1963-05-02: |
NvhN 02-05-1963: Rechtbank Groningen. Kustvaartmachinist ging „als een beest te keer”. Eis: 1½ jaar gevangenisstraf. (Van een onzer verslaggevers). Afdreiging van 5000 gulden van zijn kapitein die in de haven van Napels niet hem mee had gedaan aan sigarettensmokkel (12 kisten van elk 10.000 stuks voor 1800 dollar); oplichting door bedrog waarmee hij diezelfde kapitein van het m.s. Daniël uit Delfzijl een machtiging liet afgeven tot het beschikken over zijn bankrekening van f 34.000; bedreiging met zware mishandeling van de le stuurman van het m.s. Hydra in de haven van Presto (Denemarken), onder andere met een pistool; feitelijke mishandeling van diezelfde stuurman eveneens aan boord van genoemde coaster; diefstal van geld en het paspoort van de stuurman bij diezelfde gelegenheid; en tenslotte verduistering van het logboek, een aantal tapbouten en een verstuiversleutel. Dit waren de tenlasteleggingen waarvoor vanmorgen voor de Rechtbank te Groningen terecht stond de 25- jarige machinist Johannes M. te Grootegast (gedetineerd) tegen wie de Officier van Justitie, mr. J. Muntendam, een gevangenisstraf eiste van 1 jaar en 6 maanden met aftrek van voorarrest. „Wat vindt u nu van uzelf?", vroeg de president, mr. K. Th. Dorama, aan het eind van het openbaar onderzoek, waarin vijf getuigen optraden (onder wie de beide kustvaartkapiteins) en waarvoor op de publieke tribune grote belangstelling werd getoond. „Ik heb me beestachtig gedragen", zei de verdachte (een reus van een kerel ) eerlijk. „Het is in ieder geval goed, dat u dat zelf inziet", ging de president verder. „Ik heb nog nooit — hoort u: nog nooit! — meegemaakt dat iemand in zo korte tijd zoveel misdaden beging". De president maakte verdachte er op attent dat hij al tweemaal eerder is veroordeeld, eenmaal wegens een vechtpartij en eenmaal wegens mishandeling van zijn zuster en zijn moeder. De president: volgens het rapport bent u een zéér-zéér stevige drinker. Twee kisten van 24 flessen whisky per maand, dat is een en driekwart fles per dag. Verdachte verontschuldigde zich voor deze drankmisbruik door zich te beroepen op de sleur aan boord. Maar hij verzekerde de rechtbank dat hij graag een nieuw leven wil beginnen na het huwelijk met de getuige T. van Z. (de gewezen vrouw van de kapitein F. S. van de kustvaarder Daniël) en dat hij graag bereid is daartoe eerst een strenge drankkuur te ondergaan. Weer gaan varen? Dat leek hem niet ideaal, dan begint het leventje weer opnieuw. Zowel de Officier van Justitie als de raadsman, mr. Zuidema, wezen er met klem op, dat verdachte niet zó verschrikkelijk zou zijn opgetreden als hij wat flinkere kapiteins had gehad. Een en ander is sterk in de hand gewerkt door de toestanden aan boord en het slappe optreden van de leiding. Mr. Zuidema vestigde daarbij oogde aandacht op verdachtes superioriteitsgevoel. Uit het getuigenverhoor was toen reeds verschillende keren komen vast te staan, dat op beide genoemde schepen iedereen bang was voor de machinist. Zo begreep de president al helemaal niet hoe de kapitein F. S. van de Daniël zich had kunnen laten verleiden in Napels mee te spelen in die sigarettensmokkel. Het was toch onder zijn verantwoordelijkheid dat die 12 kisten mee de haven uitvoeren en later door een smokkeljacht, dat zijn schip was gevolgd, werd overgenomen. Door deze medeplichtigheid was hij natuurlijk al direct zijn gezag over de machinist M. kwijt. M. was in januari 1962 aan boord gekomen. Ook het feit dat M. in Napels een pistool kocht en mee aan boord nam, had do kapitein al niet goed mogen vinden. Al spoedig na het aan boord komen van de machinist ontstond een verhouding van deze met de mee varende vrouw van de kapitein. Eind maart ging de vrouw van boord met medeneming van een der beide kinderen. Zij reisde naar haar ouders in Grouw. M. deed zijn kapitein mededeling van de verhouding, maar zei dat hij wel zorgen zou dat de vrouw bij hem terug kwam. Daar is echter niets van gekomen. Van de smokkelgelden kreeg de kapitein — zo bleek later — aanmerkelijk minder dan waar hij „recht" op zou moeten hebben gehad. Vervolgens zou M. zijn kapitein 5000 gulden hebben afgedwongen als zwijggeld voor de smokkelaffaire. (M. ontkende dit). In Bastia (Corsica) verzon M. het verhaal dat de vrouw van de kapitein (die dus al in Grouw zat) een „kroeg" kon kopen en dat zij daarom die f 34.000 van de boerenleenbank wilde hebben. Als ze het niet kreeg, zou ze zelfmoord plegen met gas, aldus sommige getuigenverklaringen. („De naam van de vrouw is er nooit in genoemd en ik heb dus ook niet over zelfmoord gesproken", zei verdachte). De kapitein gaf echter de machtiging aan M. af om over het geld te beschikken. Hij heeft er echter nooit gebruik van gemaakt. Later bleek trouwens dat de kapitein nog vóór zijn vertrek de bank opdracht had gegeven aan niemand geld te geven. Op 9 augustus 1962 zijn de kapitein en zijn vrouw gescheiden. Ze kreeg daarbij 13.000 gulden, waarmee de schulden van M. werden betaald. Op het andere schip, de Hydra uit Groningen, monsterde de verdachte M. op 18 mei 1962. De kapitein A. V. dacht, dat de vrouw die M., mee aan boord nam, zijn eigen wettige vrouw was. In werkelijkheid was zij echter de gewezen vrouw van de kapitein van de Daniël en zij kwam binnen op het paspoort van de vrouw van verdachte uit Grootegast. M. gedrag zich volgens V. in het begin als een heer, maar wel bleek al spoedig dat iedereen aan boord bang voor M. was. Op 7 juli, toen de Hydra in de haven van het Deense Presto lag, werd de eerste stuurman in zijn eigen hut vreselijk afgetuigd door verdachte en de kok. Ook de vrouw die M. mee aan boord had genomen was erbij. De stuurman verklaarde later dat hij met een pistool was bedreigd, vervolgens met de kolf van het wapen tegen het hoofd geslagen en tenslotte door ieder der drie genoemde personen nog met de handen afgeranseld. De kapitein was op het lawaai afgekomen, maar had toen hij de deur open deed alleen maar gedacht: „'t Is allemaal weer jenevertje". De president verweet de kapitein dat hij de stuurman, die na hem toch de hoogste gezagdrager aan boord is, niet had geholpen, toen hij zag dat de man met gebogen hoofd in zijn bebloede handen over zijn bureautje gebogen zat. De raadsman toonde een groot aantal juridische onjuistheden aan, onder andere in de eerste tenlastelegging (de afdreiging van f 5000), die betrekkinghad op een klachtdelict. De Officier gaf toe, dat de klacht niet binnen de gestelde termijn was ingediend en vroeg op dit punt ontslag van rechtsvervolging. Uitspraak over 14 dagen.
De Volkskrant 03-05-1963: Eis tegen zeeman 1½ jaar voor reeks misdrijven. (Van onze correspondent) Groningen, 3 mei — De officier van justitie bij de Groninger rechtbank heeft anderhalf jaar gevangenisstraf met aftrek geëist tegen de 26-jarige coastermachinist J. M. uit Grootegast, wegens afdreiging, oplichting, bedreiging met geweld, mishandeling, diefstal en verduistering, gepleegd aan boord van de coasters „Daniël" en „Hydra". Aan boord van de Daniel begon M. een verhouding met de vrouw van de kapitein. De vrouw nam de vlucht naar haar ouders in Grouw. Toen de vrouw van boord was, kocht de verdachte in Napels een pistool van een bende sigarettensmokkelaars. Hij haalde de kapitein over om mee te doen met deze smokkelaars. Onder meer werden twaalf kisten van 1.000 stuks sigaretten naar het jacht gebracht. Later zette hij de kapitein onder druk en verkreeg op die manier 5.000 gulden van hem. Voorts eiste hij 34.000 gulden van de kapitein om een café te kunnen beginnen. Als hij het geld niet zou krijgen zou zijn vrouw zelfmoord plegen, zo zei hij tegen de kapitein. Hij kreeg een machtiging van de kapitein om het geld van de boerenleenbank te halen, maar de kapitein had tevoren de bank gewaarschuwd. Op 18 mei 1962 monsterde hij, te zamen met de vrouw van de kapitein, die doorging als zijn vrouw, aan boord van de Hydra. Hier kreeg de verdachte, toen het schip in Denemarken lag, ruzie met de eerste stuurman H. D. Offenberg. Hij mishandelde de stuurman, bestal hem voor 75 Deense kronen en bedreigde hem met het vuurwapen. Toen hij ontslag kreeg, verliet hij in Finland het schip met medeneming van 180 gulden. Het logboek en een aantal gereedschappen gooide hij over boord. |