Inloggen
VIER ZUSTERS MEIJER (DE) - ID 15197


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1857-04-04 / 1860-12-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1857
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoener
Material Hull: Wood
Construction Data

Zoon van Harm Klaassens de Wijk.

Scheepsbouwer: Wijk,Ludolf Heres, Pekela, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1856-11-11
Delivery Date: 1857-04-00
Technical Data

Gross Tonnage: 90.00 lasts
Gross Tonnage 2: 170.00 tons (oude meting)
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1857
Datum agenda: 1857-04-04
Register nr: 18570291
Scheepsnaam: VIER ZUSTERS MEIJER (DE)
Type: Schooner
Lasten: 90
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Waalkens, A.
Kapitein op moment van verzoek: Potjewijd, IJ.B.
Opmerkingen: Zb

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1857-04-04 VIER ZUSTERS MEIJER (DE)
Manager: Albert Egberts Waalkens, Blijham, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Albert Egberts Waalkens, Blijham, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Blijham / Netherlands

Ship Events Data

1860-12-00: Vermist.
1860-12-06: Final Fate:
Datum 06 december 1860
NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Londen, 4 december. Aangaande de schepen DE VIER ZUSTERS MEIJER, kapt. Kruphöler, (opm: schoener, mogelijk kapt. R.W. Krupholder), van Nerva naar Hull, 30 september Kopenhagen gepasseerd; CONCORDIA, kapt. Birkholm, 25 september, van Pillau (opm: Baltyisk) naar Hull; MARGARETHA, kapt. Veith, 5 september van Stralsund naar Hull; HERMINA, kapt. De Buhr, 29 september van Newcastle naar Itzehoe; en ANNA LENA, kapt. Nielsen, 27 september van Landscrona naar Londen vertrokken, vernam men sedert niets.
(opm: enige van deze schepen zijn buitenlander)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Izebrand Potjewijd werd geboren op 31 augustus 1828 te Oude Pekela als zoon van de schipper Boele Jans Potjewijd en Grietje Harms Hesseling.

Izebrand trouwde op 10 februari 1853 te Winschoten als buitenvaarder met Folgerdina Boven, geboren 16 december 1831 te Winschoten als dochter van de koopman Kornelis Boven en Geesyn Folkerts Hazelhoff. Folgerdina overleed op 23 juni 1861 te Winschoten, 29 jaar,

Izebrand hertrouwde op 30 januari 1862 te Winschoten als stuurman met Afien Kempinga, geboren 18 november 1829 te Wildervank als dochter van de goud- en zilversmid Eerke Jans Kempinga/Kempenga en Auke Willems Schuitema. Zij was eerder getrouwd met Jurrien Hoeksema Afien overleed op 15 juli 1872 te Winschoten, 42 jaar.

IJzebrand trouwde voor de derde maal op 29 mei 1874 te Winschoten als voetbode met de dienstbode  Swaantje Alken, geboren 14 februari 1842 te Nieuwolda als dochter van Harm Jans Alken en Geertje Hindriks Koster. Swaantje overleed op 25 mei 1876 te Winschoten, 33 jaar.

Geen overlijdensgegevens gevonden van Izebrand. In een overlijdensakte te Groningen dd 19 mei 1895 van dochter Geertina Helena Potjewijd wordt van haar vader Izebrand gemeld “ schipper, van wie niet kan worden opgegeven of hij overleden of nog in leven is” In een overlijdensakte dd. 22 november 1898 te Groningen van zoon Jan Harm wordt IJzebrand vermeld als te zijn overleden.

 

Burgerlijke Stand gegevens uit de provincie Groningen vermelden Izebrand/IJzebrand Potjewijd als buitenvaarder/zeeman in 1853, 1854, 1855, als stuurman in 1862, als schipper in 1857, weer als buitenvaarder/zeeman in  1863, 1866, 1868, 1869, 1870, als als bode/voetbode in 1872, 1874, 1875, als zeeman in 1876 en als schipper in 1881, 1888, 1890, 1895.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Y.B.Potjewijd was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela. met vlagnummer 125 in 1857-1859.112.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt B.Y (moet zijn IJ.B.).Potjewijd als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1859 van de 2-mastschoener. “Vier Zusters Meyer”, gebouwd in 1857 te Pekela, 170 ton o.m., varend voor A.E.Waalkens te Blijham.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

24 maart 1842, schip “Hoop en Verwachting”, kapitein Boele Jans Potjewijd, koksmaat Yzebrand B. Potjewijd uit Oude Pekela,

02 februari 1844, schip “Janna”, kapitein Klaas B. Wijgers, kok Izebrand Potjewijd uit Oude Pekela.

31 januari 1850, schip “Drie Zusters”, kapitein Tjebbe D. de Jonge, matroos Izebrand Potjewijd uit Oude Pekela.

24 februari 1857, schip “Vier Zusters Meijer”, kapitein Yzebrand Potjewijd uit Oude Pekela.

23 mei 1857, schoener “Vier Zusters Meijer”, kapitein IJzebrand Potjewijd, 29 jaar uit Winschoten.

22 februari 1876, bark “Zufall”, kapitein Sjouke Wortel, kok Izebrand Potjewijd, 47 jaar uitWinschoten

17 augustus 1876, brik “Geessien Schreuder”, kapitein Gerrit G.Albers, kok Ysebrand Potjewijd, 40 jaar uit Winschoten,

25 juli 1877, schoener “Anna”, kapitein Klaas Hesseling, stuurman IJsbrand Potjewijd, 46 jaar uit Groningen.

 

Overige bijzonderheden

Mulder085 vermeldt:

“11.11.1856 schoener “Vier Zusters Meijer”, 160 ton groot, tewater van werf L.H. de Wijk te O.P., gebouwd voor een rederij merendeels bestaande uit de gegoedste landbouwers van het Oldambt, kapt Potjewijd, en boekhouder en mede-reder A.E.Waalkens uit Blijham.”

 

E-mail dd 08 februari 2004 van G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel:

“De initialen zijn omgedraaid. De Y van Yzebrand kwam via moeder Hesseling in de familie Pottjewijd. Een naam beginnend met een Y komt in Groningen zo weinig voor, dat dit Yzebrand (of Izebrand) (Boeles) Pot(t)jewijd zal moeten zijn, dus Y.B.Potjewijd”.

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Potjewijd, IJzebrand
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt R.W.Krupholder als gezagvoerder gedurende:

*    1860 van de 2/msch. “Vier Zusters Meyer”, gebouwd in 1857 te Pekela, 170 ton o.m., varend voor A.E.Waalkens te Blijham. Het schip werd in december 1860 vermist.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1859
Kapitein: Krupholder, R.W.
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Oude Pekela
Datum: 1857-02-24
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: VIER ZUSTERS MEIJER
Schipper: Potjewijd, Yzebrand
Scheepstype:
Grootte: 180

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

BRON: Nieuwsblad van het Noorden - 14-03-1977

NOORDER RONDBLIK - Op reis met de schoener DE VIER GEZUSTERS MEIJER. (opm: deze naam moet zijn DE VIER ZUSTERS MEIJER).

Honderd en twintig jaar geleden kwam de schoener DE VIER ZUSTERS MEIJER in de vaart, zijnde „een zeeschip gevoerd wordende door IJ. B. Potjewijd". De vier gezusters waren in de jaren 1856-1857 opgroeiende meisjes, te weten Talje Meijer (huwt L.E. Evers); Asselina Meijer (huwt D. Evers); Frouwe Meijer (huwt E.H. Ebbens (Ebels) grootmoeder van oud-commissaris der koningin dr. E.H. Ebels); Jantje Meijer (huwt J.H. Meijer). In het Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen wordt een stuk bewaard, dat dr. T. Potjewijd uit Winschoten heeft opgemaakt naar aanleiding van oude bescheiden, te voorschijn gekomen uit een kist, eigendom van mevrouw Waalkens-Harrison uit Blijham.
De gezagvoerder van de schoener DE VIER ZUSTERS MEIJER. IJzebrand (Boelo's) Potjewijd was geboren te Oude Pekela op 31 augustus 1828. Hij woonde met zijn gezin in Winschoten, maar vertrok in 1856 naar Oude Pekela, waarschijnlijk omdat daar een schip op de helling werd gezet, waarvan hij de gezagvoerder zou worden. Dat schip (170 ton) kwam in 1857 gereed.
Er zijn allerlei rekeningen bewaard gebleven, onder meer een kwitantie van J.L. Brederode, afgegeven aan de landgebruiker H.E. Ebels te Nieuw Beerta voor ,,het uitloodsen van het schoenerschip en verdere werkzaamheden aan boord verrigt te hebben".
Mogelijk was H.K. Ebels aandeelhouder in DE VIER ZUSTERS MEIJER, want er is een nota van een kastelein te Nieuw Beerta voor de „Heeren Reders voor vertering bij het uitbetalen van het Schip".
Potjewijd bracht het schip naar Delfzijl. De 9e mei 1857 werd aan het kantoor Delfzijl „buiten Vuur-, Ton- en Havengeld" betaald, „in ballast uitgaande naar Engeland".

De bemanning waarop de kapitein steunde, bestond uit: G.A. de Rochemont, stuurman (salaris f 40,- per maand); J. van Rigteren, matroos (f 30,- per maand); G.A. Widel, matroos (f 30,- per maand); T. Bolman, lichtmatroos (f 18,- per maand); A. Broeksma, lichtmatroos (f 18,- per maand); J. Niemeyer, lichtmatroos (f 18,- per maand).
Bolman monsterde reeds af op 14 september, enkele anderen op 27 september 1858.
De afrekening van kleine uitgaven te Delfzijl door schipper Potjewijd geeft enig inzicht in prijzen in 1857: een bode van Delfzijl naar Blijham op 10 mei: f 5,-; voor 300 turven f 1,30; twee brieven van Amsterdam f 0,20; met de grote boot door de Zijl om water te halen f 1,15.

Het schip werd verzekerd voor f 18.000,- en daar moest f 552,60 aan premie voor worden betaald over het jaar 1857.

DE VIER ZUSTERS MEIJER heeft als „maiden trip" de reis aanvaard om de Noordkaap naar Archangel. De schipper koos ligplaats in Solombola, de voorhaven. Blijkens de oude papieren gaf hij fooien voor verleende hulp bij het inklaren van het schip en voor de hulp „om aan de kaai te komen". Er is een kwitantie voor het lossen van 80 ton ballast, gedateerd 28 juni en getekend door John Kornasheff voor de ontvangst van 39 zilverenroebels.

Potjewijd heeft in Archangel wat balken gekocht „voor Lang Zij van schip", „eenige planken om een Schot te maken in Ruim". Hij heeft wittebrood gekocht, aardappelen en andere levensmiddelen en hij ging „Fier maal met de wagen naar Archangel", kosten vier zilveren roebels. Zijn staat van „Kleine uitgaafen te Archangel" geeft een totaal aan van 61 zilveren roebels, maar de proviandering vroeg bovendien nog wel 200 roebels.

Plichtsgetrouw bezocht hij het ..Koninglijk Nederlandsch Consulaat" te Archangel, waar hij de verklaring kreeg, dat hij op 17 juni was aangekomen van Delfzijl. Het document zegt verder dat Potjewijd „na de Consulaatsgelden betaald te hebben, verder verklaard heeft, dat hij thans willens is te zeilen naar Amsterdam met een lading Rogge; de Equipage volgens monsterrol: 7". De datum van dit bezoek is 6 July 1857 en de Consulaatsgeiden bedroegen: Roebel 5,8

Blijkens allerlei rekeningen is hot schip op 8 september in Amsterdam. In oktober werd naar North Shields. de voorhaven van Newcastle on Tyne gevaren en vandaar uit half november naar Italië. De eerste notities voor uitgaven bij aankomst in Napels doen vermoeden, dat hij omstreeks 1 februari 1858 daar aankwam. Enkele leden van de bemanning namen kleine bedragen op, of de kapitein belastte hen voor de frankering van hun brieven naar huis. De agent belastte de kapitein voor de kosten van een zeilmaker en een timmerman; er was hulp nodig om het anker te lichten en er was een klein bedrag nodig voor kosten die bij het ziekenhuis zijn gemaakt.
Half maart voer het schip zuidwaarts, passeerde de Straat van Messina en ging naar de binnenkant van de hiel van Italië, naar Gallipoli en van daar uit naar Gioja.
Omstreeks 6 mei begon de lange terugreis. Op 3 juni 1858 vulde kapitein Potjewijd in Gibraltar proviand aan; op 10 juli 1858 in Lissabon en op 8 september 1858 is hij dan weer in Amsterdam terug.
De 13de oktober sluiten Jan Corver en Co de rekening af. Voor Corns Dijserink en Zoon te Haarlem werd aan het adres van ,Jb Fabricius te Amsterdam afgeleverd de lading bestaande uit fusten olijfolie. Het brute gewicht was 140.549 kg. Tarra 22.775 kg. zodat schraal 118 ton olijfolie uit Zuid-Italië in Amsterdam werd aangevoerd.

Kwitantie van J.L. Brederode, afgegeven aan de landgebruiker H.E. Ebels te Nieuw Beerta voor het uitloodsen van „het schoenerschip DE VIER ZUSTERS MEIJER (gezagvoerder Potjewijd)".

De schoenerbrik „Aeolus'' van kapitein H. M. Kemper uit Sappemeer, op een schilderij in het Noordelijk Scheepvaartmuseum, is vergelijkbaar met DE VIER ZUSTERS MEIJER van kapitein IJzebrand Potjewijd.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Book
Omschrijving: Kroniek van Pekela door D. Kuil(Bron: Kroniek van Pekela door D. Kuil)
11.11.1856 schoener ‘Vier Zusters Meijer’, 160 ton groot, tewater van werf L.H. de Wijk te O.P., gebouwd voor een rederij merendeels bestaande uit de gegoedste landbouwers van het Oldambt, kapt Potjewijd, en boekhouder en mede-reder A.E. Waalkens uit Blijham