Familiegegevens en opleiding

Egbert Rentes Huisman werd geboren op 27 november 1803 te Nieuwe Pekela als zoon van Rente Wessels Huisman (landgebruiker) en Annechien Pieters Scheeven.

Hij trouwde op 15 december 1826 te Delfzijl met Albertje Schmaal, geboren/gedoopt te Delfzijl op 17/30 november 1804 als dochter van de schipper Nicolaus Aukens Smaal en Grietje Harms Sjoerds. Zij overleed als Albertje Nicolaas Smaal 02 januari 1865 te Zuidbroek, 60 jaar

Egbert overleed te Delfzijl op 02 januari 1855

In de Provinciale Groninger Courant van 06 en 09 januari 1855 staat de volgende advertentie:

Heden overleed, na een langdurig en smartelijk lijden, mijn dierbare Echtgenoot, EGBERT RENTES HUISMAN, in leven Scheepskapitein, in den ouderdom van 51 jaren, na eene genoegelijke echtvereniging van 28 jaren, mij nalatend twee Kinderen en een aangehuwde Zoon, die met mij dit smartelijke verlies betreuren. DELFZIJL den 2 Januarij 1855. A.N.SMAAL, Weduwe HUISMAN.

Ontleend aan:”De acht generaties S(ch)maal na Katharina Hoepenbinder” door Antonia Veldhuis. Gruoninga 44:72-117, 1999 (p. 112/113)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.R.Huisman (adres Nobel & Holzapfel) werd met nummer 437 effectief lid van Zeemanshoop per 22 september 1835 op voorspraak van H.H.Swart. Zijn schip is niet vermeld⁰⁰².

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 15/22 september 1835 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Egbert Rentes Huisman, oud 31 jaar, voerend de kof “Catharina”, wonend te Delfzijl, met adres de heren Nobel & Holtzapfel te Amsterdam, op voordracht van kapitein K.M.Swarts⁰²³.

 

E.R.Huisman was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” uit Delfzijl met vlagnummer 11 in de periode 1833 t/m 1855.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 maart 1836 wordt een brief vermeld van de heren G.Pras en W.C.Retemeijer uit Berbice toezendende “eene acceptatie ten laste kapt. Huisman groot f20,- voor Entree gelden van de Honoraire Leden aldaar”⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 november 1837 is een brief vermeld van kapitein E.R.Huisman, waarin hij meldt dat hij zal gaan varen op de bark “Onderneming” “Geheel behoorende van Nederlanders, doch varend onder vreemde vlag.” Hij wil deelnemer blijven in het Weldadig Zeemans Fonds “waarop besloten hem de Deelneming slechts voor ééne reize provisioneel toe te staan met Verplichting om bij zijn vertrek daarvan kennis te geven aan het Bestuur, zoo alsmede van zijne terugkomst.”

In de notulen van de Bestuursvergadering 28 februari 1839 staat een verzoek Cannes & Baluwé “voor kapitein Huisman dat aan deze de voortdurende deelneming in het fonds mag worden toegestaan. Wordt besloten het verzoek te wijzen van de hand en te kennen te geven dat reeds vroeger aan kapitein Huisman een bijzonder voorregt is verleend zonder dat deze aan de voorwaarde daarbij opgelegd heeft voldaanen er alsnu althans geene redenen bestaan om ten zijne behoeve eenige uitzondering op de strikte toepassing der Reglementen te maken.” ⁰⁴².

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 september 1847 wordt een brief vermeld van E.R.Huisman “zich noemende honorair lid doch zeevarend verzoekt schoon 43 jaren oud Effectief lid te worden”. Hem wordt geschreven dat hij al steeds effectief lid is gebleven doch dat hij moet aanzuiveren de stortingen  “1^e voor de reis door hem ingevolge bestuit van het Bestuur van 30 November 1837 onder Kniphauser Vlag gedaan, 2^e Voor de reis of reizen later onder Nederlandsche Vlag.”

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 november 1853 staat een verzoek om een uitkering door kapitein E.R.Huisman “wegens ongesteldheid⁰⁴²

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 januari 1855 staat een verzoek van A.N.Smaal, de weduwe van kapitein E.R.Huisman om een uitkering. Deze wordt haar in de vergadering dd 22 februari 1855 toegekend ingaande 01 februari 1855.⁰⁴²

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1855 staat vermeld dat per 01 februari 1855 een uitkering wordt toegekend aan de weduwe van kapitein E.R.Huisman.⁰²³.

 

In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd november 1843  staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein E.Rentes Huisman.^064b. Zal moeten zijn Pieter Rentes Huisman, voerende de vlag nummer 65 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam⁰⁰¹

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         437                           1835           kof                   Catharina                                              geen opgave

         324                      1836-1837     kof                   Catharina                                              P.J.Vos te Delfzijl

                                      1838-1846     geen opgave van schip en boekhouder

                                      1848-1853     kof                   Twee Zusters                                        de kapitein

         105                           1854           kof                    Twee Zusters                                        de kapitein

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt E.R.Huisman als gezagvoerder gedurende:

*                                                                                                                                     1831 t/m 1838 van de sch.kof “Catharina”, gebouwd in 1829, bouwlocatie niet vermeld, 220 ton o.m., varend voor P.J.Vos te Delfzijl;

*                                                                                                                                     1848 t/m 1855 van de kof “Twee Zusters”, gebouwd in 1846 te Delfzijl, 98 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl. Het schip werd, na het overlijden van kapitein Huisman in 1855, verkocht.

 

Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1838-26, 03 mei 1838, bark “Hamburg”, kapitein Egbert Rentes Huisman, 34 jaar uit Hamburg (D). Voorts stuurman Albert H.Hoff, 53 jaar uit Delfzijl, bootsman, kok, timmerman, 4 matrozen, 4 lichtmatrozen en een scheepsjongen;

Monsterrol 1846-37, 05 augustus 1846, kof “Twee Zusters”, kapitein Egbert Rentes Huisman, 42 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Freerk Nannes Sleeboom, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1848-1, 07 februari 1848, kof “Twee Gezusters”, kapitein Egbert Rentes Huisman, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman Koert de Vries, 23 jaar uit Noordbroek en een kok.

Monsterrol 1852-23, kof “Twee Zusters”, kapitein Egbert Rentes Huisman, 48 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Hans Erichs Ohlsen, 29 jaar uit Delfzijl, kok, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter;

 

Overige bijzonderheden

Bremer⁰⁹⁴ vermeldt de stranding van het vrachtschip “Catharina” op 29 november 1836 bij de Stenen Dam bij Den Helder onder gezag van kapitein E.R.Huisman.

 

Rotterdamsche Courant 08 april 1837¹¹⁴

Rotterdam, 7 april. De schepen HENDRIKA, kapt. K.B. de Weerd, van Amsterdam naar Fernambuck (opm: Pernambuco = Recife), CATARINA, kapt. E.R. Huisman, van Amsterdam naar Demerary, en ALIDA, kapt. G.E. Jonker, van Amsterdam naar Liverpool, te Deal binnen, hebben den 30 maart hunne reizen voortgezet.

 

Rotterdamsche Courant 11 november 1837¹¹⁴

Rotterdam, 10 november. Kapt. E.R. Huisman, van Demerary te Amsterdam gearriveerd, heeft den 26 oktober, op de hoogte van de Galloper (opm: Thamesmonding; pos. 51º 49’ N.B. 01º 58’ O.L.), in goede staat zeilende gezien het schip LUKKINA MARGARETHA, kapt. H.S. Hoveling, van Amsterdam naar Triëst.

 

Zeepost 14 februari 1838 – 3¹¹⁴

Verkoop van schepen te Delfzijl op 10 februari: het Nederlands kofschip CATHARINA, kapt. E.R. Huisman, verkocht voor NLG 9.660, voor Groninger rekening.

 

NRC 13 januari 1849¹¹⁴

Brake, 1 januari. Alhier zijn in de haven liggende de navolgende Nederlandse schepen: ALIDA, kapt. Sprik, GEBKELINA LUCRETIA, kapt. Dommering, TWEE ZUSTERS, kapt. Huisman, AFINA, kapt. Post, KLASINA, kapt. Karst, VRIENDSCHAP, kapt. Karsijns en GESINA, kapt. Bekkering. (opm: waarschijnlijk zijn bedoeld: ingevroren schepen)

 

NRC 20 april 1849¹¹⁴

Kopenhagen, 12 april. De Nederlandse schepen TWEE GEZUSTERS, kapt. Huisman, van Bremen naar Koningsbergen, ANNECHINA HERMINA, kapt. Stuitvoet (opm: Stutvoet), van Amsterdam naar Dantzig, en GEZINA, kapt. Bekkering, van Bremen naar Pillau bestemd, zijn hier weder terug gekomen, dewijl zij ten gevolge van de Oostenwind niet voor de blokkade – de 12^e dezer – de plaatsen hunner bestemming konden bereiken. (opm: zie NRC 100449)

 

NRC 01 mei 1849¹¹⁴

Koningsbergen, 24 april. De schepen GESINA, kapt. Bekkering, en TWEE GEZUSTERS, kapt. Huisman, zijn naar Amsterdam bevracht à NLG 35 en NLG 1 (opm: die NLG 1 is bedoeld als kaplaken) per last rogge. Nog meer schepen hadden bevracht kunnen worden, doch neutrale vrachtvrije schepen mankeren.

 

 

Familiegegevens en opleiding

Jurjen Bossinga werd geboren te Farmsum/Delfzijl op 17 maart 1829 als zoon van Roelf Jurjens Bossinga en Anje Andreas Geertsema.

Hij trouwde op 20 december 1854 te Delfzijl als scheepskapitein met Wiea Gesina Mensinga, geboren 30 juli 1832 te Farmsum als dochter van de landbouwer Albert Geerts Mensinga en Geertje Jans Smid. Zij overleed te Delfzijl op 19 maart 1904, 71 jaar.

Jurjen overleede te Delfzijl op 02 januari 1892, 62 jaar. ^{alleroningers}

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.R.Bossinga was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” uit Delfzijl met vlagnummer 98 in de periode 1856 t/m 1865

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.R.Bossinga als gezagvoerder gedurende:

• 1854 t/m 1855 op de tjalk “Wiea Geziena” ex Alida Sophia, gebouwd in 1843 te Hoogezand, 70 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Farmsum. Het schip werd in 1856 verkocht aan kapitein/eigenaar H.C.Broekema te Farmsum en herdoopt in Afiena.
• 1856 t/m 1857 van de kof “Wiea Geziena”, gebouwd in 1846 te Delfzijl, 101 ton o.m., varend voor A.Mensinga te Farmsum;

De twee schepen “Wiea Geziena” zijn vernoemd naar de vrouw van de kapitein

• 1858 t/m 1863 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Farmsum. Het schip voer in 1864 voor kapitein/eigenaar J.C.Hoeksma te Groningen en was herdoopt in “Ecliptica”.

 

Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1844-6, 12 maart 1844, kof ”Annechina”, schipper Albert Jans Donga, 33 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Freerk Roelfs Niehof, 33 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en de kajuitwachter Jurjen Roelfs Bossinga, 15 jaar uit Farmsum;

Monsterrol 1845-1, 31 maart 1845, kof “Gezina Jantina”, kapitein Roelf Fokkes Taay, leeftijd en woonplaats niet vermeld. Voorts stuurman Gerhardus van der Werff, 32 jaar uit Farmsum, matroos en de kok Jurjen Roelfs Bossinga, 16 jaar uit Farmsum;

Monsterrol 1851-5, 17 februari 1851, kof “Eenige Broeder”, kapitein Albert H.Wolkammer, 27 jaar, woonplaats niet vermeld. Voorts stuurman Jurjen Bossinga, 21 jaar uit Farmsum, kok en een matroos;

Monsterrol 1852-8, 02 maart 1852, smak “Alida Gezina”, kapitein Gerhardus van der Werff, 39 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Jurjen Bossinga, 22 jaar uit Farmsum, kok en een matroos;

Monsterrol 1853-22, 06 juni 1853, kof “Alida”, kapitein Gerhardus van der Werff, 41 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman Jurjen Bossinga, 41 jaar (!) uit Farmsum, kok, matroos en een lichtmatroos;

Monsterrol 1855-9, 13 maart 1855, kof “Wiea Gezina”, kapitein Jurjen Roelof Bossinga, leeftijd niet vermeld uit Farmsum. Voorts stuurman A.E. de Jonge, 31 jaar uit Farmsum, kok, matroos, kajuitwachter en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1856-A12b, 28 februari 1856, kof “Wia Gezina”, kapitein Jurjen Roelofs Bossinga, leeftijd niet vermeld uit Farmsum. Voorts stuurman Kornelis Friedriks Tillema, 31 jaar uit Farmsum, kok, 2 matrozen en een kajuitwachter;

Monsterrol 1856-B7, 01 augustus 1856, kof “Wiea Gezina”, kapitein J.R.Bossinga, 27 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman K.P.Oosterveld, 22 jaar uit Appingedam en 3 matrozen;;

Monsterrol 1857-18, 27 februari 1857, kof “Wiea Gezina”, kapitein Jurrien R.Bossinga, 27 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman G.L.Sok, 49 jaar uit Veendam, kok, matroos, lichtmatroos en een scheepsjongen;

Monsterrol 1858-35, 27 maart 1858, kof “Wiea Gezina”, kapitein J.R.Bossinga, 29 jaar uit Farmsum. Voorts stuurman G.L.Sok, 50 jaar uit Veendam, kok, matroos lichtmatroos en een kajuitwachter.

Samenvatting gegevens monsterrollen

1. Als persoonsaanduiding komen voor , Jurjen, Jurjen Roelfs, Jurjen Roelof, Jurrien R. en J.R.
2. Er zijn in totaal 10 monsterrollen vermeld op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen zijn ontleend aan het Gemeentearchief van Delfzijl.
3. De monsterrollen zijn gedateerd van 1844 t/m 1858, met als leeftijden 15 t/m 29 jaar. Monsterrollen uit andere havens zijn niet geraadpleegd, maar hij heeft zeker tot 1863 als gezagvoerder gevaren.
4. Als woonplaats is Farmsum opgegeven
5. Het overzicht van de monsterrollen luidt:

• 1844 kajuitwachter op de kof “Annechina” onder kapt. A.J.Donga     15 jaar
• 1845 kok op de kof “Gezina Jantina” onder kapt. R.F.Taay     16 jaar
• 1851 stuurman op de kof “Eenige Broeder” onder kapt. A.H.Wolkammer     21 jaar
• 1852 stuurman op de smak “Alida Gezina” onder kapt. G. van der Werff 22 jaar
• 1853 stuurman op kof “Alida” onder kapt. G. van der Werff     23 jaar
• 1855-1858 kapitein op de kof “Wiea Gezina”                       24-29 jaar

 

Overige bijzonderheden

Kapitein J.Bossinga redde in 1855 de bemanning van de kof “Jonge Jacob” die strandde op de Eemhorns Plaat

 

Familiegegevens en opleiding

Johann Conrath Hoeksema werd geboren 11 november 1837 te Groningen als zoon van de olijmolenaar Rudolphus Grietinus Hoeksema en Hilje Jonker.

Hij trouwde op 14 september 1867 te Groningen als scheepskapitein met Maria Helena Tulp, geboren 18 april 1847 als dochter van de handelaar Bastiaan Siewerts Tulp en Margje Heemskerk. Maria Helena overleed op 07 maart 1906 te Groningen, 58 jaar, weduwe.

Johan Conrath Hoeksema, koffiehuishouder en 47 jaar, emigreerde in 1885 vanuit Groningen naar New York. De reden van zijn vertrek is onbekend. Hij werd ingedeeld in de groep van “minder gegoeden”. Hij reisde in de 4^de klasse. De bron voor dit gegeven is de Staat van Landverhuizers in 1885 uit Groningen, toegang 800 Inventarisnummer 5548

Geen overlijdensgegevens van Johann Conrath Hoeksema achterhaald.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Hoeksema was lid voor de vlag van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 92 in de periode 1866 t/m 1874.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.C.Hoeksma als gezagvoerder gedurende:

*    1864 t/m 1868 van de kof “Ecliptica” ex Wiea Geziena, gebouwd in 1846 te Delfzijl, 101 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

*    1869 t/m 1872 van de 2/msch “Maria Helena” ex Jantje, ex Aurora, gebouwd in 1863 te Sappemeer, 160 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

In de documentatie van monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen wordt de naam genoemd van Johann Conrath Hoeksema dd:

27 juli 1850 als scheepsjongen, 12 jaar uit Groningen op de kof “Ena Elizabeth” schipper Tjaard Hindriks Bos Smak

27 februari 1851 als koksmaat, 13 jaar uit Groningen op de kof “Jacoba Catharina” schipper Andries Geerts Nieveen

31 maart 1853 als kok, 15 jaar uit Groningen op de kof “Eendragt” schipper Cornelis Tjeerts Hangelbroek.

06 maart 1854 als lichtmatroos, 16 jaar uit Groningen op de schoener “Antje”. Schipper Jan Roelfs Nieveen

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.S. van Heukelom als gezagvoerder gedurende:

*    1869 t/m 1886 van de kof “Ecliptica” ex Wiea Geziena, gebouwd in 1846 te Delfzijl, 101 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl. Het schip werd in 1886 gesloopt;

*    1887 t/m 1890 van de schbrik “Vooruit”, gebouwd in 1866 te Hoogezand, 178 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Holwierde. Het schip is in 1890 gestrand op Ameland en wrak gerraakt.

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee”, Jg.13, p.323 e.v. 1891 staat een Verslag van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij over 1890. Hierin is opgenomen een verslag van stranding op 06 juli 1890 van de schoener “Vooruit” onder kapitein J.S. van Heukelom, bemand met 6 koppen. De stranding vond plaats ‘smorgens om half twee bij stormachtig weer op het Bornrif NW van de vuurtoren van Hollum, Ameland. Het schip kwam van Gothenburg met een lading geschaafde planken en was op weg naar Groningen. De reddingboot van Hollum voer uit, maar bij nadering van het gestrande schip “viel de vloed in en daar intussen het weder onstuimiger en de grondzeeën menigvuldiger waren geworden, was men genoodzaakt ten anker te komen … De schipbreukelingen dit ziende, waagden het toen met eigen boot het schip te verlaten en voor de wind en stroom naar de redingsboot koers te zetten, die zij mochten bereiken en waarin zij werden overgenomen. Des voormiddags te half acht uur kwam de reddingboot met de schipbreukelingen behouden te Hollum terug.”