Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.C.Deurholt was met vlagnummer R194 in de periode 1853 t/m 1863 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij in 1863 is overleden058.
In het Jaarverslag 1864 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat de weduwe van B.C.Deurholt in 1864 is hertrouwd en dus geen uitkering van de Maatschappij ontving058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat dat kapiteinB.C.Deurholt met vlagnummer R194 als gezagvoerder in de ledenlijsten van-58:
* 1853 van debark “Louiza Jacoba Johanna” 297 last M.Schloss & Co te Rotterdam
* 1858, 1859, 1862 van de bark “Allegonda Jacoba” 370 last M.Schloss & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt B.O.Deurholst (moet zijn B.C.Deurholt) als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 van de bark “Louisa Jacoba Johanna”, gebouwd in 1853 te Capelle aan de IJssel, 530 ton o.nm., varend voor Schloss & Co te Rotterdam;
Bouma025 vermeldt B.C.Deurholt als gezagvoerder van/in:
* 1858 t/m 1863 van de bark “Allegonda Jacoba”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 698 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Douwe Jans Swart werd geboren op Terschelling op 31 januari 1835. Hij woonde te Terschelling en in Rotterdam o.a. aan de Waschbleeklaan Wijk 15 nr. 53. Hij was gehuwd met Anna Elisabeth Voller005
Hij behaalde op 25 oktober 1862 het diploma 1e stuurman voor de Atlantische vaart.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.J.Swart was met vlagnummer R58 in de periode 1862 t/m 1880 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar conform art. 37 van het Reglement uit de Maatschappij is gezet, hetgeen betekende dat hij niet aan zijn financiële verplichtingen had voldaan. Hetzelfde reglementsartikel stelt, dat de maatregel ongedaan wordt gemaakt, als men binnen een bepaalde periode alsnog zijn schulden aanzuiverde. Dit is in dit geval kennelijk gebeurd, daar hij ook nog nà 1867 als lid is vermeld (zie ook hierna de opgaven in de beschikbare Jaarverslagen).
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein D.J.Swart met vlagnummer R58 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1862 brik “Afrika” 140 last voor Kerdijk & Pincoffs te Rotterdam
* 1863 t/m 1866 bark “Allegonda Jacoba” 370 last voor Schloss & Co te Rotterdam
* 1867 het nummer is blanco gelaten, dus geen kapitein vermeld
* 1874, 1877, 1878 wèl D.J.Swart bij het vlagnummer maar geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt D.J.Swart als gezagvoerder gedurende:
* 1863 van de brik “Afrika”, gebouwd in 1862, bouwlocatie niet vermeld, 257 ton o.m., varend voor Kerdijk & Pincoffs te Rotterdam;
* 1864 t/m 1867 van de bark “Allegonda Jacoba”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 698 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In de monsterrol nr. 1454 dd. 20 juni 1850 in het Gemeentearchief van Dordrecht staat D.Swart (15 jaar ) als ligtmatroos op het fregat “Generaal Baron van Geen” onder kapitein Gerrit Rotgans voor een reis naar Batavia064 (het is de vraag of het hier om Douwe Jans Swart gaat).
Zeeuwsche Zierikzeesche Courant 02 januari 1864
Uitgezeild van Brouwershaven op 31 december 1863 de Ällegona Jacoba”, kapitein D.J.Swart, bestemming Batavia.
Familiegegevens en opleiding
Teunis Mammes werd geboren te Rotterdam op 29 september 1822 als zoon van de schippersknecht Harmen Mammes en Adriana van der Maas.
Hij trouwde op 29 juni 1853 te Rotterdam met Wilhelmina Johanna de Blij.
Teunis bracht zijn leven in Rotterdam door. In 1860 woonde hij aan de Schotsedijk (Wijk 3 nr.97), in 1862 aan de Zwijnenstraat (Wijk 3 nr. 330), in 1863 aan de Leuvenhaven, in 1866 in de Herderstraat en tenslotte in de Brakelstraat (Wijk 15 nr. 3) alwaar hij op 27 januari 1876 overleed. Hij liet geen onroerende goederen na. Of hij nog verder vermogen naliet is niet bekend005.
Zie voor gedetailleerde gegevens, inclusief de reisschema’s met de gevoerde lading, het oorspronkelijke typoscript van Rimkus005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Mammes was met vlagnummer R83 in de periode 1855 tot aan zijn dood in 1876 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
T.Mammes was in 1866 en 1874-1875 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Tijdens zijn huwelijk was Teunis Mammeshij stuurman en in 1855 kreeg hij een aanstelling als kapitein op de bark “Ceres” van Vlierboom & Zn te Rotterdam. Hij wisselde in 1860 naar de “Doggersbank, in 1863 naar de “Nova Zembla, in 1867 naar de “Allegonda Jacoba” en in 1871 naar de “Leopold, Graaf van Limburg Stirum”. Mogelijk heeft hij in 1864 nog even het commando gehad op de “Remigius Adolphinus”, maar dit schip werd te Kaap de Goede Hoop afgekeurd.
Teunis voer vooral op Oost-Indië. maar een enkele keer ook op plaatsen elders. Zo deed hij in 1862 met een lading kolen Rangoon aan, en in 1865/66 Hong-Kong. Hij was met vlagnummer R83 lid van het Rotterdamse zeemanscollege.
Zie voor gedetailleerde gegevens, inclusief de reisschema’s met de gevoerde lading, het oorspronkelijke typoscript van Rimkus005
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum) staat kapitein T.Mammes met vlagnummer R83 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855, 1858, 1859 bark “Ceres” 184 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
* 1862 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1863 t/m 1865 “Nova Zembla” 383 last varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam
* 1866 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1867 “Allegonda Jacoba” 370 last varend voor C. Schloss & Co te Rotterdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt T.Mammes als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1860 op de bark “Ceres”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 356 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;
* 1861 t/m 1862 op het fregat “Doggersbank”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 695 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zn te Rotterdam;
* 1864 op het fregat “Remigius Adolphus”(sic) ex Admiraal van Kinsbergen, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 750 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam. “Afgekeurd in averij te Kaap de Goede Hoop”;
Bouma doet deze melding onder de naam F. Mammes. In Zeetijdingen van 25 november 1865 wordt dit schip vermeld met als kapitein D.F.Browning, die in Bouma met D.Forbes Browning als voorgaande kapitein is vermeld. Zeetijdingen vermeldt voorts: “Afgek. in avarij aan de K.d.G.H.”.
* 1864 t/m 1866 op het fregat “Nova Zembla”, gebouwd in 1844 te Rotterdam, 723 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam.
Zeetijdingen 16 augustus 1866. Kapitein T.Mammes: “Gestr. en wrak bij Brouwershaven wrak verkocht voor ƒ8000,- “;
* 1868 t/m 1871 op de bark “Allegonda Jacoba”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 698 ton o.m., varend voor Schloss & Co te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor J.Vriezendorp & Zn te Dordrecht en werd herdoopt in “Henriëtte Suzanne”;
* 1872 t/m 1874 op de bark “Leopold, Graaf van Limburg Stirum”, gebouwd in 1865 te Lekkerkerk, 756 ton o.m., varend voor Hartog & Glazener te Rotterdam. Het schip werd in 1875 verkocht aan F.P.R.Victor te Rotterdam en herdoopt in “Jeannette Marianne Louise”;
Overige bijzonderheden
De bark “Leopold Graaf van Limburg Stirum” onder kapitein T.Mammesvertrok op 03 september 1872 van Vlissingen en arriveerde, via Kaap Hoorn, op 26 februari 1873 te Callao. Het vertrok op 10 maart naar de Guanape eilanden in Peru en voer vervolgens weer via Callao naar Duinkerken, aankomst 08 januari 1874.121
Zierikzeesche Courant 02 april 1864
Te Brouwershaven is gearriveerd op 29 maart 1864 de “Nova Zembla”, kapt. T.Mammes, komend van Batavia en met bestemming Rotterdam. Aan boord waren 3 gepasporteerde militairen.
Familiegegevens en opleiding
Daniel Bakker werd geboren te Hoogkerk/Groningen (of Veendam?) op 14 juli 1822 als zoon van Folkert Jansz Bakker, overleden op 21 augustus 1849 te Groningen, en Grietje Derks Stel, overleden september 1835 te Hoogkerk.
Hij trouwde op 09 april 1850 te Dordrecht met Ida Woutrina van Leer, winkelierster, geboren in 1822 (of 1821?) te Dordrecht als dochter van Bastiaan J.van Leer en Anna C.Nodelijk, bakster te Dordrecht. In 1873 woont hij in de Prinsenstraat D 130 te Dordrecht.
NRC 22 februari 1873.
Hij werd op 23 november 1865 met nummer 479 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Daniël Bakker wonend te Dordrecht was lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 32 in de periode 25 augustus 1864 t/m zijn overlijden in februari 1873.111 en 064.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt D.Bakker als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1872 van de brik “Marie Coralie” ex Hieronima Frederika, ex Activo, gebouwd in 1845 te Nieuwendam, 194 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht;
* 1872 t/m 1873 van de bark “Henriëtte Suzanna (2)” ex Allegonda Jacoba, gebouwd in Krimpen a/d IJssel, 698 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Van Blokland-Visser 064 vermeldt de volgende bijzonderheden:
MRD = Monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
Per 06 juli 1846 is Daniel Bakker, 24 jaar, afkomstig uit Groningen, en met een gage van f 25,- per maand 3e stuurman op het fregat “Generaal Baron van Geen” onder kapitein Bartel Pieter van Wijland voor een reis naar Batavia.
Hij monsterde als 1ste stuurman (MRD 1442) op 15 maart 1850, oud 27 jaar en met een gage van f 65,- per maand op het fregat “Delta” onder kapitein Govert Crans voor een reis naar Australië.
Per 14 februari 1852 is hij 1e stuurman met een gage van f 70,- per maand, op het fregat “Broedertrouw” onder gezag van kapitein Anne Johan Bastiaan Hordijk voor een reis naar Hongkong/Batavia.
Op 29 september 1864 (MRD nr 2105) is hij kapitein op de brik “Marie Coralie”, en vertrekt met 9 man naar Christianstad.
Op 20 juli 1868 vertrekt hij als gezagvoerder van de brik “Marie Coralie”.064
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.A.v/d Heuvel als gezagvoerder gedurende:
* 1873 van de schkof “Mathilda” ex Concordia, ex Maracaibo, ex Libau, gebouwd in 1839 te Joure, 165 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht;
* 1874 t/m 1881 van de bark “Henriëtte Suzanna (2)” ex Allegonda Jacoba, gebouwd in Krimpen a/d IJssel, 698 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.S.Schulte als gezagvoerder gedurende:
* 1889 van de bark “Henriëtte Suzanna (2)” ex Allegonda Jacoba, gebouwd in Krimpen a/d IJssel, 698 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht. Het schip werd gesloopt in 1889 te Ridderkerk.
Overige bijzonderheden
Geen
|