Inloggen
AUSTRALIË - ID 13910


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1847-05-29 / 1859-05-05 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1847
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Jan Otto, Krimpen aan den IJssel, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1845-00-00
Launch Date: 1847-03-26
Delivery Date: 1847-05-17
Technical Data

Gross Tonnage: 321.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1847
Datum agenda: 1847-05-29
Register nr: 18470356
Scheepsnaam: AUSTRALIEN
Type: Bark
Lasten: 321
Gebouwd in provincie: Zuid Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Hoogerwerf & Chabot
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Voogd Anspach, D.
Opmerkingen: een zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1847-05-17 AUSTRALIE
Manager: Firma Hoogewerff & Chabot e.a., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

eigenaren:

Jean Joseph Chabot, Rotterdam (1/16e part),

Adrianus Arnoldus Jesse, Rotterdam (1/16e part),

Joocus Hermanus Frie, Rotterdam (1/16e part),

Hendrik Veder, Rotterdam (1/32e part),

Ferdinandus Antonius Dijkgraaf, Delft (1/16e part),

Bastiaan Veth, Delft (1/16e part),

Hendrik Willem van Marle, Delft (1/16e part),

Cornelis Oosterom, Alblasserdam (1/32e part),

Willem Oosterom, Alblasserdam (1/32e part),

Jan Spruyt, Alblasserdam (1/32e part),

Hoogerwerff & Chabot, Rotterdam (2/16e part),

Cornelis Smit, Alblasserdam (9/32e part),

Jean Esaie Christienne de Wijs, Alblasserdam (1/32e part

Jan Otto, Krimpen op den IJssel (1/16e part)   

Ship Events Data

1859-05-05: Final Fate:
NRC 11-05-1859, Rotterdam 10 Mei. Den 5 den dezer des morgens werd door eenige visschers in het East Swin, nabij de noordoostelijke Gunfleet- boei, gepasseerd een wrak stuk van een groot schip met geschilderde poorten, en met een koperhuid van geel metaal en den volgenden dag werden te Harwich eenige .spieren, dekbalken, planken en een steng aangebragt, een en ander afkomstig van een schip, dat 4 dezer in een storm uit het NO. op het Ship wash Sand geraakt en in de daarop volgenden nacht is vergaan, Uit een gevonden naaambordje en het rapport van de visschers blijkt, dat het verongelukte schip de Ne- derlandsche bark Australië is, van Shields met een lading kolen naar Cadix bestemd. Bij het wrak vond men ten onderste boven drijven een sloep en giek en in de nabijheid daar van verschillende riemen en mutsen, zoo als die door zeelieden gedragen worden, terwijl men al daar op vischte een door eene vrouw geschreven brief, geteekend G. Meyer, gedateerd Rotterdam 15 Maart 1859 en geadresseerd aan A. Meijer, op het bark schip Australië, kapt. Jansen, te Hellevoetsluis. (NB. Het valt niet te betwijfelen of het bovenbedoelde schip is de Australië, kapt. Jansen, welke 2 Mei van Shields naar Cadix vertrok, daar ons, bij onderzoek gebleken is, dat de persoon van A. Meijer, waarvoor bovengemelde brief bestemd was gemonsterd is als 2de timmerman aan boord van dien bodem. Uit de onderste boven drijvende booten met de riemen er bij, moet men opmaken dat de equipage zich in die vaartuigen heeft willen redden, maar dat helaas, allen omgekomen zijn. De Australië was een in de jare 1847 alhier gebouwde bark van 321 last, toebehoorende aan de reederij van de heeren Hoogewerff en Chabot.

Gezagvoerders

Kapitein bark AUSTRALIË  Id 13910.

Varend voor de Fa. Hoogewerff & Chabot Rotterdam.

Periode 1847/1851 

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Voogd Anspach, D.

Familiegegevens en opleiding

Rense Anthoon Tange werd geboren te Harlingen op 15 januari 1814 als zoon van koopvaardijkapitein Anthoon Tange (1782 - 1838) en Maayke Rinses Seba

Hij trouwde in 1838 met Maria ’t Hoen, geboren te Alblasserdam op 24 juni 1806 als dochter van Jan Johannes ’t Hoen en Adriaantje Kortland. Zij overleed in oktober 1876. 003 en 118.

Rense overleed te Delft op 08 april 1861 (mededeling W.J.Tange te Leeuwarden, dd 09 maart 2000).

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.A.Tange werd met vlagnummer 639 per 30 augustus 1842 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein B.J.Martens. Als zijn schip is vermeld “De Jonge Jan”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving waren Tange en zijn vrouw 28 resp. 36 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1840002a.

In de Algemene Vergaderingen van 23/30 augustus 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop is als effectief lid voorgesteld/ingeschreven Rense Anthoon Tange, oud 28 jaar, voerend de bark “De Jonge Jan”, wonend te Alblasserdam, op voordracht van kapitein B.J.Martens.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds per 22 november 1842.003.

 

R.A.Tange was van 1840 t/m 1861 met vlagnummer R174 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 februari 1851krijgt kapitein R.A.Tange een maand gage wegens schipbreuk.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van 26 januari 1860 vraagt R.A.Tange om een tegemoetkoming wegens een schipbreuk, welk verzoek wordt afgewezen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1861 vraagt de wed. R.A.Tange, geb. ’t Hoen om een uitkering welke haar in de vergadering van 06 juni 1861 wordt toegekend met ingang van 01 mei 1861.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 maart 1851 staat vermeld dat kapitein R.A.Tange een maand gage als tegemoetkoming heeft gekregen vanwege het verlies van zijn schip. In de notulen dd 31 januari 1860 doet kapiteinR.A.Tange wederom een verzoek om een tegemoetkoming vanwege een schipbreuk, welke echter wordt afgewezen.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 02 juli 1861 staat vermeld dat per 01 mei 1861 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein R.A.Tange geb.`’t Hoen.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam               naam reder/boekhouder

      639                       1842-1846    bark                De Jonge Jan               C.Smit & Co te Alblasserdam

                                     1848-1849    bark                Schouwen                    De Jonge & Keller te Zierikzee

                                        1850          bark                De Drie Vrienden       C.Smit te Alblasserdam

                                     1851-1853    bark                Australië                       Hoogewerf & Chabot te Rotterdam

      286                          1854          geen vermelding van schip en boekhouder

                                        1855          bark                Maria Agnes                James Barge te Amsterdam

                                     1856-1859    bark                Ferdinandina Emma  idem

                                        1860          geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein R.A.Tange met vlagnummer R174 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1849            van de bark “Schouwen”                     325 last    varend voor de Jonge & Keller te Zierikzee

*   1851            van de bark “Australië”                        321 last    varend voor Hoogewerff & Chabot te Rotterdam

*   1855            van de bark “Maria Agnes”                 319 last    varend voor James Barge te Amsterdam

*   1858            van de bark “Ferdinandina Emma”    398 last    varend voor James Barge te Amsterdam

*   1859            geen vermelding van schip en reeder

 

Bouman025 vermeldt R.A.Tange als gezagvoerder gedurende:

*   1843 t/m 1848 op het fregat “Jonge Jan”, gebouwd in 1830 aan de Kinderdijk te Alblasserdam op de werf van Cornelis Smit , 490 ton o.m., varend voor reder C.Smit te Alblasserdam;

*   1849 t/m 1852 op de bark “Schouwen”, gebouwd in 1848 op de Stadswerf van C.Mak te Zierikzee, 638 ton o.m., varend voor J. de Jonge & Keller te Zierikzee;

*   1851 van de bark “Drie Vrienden”, gebouwd in 1842 op de werf van Cornelis Gips te Alblasserdam, 590 ton o.m., varend voor C.Smit te Alblasserdam. Het schip is gestrand bij Madura;

     Lloyd’s vermeldt087: 20 Dec 1850 DRIE VRIENDEN on shore abandoned”.

     Als deze Lloyd’s opgave inderdaad bij dit schip hoort dan moet het vaarjaar onder kapitein Tange worden veranderd in 1850.

*   1852 t/m 1854 van de bark “Australië”, gebouwd in 1847 op de werf van J.Otto te Krimpen aan de IJssel, 608 ton o.m., varend voor Hoogewerff & Chabot te Rotterdam;

*   1856 van de bark “Maria Agnes” ex Cornelia Margaretha, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 604 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam;

*   1857 t/m 1859 van de bark “Ferdinandina Emma”, gebouwd in 1856 op de werf van J.Jonkers te Alblasserdam, 753 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam. Het schip is in december gestrand bij Kamperduin en wrak geraakt;

 

Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein R.A.Tange van 1848-1850 als gezagvoerder van de bark “Schouwen”, op stapel gezet op 05 juni 1847 en te water gelaten op 12 oktober 1848 door scheepsbouwmeester C.Mak op de werf van C.Smit te Zierikzee, varend voor rederij J.de Jonge & Keller te Zierikzee.

Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein R.A.Tange van 1852-1854 als gezagvoerder van de bark “Australië”, op 02 april 1847 bij scheepsbouwmeester J.Otto te Krimpen aan de IJssel te water gelaten, 608 ton o.m., varend voor Hoogewerff & Chabot te Rotterdam

Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein R.A.Tange in 1855/56 als gezagvoerder van de bark “Maria Agnes”(ex Cornelia Margaretha), op 06 september 1853 op stapel gezet bij W.C.Hoogendijk te Capelle aan de IJssel en aldaar op 23 september 1854 te water , 604 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam.

Dezelfde auteurs vermelden hem als gezagvoerder van de bark ‘Ferdinandina Emma”, op 05 augustus 1856 op de werf van J.Jonkers in Alblasserdam te water gelaten, 753 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam. Hij verongelukte bij Camperduin.

 

Overige bijzonderheden

Handelsblad 30 november 1859 in de rubriek Scheepstijdingen

“… Aangaande het schip Ferdinandina Emma, kapt. R.A.Tange, van Batavia herwaarts gedestineerd, bij Egmond gestrand, wordt volgens brief van Egmond van 28 dezer, gemeld, dat men wegens den harden wind en hooge zee het niet had kunnen bereiken en er waarschijnlijk weinig geborgen zou kunnen worden; van eene sloep, waarin zich 6 man en eene dame bevonden, die zich daarmede hadden willen redden, had men nog niets vernomen. Het was den bemanning van de Egmonder reddingboot na herhaalde inspanning gelukt 16 man der equipage behouden aan wal te brengen”.

 

 Handelsblad van 20 maart 1851:

“Directeuren der te Rotterdam gevestigde Zuid-Hollandsche maatschappij tot redding van schipbreukelingen hebben besloten te doen uitreiken: aan Brata-Yoeda, opperhoofd van het eiland Ra-os, gelegen beoosten het eiland Madura, de groote zilv.medaille, wegens verleende hulp aan de equipage van het op 4 Oct. ll. op de klippen nabij gemeld eiland gestrand en vergaan Ned. Brikschip de Drie Vrienden, gevoerd door kapt. R.A.Tanger; …”

 

In het Rotterdams Jaarboekje 1920, tweede reeks, 8ste jaarg, 1920 staat een overzicht door W.J.L.Poelmans “Nieuwsberichten uit de Rotterdamsche Courant, 1851-1852”, waarin het volgende bericht:

“14`MAART 1851 De Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen besluit medailles te doen uitreiken aan: Brata Yoeda, opperhoofd van het eiland Ra-as, voor het verleenen van hulp aan de bemanning van het op 4 Oktober 1850 gestrande Ned. barkschip ‘de Drie Vrienden’, kapitein R.A.Tange te Alblasserdam; … “

 

"Een vlugge overtocht over den Noord Atlantischen Oceaan maakte de Bark Australië met landverhuizers. Deze bark ... arriveerde onder Kapitein R.A.Tange ... te New York na een reis van 23 dagen. Sneeuw en ijs en rollende waterbergen waren de verpoozing van manschap en passagiers"026(37/321).

 

Een verslag van een troepentransport naar Nederlands Oost-Indië is weergegeven in “Het reisjournaal van H.H.G.Peltzer betreffende een reis van Harderwijk naar Batavia op de bark Laurens Koster (kapitein D.R.Kleve) van 12 november 1848 tot 03 april 1849”  Transcripte en annotaties door S.Parma, mei 2001. Rapport aanwezig in de bibliotheek van het Nederlands Scheepvaart Museum te Amsterdam. H.H.P.Peltzer was de landmachtbevelhebber van het troepentransport. In dit journaal komen een aantal opmerkingen voor betreffende het schip “Schouwen”, onder gezag van kapitein Tange:

31 maart 1849 (in Straat Sunda)

“… des avonds en des nachts kwamen wij met de schepen Hendrica, Schouwen en de Eersteling tusschen de derde en vierde punt van Java ten anker”.

 

“De bark Schouwen was 638 ton groot. Scheepsbouwmeester C.Mak legde voor dit schip op 5 juni 1857 de kiel. Opdrachtgever was de rederij De Jonge en Keller. Op 12 oktober volgde vanaf de Commerciewerf de tewaterlating.

De stoomboot Stad Zierikzee sleepte het schip op 12 december naar de rede en zes dagen later koos het onder kapitein R.A.Tange zee op weg naar Batavia waar het op 3 april 1849 arriveerde. Na een reis van 104 dagen keerde de Schouwen in september terug op de rede van Brouwershaven.

De Nederlansche Handelmaatschappij brevrachtte de bark voor haar reizen naar Oost-Indië en vandar voer het schip onder andere naar Hongkong. …”074.

 

Ferdinandina Emma. CSR 389/98: 666 tons. 28 crew. Captain = R. A. Tange. Departed Cardiff, Wales on 28 November 1856 with a cargo of “Steam Coal” and arrived at Albany on 28 March 1857. Where intended bound – Java.

 

Ontleend aan van Blokland-Visser:

In 1850 is hij kapitein op de bark “De Drie Vrienden,,. Vertrek op 30 april 1850 naar Batavia en op 23 oktober 1850 gestrand met zijn schip bij het eiland Raas/Ind de gehele bemanning werd gered.

Op 1 november 1856 is hij kapitein op de nieuwe bark “Ferdinandina Emma” en vertrekt uit Hellevoetsluis naar Batavia Anderhalf jaar later is hij weer terug met zijn schip. Op 28 november 1859 strandt hij op het strand van Egmond / Camperduin op de thuisreis uit Batavia. Wegens de de hoge zee was het schip moeilijk te bereiken. Van een sloep met 6 man en een vrouw heeft men niets meer van vernomen. De Egmonder reddingsboot heeft na herhaalde inspanning 16 man van de bemanning aan wal weten te brengen.

 

 

Datum vanaf: 1851
Kapitein: Tange, Rense Anthoon

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Harten was met vlagnummer R412 in de periode 1854 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.C.Harten met vlagnummer R412 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855                                         bark “Australië”                 321 last     voor Hoogewerff & Chabot te Rotterdam

*    1858, 1859, 1862, 1863        fregat “President Plate”     398 last     voor Hoogewerff & Chabot te Rotterdam

 

Van Sluijs013 vermeldt kapitein J.C.Hartsen van 1854-1858 als gezagvoerder van de bark “Australië”, op 02 april 1847 bij scheepsbouwmeester J.Otto te Krimpen aan de IJssel te water gelaten, 608 ton o.m., varend voor Hoogewerff & Chabot te Rotterdam.

Bouma025 vermeldt bij dit schip voor 1858 ene kapitein S.C.Harten en voor de periode 1856-1858 ene kapitein J.C.Harten.

 

Bouma025 vermeldt J.C.Harten als gezagvoerder van/igedurende:

*    1856 t/m 1858 van de bark “Australië”, gebouwd in 1847 te Krimpen aan de IJssel, 608 ton o.m., varend voor Hoogewerff & Chabot te Rotterdam.

      en J.C.Hartsen als gezagvoerder van/in:

*    1859 t/m 1864 van het 3/mschip “President Plate”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 751 ton o.m., varend voor Hoogewerff & Chabot te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Op 04 januari 1858 vertrok van Batavia de bark "Australië" van rederij Hoogewerff & Chabot te Rotterdam onder kapitein J.C.Hartsen en arriveerde te Brouwershaven op 01 april 1859 na een reis van 86 dagen026(38/161).

 

J.C.Harten vertrok op 03 februari 1860 van Nieuwediep met de “President Plate” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 06 mei 1860 na 93 dagen065.

 

Zierikzeesche Courant dd 17 februari 1864

Op 13 februari 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “President Plate” onder kapitein J.C.Harten komend van Batavia naar Rotterdam.

Het Ned. Fregatschip PRESIDENT PLATE, kapt. J.C.Harten, alhier van Java binnen, heeft bij Madagaskar een orkaan doorstaan, waarin het zeilen en rondhouten verloor en het roer heeft gebroken.

Als passagiers zijn per het schip PRESIDENT PLATE, kapt. J.C.Harten, aangebragt 6 gepasporteerde militairen.

 

 

Datum vanaf: 1854
Kapitein: Harten(Hartsen), J.C.

Kapitein bark  AUSTRALIË Id 13910, reederij  Hoogewerff en Chabot Rotterdam

Schip vergaan met complete bemanning, 5 mei 1859, Ship wash sand. bij Harwich. 

Datum vanaf: 1859
Kapitein: Jansen, T.J.

Afbeeldingen


Omschrijving: AUSTRALIË, Schets wordt toegeschreven aan F. Carlebur, kapitein R.A. Tange (vlagnummer R174)
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Carlebur, François
Onderwerp: Bouwtekening
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.125
DVD VIII – 297, 298
BIJLBRIEF
Naam schip AUSTRALIË

plaats en datum acte bijlbrief, Krimpen aan den IJssel, 12 mei 1847

type schip bark, gekoperd en geheel kopervast

bouwwerf/verkoper Jan Otto, scheepsbouwmeester te Krimpen aan den IJssel

gevoerd door kapt. D. Voogd Anspach

eigenaar/aankoper firma Hoogenwerff & Chabot, Rotterdam, boekhouders en mede-reders
(zie bijzonderheden)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 321 lasten

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging 1845

tewaterlating 26 maart 1847

plaats / datum registratie Schoonhoven, 17 mei 1847

nummer van registratie deel 3, folio 151, recto, vak 3 en 4

notaris Burgemeester van Krimpen aan den IJssel

prijs

bijzonderheden
eigenaren:
Jean Joseph Chabot, Rotterdam (1/16e part),
Adrianus Arnoldus Jesse, Rotterdam (1/16e part),
Jodocus Hermanus Frie, Rotterdam (1/16e part),
Hendrik Veder, Rotterdam (1/32e part),
Ferdinandus Antonius Dijkgraaf, Delft (1/16e part),
Bastiaan Veth, Delft (1/16e part),
Hendrik Willem van Marle, Delft (1/16e part),
Cornelis Oosterom, Alblasserdam (1/32e part),
Willem Oosterom, Alblasserdam (1/32e part),
Jan Spruyt, Alblasserdam (1/32e part),
Hoogerwerff & Chabot, Rotterdam (2/16e part),
Cornelis Smit, Alblasserdam (9/32e part),
Jean Esaie Christienne de Wijs, Alblasserdam (1/32e part
Jan Otto, Krimpen aan den IJssel (1/16e part)

researcher/datum research: ML / 300108

Naam AUSTRALIE
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1847
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1847
Bron: NA-Den Haag
Omschrijving: Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No. 125