Inloggen
BAREND - ID 13610


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1844-04-09 / 1860-10-04 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1844
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoenerkof
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. D. & L. Alta, werf 'Welgelegen', Harlingen, Friesland, Netherlands
Date Laid Down: 1842-00-00
Launch Date: 1844-03-28
Delivery Date: 1844-04-02
Technical Data

Gross Tonnage: 93.00 lasts
 
Length 1: 27.92 Meters Registered
Beam: 5.34 Meters Registered
Depth: 2.75 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1844
Datum agenda: 1844-04-09
Register nr: 18440179
Scheepsnaam: BAREND
Type: Schooner Kof
Lasten: 93
Gebouwd in provincie: Vriesland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Visser, B. & Zn.
Plaats: Harlingen
Kapitein op moment van verzoek: Stuit, J.O.
Opmerkingen: eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1844-04-02 BAREND
Manager: Firma Barend Visser & Zoon, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Firma Barend Visser & Zoon, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands

Ship Events Data

1860-10-04: Final Fate:
Op reis met een lading lijnzaad van St. Petersburg naar Harlingen is de BAREND, kapt. Both, door stormweer op 4 oktober 1860 op zijde geslagen, en, drijvende gebleven, op de kust van Jutland bij Lemvig gestrand. De opvarenden werden gered, doch schip en lading gingen totaal verloren.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen sluitende gegevens gevonden op Tresoar.

Wèl is er op 18 februari 1841 sprake van een huwelijk van Henderina Jans Stuut, geboren te Nes, oud 21 jaar, en dochter van Jan Ooitzes Stuut en Eelkjen Heeres.

Voorts overlijd te Harlingen op 10 september 1869 een Jan Stuut, 51 jaar en gehuwd.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.O.Stuut was effectief lid van het Herlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg” maer er is geen vlagnummer bekend.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen

vlagnummer   periode     type          naam van het schip036                  boekhouder/reder

    geen            1838-1842 glj.             Jonge Barend                                         Barend Visser, Harlingen

                          1854-1858 brigt. Frits & Betsy (ex Koophandel)           B.van Loon & Zn, Harlingen

                          1859-1864 brigt. Frits & Betsy (ex Koophandel)           J.H.van Loon & Zn, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt J.O.Stuit als gezagvoerder gedurende:

  • * 1835 t/m 1838 van de kof “Groot Lankum”, gebouwd in 1817, bouwlocatie niet vermeld, 137 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen. Het schip werd in 1838 verlaten in het Kanaal. De bemanning werd aangebracht te Liverpool;
  • * 1839 t/m 1843 van de galjoot “Jonge Barend”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 166 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
  • * 1844 t/m 1848 van de sch.kof “Barend”, gebouwd in 1844 te Harlingen, 176 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
  • * 1848 t/m 1852 van de kof “Concordia” ex Jonge Gerrit, gebouwd in 1815 te Woudsend, 184 ton o.m., varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen. Het schip is in 1852 benoorden Helgoland gezonken en de bemanning is gered;
  • * 1853 van de kof “Catharina Elisabeth”, gebouwd in 1837, bouwplaats en tonnage niet vermeld, varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen;
  • * 1855 t/m 1859 van de schbrik/galjoot “Frits & Betsy” ex Koophandel, gebouwd in 1831 te Rotterdam, 178 ton o.m., varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen;
  • * 1860 t/m 1865 van hetzelfde schip maar nu varend voor J.H. van Loon te Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

Een “Jan O.Stuit”– rustend scheepsgezagvoerder ” was medeondertekenaar van een brief dd februari 1876 aan de gemeenteraad van Ameland “met het verzoek om te willen bevorderen dat er op Ameland weer een zeevaaartkundige school met bekwame onderwijzer komt”.

In: Een zeevaartschool in Nes door Douwe Hz de Boer, Pôllepraat, Blad van de Stichting “De Ouwe Pôlle”, nr. 34, juni 2001.

 

 

Datum vanaf: 1844
Kapitein: Stuut/Stuit, J.O.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Otto Zwaal werd geboren te Terschelling op 03 maart 1823 als zoon van Jurjen Volkertsz Zwaal en Janke Otto van Marle.

Hij trouwde op 10 december 1846 te Harlingen met Mijsje Duinmeyer, geboren 24 mei 1824 te Harlingen als dochter van Pieter Duinneyer en Elisabeth Kramer. Overlijden niet gevonden op Tresoar.

Het schip van Otto werd vermist in 1872 op reis van Stockholm en Rotterdam.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Otto Zwaal werd per vermoedelijk 01 juli 1851 met vlagnummer H32 ingescchreven als effectief lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Barend”, boekhouder Barend Visser & Zn. De contributie werd betaald door de boekhouders. Hij was gehuwd met M.P.Duinmeijer, geboren 24 mei 1824. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving 1 kind i.c. Elisabeth (22 oktober 1848). 028-fol.031

Otto was met vlagnummer H32 lid van Zeemansvoorzorg in de periode 1851-1872.034

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

| kap.Otto Zwaal laatsgevoerd hebbende het Nederl. schip Fortuna … is blijkens bij de Directie ingekomen bescheiden, verongelukt…”. Zij weduwe Antje Doekzen (!**) had aanspraak op een bijdrage uit het fonds van f 875,- uit te betalen in 12 maandelijkse termijnen. Zijn zoon Pieter (15 mei 1864) had reccht op een uitkering ineens van f 10,-.028-fol.031

**Antje Doekzen moet een verschrijving zijn want Tresoar geeft op 01 november 1849 een huwelijk te Terschelling van een echtpaar waarvan bruid Trijntje Anes Zwaal als ouders heeft: Ane Volkerts Zwaal en Antje Jans Doeksen

 

De schepen van de kapitein

lid van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlag           periode              type          scheepsnaam                                reder/boekhouder

H32          1848-1854         sch.kof     Barend                                           Barend Visser & Co, Harlingen

                  1855-1859         sch.brik    Zeemeeuw                                     idem

                  1860-1864         kof            Johanna Elisabeth                        Zeilmaker & Co, Harlingen

                  1865-1872         brik           Fortuna                                          idem

 

Bouma025 vermeldt als go.J.Zwaal als gezagvoerder gedurende:

*      1849 t/m 1854 van de schoenerkof “Barend”, gebouwd in 1844 te Harlingen, 176 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

*      1856 t/m 1860 van de 2-mastschoener “Zeemeeuw”, gebouwd in 1855 te Harlingen, 170 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;

*      1861 t/m 1865 van de kof “Johanna Elisabeth”, ex Pieter, gebouwd in 1837 te Pekela, 141 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen;

*      1866 t/m 1872 van de brik “Fortuna”, ex Hendrika Roelina, gebouwd in 1856 te Hoogezand, 168 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip werd vermist tussen Stockholm en Rotterdam (Zeetijdingen 25 januari 1873).

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Zwaal, Otto Jurriaans

Familiegegevens en opleiding

Jelle Jans Dijk werd per 30 januari 1856 met vlagnummer 51 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Barend", boekhouders Barend Visser & Zn. De wijze van contributiebetaling is niet vermeld.

Hij was gehuwd met Trijntje Jeltje Ringers, geboren 31 januari 1832. Op een los briefje in het Register staan 9  kinderen vermeld: Jan (04 oktober 1855), Menso Johannes (15 mei 1857), Jacob (03 mei 1863), Trijntje (11 augustus 1865), Wilhelmina (22 augustus 1866), Hinkje (04 augustus 1867), Jacobus (20 maart 1870), Tietje (31 maart 1871) en Jelle (12 mei 1873)028-fol.059.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Hij was met vlagnummer 51 lid van het Harlinger College “Zeemansvoorzorg” in de periode 1856-1870 en met vlagnummer 19 in de periode 1871-1895. Zeer waarschijnlijk heeft hij in 1871 het nummer 19 overgenomen van zijn vader Jan J.Dijk034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Geen

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Dijk, Jelle Jans

Familiegegevens en opleiding

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

In Appendix 5, p.323 staat een “Overview of Pupils of the Nautical College in Harlingen (1842-1864) en kennelijk degenen die aan de walvisvaart hebben deelgenomen waaronder:

Johann Both, oud 18 jaar, geboren te Seestermühe, opleiding gedurende 3 winters rond 1844-1845. Maakte een reis naar Groenland na het behalen van het diploma voor 1ste stuurman. Zijn gedrag werd omschreven als ´bescheiden en zeer vlijtig” en zijn berip als “vatbaar” (= 2 op een schaal van 5). Voorts is vermeld: “Has received sufficient theoretical training in navigation. Calculates longitude at sea by lunar distances in various ways.”

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Johan Both werd per 01 augustus 1854 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij was toen stuurman op de schooner “Johannes Hermanus”. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Wilhelmina Henriette Mulder. Hij werd overgeschreven als gezagvoerder in de eerste klasse029-fol.017.

Johan Both werd vermoedelijk december 1857) met vlagnummer 60 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Barend”, boekhouder Barend Visser & Zn. Over de wijze van contributiebetaling is geen mededeling gedaan. Hij was gehuwd met H.W.Mulder, geboren 20 oktober 1823. Het echtpaar had ten tijde van de inschrijving drie kinderen: Johan, Martha en Frans (geen geboortedata)028-fol.070.

Johan Both was van 1858-1873 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036

vlagnummer    periode      type                     naam van het schip                       boekhouder/reder

       H60           1857-1859 sch.kof                Barend                                           Barend Visser & Zn, Harlingen

                                                                             in september verongelukt bij Lemvig

                           1861-1864 sch.kof                Harmonie                                       Barend Visser & Zn, Harlingen

                           1865-1869 brik                      Mercurius                                       Barend Visser & Zn, Harlingen

 

Bouma025 vermeldt J.Both als gezagvoerder gedurende:

  • 1841 t/m 1849 van de brik “‘Spitsbergen”, gebouwd in 1829 te Harlingen, 250 ton o.m., geen vermelding van eigenaar en thuishaven;
  • 1858 t/m 1860 van de sch.kof “Barend”, gebouwd in 1844 te Harlingen, 176 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen. Het schip is in september 1860 verongelukt bij Lemvig en verongelukt;
  • 1862 t/m 1865 van de sch.kof “Harmonie”, gebouwd in 1846 te Harlingen, 175 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
  • 1866 t/m 1870 van de brik “Mercurius”, gebouwd in 1850 te Harlingen, 264 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

In de Harlinger Courant van 17 oktober 1860 staat in de rubriek BINNENLANDSCHE BERIGTEN het volgende096:

“HARLINGEN, 16 October

In den storm van 6 dezer is het kofschip Barend, van de firma Barend Visser & Zoon, kapt. J.Both. geladen met lijnzaad, van Petersburg naar hier bestemd op de kust van Denemarken, in de nabijheid van het stadje Lemvig op het strand geraakt. De bijzondere berigten , daaromtrent ingekomen, beschrijven den storm van dien dag buitengewoon hevig. In het gezigt van de Barend zaten nog acht schepen op het strand, waaronder eene stoomboot, die zijne ankers had uitgworpen op verdere afstand van het strand. Toen nu de storm in volle woede opstak, werd het onmogelijk haar hulp te verleenen, en ’s Vrijdags morgens was het vaartuig gezonken; de equipage zat in de masten en riep om hulp. Door de Deensche regering zijn langs de kust overal reddingstoestellen aangebragt, bestaan in eene soort van mandewerk, dat door touwen wordt geregeerd en waarmede men de menschen van gestrande schepen redt. Tot dat einde weet men met werpgeschut eene lijn aan boord te brengen van het hulp vragende vaartuig. Op deze wijze is ook de manschap der Barend gered. Het was wel te wenschen, dat ook bij ons te lande, waar de Noordzeekust zoveel overeenstemming heeft met de Deensche, zulke reddingstoestellen werden geplaatst. Wel hebben wij in der tijd aan den Hoek van Holland bij mooi weder zien manouvreren met werp geschut om in tijd van nood te dienen, maar wij hebben er niet van gehoord, dat men de toen aangevangen pogingen tot gewenschte uitvoering heeft gebragt, of dat er ooit van de machine werkelijk gebruik gemaakt is.”

 

Amsterdamsche Courant 15 juni 1844114

Amsterdam, 14 juni. Volgens bericht van de Groenlandsche Visserij, had het Harlinger schip SPITSBERGEN, kommandeur Both, de 3e mei 3 robben geslagen, de DIRKJE ADAMA, kommandeur Mehlen, was op die datum nog ledig.

 

Algemeen Handelsblad 00 juli 1844114

Uit een provinciaal verslag over 1843 waren de visserij uitkomsten over dat jaar niet slecht. Beide schepen van Harlingen, DIRKJE ADEMA had aangebracht 4536 stuks robben en 5 walvissen, zijnde de hoogste vangst van al de naar Groenland uitgezonden bodems. Met de SPITSBERGEN zijn aangebracht 3189 stuks en 1 walvis, hetwelk een middelmatige reis wordt genoemd.

 

Amsterdamsche Courant 23 juli 1845114

Harlingen, 19 juli. De alhier te huis behorende Groenlandvaarders DIRKJE ADAMA, kommandeur Mehlen, en SPITSBERGEN, kommandeur Both, hadden ieder, volgens bericht van het blad De Visscherij, een vis (opm: walvis) gevangen en 2000 robben geslagen.

 

NRC 01 augustus 1849114

Rotterdam, 31 juli. De Harlinger Groenlandsvaarder SPITSBERGEN, commandant J. Both, is l.l. vrijdag (opm: 27 juli) van Groenland in het Vlie binnengekomen, hebbende 850 robben geslagen. (opm: vergelijk het aantal geslagen robben met het in Kroniek 1847 in dato 2 augustus, genoemde aantal)

 

 

Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”

Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp

p.130         “In 1841, Captain Hinrich Braren Rickmers was succeeded by Otto Mehlen, who left Harlingen harbour on 9 March on board Dirkje Adema , in company with the Spitsbergen (II), which was under the newly appointed Captain Johan Both, who in turn had succeeded Hendrick Rickmers.

                   In de volgende pagina’s ontleendt Schokkenbroek aan berichten in de Leeuwarder Courant en de Provinciale verslagen gegevens over afvaarten, terugkomsten en vangstresultaten, die hier niet verder zullen worden vermeld.

p.134         “… Johan Both remained employed by Visser & Son until 1849. P.Nagel was his successor for the following three seasons (1850-1852).”

                   “Johan Both pursued a long and successful career. He eventually returned with Barend Visser & Son to sail their ships as Captain between 1858 and 1870. …”

 

 

Datum vanaf: 1860
Kapitein: Both, Johan

Monsterrollen

Opgemaakt Harlingen
Datum: 1858-03-22
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: BAREND
Schipper:
Scheepstype: kof
Grootte: 184

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Not. 26.49037
foto DSC 4768 - 4770
BIJLBRIEF

Naam schip BAREND

plaats en datum acte bijlbrief, Harlingen, 2 april 1844

type schip schoener-kof

bouwwerf/verkoper Dirk Johannes Alta en Lieuwe Johannes Alta, scheepsbouwmeesters te Harlingen

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma Barend Visser & Zoon, zeehandelaren te Harlingen

te voeren door kapt. Jan Ooites Stuut, Ameland

grootte in tonnen 93 lasten (meetbrief Harlingen no.19 van 1 april 1844)

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen 26,92 x 5,34 x 2,75 meter

kiellegging in den jare 1842 nieuw opgezet

tewaterlating onlangs (dus waarschijnlijk maart 1844)

plaats / datum registratie Harlingen, 2 april 1844

nummer registratie deel 25, folio 51, recto, vak 5 en 6.

notaris Mr. Sjoerd Simons Wijma, notaris te Harlingen

prijs

Bijzonderheden:




researcher/datum research: ML / 160713

Naam BAREND
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1844
Toegang 26
Inventaris 49037

Tresoar, Leeuwarden Archiefnummer Harlingen, toeg.19-06, inv. 383, no.29

foto P1020790, 791
BIJLBRIEF

Naam schip BAREND – ID 13610

plaats en datum akte bijlbrief, Harlingen, 2 april 1844

type schip schoener-kof

bouwwerf/verkoper Dirk Johannes Alta en Lieuwe Johannes Alta, scheepsbouw- meesters te Harlingen

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper firma Barend Visser & Zoon, zeehandelaars te Harlingen

te voeren door kapt. Jan Ooites Stuut, Ameland

grootte in tonnen 93 lasten (meetbrief Harlingen no.19 van 1 april 1844)

tuigage / aantal dekken

afmetingen 27,92 x 5,34 x 2,75 meter

kiellegging

tewaterlating onlangs (dus 1e kwartaal 1844)

plaats / datum registratie Harlingen, 2 april 1844

nummer registratie deel 25, folio 51, recto, vak 5 en 6

notaris Mr. Sjoerd Simon Wijma, notaris te Harlingen

prijs

Bijzonderheden:

09.04.1844 eerste zeebrief voor de BAREND, aanvrager B. Visser & Zoon, voor kapt. J.O. Stuit.


researcher/datum research: ML / 300517

Naam BAREND
Archiefinstelling Tresoar, Leeuwarden
Jaar 1844
Toegang 19-06
Inventaris 383

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Tresoar - Leeuwarden
Omschrijving: archiefnummer Harlingen, toegang 19-06, invoer 383, nummer 29