Familiegegevens en opleiding
Leendert Buizertsz van der Plas werd geboren op 18 juli 1823 te Katwijk aan Zee als zoon van Buysert Leendertsz van der Plas en Trijntje Dirksd Verdoes.
Hij trouwde in 1846 met Leuntje Teunisd van Duijvenbooden, in 1851 met Petronella Meerburg, in 1859 voor de derde maal met Pieternella Albertsd Pronk en in 1882 voor de vierde maal met Dirkje Cornelisd Ouwehand
Hij overleed op 09 april 1898. “Bekend is dat hij 1849-1856 ingeschreven staat als gezagvoerder op de Nederland en Oranje en 1858-1863 als kapitein op de bark Vrede, beide van de rederij Boissevain en Co. In de B.S.Katwijk van 1859 vermeld als kapitein van de bark Vrede”.
Hij voer de kapiteinsvlaggen van het Amsterdamse college Zeemanshoop met de nrs 798 en 411.
“In het Katwijks Museum bevindt zich een aquarel van J.Spin uit 1839 waarop de bark (Vrede) is afgebeeld met o.a. een kapiteinsvlag met het nr 411”. Er is een kleurenafbeelding in de publicatie opgenomen054-133.
Foto (nr.59) beschikbaar van kapitein L.van der Plas047. Ook in van der Plas en Meijles054.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.van der Plas werd met vlagnummer 798 effectief lid van Zeemanshoop per 17 juli 1849 op voordracht van R.Tjebbes. Zijn schip was de Jan Pieterszoon Koen. Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was van der Plas 25 jaar. De leeftijd van zijn vrouw is niet vermeld. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1849002a.
L.van der Plas was gehuwd met R.H.Borchers002a.Dit is niet in overeenstemming met de opgaven van van der Plas c.s. - zie hierna.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 10/17 juli 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Leendert van der Plas, oud 25 jaar, voerend de bark “Jan Pieterszoon Koen”, op voordracht van kapitein R.Tjebbes.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
798 1849-1850 bark Jan Pieterszoon Koen Boissevain & Co
1851-1853 bark Nederland en Oranje idem
411 1854-1856 bark Nederland en Oranje idem
1857-1863 bark Vrede idem
1864 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
- van der Plas Vrede 08 maart 1861 22 mei 1862
Bouma025 vermeldt L.van der Plas als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1851 op de bark “Jan Pieterszoon Coen”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 563 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
* 1852 t/m 1857 van de bark “Nederland en Oranje”, gebouwd in 1851 te Amsterdam, 604 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
* 1858 t/m 1862 van de bark “Vrede”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 755 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In het Katwijks Museum in Katwijk aan Zee hangt een schilderdij door Spin van de bark “Vrede”met als gezagvoerder L.van der Plas. Het schip voert de Zeemanshoopvlag met nummer 411 en de rederijvlag B & Co. Op de achtergrond is een ander schip afgebeeld met de vlag van het Rotterdams College “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” en nummer R261.zijnde dat van kapitein T.van Rossen Waarom dit schip met deze kapitein is afgebeeld is me niet duidelijk. Het schip is ook afgebeeld in van der Plas en Meyles054.
Het museum heeft voorts in depot een schilderij dd.1854 van de bark “Nederland en Oranje”. Het schip draagt geen nummervlag, maar volgens de suppoost van het Museum zou het om kapitein Rosier gaan. Op de achtergrond is een afbeelding van een tweede schip met de Amsterdamse nummervlag 411, zijnde die van kapitein L.van der Plas. Volgens Bouma025 was van 1852-1858 L.van der Plas de gezagvoerder van dit schip en van 1858-1866 kapitein P.C.Rosier. Gezien het jaartal 1854 denk ik dat beide afbeeldingen van de “Nederland en Oranje” zijn onder kapitein L.van der Plas.
In ´Spiegel der Zeilvaart”, 1997/5, p. 24 staat een bericht van K.Suyk Jr. onder de titel: Flessenpost van zomaar een schip met de volgende tekst:(het artikel bevat een zwart-wit afbeelding van het schip zoals aanwezig in het Katwijks Museum)
“De bark “Nederland & Oranje”, groot 319 lasten of 604 tonnen, werd op 14 september 1850 op stapel gezet door de bouwmeester J.Boelen en Zonen te Amsterdam op de scheepswerf “De Haan, Groote Bikkerstraat te Amsterdam voor de reder Boissevain & Co. te Amsterdam. Het schip werd met goed gevolg te water gelaten op 12 september 1851.
De bark “Nederland & Oranje” voer van 1852 t/m 1873 voor de reder Boissevain & Co te Amsterdam onder de gezagvoerders:
Kapt. L. van der Plas (A411) van 1852 t/m 1857;
Kapt. P.C.Rosier (A487) van 1858 t/m 1865;
Kapt. P.Haasnoot van 1866 t/m 1873.
Op 20 mei 1873 werd dit schip geveild te Amsterdam en voor ƒ 29.900,- opgehouden. Later werd de bark uit de hand verkocht voor ƒ 26.000,- aan de reder P.A. van der Drift te Alkmaar. Het schip behield zijn naam en werd gevoerd door Kapt. H.S. de Jong. Op 2 maart 1874 vertrok het schip onder Kapt. H.S. de Jong uit Texel naar St. John (New Brunswick) en er is sindsdien niets meer van vernomen.
Zie ook bij H.S.de Jong
Familiegegevens en opleiding
Dirk Pieters. van Duijvenbooden werd geboren te Katwijk op 20 april 1830 als zoon van Pieter Teunisz. van Duijvenbooden en Antje Dirksd. Langeveld.
Hij trouwde te Leidenop 02 september 1857 met Adriana Willemsd. den Houter, geboren op 02 november 1838 te Leiden als dochter van Willem den Houter en Adriana Langeveld.
Het echtpaar kreeg 13 kinderen.
Adriana overleed op 13 mei 1895 te Katwijk aan Zee, 56 jaar
Dirk overleed op 11 januari 1909 te Katwijk aan Zee, 78 jaar
Zie: http://www.langelaer.nl/van-duyvenbooden/kwartierstaat-a.m.van-duyvenbooden
Uit: Gens Nostra jg 69 nr. 9, p. 381, 2014
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.van Duyvenbooden werd met vlagnummer 634 effectief lid van Zeemanshoop per 12 juni 1855 op voorspraak van kapitein P.Bakker. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "A.R.Falck"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 05/12 juni 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Dirk van Duijvenbooden, oud 25 jaar, voerend de bark “A.R.Falck”, voor rekening van Boissevain & Co te Amsterdam, afkomstig uit Katwijk, op voordracht van kapitein P.Bakker.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 september 1860 wordt mededeling gedaan van een brief van kapitein D. van Duyvenboode “wegens ondiepte in de Japansche Zee.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
634 1855-1860 bark A.R.Falck Boissevain en Co te Amsterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
-
van Duyvenbooden A.R.Falck 20 oktober 1860 28 september 1861
Bouma025 vermeldt D.van Duyvenbode/Duivenboden als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1864 op de bark “A.R.Falck”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 651 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
* 1865 t/m 1867 op de bark “Vrede”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 755 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
geen vermelding bij een schip met de naam “Azia”. ”Äzië” komt niet bij Bouma voor.
* geen vermelding bij een schip met de naam “Louisa” of een schip Louisa/Louise met een tweede naam, zoals Louisa Barbara.
Hij was gezagvoerder van 1856-1864 op de A(nton) R(einhard) Falck en van 1865-1867 van de bark Vrede. Later nog op de bark Azië en in 1874 op de Louise. 054-029.
Overige bijzonderheden
In het GAA(491-227) is aanwezig een kopie van het:
"Manifest der Goederen geladen in het Schip "Vrede" Kapitein D.van Duyvenbooden bestemd naar Batavia en Sourabaija”
Het document is een laadlijst van 8½ pagina op A4-formaat van goederen geadministreerd in Batavia, Soerabaja en Nieuwediep. De ondertekening is “Amsterdam 30 aug. 1864 (was get.) Hoijmans & Schuurman, Amsterdam cargadoors”.
Een paar voorbeelden van laadgegevens:
“Van H.G.Th.Crone
1 kist No 222
4 kisten No 79 a 82
Aan F.Göring Utrechtsche Apotheek f 6,00 “
en
“Van Wijnand Fockink
3 kisten No 1:3 Met Cert.
Aan S.R. van Kleeff & Co f 4,00 “
Op 13 april 1859 vertrok van de rede van Texel de bark "A.R.Falck" van Boissevain & Co onder kapitein D.van Duivenbode en arriveerde op 10 augustus te Batavia na een reis van 108 dagen026(38/049).
D.van Duivenbode vertrok per 19 oktober 1860 vanuit Nieuwediep met 1 landmachtofficiere met de “A.R.Falck”. De aankomstdatum te Batavia werd niet vermeld065.
Familiegegevens en opleiding
Dirk Buizertsz van der Plas werd geboren te Katwijk op 28 augustus 1835 als zoon van Buysert Leendertsz van der Plas en Trijntje Dirksd. Verdoes.
Hij trouwde te Katwijk in 1862 met Neeltje Klaasd. Haasnoot en in 1884 met Lijdia Klaasd. Haasnoot.
Hij overleed ter plaatse op 15 september 1908. 054-131
Foto (nr.60) beschikbaar van kapitein D.van der Plas047.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 23 april 1972 staat vermeld de mededeling dat Boissevain & Co te Amsterdam, namens de assuradeuren op het schip “Vrede” (kap. D. van der Plas), een bedrag van f 11,42 inzake een averijzaak restitueren aan “Zeemanshoop”. Ook van de Nederlandsche Handel Maatschappij wordt i.v.m. dezelfde zaak een bedrag van f 8,39 ontvangen.023.
De schepen van de kapitein
Hij was van 1863-1864 kapitein op de bark Vrede en in 1867-1868 op de bark A.R.Falck. In het Notarieel Archief van Katwijk van 1878 is hij vermeld als oud-koopvaardij-kapitein. Het artikel bevat een foto van Dirk Buizertsz van der Plas054-131.
Bouma025 vermeldt D.van der Plas als gezagvoerder gedurende:
* 1863 t/m 1864 van de bark “Vrede”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 755 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.. Bouma voegt aan de naam toe “qq”, kennelijk een waarneming van het gezag tijdens ongesteldheid van de vorige kapitein L.B. van der Plas;
* 1869 t/m 1871 op de bark “Vrede”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 755 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1871 verkocht naar Noorwegen.
Bouma vermeldt geen D.van der Plas in de periode 1863-1864, zoals hiervoor054 vermeld, maar wèl in de periode 1858-1865 een L.van der Plas op hetzefde schip. Er is geen van der Plas kapitein op alle andere, door Bouma genoemde, schepen met de naam “Vrede”.
* 1865-1869 op de bark “A.R.Falck”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 651 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Huyser van Reenen als gezagvoerder gedurende:
* 1864 t/m 1866 van de bark “Acadia”, gebouwd in 1857 te St.John, Nova Scotia, 702 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;
NRC 04 mei 1864
Amsterdam, 4 mei. Aangaande het schip ACADIA, kapt. C. Huyser van Reenen, van Liverpool naar Boston, met schade te New-York binnengelopen, wordt van daar gemeld, dat het bijna de gehele reis voortdurend hevige orkanen en stormen had doorgestaan. Door hevige stortzeeën was de kajuit vol water gelopen en had men de pompen voortdurend moeten doen gaan. Het roer was gebroken, verschansingen, zeilen en rondhouten waren verloren gegaan, zodat kapt. Huyser van Reenen volgens daartoe bevoegde personen grote lof verdiend voor het binnenbrengen van het schip in dien staat waarin het verkeerde.
* 1868 van de bark “Vrede”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 755 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.;
* 1870 van het 3/mschip “Jan Pieterszoon Coen” ex Anthonie van Hoboken, gebouwd in 1861 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
C.Huijser van Reenen vervoerde per 30 april 1869 van Nieuwediep met de “Jan.P.Koen” 1 landmachtofficier naar Indië en arriveerde te Batavia op 17 augustus 1869 na een reis van 99 dagen065.
In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van de vereeniging van Assuradeuren en wel de heren Th. Schut en C.Huijser van Reenen.
In het tijdschrift “De Zee” Jg.1894, p.471 staat een vonnis van de Raad van Tucht voor de Koopvaardij inzake een ongeval met het ss. Castor” onder kapitein J.R.Visser. Als commissielid wordt genoemd C.Huyser van Reenen.
|