Familiegegevens en opleiding
Jan Kappen Brouwer werd geboren/gedoopt te Nieuwe Pekela op 03/11 februari 1810 als zoon van de landgebruiker Arent Rengers (Brouwer) en Derkien H, Kappen.
Jan trouwde te Nieuwe Pekela op 22 januari 1840 als schipper met Jantje Derks de Grooth, geboren te Nieuwe Pekela op 08 januari 1816 als dochter van de schipper Derk Klaassens de Grooth en Antje Harms Smit. Jantje de Grooth overleed op 25 november 1893 te Nieuwe Pekela, 77 jaar, weduwe.
Geen overlijdensakte van Jan Kappen gevonden, maar gezien een huwelijksakte van een kind in 1870 toen al overleden.
Burgerlijke Stand Akten uit de provincie Groningen vermelden Jan Kappen Brouwer als schipper in 1840, 1842, 1844, 1847, 1849, 1851, 1854, 1857.
Lidmaatschap can zeemanscolleges
J.K.Brouwer was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 81 in de periode 1840 t/m 1851.
J.K.Brouwer was in 1844 secretaris van het naamloze colleg te Pekel-A.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.K.Brouwer als gezagvoerder gedurende:
-
1840 t/m 1849 van de kof “Arendina”, gebouwd in 1815 te Wildervank, 80 ton o.m., varend voor D.D.de Grooth te Pekela;
-
1858 t/m 1860 van de sch.kof “Aurora”, gebouwd in 1858 te Pekela, 160 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermeldt:
17 januari 1827, kof “Jacoba”, schipper Hindrik Roelfs Grimminga, scheepsjongen Jan Kappen Brouwer uit Nieuwe Pekela.
06 februari 1828, schip “Engelina Jantina”, kapitein Barteld Jacobs Wychers, kok Jan Kappen Brouwer.
23 maart 1846, kof “Aurora”, kapitein J.K.Brouwer.
05 juni 1855, kof “Aurora”, kapitein Jan Kappen Brouwer uit Nieuwe Pekela.
11 mei 1858, schoenerkof “Aurora”, kapitein Jan Kappen Brouwer, 48 jaar uit Nieuwe Pekela
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Gosse Jorts Smit, de oudere broer van kapitein Willem Jorts (zie aldaar) werd geboren op 12 juli 1825 te Terschelling. Hij huwde op 18 september 1851 met Frouwktje Jans Cupido, geboren 09 augustus 1829 te Terschelling en aldaar overleden op 21 juli 1904. Gossen Jorts Smit overleed eveneens te Terschelling op 04 oktober 1911. Hij was lid van het college “Zeemans Voorzorg” te Harlingen met nr. H-65.
“Gossen Jorts en Willem Jorts gingen al jong naar zee. De een was twaalf jaar, de ander dertien jaar, toen ze, vermoedelijk bij een Amsterdamse rederij, hun zeemansloopbaan begonnen....Toen de beide broers toevalligerwijze tijdens een strenge winter beiden met verlof konden, besloten ze om de reis van Amsterdam naar Terschelling te voet en op de schaats te doen. Het reisgeld werd op die manier bespaard. Omstreeks 1855 zien we beide broers bij de Harlinger rederij Fontein & Tjallingii, respectievelijk als stuurman en bootsman. In 1862 wordt Gossen Jorts aangesteld als kapitein op de schoenerkof “Aurora”, zijn broer Willem Jorts is dan stuurman. Ze varen meestal op de Middellandse Zee. Het schip is een snelle zeiler, de reders maken goede winsten met deze “Aurora”. Als in 1874 Gossen Jorts het bevel krijgt op de in 1861 aangekochte “Skandinavië, wordt Willem Jorts kapitein op de “Aurora”. Het gelukschip van Gossen wordt het pechschip voor Willem. Steeds heeft hij met tegenslagen te kampen. Na een zware storm wordt de “Aurora” in ontredderde toestand binnengesleept. Het schip wordt afgekeurd en op 28 februari 1877 verkocht aan reder(/kapitein) O.S.Parma te Midlum. (Blijkbaar heeft de “Aurora” toch weer gevaren, want we zien op 10 januari 1883 het schip opnieuw geveild voor ¦2251,- en gekocht door de reder Plant de Visser te Schiedam).” (zie ook bij O.S.Parma).
Kapitein Gossen Jorts Smit maakte met de “Skandinavië” reizen naar de Oostzeelanden. Zij eerste stuurman was Willem Koen, de latere kapitein/reder van de schoener “Zeemeeuw”(zie aldaar). “De vierde reis van de “Skandinavië” eindigt met stranding bij Colmar op de Zweedse kust, tijdens dikke mist op 11 november 1875. Vier schepen strandden vrijwel op dezelfde plaats. Alle opvarenden van deze vier schepen worden gered. Na een opkomende storm blijkt de “Skandinavië” niet meer te redden; het schip wordt totaal uiteengeslagen. In 1876 wordt kapitein Gossen Jorts Smit geplaatst op de schoenerbrik “Oostzeepacket”, ook van de reders Fontein & Tjallingii. Hij volgt kapitein B.A.Meinsma op en is blijkens de notities mede-eigenaar van dit schip. De “Oostzeepacket”, hoe kan het ook anders, vaart overwegend op de Oostzeelanden. We zien reizen naar Riga, Petersburg, Borga, Windau, Sundsvall en Hernösand al of niet via Engelse havens. Tussen deze reizen staat de “Oostzeepacket” een aantal keren vermeld onder “Reizen op Avontuur”. Als de “Ooszeepacket” op 4 oktober 1887 op weg van Harlingen naar Sundsvall, door een zware storm op de Noordzee wordt onttakeld, is afkeuring het gevolg en wordt het schip in Lowestoft verkocht”.
In 1887 vestigt G.J.Smit zich op Terschelling. Deze kapitein was een zeer gezien persoon, die zich vele vrienden maakte. Tijdens zijn vaartijd was het binnenkomen van zijn schip in Harlingen gauw genoeg bij de jeugd bekend. Kapitein Smit had altijd wat voor de kinderen bij zich in de vorm van snoep of iets dergelijks en hij werd in Harlingen dan ook vaak door een grote kinderschare gevolgd. bekend is ook, dat hij een zeer godsdienstig man was en wanneer nodig de plaatselijke dominee verving tijdens een preekbeurt in de kerk. In tegenstelling tot zijn broer genoot hij een goede gezondheid. Hij overleed op 4 oktober 1911: 86 jaar oud. Hij ligt begraven op het kerkhof in Midsland (was oorspronkelijk Hoorne, maar is verplaatst naar Midsland). Op zijn grafsteen is een scheepje uitgebeiteld (met een rood-wit-blauw ingekleurd vlaggetje). Als we dit scheepje vergelijken met de afbeelding van zijn brik “Skandinavië” dan ligt de conclusie voor de hand dat deze brik op het monument is bedoeld.” (Foto’s opgenomen van Gosse Jans Smit, zijn grafsteen te Terschelling, en de schepen “Aurora” en “Skandinavië”. Bronnen voor de vermelde bijzonderheden worden niet genoemd).
Gossen Jorts Smit voer dus op de volgende schepen:
1862-1873 eerste stuurman op de schoenerkof “Aurora”, gebouwd in 1858 te Oude Pekela, 158 ton, voor rederij Fontein & Tjallingii te Harlingen. De “Aurora” werd in 1877 verkocht (aan kapitein/reder O.S.Parma. Zie aldaar).
1874-1875 kapitein op de brik “Skandinavië”, gebouwd in 1854 op een Noorse werf als “Drawa”, 130 last (=297 ton). In 1861 aangekocht door Fontein & Tjallingii te Harlingen.
“De eerste reis, vertrek 26 augustus 1874 naar de Oostzee: een tweede reis naar Zweden, 19 februari 1875 van Harlingen via new Castle naar Drontheim en op haar vierde reis, terugkomend met graan van Zuid-Amerika op 11 november 1875 bij Colmar gestrand en totaal wrak”. (Tijdens deze reis was de eerste stuurman de latere kapitein Willem Koen. Zie aldaar)
1876-1887 kapitein op de “Oostzeepacket” (ex “Josephine”), 237 ton, voor rederij Fontein & Tjallingii te Harlingen. Kapitein Smit was opvolger van kapitein B.A.Meinsma en mede-eigenaar van deze schoenerbrik.
“Uitgezonderd een reis op 22 maart 1876 (vertrek van Harlingen naar Zuid-Amerika), vaart de Oostzeepacket met de regelmaat van de klok op de diverse Oostzeehavens. We zien reizen naar Riga, Petersburg, Borga (Finland), Windau, Sundsvall en Hernösand al of niet via Engelese havens. Tussen deze reizen door zien we diverse Oostzeereizen z.g. “Op avontuur”.
“Op 4 oktober 1887 op weg van Harlingen naar Sundsvall tijdens zware storm totaal onttakeld, afgekeurd en te Lowenstoft verkocht”010-p.72/77.(ook gegevens ontleend aan een artikel in Cornelis Douwes". Orgaan van de Vereniging van Oud-Leerlingen der Zeevaartschool Terschelling: nr.26, p,489-490, 1969.
In juni 2009 foto gemaakt van de grafsteen op de begraafplaats van Midlum. (S.Parma)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.J.Smit werd per 11 juli 1860 met vlagnummer 65 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Aurora”, boekhouders Zeilmaker & Co. Verder geen bijzonderheden vermeld028-fol.086.
Hij was met vlagnummer 65 lid van het College in de periode 1860-1887034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
65 1860-1873 sch.kof Aurora Fontein & Tjallingii, Harlingen
1874 brik Skandinavië Fontein & Tjallingii, Harlingen
1875 brik Skandinavië (ex Drawa) S.Fontein Fz, Harlingen
bij Kalmar gestrand
1876-1886 sch. Oostzee Packet (ex Josephine) Fontein & Tjallingii, Harlingen
met zware schade Lowestoft binnengesleept en verkocht
G.J.Smit was van 1873-1875 kapitein op de houten brik “Skandinavië” (ex-Drawa), gebouwd in 1854 in Noorwegen, 247 ton, varende voor reder S.Fontein Fz te Harlingen. Het schip strandde in 1874 bij Kalmar, Zweden052.
Bouma025 vermeldt G.J.Smit als gezagvoerder gedurende:
* 1862 t/m 1874 van de sch.kof “Aurora”, gebouwd in 1858 te Pekela, 160 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen;
* 1874 t/m 1875 van de brik “Scandinavië” ex Drava, gebouwd in 1854, bouwplaats niet vermeld, 247 ton o.m., varend voor S.Fontein Fz te Harlingen. Het schip is in 1875 bij Kalmar gestrand;
* 1877 van de schbrik “Oostzee Packet”, gebouwd in 1865, bouwlocatie niet vermeld, 212 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen. In de Ierse zee in een NO storm lek geraakt en in Dundrumbay aan de grond gezet;
* 1877 t/m 1887 van de 2/msch “Oostzee Packet” ex Josephine, gebouwd in 1861 te Truro, N.S., 247 ton o.m., varend voor Fontein & Tjallingii te Harlingen. Het schip werd in 1887 met zware schade Lowenstoft binnengesleept en verkocht.
Sweijs neemt voorgaande schepen (ten onrechte) tezamen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant dd 21 november 1874 staat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht096:
Uitgegaan:
“Croonstad 14 Nov. Aurora, G.J.Smit, Kopenhagen.”
Binnengekomen:
“Harlingen 20 Nov. Skandinavie G.J.Smit, Sandarne.”
Familiegegevens en opleiding
Douwe Zwaal werd geboren te Harlingen op 17 september 1837 als zoon van Willem Lolkes Zwaal en Hiltje van Slooten.
Douwe Zwaal huwde te Harlingen op 30 november 1871 met Klaaske de Roos, geboren op 23 januari 1837 te Harlingen als dochter van Cornelis de Roos en Grietje Klaases Bleeker. Klaasje overleed te Amsterdam op 15 mei 1929 om 12 uur, 92 jaar.
Douwe overleed te Amsterdam op 12 november 1889namiddags 11 uur in het Buitengasthuis als zeeman. Hij woonde in de Egelantierstraat 153, Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Douwe Zwaal werd per 01 januari 1873 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij was toen stuurman op de bark “Nicolaas”. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Klaaske de Roos, geboren 23 januari 1837 te Harlingen. Douwe werd in 1879 overgeschreven naar de eerste klasse029-fol.046
D.W.Zwaal werd per mei 1879 met vlagnummer H6 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij werd overgeschreven uit de 2de klassse fo. 46. Zij schip was toen de “Aurora”, eigenaar O.S.Parma te Midlum. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Klaasje de Roos.
Douwe Zwaal was met vlagnummer H6 lid van “Zeemansvoorzorg in de periode 1879-1883 en 1885-1889. In 1884 voerde hij nummer H20034
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
De weduwe Zwaal-de Roos had recht op een uitkering uit het fonds van f 1350,- uit te betalen in 18 halfjaarlijkse termijnen. Toegevoegd is de opmerking: “Het lid is op de laatste reis verminkt geraakt, zoodat hij, volgens geneeskundige verklaring bij de Directie ingeleverd niet in staat was zijne betrekking als zeeman uit te oefenen. Echter is door hem geen gebruik gemaakt van het recht bij art. 20 bepaald. – In 1890 heeft de Alg.Verg. alsnog besloten haar f 200,- extra uit te keren. (het is niet duidelijk wanneer deze verminking is opgetreden) 028-fol.161 Er is toegevoegd dat D.W.Zwaal het vlagnummer 20 voerde. Dit was daarvoor het vlagnummer van de eigenaar van de “Aurora”, zijnde O.S.Parma. In Sweijs021 is dit niet terug te vinden.)
Het Register van Uitgaande Stukken van het College bevat een brief dd 20 oktober 1884 gericht aan D.Zwaal Groote Koningsstraat 29 Amsterdam met de mededeling dat hij lid kan blijven mits hij zijn contributie betaald.033
Hetzelfde Register bevat een brief dd 23 mei 1887 aan K.Zwaal-de Roos te Amsterdam als antwoord op een aanvraag om finantiële steun. Op 07 februari 1888 verzendt het College een brief aan de Vereeniging Liefdadigheid naar Vermogen te Amsterdam met de vraag of mevr. K.Zwaal- de Roos, Commelinstraat 7bov te Amsterdam een ondersteuning kan krijgen “daar haar man als zeeman een ongeluk heeft gekregen en ongeschikt is om iets te verdienen”033
De schepen van de kapitein
lid van het zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”te Harlingen:
vlag periode type scheepsnaam boekhouder/reder
H20/H6 1879-1882 sch.kof Aurora O.S.Parma te Midlum
Bouma025 vermeldt D.W.Zwaal als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1860 van de schoenerkof “Aurora”, gebouwd in 1858 te Pekela, 160 ton o.m., varend voor O.S.Parma te Midlum.
Overige bijzonderheden
Handelsblad 11 en 14 november 1882
“Harlingen 10 november 1882. Aangaande het schip “AURORA”, kapitein Zwaal, 20 augustus van Archangel vertrokken beladen met pek en teer en bestemd voor Amsterdam, wegens gebrek aan drinkwater met verlies van deklast te Bergen binnengelopen, vanwege den 5 october j.l. de reis weder werd aanvaard, heeft met sedert dien tijd geen bericht ontvangen,”
en
“IJmuiden 14 november 1882. Gisteravond kwam hier binnen en voer op naar Amsterdam de schoenerkof “AURORA”, kapitein Zwaal, waarvan de reis zoo buitengewoon lang duurde, naar hier, dat ieder het schip verloren waande; het verhaal van de reis is dan ook belangwekkend. Op 5 october van Bergen vertrokken, waar het schip voor noodhaven was binnengeloopen, had de AURORA storm uit allerlei richtingen, die het vaartuig her en derwaarts over de Noordzeee slingerde, de proviand raakte natuurlijk ten laatste uitgeput, aan binnenloopen ergens viel niet te denken. Sedert dagen waren erwten het eenige voedsel geweest, terwijl van zoet water zulks groot gebrek begon te komen, dat men, om zich te wasschen niets had, maar ook in het drinken zich moest beperken, dagen waren voorbijgegaan, dat de vrouw en het kind van den kapitein de kooi niet uit kwamen. Aan deze afmattende toestand kwam gelukkig gisteren voor de bemanning een einde.”038