bartha 17 februari 1862 15 juni 1862
Johanna Bartha 18 juli 1862 07 februari 1863
Johanna Bartha 19 april 1863 23 juni 1863
Johanna Bartha 27 augustus 1863 05 december 1853
Zeehond 16 maart 1865 02 september 1865
Zeehond 27 september 1865 mei 1866
Zeehond 04 juni 1866 11 augustus 1866
Zeehond 15 september 1866 22 november 1866
Zeehond 27 maart 1867 geen melding
Zeehond 06 juli 1867 geen melding
Bouma025 vermeldt R.T.Fenenga als gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1850 van de kof “Welvaart”, gebouwd in 1833 te Muiden, 93 ton o.m., varend voor P.Pauw te Muiden;
* 1851 t/m 1864 van de 2/msch “Johanna Bartha”, gebouwd in 1851 te Muiden, 169 ton o.m., varend voor D.Pauw te Muiden. Het schip voer in 1865 voor Jeremias Meyjes Jz te Amsterdam en was herdoopt in “Pax”;
* 1865 t/m 1876 van de galjoot “Zeehond”, gebouwd in 1865 te Hoogezand, 190 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpesteyn te Krommenie.
Overige bijzonderheden
Van mevr. van der Spoel-Walvius te Bussum kreeg ik gegevens van de galjoot “Zeehond” varend onder kapitein R.T.Fenenga voor P.H.Kaars Sijpesteijn te Krommenie. De gegevens zijn ontleend aan de rubriek Zeetijdingen uit de Groninger Courant.
december 1867 Elseneur gepasseerd van Riga naar Amsterdam
23 december binnengekomen te Texel van Riga
26 december binnengekomen te Amsterdam van Riga
22 april 1868 in lading te New Castle voor Kroonstad
25 mei binnengekomen te Kroonstad van New Castle
06 juli 1868 vertrokken Kroonstad naar Amsterdam
18 juli Elseneur gepasseerd van Petersburg naar Amsterdam
26 juli binnengekomen Vlie van Petersburg
29 juli binnengekomen te Amsterdam vanPpetersburg
27 augustus vertrokken Amsterdam naar Koppehage
01 september vertrokken Vlie naar Koppehage
07 september binnengekomen te Koppehage van Amsterdam
11 oktober binnengekomen te Pillau (Faxoe)
08 november vertrokken Pilau naar Dublin
15 november de Sond gepasseerd naar Dublin met tarwe
22 november binnengekomen te Arendal van Koningsbergen naar Belfast
12 december binnengekomen bij Margate van Koningsbergen naar Dublin
15 december binnengekomen te Cowes van Koningsbergen naar Dublin
19 december vertrokken uit Cowes naar Dublin
22 december binnengekomen te Torbay van Koningsbergen naar Dublin
11 januari 1869 binnengekomen te Dublin van Pillau
31 januari vertrokken uit Dublin naar Liverpool
04 februari binnengekomen te Liverpool van Dublin
31 maart zeilklaar Liverpool naar Petersburg
06 april vertrokken uit Liverpool naar Petersburg
28 april Elseneur gepasseerd van Liverpool naar Petersburg
07 mei binnengekomen Kroonstad van Liverpool
15 juni vertrokken uit Petersburg
30 juni de Sond gepasseerd van Petersburg met haver
15 juli binnengekomen Gravesend van Petersburg
17 juli in lading Londen, Petersburg
07 augustus vertrokken Middlesbro naar Koningsbergen
12 augustus Elseneur gepasseerd van Middlesbro naar Petersburg
23 augustus binnengekomen te Kroonstad van Middlesbro
… oct. vertrokken Kroonstad naar Amsterdam
26 oktober Koppenhage ter reede geankerd van Petersburg naar Amsterdam
28 oktober Elseneur gepasseerd
30 oktober vertrokken uit Elseneur
12 november binnengekomen Vlie, Petersburg
15 november binnengekomen Amsterdam, Petersburg
uit de “N.R.C.”, vemroedelijk bedoeld de Rotterdamsche Courant
27 maart 1872 aangekomen te Ancona van Card.
09 mei vertrokken uit Ancona naar Hamburg
J.Teensma vermeldt in de Dorpsbode 41(15):1987. Bijdrage 50 dat de “Welvaart” tot april 1848 in lading ligt voor Stettin. (Zeetijding 04 april 1848).
Een Zeetijding dd 05 december 1859, eveneens gerefereerd door Teensma, meldt dat de “Johanna Bartha” in Triëst vanuit Amsterdam is aangekomen met schade aan zeilen en tuig vanwege zeer slechte weersomstandigheden. Het schip arriveerde aldaar tegelijk met de kapiteins G.S.Bakker op de “Maria” en R.M.A.Wielema op de “Meike Jacoba”
Familiegegevens en opleiding
Roelf Datema werd geboren op 09 oktober 1832 te Saaksum als zoon van de schipper Johannes Roelfs Datema en Johanna Johannes Hartman.
Roelf trouwde te Nieuwe Pekela op 25 maart 1858 als zeeman met Gerberdina Oldenburger, geboren op 29 juli 1837 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Egbert Hindriks Oldenburger en Jaappien Derks Kramer. Gerberdina overleed op 11 april 1909 te Rotterdam, 71 jaar.
In een huwelijksakte van zoon Johannes Datema op 12 juni 1902 worden beide ouders genoemd als zijnde zonder beroep en wonende te Rotterdam.
Geen overlijdenakte gevonden van Roelof Datema maar https://www.genealogieonline.nl/stamboom-cg-de-koning/I56.php meldt dat hij na 1896 loods/cafehouder was te Rotterdam en aldaar op 30 novamber 1909 is overleden, 77 jaar.
“Op 19 maart 1863 is bij mij, K.M.Brouwer, ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela, ingekomen een brief van Zijne Excellentie de Minister van Marine, geleidende een overlijdensakte, waaruit blijkt dat aan boord van het galjootschip “Gerberdina” op 25 sept. 1862 is overleen Johannes Datema, oud 10 maanden en 24 dagen, laatst gewoond hebbende te Nieuwe Pekela, zoon van Roelf Johannes Datema en Gerberdina Egberta Oldenburger, thuis horende te Nieuwe Pekela.115
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Roelf Datema als zeeman in 1858, 1859, 1867 en als schipper in 1860, 1861, 1862, 1863, 1865, 1870, 1873, 1875, 1877.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
R.J.Datema was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela met vlagnummer 18 in de periode 1862 t/m 1889.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt R.J.Datema als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1865 van de galjoot “Gerberdina”, gebouwd in 1860 te Pekela, 127 ton o.m., varend voor W.W.Pott te Pekela;
* 1873 t/m 1875 van het 3-mastschip “van der Palm”, gebouwd in 1847 te Schiedam, 496 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1876 van de galjoot “Zeeploeg”, gebouwd in 1859 te Sappemeer, 102 ton o.m., varend voor H.J.Plant te Schiedam;
* 1877 t/m 1878 van de bark “Willemina”, ex Afrikaan, ex Jacobus, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor H.J.Plant & Co te Schiedam;
* 1879 t/m 1883 op het 3-mast schip “Kortenaar”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 1020 ton o.m., varend voor H.J.Plant & Co te Schiedam. Het schip werd in 1883 bij Campèche lek op het strand gezet en verkocht;
* 1883 van de galjoot “Zeehond”, gebouwd in 1865 te Hoogezand, 190 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpesteyn te Krommenie. Het schip is in 1883 te IJmuiden op de havendam geraakt en als wrak verkocht;
* 1885 van de schoenerbrik “Bertha” ex Cito, ex Jeanne, ex Thomas Holcombe, gebouwd in 1856 te New York, 458 ton o.m., varend voor Engers Roelofs & Co te Schiedam;
* 1893 t/m 1896 van het schroefstoomschip “Doelwijk”, gebouwd in 1890 te Rotterdam, 876 ton n.m., varend voor Wm. Ruys & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1897 verkocht naar Bremen en herdoopt in “Hector”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
02 februar 1854, kof “Grietje”, schipper Christiaan K.Scholten, lichtmatroos Roelf Datema.
Overige bijzonderheden
Handelsblad: “ZEEHOND”, IJmuiden 14 Juli. Het Nederl. schip Zeehond, Kapt. Cupido (sic) naar de oostzee bestemd en zonder sleepboot naar zee willende gaan, stootte op het hoofd en bekwam averij is lek tusschen het Noorderhoofd en de Steenendam op strand gezet.
“Zeehond”. IJmuiden 14 juli. Het Nederl. schip zeehond, Kapt. Datema is totaal wrak”
“A’dam 17 Juli. Het wrak van het schip Zeehond, is te IJmuiden voor f 225 verkocht.”037.