1856
PGC 100556
Groningen, 9 mei. Heden arriveerden alhier de navolgende nieuw gebouwde schepen:
- het schoener-galjootschip NEELIENA JETTIENA, gevoerd door kapt. T.J. Kuipers, van Veendam, groot 138 ton, gebouwd op de werf van J. Bieze te Veendam.
- het schoener-galjootschip NACHIENA LAMMECHIENA, gevoerd door kapt. B.J. Rijnberg, groot 65 last, gebouwd op de werf van L. Wilbrink, beide van Sappemeer.
Op 12 juli 1856 verkreeg kapt. J.B. Rijnberg, Nieuwe Pekela, voor zijn NACHIENA LAMMECHIENA de eerste zeebrief.
1858
Op 14 augustus 1856 vroeg en verkreeg kapt. J.B. Rijnberg, voor zijn NACHIENA LAMMECHIENA een nieuwe zeebrief.
1861
Op 16.2.1861 vroeg kapt. J.B. Rijnberg van de NACHIENA LAMMECHIENA voor zichzelf een nieuwe zeebrief aan.
1863
Op 17.11.1863 vroeg kapt. J.B. Rijnberg van de NACHIENA LAMMECHIENA voor zichzelf een nieuwe zeebrief aan.
1865
Op 7.12.1865 vroeg kapt. J.B. Rijnberg van de NACHIENA LAMMECHIENA voor zichzelf een nieuwe zeebrief aan.
1868
NRC 260868
Harwich 23 augustus. Het galjootschip NACHIENA ANNECHIENA (opm: NACHIENA LAMMECHIENA), kapt. Rijnberg, van St. Petersburg met een lading haver naar Strood bestemd, gisteren avond gedurende de heersende storm op de hoogte van Middle Light ten anker gaande, geraakte later voor beide ankers en ketting op drift, dreef bij Clacton Beach op strand, doch is door assistentie weder vlot gekomen en liep op de modder in de haven op strand, lek, met verlies van de boegspriet, stengen en gescheurd marszeil.
(opm: de galjoot werd op 6 januari 1869 gerechtelijk verkocht, zie ES 010169)
NRC 260868
Amsterdam, 25 augustus. Het Nederlands schip (opm: galjoot) NACHIENA LAMMECHIENA, kapt. B.J. Rijnberg, van St. Petersburg met haver naar Londen, is, volgens telegram uit Harwich, van gisteren, aldaar met verlies van boegspriet en met meer andere schade binnengebracht, hebbende op de banken gestoten.
Op 15 december 1868 erkende de rechter van het High Court of Admiralty of England de ingediende claim voor schade en kosten, veroordeelde de NACHIENA LAMMECHIENA tot betaling, verwees de zaak terug naar de griffier die werd bijgestaan door kooplieden om het totaalbedrag der claim door te geven, en gaf opdracht om de waarde van het schip te laten schatten en het te veilen. Rolnummer 4609. (opm: die veiling vond op 6 januari 1869 plaats)
ES 010169
Op instructie van het Engelse Hoog Gerechtshof voor de Zeevaart zal op 6 januari 1869, om half 2 ’s middags, in Lloyd’s Kapiteinskamer in de Beurs van Londen, worden geveild de buitenlandse galjoot NACHIENA LAMMECHIENA, ongeveer 75 Engelse tonnen, in 1856 in Sappemeer, Nederland, gebouwd, in oktober 1866 door Veritas voor twee jaren geclassificeerd 5-6 1.1, bijna al het lopend want recentelijk vernieuwd. Het is een zeer handzaam schip voor de kustvaart, liggende in Harwich.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Wood in Harwich, of tot Lachlan, Mcleod & Co, 77, Cornhill, Londen EC2.
Na op 24 november 1868 verkregen gerechtelijke toestemming werd op verzoek van de bergers de galjoot in januari 1869 op de veiling verkocht; koper werd R. Brenan & Son, Londen, scheeps agenten te Londen. Deze firma bleek het schip op speculatie te hebben verkocht, liet het schip dokken en herstellen, waarna het reeds in april als LORD NAPIER weer te koop aangeboden, zie SMG 170469.
SMG 170469
Advertentie. De galjoot LORD NAPIER (pro tem) (opm: voorlopig), in de Nederlandse Verzekerings Associatie (opm: Bureau Veritas) geclassificeerd als A 1 1.1.1; gebouwd in Sappemeer (Nederland); 85 ton gemeten; laadt 140 ton op een zeer geringe diepgang, zeilt zonder ballast en ligt goed op het saat; het schip is in een eersteklas conditie, is onlangs opgekalefaterd en volledig nagezien in het droogdok. Ligt gereed om onmiddellijk in de vaart te kunnen gaan. Het schip ligt nu in het Lady Dock, Commercial Docks, Londen.
Voor informatie vervoege men zich bij R. Brenan & Zoon, 33, Mark Lane, Londen E.C.
Op 7 juni werd de galjoot, tijdelijk voorzien van de (niet geregistreerde) naam LORD NAPIER en formeel nog steeds als NACHIENA LAMMECHIENA, aangekocht door Thomas Clinton, Annagasson, County Zuid-Ierland, Verenigd Koninkrijk, zie ES 010169. De Bill of Sale (bijlbrief) was reeds op 5 juni 1869 vanuit Londen door Brenan & Son naar het secretariaat van de douane in Dundalk gezonden.
Boekhouder werd John Connick, handelaar in rondhout en mijnhout, Duay Street in Dundalk. Als BLUE BELL ging het schip onder kapt. J. Maguire weer in de vaart.
SMG 160769
Liverpool, 14 juli. Uitgezeild de BLUE BELL, kapt. Maguire, naar Dundalk.
1870
LL 011170
Whitehaven, 15 oktober. Uitgezeild de BLUE BELL, kapt. J. Maguire, naar Dundalk.
(opm: tijdens deze reis is de galjoot onder kapt. James Maguire, ex NACHIENA LAMMECHIENA, bouwjaar 1856, met haar vier opvarenden vergaan)
Op 22 november 1870 berichtte de boekhouder aan de Ontvanger der douane, dat de BLUE BELL, op 15 oktober vertrokken van Whitehaven naar Dundalk, tijdens een storm met zeer hoge golven verloren was gegaan. Het schip had vier opvarenden inclusief kapitein James Maguire.