Familiegegevens en opleiding
Frijdrik Bragt werd geboren te Winschoten op 09 april 1818 als zoon van de wever Geert Frijdriks Bragt en Klara Adams Schoof. Hij was jongere broer van kapitein en collegelid Adam Bracht.
Frijdrik trouwde op 30 april 1857 te Beerta als scheepskapitein met Martje Buiskool, geboren te Beerta op 25 maart 1825 als dochter van de bierbrouwer Menno Alberts Buiskool en Harmanna Jans Nieland. Martje overleed te Nieuwolda op 11 maart 1917, 91 jaar.
Frederikus Geert Bracht overleed op 29 maart 1896 te Finsterwolde, 77 jaar, zonder beroep.
De Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Frydrik Bragt/Fredrikus Bracht als scheepskapitein/schipper in 1857, 1862, zonder beroep in 1865, 1867, 1896.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.G.Bragt was met vlagnummer 116 in de periode 1856 t/m 1861 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.G.Bragt als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1863 van de galjoot “Juffer Esse Mensinga”, gebouwd in 1856 te Pekela, 160 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
04 maart 1844, schip “Maria Beerta”, kapitein Klaas A.Tap, matroos Frydrik Bragt uit Winschoten.
1846, geen datum, kof “Hinderika”, kapitein R.R.Huisman, matroos Frydrik Bragt, 28 jaar uit Winschoten.
04 maart 1847, kof “Twee Broeders”, schipper Willem Willems Meedendorp, stuurman Frydrik G.Bragt, 28 jaar uit Winschoten.
08 februari 1854, schoener “Zwaanette”, kapitein G.E.Jonker, stuurman Frydrik Bragt.
Krantenberichten
NRC 22 maart 1858114
Harwich, 20 maart. De bark EVA, kapt. Mason, van Shields naar Paramaribo, is op de hoogte van Orfordness in aanzeiling geweest met het Nederlandse schip (opm: galjoot) JUFFER ESSE MENSINGA, kapt. F.G. Bragt, en daarna gezonken. De bemanning is door het Nederlandse schip gered en hier aangebracht.
NRC 24 maart 1858114
Harwich, 20 maart. Het te Winschoten tehuis behorende schip JUFFER ESSE MENSINGA, kapt. Bracht, van Londen naar Elseneur (opm: Helsingör) bestemd, is alhier met zware schade wegens aanzeiling binnengelopen – zie N.R.C. van 22 dezer.
NRC 29 juni 1858114
Advertentie. Openbare verkoping. Bij vonnis van het Hoge Admiraliteitshof van Engeland zal op donderdag de 8e juli 1858, ten 3 ure precies, in het Cup’s Hôtel te Harwich publiek worden verkocht het Nederlands kofschip, JUFFER ESSE MENSINGA, laatst gevoerd door kapt. F.G. Bracht, groot 135 tonnen Engelse meting, gebouwd te Pekela in 1855, ijzervast en gezinkt, hebbende een roef op dek, met complete inventaris, zoals hetzelve is liggende in de haven van Harwich.
Voor nadere informaties adressere men zich aan: Oliver John Williams, Lloyd’s agent,
Harwich, Essex, Engeland
NRC 11 juli 1858114
Harwich, 8 juli. Heden werd alhier bij vonnis van het Admiraliteitshof in publieke veiling verkocht het te Pekel-A gebouwde kofschip JUFFER ESSE MENSINGA. Het bracht met de complete inventaris, zo als het hier in de haven ligt, een som van GBP 945 op.
Familiegegevens en opleiding
Willem Berends Eefting werd geboren ca 1834 te Winschoten als zoon van Klaas Jans Eefting en Grietje Willems Schuitema.
Hij trouwde op 06 maart 1867 als buitenvaarder te Wedde met Janna Peters/Pieters, geboren ca 1838 te Blijham als dochter van timmerman Johann Diederich Peters en Alke Hindriks Dik. Zij was eerder getrouwd (Wedde 17 augustus 1861) met de landbouwer Febo Barelds Geertsema. Janna overleed op 03 februari 1905 te Nieuweschans, 67 jaar.
Willem Berends overleed te Groningen op 01 februari 1900, 66 jaar
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W.B.Eefting als gezagvoerder gedurende:
* 1864 van de galjoot “Juffer Esse Mensinga”, gebouwd in 1856 te Pekela, 160 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten. Het schip is in 1864 verongelukt bij Sciatos;
* 1866 t/m 1869 van de schkof “Juffer Esse Mensinga” ex Margaretha, gebouwd in 1859 te Winschoterzijl, 134 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten. Het schip is in 1869 gezonken;
* 1871 van de 2/msch. “Aaltje Maathuis”, gebouwd in 1857 te Hoogezand, 154 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten. Het schip werd in 1871 verlaten;
* 1873 t/m 1876 van de 2/msch “Elisabeth”, gebouwd in 1867 te Veendam, 164 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten. Het schip voer in 1876 voor A. van Linge Ez te Veendam en was herdoopt in “Candati”
* 1876 t/m 1879 van de 2/msch “Belle”, gebouwd in 1837 te Ipswich, 263 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten;
* 1880 t/m 1885 op hetzelfde schip maar nu varen voor S.Meijer te Winschoten. Het schip werd in 1886 te Dordrecht gesloopt (maar er is niet vermeld wie toen de kapitein was).
Monsterrol uit het Gemeentarchief van Delfzijl
Monsterrol 1879-103, 05 augustus 1879, schoener “Belle”, kapitein Willem Berends Eefting, 45 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Eilt Boeying, 32 jaar uit Nieuwe Pekela, kok en 4 matrozen;
Monsterrol 1881-85, 10 augustus 1881, schoener “Belle”, kapitein Willem Berends Eefting, 48 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Harm Aiking, 33 jaar uit Oude Pekela, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1881-133, 10 oktober 1881, schoener “Belle”, kapitein Willem B.Eefting, 48 jaar uit Winschoten. Voorts 3 matrozen en een lichtmatroos;
Overige bijzonderheden
Geen